• No results found

Vraag nr. 138 van 12 maart 2003 van mevrouw PATRICIA CEYSENS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 138 van 12 maart 2003 van mevrouw PATRICIA CEYSENS"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 138 van 12 maart 2003

van mevrouw PATRICIA CEYSENS Rusthuizen – Financiële situatie

De rusthuizen in Vlaanderen hebben verschillende r e c h t s v o r m e n . Sommige zijn commercieel (hebben dus het statuut van BVBA of NV), andere hebben een VZW-vorm of zijn openbaar.

Gelet op de demografische ontwikkelingen en de investeringsmiddelen die de Vlaamse regering heeft uitgetrokken voor deze sector in 2003, is het niet onbelangrijk een duidelijk zicht te krijgen op de verschillende financiële aspecten van zowel de i n v e s t e r i n g s p o l i t i e k , als de dagelijkse werking van diverse vormen van rusthuizen. Dit inzicht is be-langrijk voor de keuze die we moeten maken met betrekking tot de vorm van rusthuis die wij willen v a n d a a g, maar ook voor de toekomst, om de demo-grafische uitdagingen het best aan te kunnen.

In antwoord op schriftelijke vraag nr. 205 van 27 juni 2002 van mevrouw Sonja Becq gaf de minister de resultaten van een vergelijkend onderzoek naar de redenen van de structurele meerkosten van openbare ouderenvoorzieningen. In die studie werd echter alleen een vergelijking gemaakt tussen de openbare ouderenvoorzieningen en de V Z W-ouderenvoorzieningen (Bulletin van V r a g e n en Antwoorden nr. 2 van 18 oktober 2002, b l z .3 5 4 ) . Evenwel nemen commerciële ouderengen ook een belangrijk aandeel van de voorzienin-gen voor hun rekening. Over hun situatie werd blijkbaar geen onderzoek gedaan.

1. Kan de minister voor de jaren 2000 en 2001, e e n overzicht geven van de rusthuizen, i n g e d e e l d volgens hun organisatiestructuur (VZW, o p e n-baar en commercieel), wat de financiële situatie b e t r e f t , namelijk welk overschot of verlies zij re-aliseren ?

2. Voor de jaren 2000 en 2001 graag een overzicht van de dagprijs van de rusthuizen, i n g e d e e l d volgens hun organisatiestructuur (VZW, o p e n-baar of commercieel).

3. Voor de jaren 2000 en 2001 graag een overzicht van de kostprijs per vierkante meter voor de bouw en de uitrusting van rusthuizen, i n g e d e e l d volgens hun organisatiestructuur (VZW, o p e n-baar of commercieel) met vermelding of men VIPA-subsidiëring genoten heeft.

4. De vergelijkende kostprijsanalyse van openbare en V Z W-ouderenvoorzieningen geeft

interes-sante informatie met betrekking tot de kosten-structuur van deze voorzieningen.

Heeft de minister al een gelijkaardige studie laten verrichten waarin de openbare, V Z W- e n commerciële ouderenvoorzieningen worden vergeleken ?

5. Zo neen, is het niet raadzaam een dergelijke studie te laten verrichten met het oog op de dis-cussie rond faillissementen van rusthuizen en het feit dat heel wat openbare en V Z W-r u s t h u i-zen belangrijke verliei-zen vertonen ?

6. Uit de vergelijkende kostenstudie is gebleken dat het toekennen van RV T-bedden in de afge-lopen vijf jaar een kostenverhogend effect heeft g e h a d , en dus niet heeft geleid tot een beter werkingsresultaat in het jaar 2000.

Heeft de minister in het kader van het tweede protocolakkoord dat zij afsloot met minister Va n d e n b r o u c k e, nagegaan in welke mate het bijkomend toekennen van RV T-bedden dit wer-kingsresultaat nog negatiever zal beïnvloeden ?

Weet de minister of de toekenning van RV T-bedden in de commerciële sector eenzelf-de negatief effect heeft gehad op eenzelf-de werkingsre-sultaten ?

Antwoord

1. Bij de hertekening van de inspectieprocessen werd nadruk gelegd op een gerichte (prioriteit aandachtsvoorzieningen) in plaats van een line-aire inspectie (doorlichting van alle voorzienin-gen met een gelijke frequentie). De controles worden gericht uitgevoerd op basis van indica-toren die wijzen op mogelijke disfuncties (risico-analyse).

Voor het boekhoudkundig toezicht werd priori-teit gegeven aan de financiële analyse van oude-renvoorzieningen met vervallen RSZ-s c h u l d e n . Niet ingediende jaarrekeningen en andere nutti-ge financiële nutti-genutti-gevens worden hiertoe eventu-eel selectief opgevraagd. Het analyseren van alle jaarrekeningen zou een veelheid aan perso-neel vergen en wellicht ook inefficiënt blijken.

Om deze reden kan ik de gevraagde informatie niet verschaffen.

