• No results found

2020.05.26 Notulen gemeenteraad (pdf, 3 MB)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "2020.05.26 Notulen gemeenteraad (pdf, 3 MB)"

Copied!
305
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Samenstelling:

Besluit

Gemeenteraad

Notulen Zitting van 26 mei 2020

Aanwezig :

Voorzitter Annick Lambrecht Burgemeester Dirk De fauw

Schepenen Mathijs Goderis, Mercedes Van Volcem, Franky Demon (neemt deel aan de vergadering na punt 51), Philip Pierins, Ann Soete, Nico Blontrock, Minou Esquenet, Martine Matthys, Pablo Annys

Gemeenteraadsleden Hilde Decleer, Yves Buysse, Paul Jonckheere, Jean-Marie De Plancke, Wouter Bossuyt, Charlotte Storme (verlaat de vergadering na punt 43), Dolores David, Jos Demarest, Pascal Ennaert, Sandrine De Crom, Pol Van Den Driessche, Jasper Pillen, Pieter Marechal, Mieke Hoste, Martine Bruggeman, Geert Van Tieghem, Sandra Wintein, An Braem, Alexander De Vos, Heidi Hoppe, Karin Robert, Stefaan Sintobin, Carlos Knockaert, Nele Caus, Raf Reuse (verlaat de vergadering tijdens de bespreking van punt 29), Karel Scherpereel, Doenja Van Belleghem, Brigitte Balfoort, Joannes Logghe, Olivier Strubbe, Janos Braem, Benedikte Bruggeman, Dirk Barbier, Sandra De Schuyter, Florian De Leersnyder (verlaat de vergadering na punt 44), Andries Neirynck

Algemeen Directeur Colin Beheydt

De voorzitter opent de openbare zitting via videoconferentie MTeams.

De gemeenteraad start om 18u40.

OPEN ZITTING Dirk De fauw

51 2020_GR_00222 Actuele vraag van raadslid Stefaan Sintobin

GOEDGEKEURD

Notulen stemresultaten

De Gemeenteraad keurt eenparig het volgende besluit goed.

Artikel 1

(2)

Besluit

Bijlagen

In uitvoering van artikel 10 van het Huishoudelijk Reglement van de Gemeenteraad wordt de actuele vraag van raadslid Stefaan Sintobin ivm contacttracing door de politie bij coronabesmetting van twee agenten geagendeerd.

1 2020_GR_00216 Actueel - stand van zaken mbt corona-crisis.

KENNIS GENOMEN

Notulen

Burgemeester Dirk De fauw geeft toelichting.

Raadslid Nele Caus licht haar voorstel toe.

Raadsleden Geert Van Tieghem, Joannes Logghe, Raf Reuse, Pascal Ennaert, Stefaan Sintobin, Jasper Pillen, Pol Van Den Driessche en Sandra Wintein komen tussen.

Burgemeester Dirk De fauw antwoordt.

Artikel 1 Kennisname.

1. Voorstel - Nele Caus - Geef Bruggelingen en bezoekers maximaal ruimte.pdf

Politie/middelenbeheer

2 2020_GR_00184 Politie - aankoop switchen - voorstel - wijze van gunnen - goedkeuring.

GOEDGEKEURD

(3)

Notulen stemresultaten

De Gemeenteraad keurt eenparig het volgende besluit goed.

Beschrijving

Aanleiding en context

Er zullen dit jaar 20 switchen aangekocht worden. Deze aankoop is nodig om de afgeschreven switchen te vervangen.

Deze worden als volgt verdeelt:

politiehuis verdiep 1: 9 switchen

politiehuis verdiep 2: 8 switchen

DMZ (Demilitarized zone): 2 switchen

reserve voor eventuele uitbreiding of defect: 1 switch

De lokale politie Brugge kan hiervoor gebruik maken van de opdrachtencentrale van de stad Brugge.

Deze aankoop zal gegund worden aan de firma Telenet BVBA, Liersesteenweg 4 te 2800 Mechelen.

De offerte van de firma wordt bijgevoegd. De prijs voor 20 switchen bedraagt 35.999,98 euro btw inclusief.

Het nodige krediet hiervoor werd voorzien op begrotingsartikel 33030/742-53/2020 BU.

Voor het jaarlijks onderhoud van de switchen dient jaarlijks 3.599,94 euro voorzien te worden.

Het krediet hiervoor is beschikbaar op art. 33030/123-13/2019 GU en volgende dienstjaren.

Motivatie

Voor de aankoop van 20 switchen ter vervanging van de afgeschreven switchen zal de lokale politie Brugge gebruik maken van de opdrachtencentrale voor de ICT-infrastructuur van de stad Brugge.

Rechtsgrond(en)

Artikel 2, 4° van de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten.

Artikel 234 en 236 van de NGW.

Artikel 33 van de WGP.

Financiële informatie

Geen visum noodzakelijk Motivering

Akkoord

Financiële informatie

Dienstjaar: 2020

Begrotingsartikel: 33030/742-53/2020 BU

33030/123-13/2020 GU e.v.

(4)

Besluit

Beschrijving

Vastlegging: DV 20/1059 + DV 20/1060

Bedrag inclusief btw: 35.999,98 euro 3.599,94 euro

Omschrijving: Aankoop 20 switchen + jaarlijks onderhoud

Gezien door: Micholt Geert

Artikel 1

De aankoop van 20 switchen ter vervanging van de afgeschreven switchen wordt goedgekeurd.

Deze worden aangekocht via de opdrachtencentrale van de stad Brugge bij de firma Telenet BVBA, Liersesteenweg 4 te 2800 Mechelen voor het bedrag van 35.999,98 euro.

Artikel 2

De uitgave van 35.999,98 euro btw inbegrepen, zal benomen worden op begrotingsartikel 33030/742-53/2020 BU en volgende en wordt gefinancierd met eigen middelen.

Artikel 3

De jaarlijkse uitgave van3.599,94 euro voor het onderhoud van de switchen kan benomen worden op art. 33030/123-13/2020 en volgende.

Politie/personeelsbeheer

3 2020_GR_00185 Politie - vacatures mobiliteitscyclus 2020-02 -

vacantverklaring in het operationeel kader en CALog- kader - goedkeuring.

GOEDGEKEURD

Notulen stemresultaten

De Gemeenteraad keurt eenparig het volgende besluit goed.

Aanleiding en context

Het openstellen van de functies binnen het operationeel kader kadert in het uitvoeren van het Brugs beleidsprogramma 2019-2024 meer bepaald punt 120: Stad Brugge zet in op de opmaak en uitvoering van een strategisch veiligheids- en preventieplan 2019-2025 in afstemming met het zonaal veiligheidsplan 2019-2025, met aandacht voor voldoende capaciteit bij de lokale politie- en preventiedienst om het gewenste veiligheids- en preventiebeleid uit te voeren.

Het openstellen van de functie van wijkinspecteur kadert in het uitvoeren van het Brugs

beleidsprogramma 2019-2024 meer bepaald punt 126: In elke deelgemeente moet de politie fysiek

(5)

zichtbaar aanwezig zijn. Er moeten voldoende wijkagenten zijn zeker voor elke wijk één. De wijkagent is de spilfiguur in de verdere uitbouw van de gemeenschapsgerichte politie: er moet een toegankelijke, zichtbare en nabije aanwezigheid zijn in de wijken. De politie is er aanspreekbaar, bereikbaar en werkt probleemoplossend in een partnerschap met de leefgemeenschap. De politie zal daartoe ook nauwer met het welzijnswerk samenwerken. De wijkagent moet voldoende ruimte en tijd krijgen om effectief in de wijk aanwezig te zijn.

