• No results found

Vraag nr. 112 van 7 februari 2003 van mevrouw PATRICIA CEYSENS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 112 van 7 februari 2003 van mevrouw PATRICIA CEYSENS"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 112 van 7 februari 2003

van mevrouw PATRICIA CEYSENS

Centra voor ontwikkelingsstoornissen – Onthaal en informatie

Mensen die vermoeden dat hun kind gehandicapt i s, wenden zich voor een diagnose tot de centra voor ontwikkelingsstoornissen (COS).

Wanneer zij zich daar aanmelden, krijgen zij te horen dat er een wachtlijst is van één jaar, een niet geringe wachttijd voor ouders die geconfronteerd worden met een kind met een handicap.

Bij het meedelen van de diagnose aan de ouders zijn sommige centra blijkbaar bijzonder karig met i n f o r m a t i e. Aan de ouders wordt enkel meegedeeld wat de handicap is. Er wordt geen uitleg gegeven bij de handicap (wat houdt de handicap precies in ? wat voor implicaties heeft de handicap voor het k i n d , voor het gezin waarin het kind leeft, voor zijn verdere ontwikkeling ?). De ouders ontvangen een brochure met informatie over de handicap en met de mededeling dat zij voor verdere vragen altijd te-lefonisch terechtkunnen bij het centrum.

Evenmin wordt informatie gegeven over hoe het nu verder moet. Zo wordt niet gewezen op de op-vangnormen die aangewezen zijn, laat staan op de instellingen waartoe de ouders zich moeten wen-den (Vlaams Fonds).

Ten slotte wordt evenmin gewezen op de voorde-len waarop gehandicapten een beroep kunnen doen in andere regelgevingen (bv. verhoogde ge-zinsbijslag).

1. Is de minister op de hoogte van de wachttijden bij de centra voor ontwikkelingsstoornissen ? Kan die wachttijd niet worden ingekort ? Even-tueel door een beroep te doen op externe ex-perten ?

2. Vindt de minister het normaal dat ouders enkel een diagnose meegedeeld krijgen, maar geen mondelinge toelichting met wat de handicap in-h o u d t , wat de opvang- en tin-herapiemogelijkin-he- therapiemogelijkhe-den zijn ?

Vindt de minister het normaal dat ouders die toch een zeer zware mededeling krijgen, n i e t eens een eerste – al was het maar een emotio-nele – opvang krijgen in deze centra ?

3. Vindt de minister het aanvaardbaar dat ouders met enkel een brochure met informatie naar huis worden gestuurd ?

4. Vindt de minister het normaal dat niemand de ouders met een gehandicapt kind informeert over hoe het nu verder moet na de diagnose ? 5. Welke instantie heeft volgens de minister de

op-dracht de ouders te informeren nadat de diag-nose van een handicap is gesteld ?

Hoe zal de minister deze informatieverspreiding o r g a n i s e r e n , stimuleren en wie zal zij daarmee belasten ?

Antwoord

Met het oog op een volledige voorbereiding van het antwoord op deze vraag heeft het V l a a m s Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap met de verschillende centra voor ontwikkelingsstoornissen contact opgenomen. Hieronder vindt de Vlaamse volksvertegenwoordi-ger een antwoord op haar vragen:

1. Ja , ik ben hiervan op de hoogte. De laatste jaren heb ik in de Vlaamse regering steeds een capa-citeitsuitbreiding voor de centra verdedigd en gekregen.

Rekening houdende met de beperkte budgettai-re mogelijkheden, werd in de begroting van 2003 echter prioriteit gegeven aan opvang en begeleiding in de zorgsector en aan het per-soonlijke assistentiebudget. Deze prioriteitsbe-p a l i n g, die ingegeven werd door de heldere prioriteitsbe- pre-sentatie van de uitgezuiverde wachtlijstgege-v e n s, de afbakening wachtlijstgege-van het structureel tekort aan opvangplaatsen en de omschrijving van de jaarlijkse aangroei van zorgbehoeften, o n t k e n t geenszins de gesignaleerde wachttijden bij de centra voor ontwikkelingsstoornissen.