(2)

Minis-terie van Economische Zaken geven het volgen-de beeld :

Openbaar VZW Commercieel Gemiddeld 2000 33,64 35,75 32,55 34,21 2001 34,01 36,29 33,19 34,71 3. Vooreerst dien ik mee te delen dat de V l a a m s e

overheid enkel beschikt over gegevens inzake kosten voor de bouw en de uitrusting van de rusthuizen die een beroep doen op de V I PA-s u b s i d i ë r i n g. Voor de overige rusthuizen kan ik derhalve geen gegevens ter beschikking s t e l l e n ( V I PA : Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden – red.). Uit de subsidiedossiers die in 2000 en 2001 een subsidiebelofte mochten bekomen kunnen de volgende kostprijsgegevens gedestilleerd wor-den (om de relevantie te bewaren werwor-den enkel de dossiers m.b. t . de volledige nieuwbouw van een voorziening opgenomen) :

In totaal is in 2000 en 2001 voor 11 subsidiedos-siers een subsidiebelofte vastgelegd. Het betrof meer bepaald 7 OCMW- en 4 V Z W-v o o r z i e n i n-g e n . Op basis van een analyse van deze dossiers komt men tot een gemiddelde kostprijs per m2

van 1.252,50 euro. Voor de OCMW- v o o r z i e n i n-gen bedraagt de gemiddelde kostprijs 1.244,40 euro en voor VZW-voorzieningen 1.266,80 euro.

4. Tot op heden heb ik nog geen gelijkaardige stu-die laten verrichten waarbij ook de commercië-le rusthuizen onderzocht werden.

5. In eerste instantie wens ik nogmaals te verwij-zen naar het specifieke opzet van de uitgevoer-de vergelijkenuitgevoer-de studie en uitgevoer-de resultaten ervan (Bulletin Vragen en Antwoorden nr. 2 van 18 oktober 2002, b l z . 354 e. v. ) . Deze studie conclu-deerde o. a . dat de invoering van de NOB in de openbare rusthuizen een positief effect zal heb-ben op de uniformiteit van de boekhoudkundi-ge registratie in de openbare sector. Het laten uitvoeren van een opvolgingsonderzoek waarbij eveneens de commerciële sector betrokken wordt lijkt mij dan ook pas raadzaam wanneer deze operatie volledig beëindigd is (NOB : Nieuwe OCMW-boekhouding – red.).

In afwachting hiervan worden de rusthuizen met vastgestelde RSZ-schulden door de admini-stratie van nabij gevolgd. Deze opvolging moet toelaten tijdig financiële problemen te detecte-ren die eventueel kunnen leiden tot een faling.

6. Het toekennen van RV T-bedden aan bestaande rusthuizen kan inderdaad een kostenverhogend effect hebben, omdat de voorzieningen pro rata van de erkende RV T-bedden ook aan hogere personeelsnormen moeten beantwoorden. D e hogere personeelsnormen zijn vooral gesitueerd in de categorie van het verpleegkundig en ver-zorgend personeel. De meeste voorzieningen hadden ruimschoots voldoende verpleegkundi-gen en verzorverpleegkundi-genden in dienst om aan deze ho-gere personeelsnormen te beantwoorden, e n hebben ook vandaag nog een bestaffing die nor-matief ruim voldoende is.

Wél hebben heel wat nieuwe RVT's extra-a a n-wervingen verricht voor de functies kine en ergo (tezamen is hiervoor 1FTE/per 30 RV T-b e-woners vereist).

Op architecturaal vlak bleven de extra kosten doorgaans zeer beperkt. De voornaamste kos-ten waren het installeren van een aangepast bad en het voorzien in een kine-ruimte (doorgaans ingericht in een bestaand lokaal).

Tegenover deze extra-kosten staan anderzijds ook hogere Riziv-f o r f a i t s. Ook de inkomsten stijgen dus. Per saldo resulteert dit in meer mid-delen voor een kwalitatieve zorgverlening.

In uitvoering van het tweede protocolakkoord zullen inderdaad opnieuw RV T-e r k e n n i n g e n toegewezen worden. Ieder rustoord zal een indi-vidueel planningsvoorstel ontvangen. D e z e RV T-bedden zullen slechts effectief toegewezen worden indien de voorziening uitdrukkelijk ver-klaart deze bedden in gebruik te willen nemen. In deze beslissing kan de voorziening dus reke-ning houden met het effect van de toekenreke-ning van bijkomende RV T-bedden op het werkings-resultaat.

Inzake het effect van het toekennen van RV T-bedden op de werkingsresultaten van een voorziening heb ik geen indicaties van verschil-len tussen de verschilverschil-lende sectoren.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Van bij de invoering van de maatregel in 1994 zijn de premies bedoeld als financiële aanmoe- diging voor werknemers die – op vrijwillige basis – hetzij hun

Meer bepaald zouden zij geïnfor- meerd kunnen worden over wat telewerken precies is en welke de voor- en nadelen zijn?. Wordt er een promotie- en sensibiliseringscam- pagne

Gezien de veralgemening van het gra- tis openbaar vervoer voor de 65-plussers en zonder compensatie voor de gepensioneerde werknemers van De Lijn, vervalt dit verworven recht.. Via

Naar aanleiding daarvan zou de Vlaamse overheid één centraal kenniscentrum kunnen oprichten waar bedrijven die een telewerkproject willen op- starten de nodige parate kennis

1. Welke concrete projecten werden in het kader van het concept "Anders werken" opgezet m.b.t. Hoeveel Vlaamse ambtenaren of personeelsle- den van de VOI's kunnen

Toch is het wenselijk dat de Vlaamse overheid tele- werken actief zou promoten bij de Vlaamse ambte- naren en personeelsleden van de VO I ' s. Meer be- paald zouden zij geïnformeerd

– Een aantal voorzieningen beschikt over een in- dividuele planningsvergunning voor bijkomen- de RV T-b e d d e n , maar beantwoordt momenteel niet aan de voorwaarden om deze

Overzicht van de uitgaven Domein Uitgaven Vlaamse regering Vrijwilligers 314.824 Subtotaal 314.824 Welzijn Slachtofferhulp 92.960 Vlaamse zorgverzekering 847.795 Je bent nooit te