Wij verwijzen naar de huidige personeelsformatie binnen de Lokale Politie Brugge waarvan de laatste wijziging door de gemeenteraad van 24 september 2019 werd goedgekeurd.

Binnen deze vacantverklaring stellen wij onderstaande plaatsen binnen het operationeel kader en CALog kader open:

Operationeel kader:

Middenkader

- 6 plaatsen hoofdinspecteur van politie Basiskader

- 11 plaatsen inspecteur van politie CALog kader:

Niveau B

- 1 plaats ICT-consulent (bijzondere graad) Motivatie

De procedure tot aanwerving via mobiliteit (= categorie A)

Na het overmaken van de vacatures aan de dienst DGR DRP-P tot publicatie kunnen de

personeelsleden van de geïntegreerde politie hun kandidaturen indienen. Na de benoeming door de gemeenteraad van de weerhouden kandidaten of bij delegatie door de Burgemeester, worden deze benoemingen gepubliceerd in het bulletin van het personeel (BPC). Het personeelslid betekent zijn beslissing om de betrekking al dan niet op te nemen aan DGR DRP-P, aan de overheden van vertrek en bestemming (binnen de 14 kalenderdagen te rekenen vanaf de datum van de

betekening). Het benoemde personeelslid wordt in zijn nieuwe betrekking aangesteld op de eerste dag van de tweede referentieperiode volgend op zijn aanwijzing, tenzij anders bepaald.

Na een vruchteloze mobiliteitsronde (in de categorie A), kan de politiezone zich onmiddellijk formeel engageren voor een aanwerving via de aspirantenmobiliteit (in de categorie C).

Na een beslissing van de gemeenteraad over de deelname aan de mobiliteitscyclus voorbehouden aan de aspiranten-inspecteur, kunnen de openstaande plaatsen via de aspirantenmobiliteit bezorgd worden aan de algemene directie van de ondersteuning en het beheer. In het begin van de

basisopleiding wordt dan een mobiliteitscyclus georganiseerd die de betrekkingen uit de categorie C bevat.

De vacante plaatsen Operationeel kader:

Middenkader: 6 plaatsen hoofdinspecteur van politie

- 5 plaatsen teamcoach terrein regio (met mobiliteitsreserve)

(6)

- 1 plaats teamcoach informatiebeheer (met mobiliteitsreserve) Basiskader: 11 plaatsen inspecteur van politie

- 1 plaats teamlid interventie (met mobiliteitsreserve)

- 2 plaatsen rechercheur (gespecialiseerde functie) (met mobiliteitsreserve) - 1 plaats teamlid regio (met mobiliteitsreserve)

- 2 plaatsen teamlid aangifte/onthaal (met mobiliteitsreserve)

- 1 plaats wijkinspecteur (gespecialiseerde functie) (met mobiliteitsreserve)

- 1 plaats teamlid verkeershandhaving - cel technische sectie (met mobiliteitsreserve) - 1 plaats teamlid dispatching (gespecialiseerde functie) (met mobiliteitsreserve) - 2 plaatsen motorrijder (gespecialiseerde functie) (met mobiliteitsreserve) CALog-kader:

Niveau B: 1 plaats ICT-consulent

- 1 plaats ICT-consulent (bijzondere graad) (met mobiliteitsreserve) De selectiecommissie en de -modaliteiten

Operationeel kader:

Selectiecommissie: HINP Teamcoach terrein regio (met mobiliteitsreserve)

De voorzitter: Eerste Hoofdcommissaris van politie Dirk VAN NUFFEL, korpschef - vervanger:

Eerste Hoofdcommissaris van politie William VAN SEVEREN, directeur beheer.

Officier van een korps van de Lokale Politie: Hoofdcommissaris van politie Yves ROTTY, directeur operaties - vervanger: Eerste Hoofdcommissaris van politie William VAN SEVEREN, directeur beheer en verkeer.

Een personeelslid van het operationeel kader van een korps van de Lokale Politie dat ten minste bekleed is met de graad die overeenstemt met de bij mobiliteit te begeven betrekking:

Commissaris van politie Sofie SENESAEL, regiohoofd - vervanger: Commissaris van politie Reinhilde MATTHIJS, diensthoofd HR-Ontwikkeling en Welzijn.

Een secretaris zonder beraadslagende stem: Assistent Isabelle VANOOTEGHEM, teammedewerker kabinet korpschef - vervanger: Assistent Bo BOCHER, teammedewerker kabinet korpschef.

Selectiecommissie: HINP Teamcoach informatiebeheer (met mobiliteitsreserve)

De voorzitter: Hoofdcommissaris van politie Yves ROTTY, directeur operaties - vervanger: Eerste Hoofdcommissaris van politie William VAN SEVEREN, directeur beheer.

Officier van een korps van de Lokale Politie: Commissaris van politie Alex VAN DER BEKE, diensthoofd informatiebeheer - vervanger: Eerste Commissaris van politie Marc DELAGRANGE, adjunct-diensthoofd informatiebeheer.

Een personeelslid van het operationeel kader van een korps van de Lokale Politie dat ten minste

bekleed is met de graad die overeenstemt met de bij mobiliteit te begeven betrekking: Eerste

Hoofdinspecteur van politie Nathalie CATTRYSSE, teamcoach informatiebeheer (functioneel

(7)

beheerder) – vervanger: Eerste Commissaris van politie Marc DELAGRANGE, adjunct-diensthoofd informatiebeheer.

Een secretaris zonder beraadslagende stem: Eerste Assistent Kim DALLE, teammedewerker informatiebeheer - vervanger: Assistent Katrien HOEVENAEGEL, teammedewerker

informatiebeheer.

Selectiecommissie: INP Teamlid interventie (met mobiliteitsreserve)

De voorzitter: Eerste Hoofdcommissaris van politie William VAN SEVEREN, directeur beheer en verkeer - vervanger: Hoofdcommissaris van politie Yves ROTTY, directeur operaties.

Officier van een korps van de Lokale Politie: Commissaris van politie Sofie SENESAEL, regiohoofd - vervanger: Commissaris van politie Franky LYCKE, diensthoofd eerstelijnszorg.

Een personeelslid van het operationeel kader van een korps van de Lokale Politie dat ten minste bekleed is met de graad die overeenstemt met de bij mobiliteit te begeven betrekking: Inspecteur van politie Francis DELMEIRE, teamlid interventie - vervanger: Inspecteur van politie Amy DEPREZ, teamlid interventie.

Een secretaris zonder beraadslagende stem: Assistent Cindy BAES, teammedewerker onthaal - vervanger: Assistent Charlotte VAN BELLE, teammedewerker informatiebeheer.

Selectiecommissie: INP Rechercheur (gespecialiseerde functie) (met mobiliteitsreserve)

De voorzitter: Eerste Hoofdcommissaris van politie William VAN SEVEREN, directeur beheer en verkeer - vervanger: Hoofdcommissaris van politie Yves ROTTY, directeur operaties.