(2)

be-grotingsmiddelen ingespeeld worden door mid-del van herschikkingen die het gevolg zijn van uitvoeringsresultaten van het lopende begro-tingsjaar.

De door de Vlaamse volksvertegenwoordiger gesuggereerde mogelijkheid om te werken met externe experten biedt hier weinig perspectief, omdat een capaciteitsuitbreiding de basis van de subsidiëring blijft en de multidisciplinaire aanpak niet meer gewaarborgd zou zijn.

2. Er zijn in het Vlaams Fonds geen specifieke klachten bekend die er op zouden wijzen dat ouders onvolledig en ontoereikend worden geïnformeerd over de betekenis van de gestelde diagnose en de opvang- en therapiemogelijkhe-den, voor hun gehandicapt kind.

De diagnosestelling én de oriëntering gebeuren vaak in één gesprek en dat zorgt ervoor dat ou-ders zich overspoeld voelen door enerzijds de emotie die met dit "slecht-n i e u w s-gesprek" ge-paard gaat en anderzijds een hoop praktische en richtinggevende informatie. Hierdoor kan even-tueel een deel van de gegeven informatie niet aankomen of verloren gaan. Ik vraag aan het Vlaams Fonds om over deze problematiek voor mij een verslag op te stellen en mogelijkheden tot oplossing te verkennen.

3. N e e n . In de praktijk blijkt dat de ouders inder-daad heel wat geschreven informatie krijgen, maar er is steeds een persoonlijk gesprek aan gekoppeld.

4. De gestelde diagnose wordt steeds opengetrok-ken naar de gevolgen ervan. Zij krijgen concre-te informatie in de vorm van adressen van be-staande therapeuten, s c h o l e n , r e v a l i d a t i e c e n t r a enzovoort.

Als de drempel te hoog is, legt het COS zelf contact met de betrokken diensten. Zeer vaak worden verschillende alternatieve ondersteu-ningsvormen voorgesteld (bijvoorbeeld revali-datie versus een combinatie van verschillende p r i v é-t h e r a p e u t e n ) . Bijkomende kinderbijslag, PA B, inclusie komen meestal ook aan bod (PAB : Persoonlijk assistentiebudget – red.). 5. De centra hebben als één van hun decretale

taken de oriëntering. Deze taak wordt door de centra ook effectief uitgevoerd.

De centra voor ontwikkelingsstoornissen zijn bij het Vlaams Fonds ook erkend als

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Van bij de invoering van de maatregel in 1994 zijn de premies bedoeld als financiële aanmoe- diging voor werknemers die – op vrijwillige basis – hetzij hun

Meer bepaald zouden zij geïnfor- meerd kunnen worden over wat telewerken precies is en welke de voor- en nadelen zijn?. Wordt er een promotie- en sensibiliseringscam- pagne

Gezien de veralgemening van het gra- tis openbaar vervoer voor de 65-plussers en zonder compensatie voor de gepensioneerde werknemers van De Lijn, vervalt dit verworven recht.. Via

Naar aanleiding daarvan zou de Vlaamse overheid één centraal kenniscentrum kunnen oprichten waar bedrijven die een telewerkproject willen op- starten de nodige parate kennis

1. Welke concrete projecten werden in het kader van het concept "Anders werken" opgezet m.b.t. Hoeveel Vlaamse ambtenaren of personeelsle- den van de VOI's kunnen

Toch is het wenselijk dat de Vlaamse overheid tele- werken actief zou promoten bij de Vlaamse ambte- naren en personeelsleden van de VO I ' s. Meer be- paald zouden zij geïnformeerd

Het toekennen van RV T-bedden aan bestaande rusthuizen kan inderdaad een kostenverhogend effect hebben, omdat de voorzieningen pro rata van de erkende RV T-bedden ook aan

– Een aantal voorzieningen beschikt over een in- dividuele planningsvergunning voor bijkomen- de RV T-b e d d e n , maar beantwoordt momenteel niet aan de voorwaarden om deze