Vraag nr. 139 van 12 maart 2003
van mevrouw PATRICIA CEYSENS
Eerste protocolakkoord ouderenzorg – Realisatie-graad
Op 9 juni 1997 sloten de federale overheid en de gemeenschappen een protocolakkoord waarin werd beslist dat het aantal RV T-bedden binnen een termijn van vijf jaar elk jaar zou worden verhoogd met 5.000 bedden, en dit met ingang van 1 januari 1998.
Uit een evaluatie van minister Va n d e n b r o u c k e naar aanleiding van het tweede protocolakkoord blijkt dat de uitvoering van het eerste protocolak-koord nog niet volledig is gerealiseerd. Blijkbaar is er op 31 december 2002 tegenover het geprogram-meerd aantal RV T-bedden nog een overblijvende programmatorische ruimte van 538, dit wil zeggen 538 RVT-bedden werden nog niet toegekend. Gelet op de nood die op het terrein bestaat, l i j k t dit een eigenaardige vaststelling.
1. Is het correct dat er nog 538 RV T-bedden niet werden verdeeld in Vlaanderen ?
2. Zo ja, wat is de reden van de niet-verdeling van deze bedden ?
3. Wanneer denkt de minister deze verdeling als-nog te realiseren ?
Antwoord
In het protocolakkoord van 9 juni 1997, g e s l o t e n tussen de federale overheid en de overheden van gemeenschappen en gewesten over het te voeren o u d e r e n z o r g b e l e i d , werd inderdaad overeengeko-men dat, gespreid over een termijn van 5 jaar, j a a r-lijks 5.000 bijkomende RV T-bedden mochten wor-den toegewezen in België. Hiervan waren er in to-taal 14.116 RV T-bedden bestemd voor V l a a n d e r e n . Al deze bedden werden in Vlaanderen ook effec-tief toegewezen.
Momenteel circuleert het tweede protocolakkoord over het te voeren ouderenzorgbeleid ter onderte-k e n i n g. In dit aonderte-konderte-koord wordt de opvangcapaciteit in de sector rust- en verzorgingstehuizen voor Vlaanderen inderdaad als volgt vastgelegd : V l a a n-deren mag 26.662 RV T-bedden toewijzen. H i e r v a n werden er op 31/12/2002 exact 26.124 effectief
uit-g e b a a t . Het verschil bedraauit-gt 538 bedden, w a a r-voor op 31/12/2002 geen erkenning was verleend. Concreet omvat dit verschil van 538 bedden de vol-gende situaties.
206 RV T-bedden betreffen RV T-bedden die oor-spronkelijk aan voorzieningen zijn toegewezen, maar die ten gevolge van de sluiting van de voor-ziening als RVT inmiddels zijn teruggevloeid naar de Vlaamse pool.
332 RV T-bedden zijn wél opgenomen in de plan-ningsvergunning van individuele voorzieningen, maar zijn momenteel niet erkend.
De oorzaken hiervan zijn divers.
– In een aantal voorzieningen werd de erkenning als RVT geweigerd. Dit heeft de sluiting als RVT tot gevolg. De RV T-bedden blijven even-wel nog twee jaar behouden in de individuele planningsvergunningen.
Indien deze voorzieningen aan de voorwaarden v o l d o e n , kunnen zij in deze periode opnieuw een erkenning als RVT aanvragen en verwer-v e n . Een aantal verwer-voorzieningen heeft hierverwer-van reeds gebruikgemaakt.
– Een aantal voorzieningen beschikt over een in-dividuele planningsvergunning, maar exploi-teert een deel van de RV T-bedden voorlopig n i e t , ten gevolge van herconditioneringswerken of in afwachting van de realisatie van een nieuwbouw.
– Een aantal voorzieningen beschikt over een in-dividuele planningsvergunning voor bijkomen-de RV T-b e d d e n , maar beantwoordt momenteel niet aan de voorwaarden om deze bedden effec-tief in gebruik te nemen. Vaak is het ontbreken van een gunstig brandweerattest, en als gevolg hiervan het uitblijven van een erkenning als rustoord, de onderliggende oorzaak.
Van de 538 RV T-bedden die in het protocolak-koord nummer 2 zijn vermeld, kunnen er op 01/01/2003 dus slechts 206 opnieuw worden ver-deeld.