Officier van een korps van de Lokale Politie: Commissaris van politie Cédric VAN EENOO,

diensthoofd recherche - vervanger: Commissaris van politie Wouter ROMMEL, diensthoofd COPS- LIK.

Een personeelslid van het operationeel kader van een korps van de Lokale Politie dat ten minste bekleed is met de graad die overeenstemt met de bij mobiliteit te begeven betrekking: Eerste - inspecteur van politie Natasja DOSEVSKI, rechercheur - vervanger: Eerste-inspecteur van politie Inna LEGOCHINA, rechercheur.

Een secretaris zonder beraadslagende stem: adviseur Dieter DEPRINCE, diensthoofd FIM - vervanger: Hoofdinspecteur van politie Nico DEMAEGDT, teamcoach informatiegestuurde politiezorg.

Selectiecommissie: INP Teamlid regio (met mobiliteitsreserve)

De voorzitter: Eerste Hoofdcommissaris van politie William VAN SEVEREN, directeur beheer en verkeer - vervanger: Hoofdcommissaris van politie Yves ROTTY, directeur operaties.

Officier van een korps van de Lokale Politie: Commissaris van politie An-Sofie HATSE, regiohoofd - vervanger: Commissaris van politie Jordy HAVERBEKE, regiohoofd.

Een personeelslid van het operationeel kader van een korps van de Lokale Politie dat ten minste bekleed is met de graad die overeenstemt met de bij mobiliteit te begeven betrekking: Inspecteur van politie Francis DELMEIRE, teamlid interventie - vervanger: Inspecteur van politie Amy DEPREZ, teamlid interventie.

Een secretaris zonder beraadslagende stem: Assistent Eline VANDERBEKEN, teammedewerker HR- Beheer - vervanger: Assistent Charlotte VAN BELLE, teammedewerker informatiebeheer.

Selectiecommissie: INP Teamlid aangifte/onthaal (met mobiliteitsreserve)

(8)

De voorzitter: Eerste Hoofdcommissaris van politie William VAN SEVEREN, directeur beheer en verkeer - vervanger: Hoofdcommissaris van politie Yves ROTTY, directeur operaties.

Officier van een korps van de Lokale Politie: Commissaris van politie Leen GHEYLE, diensthoofd coördinatie directie operaties - vervanger: Commissaris van politie Franky LYCKE, diensthoofd eerstelijnszorg.

Een personeelslid van het operationeel kader van een korps van de Lokale Politie dat ten minste bekleed is met de graad die overeenstemt met de bij mobiliteit te begeven betrekking: Inspecteur van politie Sandra SOETAERT, teamlid aangifte/onthaal - vervanger: Inspecteur van politie Vicky GOEMAERE, teamlid aangifte/onthaal.

Een secretaris zonder beraadslagende stem: Assistent Cindy BAES, teammedewerker onthaal - vervanger: Assistent Dominique DESMIDT, teammedewerker onthaal.

Selectiecommissie: INP Wijkinspecteur (gespecialiseerde functie) (met mobiliteitsreserve)

De voorzitter: Eerste Hoofdcommissaris van politie William VAN SEVEREN, directeur beheer en verkeer - vervanger: Hoofdcommissaris van politie Yves ROTTY, directeur operaties.

Officier van een korps van de Lokale Politie: Commissaris van politie Koen GOUWY, regiohoofd - vervanger: Commissaris van politie Leen GHEYLE, diensthoofd coördinatie directie operaties.

Een personeelslid van het operationeel kader van een korps van de Lokale Politie dat ten minste bekleed is met de graad die overeenstemt met de bij mobiliteit te begeven betrekking: Inspecteur van politie Queeny VAN BROECK, wijkinspecteur - vervanger: Inspecteur van politie Mieke

DEKETELAERE, wijkinspecteur.

Een secretaris zonder beraadslagende stem: Assistent Cindy COGGE, teammedewerker beleidsondersteuning en documentatie - vervanger: Assistent Kim DALLE, teammedewerker informatiebeheer.

Selectiecommissie: INP Teamlid verkeershandhaving - cel technische sectie (met mobiliteitsreserve)

De voorzitter: Eerste Hoofdcommissaris van politie William VAN SEVEREN, directeur beheer - vervanger: Hoofdcommissaris van politie Yves ROTTY, directeur operaties.

Officier van een korps van de Lokale Politie: Eerste Commissaris van politie Alain STRUBBE, diensthoofd verkeerszaken - vervanger: Commissaris van politie Jordy HAVERBEKE, regiohoofd.

Een personeelslid van het operationeel kader van een korps van de Lokale Politie dat ten minste bekleed is met de graad die overeenstemt met de bij mobiliteit te begeven betrekking: Inspecteur van politie Thomas LIPS, motorrijder - vervanger: Inspecteur van politie Rien CARLY, motorrijder.

Een secretaris zonder beraadslagende stem: Assistent Annelies HILLEWAERT, teammedewerker verkeershandhaving - vervanger: Assistent Sophie VANDENBOGAERDE, teammedewerker verkeersbelemmeringen.

Er is geen vrouwelijk personeelslid met de minimale vereiste kwalificaties beschikbaar.

Selectiecommissie: INP Teamlid dispatching (gespecialiseerde functie) (met mobiliteitsreserve)

De voorzitter: Eerste Hoofdcommissaris van politie William VAN SEVEREN, directeur beheer -

vervanger: Hoofdcommissaris van politie Yves ROTTY, directeur operaties.

(9)

Officier van een korps van de Lokale Politie: Commissaris van politie Sofie SENESAEL, regiohoofd - vervanger: Commissaris van politie Franky LYCKE, diensthoofd eerstelijnszorg.

Een personeelslid van het operationeel kader van een korps van de Lokale Politie dat ten minste bekleed is met de graad die overeenstemt met de bij mobiliteit te begeven betrekking: Inspecteur van politie Ellen VAN PAEMEL, teamlid dispatching - vervanger: Hoofdinspecteur van politie Stefan WELVAERT, teamcoach interventiebeheer.

Een secretaris zonder beraadslagende stem: Assistent Charlotte DERMUL, teammedewerker COPS - vervanger: Assistent Cindy COGGE, teammedewerker beleidsontwikkeling en documentatie.

Selectiecommissie: INP Motorrijder (gespecialiseerde functie) (met mobiliteitsreserve)

De voorzitter: Eerste Hoofdcommissaris van politie William VAN SEVEREN, directeur beheer - vervanger: Hoofdcommissaris van politie Yves ROTTY, directeur operaties.

Officier van een korps van de Lokale Politie: Eerste commissaris van politie Alain STRUBBE, diensthoofd verkeerszaken - vervanger: commissaris van politie Wouter ROMMEL, diensthoofd verkeersbelemmeringen (tijdelijke aanwijzing).

Een personeelslid van het operationeel kader van een korps van de Lokale Politie dat ten minste bekleed is met de graad die overeenstemt met de bij mobiliteit te begeven betrekking:

Hoofdinspecteur van politie Dimitri DEPAUW, teamcoach motorrijders - vervanger Hoofdinspecteur van politie Wim VAN IMMERSEEL, teamcoach verkeershandhaving.

Een secretaris zonder beraadslagende stem: Assistent Eline VANDERBEKEN, teammedewerker HR- beheer - vervanger Assistent Nathalie DOBBELAERE, teammedewerker HR-Beheer.

Er is geen vrouwelijk personeelslid met de minimale vereiste kwalificaties beschikbaar.

CALog-kader:

Selectiecommissie: ICT-consulent - teamcoach ICT (bijzondere graad) (met mobiliteitsreserve)

De voorzitter: Eerste Hoofdcommissaris van politie Dirk VAN NUFFEL, korpschef - vervanger:

Eerste Hoofdcommissaris van politie William VAN SEVEREN, directeur beheer.

Een officier of lid van niveau A van het CALog-kader van een korps van de Lokale Politie:

Commissaris van politie Reinhilde MATTHIJS, diensthoofd HR-ontwikkeling en welzijn - vervanger:

Adviseur Griet RODTS, diensthoofd HR-ontwikkeling en welzijn.

Een personeelslid van het CALog-kader van een korps van de Lokale Politi dat ten minste bekleed is met de graad die overeenstemt met de te begeven betrekking en die over de bekwaamdheden beschikt die voor de te begeven betrekking vereist zijn: Adviseur Dieter DEPRINCE, diensthoofd FIM - vervanger ICT-CNT Kenneth DECUYPERE, teamcoach ICT

Een secretaris zonder beraadslagende stem: Assistent Isabelle VANOOTEGHEM, teammedewerker kabinet korpschef - vervanger Assistent Bo BOCHER, teammedewerker kabinet korpschef.

Indien een lid van de plaatselijke selectiecommissie om dwingende dienstredenen en/of

overeenkomstig de beschikbaarheid van leden van de selectiecommissie niet aanwezig kan zijn, duidt de korpschef vervangers aan.

Voor de opengestelde functie binnen het basiskader van rechercheur (gespecialiseerde functie -

met vergoeding voor werkelijke onderzoekskosten - vermeld in de tabel I van de bijlage 19 RPPol)

wordt voorafgaand aan het interview een adviserende kennistest en competentiegerichte proeven

afgenomen. Bijkomend dient vermeld te worden dat de kandidaten in het bezit van het bedoelde

brevet voorrang genieten tot de gespecialiseerde functie. Niet-brevethouders mogen ook

(10)

solliciteren en verbinden zich ertoe de specifieke opleiding te zullen volgen. Het personeelslid dat geen voldoening geeft tijdens de stage of opleiding die voorvloeit uit zijn/haar aanwijzing in een gespecialiseerde betrekking, wordt herplaatst naar zijn/haar functie.

Voor de opengestelde gespecialiseerde functies binnen het basiskader van teamlid dispatching en wijkinspecteur verbindt iedere geslaagde kandidaat die niet in het bezit is van het brevet vermeld in de tabel I van de bijlage 19 RPPol zich ertoe de specifieke opleiding te volgen. Het personeelslid dat geen voldoening geeft tijdens de stage of opleiding die voortvloeit uit zijn/haar aanwijzing in een gespecialiseerde betrekking, kan worden herplaatst in een andere functie in hetzelfde kader.

Bijkomend dient vermeld te worden dat kandidaten in het bezit van het bedoelde brevet voorrang genieten tot de gespecialiseerde functie van teamlid dispatching en wijkinspecteur (vermeld in de tabel I van de bijlage 19 RPPol).

Voor de opengestelde gespecialiseeerde functie binnen het basiskader van motorrijder -

verkeerspolitie (vermeld in tabel I van de bijlage 19 RPPol) wordt verplicht voorafgaand aan het interview een adviserende kennistest, competentiegerichte proef en rijvaardigheidsproef

afgenomen. Deze proeven zijn niet-eliminerend en dienen verplicht afgenomen te worden. Iedere geslaagde kandidaat verbindt zich ertoe de opleiding verkeerspolitie te volgen. Bijkomend dient vermald te worden dat kandidaten in het bezit van het bedoelde brevet voorrang genieten tot de gespecialiseerde functe van motorrijder. Niet-brevethouders mogen ook solliciteren. Het

personeelslid dat geen voldoening geeft tijdens de stage of opleiding die voortvloeit uit zijn/haar aanwijzing in een gespecialiseerde betrekking, wordt herplaatst naar zijn/haar functie.

Voor de opengestelde functies binnen het middenkader en voor de functie binnen het CAlog-kader wordt naast het selectie-interview voorafgaand een aantal adviserende competentiegerichte proeven en een adviserende vergelijkende kennistest afgenomen. Deze dienen verplicht afgenomen te worden vooraleer door te gaan naar het gedragsinterview.

Voor alle opengestelde functies worden competentiegerichte proeven, waaronder in ieder geval een gedragsgericht interview tijdens de selectiecommissie afgenomen.

Gezien de prioriteit van de "oud-brusselaars" (artikel VI.II.12bis RPPol) wijst elke zone van de Lokale Politie van categorie 4 of 5 jaarlijks 10% van de vacante betrekkingen, met een minimum van één betrekking, toe aan personeelsleden van het operationeel kader die ten minste 40 jaar zijn en gedurende ten minste tien jaar zijn aangewezen voor een betrekking op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en die een betrekking postuleren buiten dit Gewest. Daartoe wordt, in voorkomend geval, een voorrang toegekend aan de personeelsleden die aan voornoemde voorwaarde beantwoorden.

Rechtsgrond(en)

- Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst gestructureerd op twee niveaus, alsmede de daaruit vloeiende koninklijke en ministeriële besluiten en omzendbrieven.

- Wet van 3 juli 2005 tot wijziging van bepaalde aspecten van het statuut van de

personeelsleden van de politiediensten en houdende diverse bepalingen met betrekking tot de politiediensten (Vesaliuswet).

- Koninklijk besluit van 8 februari 2001 tot uitvoering van de wet van 24 maart 1999 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakvereniging van het personeel van de politiediensten.

- Koninklijk besluit 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten (hierna RPPOL).

- Koninklijk besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake

mobiliteit van het personeel van de politiediensten.

(11)

- Koninklijk besluit van 20 december 2005 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten.

- Ministerieel besluit van 28 december 2001 tot uitvoering van sommige bepalingen van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten.

- Ministeriële omzendbrief GPI 73 betreffende de aanwerving, de selectie en de opleiding van de personeelsleden van het basiskader van de politiediensten, waarbij de Lokale Politie Brugge opteert voor de aanwervingscategorie A (gewone mobliteit) en aanwervingscategorie C (aspirantenmobiliteit).

- Omzendbrief GPI 15 en GPI 15 bis betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale

verantwoordelijke overheden in de politiezones.

Besluit

Artikel 1

De gemeenteraad keurt de vacantverklaring en de selectieprocedure in het kader van de tweede mobiliteitscyclus - dienstjaar 2020 goed.

Artikel 2

De selectiemodaliteiten worden als volgt vastgelegd:

1. Indien de selectieprocedure via mobiliteit, categorie A, geen of onvoldoende kandidaten oplevert, wordt de toelating gegeven onmiddellijk over te gaan tot selectie via de aspirantenmobiliteit, categorie C.

2. Het houden van competentiegerichte proeven waaronder in ieder geval een gedragsgericht interview met de kandidaat door de plaatselijke selectiecommissie samengesteld conform RPPol voor alle opengestelde functies binnen de tweede mobiliteitscyclus 2020.

3. Voor de functies binnen het middenkader worden voorafgaand aan het interview adviserende bijkomende competentiegerichte proeven en kennistesten afgenomen afhankelijk van de specificiteit van de functie.

4. Voor de gespecialiseerde functie binnen het basiskader van rechercheur worden voorafgaand aan het gedragsgericht interview een adviserende kennistest en compententiegerichte proeven afgenomen. Deze proeven zijn niet-eliminerend.

5. Voor de gespecialiseerde functie binnen het basiskader van motorrijder - verkeerspolitie worden voorafgaand aan het interview een adviserende kennistest, competentiegerichte proeven en een rijvaardigheidstest verplicht afgenomen. Deze proeven zijn niet-

eliminerend.

6. Voor de gespecialiseerde functie binnen het basiskader van rechercheur, teamlid

dispatching, motorrijder en wijkinspecteur verbindt de geschikte kandidaat zich ertoe de desbetreffende opleiding te volgen.

7. Voor de gespecialiseerde functie van motorrijder - verkeerspolitie opent het recht tot het verkrijgen van een functietoelage.

8. Voor de bijzondere graad van ICT-consulent - teamcoach ICT binnen het CAlog-kader worden voorafgaand aan het interview adviserende bijkomende competentiegerichte proeven en een kennistest afgenomen. Deze proeven zijn niet-eliminerend.

9. Binnen de tweede mobiliteitscyclus dienstjaar 2020 wordt voorrang toegekend aan de

personeelsleden die voldoen aan de voorwaarde van "oud-brusselaar".

(12)

Mobiliteit

4 2020_GR_00173 Mobiliteit - decreet gemeentewegen - kennisgeving &

taakverdeling stadsadministratie.

GOEDGEKEURD

Notulen

Raadsleden Geert Van Tieghem en Janos Braem komen tussen.

Burgemeester Dirk De fauw antwoordt.

Notulen stemresultaten

De Gemeenteraad keurt eenparig het volgende besluit goed.

Beschrijving

Aanleiding en context

Het vorig Vlaamse Regeerakkoord (2014 - 2019) stipuleerde:

We moderniseren de bestaande Buurtwegenwet en stellen de gemeenten in staat een weloverwogen tragewegenbeleid te voeren vanuit een integrale beleidsvisie. Het nieuwe decreet vormt het kader voor de actualisatie van de Atlas der Buurtwegen en biedt een optimale bescherming van de bestaande of in gebruik zijnde functionele verbindingen. Hierbij hebben we oog voor een meer logische taakverdeling, eenvoudige procedures en de noodzakelijke rechtsbescherming. Om de planlast te beperken wordt maximaal gebruik gemaakt van bestaande instrumenten.

In de schoot van het Vlaamse Parlement werd vervolgens een (voorstel van) decreet uitgewerkt dat op de plenaire vergadering van 24 april 2019 werd goedgekeurd. Voortbordurend op hogere reflectie werden volgende uitgangspunten gehanteerd:

omwille van een verschillende finaliteit van "buurtwegen" en "trage wegen" werd

vertrokken vanuit het concept "gemeentewegen" welke slaat op alle "wegen in beheer door de gemeente";

omwille van omslachtige en cumulatieve procedures en een verouderde wetgeving (Wet op de Buurtwegen dateert uit 1841) stond een streven naar geïntegreerde procedures

centraal;

omwille van kritiek op een vaak ad hoc beoordeling van dossiers werden algemene principes uitgewerkt en werden ook facultatief een gemeentelijk beleidskader en tevens actieplannen in het vooruitzicht gesteld;

tevens was er ook discussie over de figuur van de "bevrijdende verjaring" waarbij thans decretaal zou verankerd worden dat er geen bevrijdende verjaring meer kan optreden;

als antwoord op een gebrek aan beheers- en handhavingsinstrumenten wordt een

eenduidige en krachtige handhavingsbevoegdheid gegeven aan het lokaal bestuur.

(13)

In concreto werd door het decreet de Wet op de Buurtwegen (1841) alsook het Rooilijnendecreet (2009) opgeheven en stonden drie beleidslijnen centraal in het decreet:

er zijn maar 2 soorten wegen: gemeenteweg en gewestweg (voor deze laatste geldt het Rooilijnendecreet wel nog);

de gemeenteraad is enig bevoegd orgaan voor gemeentewegen (aan te stippen is dat dit ook geldt in omgevingsvergunningsprocedures, zie verder);

er is altijd een rooilijnplan nodig (bij nieuw / wijziging / opheffing) dan wel (bij afschaffen) een grafisch plan tot opheffen.

Motivatie

Definitie "gemeenteweg"

Ter ingeleide citeren we artikel 2 6° :

gemeenteweg : een openbare weg die onder het rechtstreekse en onmiddellijke beheer van de gemeente valt, ongeacht de eigenaar van de grond

Het begrip "gemeenteweg" gaat dus ruimer dan 1° het begrip "buurtweg" (verankerd in de - afgeschafte - Wet op de Buurtwegen en als gevat in de Atlas der Buurtwegen) (merk op : een buurtweg is in de regel ook een gemeenteweg tenzij de buurtweg gevat is in het tracé van een gewestweg) en 2° het begrip "trage weg" (die in de spreekwoordelijke betekenis bestemd is voor niet-gemotoriseerd verkeer) (merk op : een trage weg is niet in de regel een gemeenteweg daar het ook kan slaan op bvb. zogenaamde olifantenpaadjes - spontaan gegroeide paden).

Doelstellingen decreet "gemeentewegen"

Het decreet stelt facultatief de opmaak van een beleidskader voorop. Deze strategische visie omvat een visie op de gewenste structuur van (een deel van) het gemeentewegennet. Dit beleidskader is facultatief en zou gevat kunnen worden binnen het Beleidsplan Ruimte.

Op heden heeft het stadsbestuur Brugge geen intentie om een beleidskader op te maken * wat betekent dat het doelstellingenkader (artikel 3) uit het decreet gehanteerd zal worden.

We citeren artikel 3

Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften van zachte mobiliteit te voldoen.

In concreto betekent dit dat bij de behandeling van een dossier voor het afschaffen, wijzigen, e.d.m. van een gemeenteweg volgende criteria in ogenschouw genomen zal worden :

de fijnmazigheid van het netwerk

het multiscalair karakter van het netwerk, d.w.z. de betekenis van een gemeenteweg op verschillende schaalniveaus (bvb. als lokale verbinding tussen een school en woonwijk, als bovenlokale fietsverbinding tussen twee woonkernen)

het multifunctioneel karakter van het netwerk, d.w.z. de betekenis van een gemeenteweg vanuit een meervoudige maatschappelijke betekenis (bvb. de rol voor voetgangers, fietsers en traag landbouwverkeer)

het dynamisch karakter van het netwerk, d.w.z. rekening houdend met de ruimtelijk - maatschappelijke evoluties (cfr. dossier afschaffen buurtwegen in zeehavengebied gelet op nieuwe realiteit van het zeehavengebied en het Masterplan Fiets)

* het stadsbestuur Brugge heeft wel recent een inventarisatie van de trage wegen gemaakt echter

dit slaat dus op de wegen voor niet-gemotoriseerd verkeer die zoals hoger geduid niet één-op-één

(14)

samenvalt met het concept "gemeenteweg", de inventaris is in deze dan ook als indicatief te beschouwen om bvb. de netwerkkwaliteiten van een gemeenteweg (fijnmazigheid - multiscalair karakter - ...) te toetsen, volledigheidshalve binnen deze inventarisatie werd ook een aanzet tot visievorming uitgewerkt echter deze kan niet beschouwd worden als "beleidskader" zoals decretaal gestipuleerd en dient dan ook indicatief bestempeld te worden

Procedures

Ter ingeleide, deze reflectie omvat ook een voorstel van operationele doorvertaling - taakverdeling binnen Groep Brugge. Het betreft een indicatieve taakverdeling die op basis van praktijkervaring en nieuwe evoluties (bvb. de publicatie van een uitvoeringsbesluit – zie verder) nog verder gefinetuned zal worden.

Het decreet introduceert diverse procedures om de aanleg, het wijzigen, het verplaatsen of het opheffen van gemeentewegen mogelijk te maken. Deze dienen getoetst te worden aan de doelstellingen (cfr supra) als aan de principes in artikel 4 van het decreet (quote) :

wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;

een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;

de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;

wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;

bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen

Bij elke procedure dient een gedetailleerd rooilijnplan dan wel (zo afschaffen) grafisch plan tot opheffing worden opgemaakt.

In concreto voorziet de wetgever in volgende mogelijke procedures:

1. de autonome procedure, te initiëren door de lokale overheid (een derde kan wel een verzoekschrift richten) waarbij o.m. een specifieke procedure bestaat voor wegen die reeds gedurende meer dan 30 jaar een openbaar gebruik kennen

o praktisch reflectie : de gemeenteraad fungeert steeds als beslissingsorgaan, binnen het stadsbestuur fungeert de dienst Mobiliteit als de ambtelijke trekker waarbij advies wordt ingewonnen bij de dienst Eigendommen, de cluster Openbaar Domein en de dienst Ruimtelijke Ordening als waarbij de cel GIS van de Cluster Openbaar Domein het rooilijnplan aanlevert

2. de integratie in de omgevingsvergunning, het initiatief kan zowel van de overheid, particulieren als private rechtspersonen komen en is slechts te volgen als er sprake is van projecten die omgevingsvergunningsplichtig zijn (zo niet kan slechts gewerkt worden via de autonome procedure, zie hoger)

o praktische reflectie : het betreft an sich een procedure over de gemeenteweg die

gevat wordt binnen de procedure omgevingsvergunningsdecreet, te waken is in

bijzonder over een tijdige behandeling binnen de gemeenteraad, in concreto zit het

initiatief bij de Dienst Ruimtelijke Ordening (dan wel - eerder uitzonderlijk - de

Dienst Leefmilieu) die 1° gemotiveerd advies inwint bij de dienst Mobiliteit (die een

toets maakt aan artikels 3 en 4 van het decreet) en die 2° een tijdige behandeling

op de gemeenteraad bewaakt

(15)

o juridische reflectie : het omgevingsvergunningsdecreet (art 31) werd gewijzigd waardoor een beroep mogelijk is zowel tegen de vergunde werkzaamheden - activiteiten (klassieke procedure) alsook en in dit in een inhoudelijke procedure tegen "de zaak van de wegen". Dit laatste annulatieberoep wordt gericht aan de Vlaamse Regering waarbij mogelijks vanuit het zorgvuldigheidsbeginsel een standpunt aan het college wordt gevraagd die in de geest van de beslissing

gemeenteraad dit zal opmaken (een uitvoeringsbesluit wordt wellicht nog uitgewerkt)

3. de integratie in de procedure RUP - Projectbesluit : in alle RUPs of Projectbesluiten die rooilijnen wijzigen of opheffen is steeds een voorafgaandelijke beslissing van de gemeenteraad inzake "de zaak van de wegen nodig", de iure is geen openbaar onderzoek noodzakelijk echter het stadsbestuur Brugge zal vanuit de Beginselen behoorlijk bestuur wel om feedback van burgers vragen (dit is op maat van elk RUP / Projectbesluit in te passen).

O praktische reflectie : het betreft een procedure over de gemeenteweg(en) die gevat wordt/worden binnen de geëigende procedure, in concreto zit het initiatief dan ook bij de Dienst Ruimtelijke Ordening dan wel de hogere overheid waarbij zij gelast zijn om een afzonderlijke procedure naar de gemeenteraad te bewaken binnen hun proces, preferentieel is hierbij een advies in te winnen bij de dienst Mobiliteit (die een toets maakt aan artikels 3 en 4 van het decreet) die sowieso reeds n.a.v. de opmaak van de scopingsnota een reflectie zal maken naar een eventuele impact op de gemeentewegen.

Zo een gemeenteweg wordt vastgelegd door een rooilijnplan volgt hieruit (cfr. artikel 26) een realisatieplicht welke kan via verwerving (hetzij aankoop in der minne, hetzij onteigening) alsook via de vestiging van een publiekrechtelijke erfdienstbaarheid van doorgang in onderling akkoord.

Zo een gemeenteweg is gesitueerd in agrarisch gebied wordt ook - vanuit een bewaken van de bekommernissen van de agrarische sector - advies gevraagd aan de dienst Werk en Ondernemen.

Beheer van gemeentewegen en in bijzonder Wegenregister

Het stadsbestuur en in concreto de cluster Openbaar Domein staat in voor het feitelijk beheer van gemeentewegen. Desgevallend kan ook gewerkt worden via een beheersovereenkomst met derden of andere overheden. Een gemeentelijk reglement over het beheer (bvb. van omheiningen en hagen grenzend aan gemeentewegen) en de handhaving is facultatief en wordt thans niet voorzien door het stadsbestuur Brugge.

Inzake de afpaling van gemeentewegen (art 30 - 33), op initiatief van het college dan wel de gemeenteraad dan wel een derde, zal het college opdracht gegeven aan de cluster Openbaar Domein om een landmeter-expert aan te stellen en de geëigende procedure te volgen.

Het is de cel GIS van de Cluster Openbaar Domein die het gemeentelijk wegenregister (artikel 37) beheert. Het stadsbestuur Brugge betreurt evenwel de huidige formulering in het decreet dat dit gegevensbestand verplichtend stelde. Niet dat het stadsbestuur Brugge an sich tegen een register is wel dat er geen overgangsbepalingen voorzien zijn om dit titanenwerk op een gestructureerde wijze aan te vatten. In deze vraagt het stadsbestuur aan de Vlaamse Regering om hier via een uitvoeringsbesluit of ander medium een pragmatische benadering voor uit te werken. Gelet op de werklast die gepaard zal gaan bij de opmaak van een Wegenregister verzoekt het stadsbestuur de Vlaamse Regering tot 1° onderzoek of een eenmalige subsidiëring mogelijk zou zijn en tot 2°

verzoek aan het provinciebestuur om hierbij faciliterend op te treden (daar op dit niveau tot voor kort het zwaartepunt lag).

Handhaving

(16)

(met integratie - doorvertaling advies dienst Preventie)

Handhaving is een middel en geen doel op zich. Het is andermaal aan de gemeente om te waken over een correcte toepassing van het decreet en in bijzonder de verbodsbepalingen gevat in artikel 38 (o.m. een decretaal verbod tot wijzigen, verplaatsen of opheffen). Een aanvullend gemeentelijk reglement is facultatief waarbij bestraffing gestoeld wordt op de GAS-wet (24/06/2013). Het is het college van burgemeester en schepenen (en dus niet de burgemeester) om eventuele bestuurlijke maatregelen (hetzij last tot herstel hetzij bestuursdwang) op te leggen.

Het stadsbestuur Brugge zal voorlopig geen gemeentelijk reglement opmaken. De handhaving zal bijgevolg gebeuren op basis van de mogelijkheden die het decreet en andere, reeds bestaande, gemeentelijke reglementen bieden. Indien opportuun kan later overwogen worden om een gemeentelijk reglement op te stellen waarbij de gemeentelijke administratieve sancties als handhavingsinstrument worden ingeschreven.

Een burger kan (cfr art 35) het initiatief nemen om een verzoekschrift tot vrijwaring en herwaardering van een in onbruik geraakte gemeenteweg te treffen. Het is andermaal de gemeenteraad die zal oordelen op welke manier gevolg gegeven wordt aan het verzoekschrift.

Desgevallend kan een opdracht gegeven worden aan het college tot vrijwaring van de gemeenteweg dan wel de opstart van de autonome procedure (cfr supra).

Rechtsgrond(en)

Mobiliteitsplan Brugge, o.m. actiepunt 19 ("herwaarding van de trage wegen") Beleidsprogramma Brugge, o.m.

actiepunt 72 ("we versterken de structuur van Gezonde Gemeente Brugge door volop werk te maken van het Health in All Policies-principe)

artikel 158 ("we zetten - voor de zwakke weggebruiker - in op zo kort mogelijke verbindingspaden, bruggen en doorsteken ("trage wegen") Decreet gemeentewegen

Besluit

Artikel 1

De gemeenteraad neemt akte van het nieuwe decreet "gemeentewegen" en in bijzonder de rol van de gemeenteraad.

Artikel 2

Het stadsbestuur onderschrijft de doelstellingen en de principes van het decreet en maakt deze zich eigen om toekomstige dossiers te beoordelen.

Een beleidsplan of gemeentelijk reglement wordt niet opgemaakt. De inventaris die vzw Trage Wegen maakte zal indicatief gebruikt worden om de netwerkkwaliteiten van toekomstige dossiers te beoordelen.

Artikel 3

Het stadsbestuur keurt volgende ontwerp* taakverdeling binnen de stedelijke administratie (ter ondersteuning van de gemeenteraad en - ondergeschikt - het college) goed:

de dienst Mobiliteit

o bereidt de autonome procedure voor

o waakt tijdens omgevingsvergunningsaanvragen, RUPs en Projectbesluiten via

adviezen over de toets aan de decretale doelstellingen en principes

(17)

o behandelt de verzoekschriften tot vrijwaring en herwaardering en wint hierbij advies in bij de dienst Ruimtelijke Ordening, de dienst Eigendommen, de cel GIS (Wegenregister), de dienst Werk en Ondernemen (zo agrarisch gebied) en de cluster Openbaar Domein.

de dienst Ruimtelijke Ordening

o bewaakt de procedurele verankering van het decreet gemeentewegen in de procedures voor de omgevingsvergunningsaanvragen, RUPs en Projectbesluiten en zal steeds advies inwinnen bij de dienst Mobiliteit en (zo agrarisch gebied) de dienst Werk en Ondernemen

o zo tijdens deze procedures ook een rooilijnplan dan wel een grafisch plan tot opheffing wordt gevat dan wordt ook steeds ingewonnen bij de cluster Openbaar Domein en de dienst Eigendommen

de dienst Leefmilieu: idem als dienst Ruimtelijke Ordening inzake omgevingsvergunningsaanvragen

de cel GIS van de cluster Openbaar Domein : beheert het Wegenregister waarbij in eerste instantie naar 1° de dienst Mobiliteit wordt gekeken voor adviesvragen, 2° de dienst Eigendommen zo er een link is met het patrimonium van de stad en er een noodzakelijke contractuele afhandeling is en bij uitbreiding ook de dienst Ruimtelijke Ordening en de cluster Openbaar Domein

de cluster Openbaar Domein : staat in voor het feitelijk beheer van de gemeentewegen

de dienst Eigendommen : als ondersteunende rol zo er een implicatie is voor het patrimonium van de stad (met bvb. noodzakelijke contractuele afhandeling)

de dienst Preventie : bewaakt de vertaling van het decreet in het GAS-reglement

de dienst Werk en Ondernemen : wordt steeds om een inhoudelijk advies gevraagd bij vragen over gemeentewegen in agrarisch gebied.

* ontwerp d.w.z. de diensten zullen op basis van praktijkervaring deze taakverdeling verder verfijnen, hierbij ook inspelend op uitvoeringsbesluiten (zie artikel 4) en andere evoluties in de breedste betekenis.

Artikel 4

De gemeenteraad verzoekt de Vlaamse Regering om een uitvoeringsbesluit uit te werken die een pragmatische, in tijd gespreide opmaak van het Wegenregister zal faciliteren.

Een kopij van dit schrijven en het besluit wordt bezorgd aan VVSG.

Europese cel

5 2020_GR_00167 Europese cel - project BITS (Bicycle intelligent transport systems) - aanpassing projectovereenkomst -

goedkeuring.

GOEDGEKEURD

(18)

Beschrijving

Besluit

Bijlagen

Notulen stemresultaten

De Gemeenteraad keurt eenparig het volgende besluit goed.

Aanleiding en context

De projectpartner VIVES is verantwoordelijk voor de impactmeting van de investeringen die de verschillende projectpartners gaan doen. Hiervoor is een nulmeting nodig. VIVES gaat hiervoor een contract aan met een externe partner, de kost hiervoor wordt gedeeld door alle andere projectpartners en kan ook ingediend worden voor subsidie. Dit verandert niets aan het financiële plaatje maar zorgt ervoor dat een artikel in de partnerschapsovereenkomst aangepast moet worden en dat de nieuwe overeenkomst ondertekend moet worden.

Motivatie

Deze gegevensverzameling blijkt om verschillende redenen niet evident te zijn: contacten van de verschillende steden en regio’s zijn erg versnipperd, VIVES kan niet de verantwoordelijkheid nemen over de correctheid van de data, er is mogelijks een grote variabiliteit in de resultaten en het type mensen die de gegevens aanleveren. Daarom werd besloten om samen te werken met een marktonderzoeksbureau dat verantwoordelijk is voor het verzamelen van de gegevens in alle partnersteden / regio's. Het grootste voordeel is dat we zelf niet langer verantwoordelijk zijn voor de gegevensverzameling en het verspreiden van een enquête. Bovendien kan het bedrijf ook zorgen voor de vertaling naar het Deens en Duits en voor het opschonen en verwerken van gegevens.

De keuze van de projectpartner VIVES om deze opdracht uit te besteden heeft geen impact op het voorziene projectbudget. Er is op heden voldoende budget binnen het project 'EUBITS' (interne subsidie code) om deze kost te dragen. (bijlage: WP5: data collection - 'each partner will pay € 450').

In lijn met de regels van het Interreg North Sea Region subsidie programma moet een herziene versie van de Partnership Agreement van het Interreg NSR BITS project ondertekend worden.

De herziening is beperkt tot Artikel 6, deel 1. De reden voor de herziening is het feit dat er vanaf nu wel ‘shared costs’ in het BITS-project gaan zijn, terwijl in de oude versie stond dat deze er niet waren. De shared costs die er vanaf nu gaan zijn betreffen enkel de factuur via partner VIVES voor het survey bureau, welke verdeeld zal worden over VIVES en de betrokken implementerende partners.

Hoewel dit een zeer eenvoudig shared cost model betreft (conform Model 2, uit factsheet 8 van de Interreg NSR factsheets, namelijk het opsplitsen van een factuur over verschillende partners) moet dit formeel vastgelegd in een nieuwe 'Partnership Agreement'.

Artikel 1

De gemeenteraad gaat akkoord met de ondertekening van de herziene partnerschapsovereenkomst i.k.v. het project BITS (Bicycle Intelligent Transport Systems).

1. Partnership Agreement Interreg NSR BITS - REVISED version 31 March 2020.pdf

(19)

Hoofdcoördinator

6 2020_GR_00186 Hoofdcoördinator - studieopdracht R30

stationsomgeving - ontwerp - wijze van gunnen - goedkeuring.

GOEDGEKEURD

Notulen

Raadslid Janos Braem komt tussen.

Burgemeester Dirk De fauw antwoordt.

Stemming

goedgekeurd bij publieke stemming door de gemeenteraad met:

- 42 stem(men) voor: Pablo Annys; Brigitte Balfoort; Dirk Barbier; Nico Blontrock; Wouter

Bossuyt; An Braem; Martine Bruggeman; Benedikte Bruggeman; Yves Buysse; Nele Caus; Dolores David; Sandrine De Crom; Florian De Leersnyder; Jean-Marie De Plancke; Sandra De Schuyter;

Alexander De Vos; Dirk De fauw; Hilde Decleer; Jos Demarest; Franky Demon; Pascal Ennaert;

Minou Esquenet; Mathijs Goderis; Heidi Hoppe; Mieke Hoste; Paul Jonckheere; Carlos Knockaert;

Annick Lambrecht; Joannes Logghe; Pieter Marechal; Martine Matthys; Philip Pierins; Jasper Pillen;

Karel Scherpereel; Stefaan Sintobin; Ann Soete; Olivier Strubbe; Doenja Van Belleghem; Pol Van Den Driessche; Geert Van Tieghem; Mercedes Van Volcem; Sandra Wintein

- 5 onthouding(en): Janos Braem; Andries Neirynck; Raf Reuse; Karin Robert; Charlotte Storme

Beschrijving

Aanleiding en context 1. Algemene context

De ruime stationsomgeving wordt de voorbije 2 decennia, zowel aan de kant binnenstad als aan de kant Sint-Michiels, gekenmerkt door continue ontwikkelingen die ondertussen resulteerden in een aantal belangrijke en markante stedelijke plekken en gebouwen. Vooral de zijde Sint-Michiels onderging de voorbije 15 jaar een metamorfose.

Ook aan de zijde centrum van het station doen zich al geruime tijd heel wat ontwikkelingen voor.

Om te voorkomen dat deze projecten als ‘stand alone’-dossiers aangepakt zouden worden werd in

de nasleep van de studie 'Toekomstvisie R30' het initiatief genomen om, in samenspraak met alle

betrokken stadsdiensten en eventuele externe partners, te komen tot een overzicht en afstemming

van alle lopende initiatieven (het gaat o.m. om de verdere ontwikkeling van de kavels in het

stationsproject 'Nieuw Brugge' (in eerste instantie kavels 4 & 5), gekoppeld aan de uitbreiding van

Parking Centrum-Station enerzijds en het vergroenen van het dak van de bestaande parking

anderzijds, de bouw en ingebruikname van het nieuwe VTI, de bouw en ingebruikname van de

nieuwe Cactuszaal, de aanpak van R30 zelf (in navolging van de eerdere 'Toekomstvisie R30'), de

uitbreiding van Parking Centrum-Zand met bijhorende heraanleg Koning Albert I-park (die in de

praktijk ruimtelijk de link legt tussen de binnenstad en het station) en het lopende Europese

'Handshake'-project). Het samenbrengen van al deze projecten heeft als doel om tot een duidelijke

visie op de globale zone te komen, wat finaal zou moeten resulteren in een

stadsvernieuwingsoperatie waarbij de stationsomgeving verder stapsgewijs getransformeerd wordt

tot een volwaardig en kwalitatief stadsdeel.

(20)

In alle voormelde projecten speelt de R30, één van drukste verkeerspunten in Brugge, een heel belangrijke rol. Zij het in functie van bereikbaarheid, in functie van ontsluiting en/of doorstroming, zij het in functie van verkeersveiligheid of een combinatie van elk van deze belangrijke invalshoeken. Vanuit deze vaststelling is het dus cruciaal om, rekening houdend met de eigenheid van de verschillende lopende en geplande projecten, een kwalitatieve oplossing voor de R30 uit te werken. En aangezien de R30 een gewestweg is, is AWV/MOW een belangrijke partner.

Vooral omdat de bereikbaarheid en de ontsluiting van het bouwproject 'Nieuw Brugge' direct gelinkt is aan de aangrenzende R30 en gelet op de noodzaak tot integratie van het dat bouwproject in de ruimere omgeving werd, in samenspraak met de ontwikkelaar, overeengekomen dat een ruimer 'masterplan' zou opgemaakt worden in overleg met de betrokken stadsdiensten. Het college van burgemeester en schepenen nam in zitting van 20 december 2019 kennis van dit masterplan (CBS-nota van dienst ruimtelijke ordening toegevoegd als bijlage 1, het 'masterplan' voor het bouwproject zelf is toegevoegd als bijlage 2; het masterplan voor de ruimere site (incl. R30) is toegevoegd als bijlage 3).

2. Vertaling algemene context in opdrachtomschrijving aanpak R30

Het startpunt voor de aanpak van de R30 was de studie 'Toekomstvisie R30' die in 2015 beëindigd werd. In de jaren die daarop volgden werd verder gewerkt aan een concretisering van die studie, die eerder op conceptueel gevoerd werd. Omdat ook al snel duidelijk werd dat er op Vlaams niveau geen financiële middelen waren om de voorstellen die voortvloeiden uit de 'Toekomstvisie R30' ook te realiseren werd na veelvuldig overleg overeengekomen om gezamenlijk, vanuit het stadsbestuur en de Vlaamse administratie, te proberen om voor eenzelfde segment aan middelen te geraken. Uit de feiten kwam snel de consensus naar voor dat het segment ter hoogte van het station prioritair moet aangepakt worden (zie verder).

In de nasleep van de 'Toekomstvisie R30' werd vorige legislatuur dus verder gewerkt aan het dossier voor het station. Bij aanvang van de nieuwe legislatuur koos de nieuwe beleidsploeg ervoor om de aanpak van de R30 ter hoogte van het station mee te nemen als concreet actiepunt. Zo werd in het Beleidsprogramma 2019-2024 de expliciete ambitie opgenomen om te onderzoeken of een ongelijkvloerse inrichting een oplossing zou kunnen bieden voor de situatie daar, onmiddellijk gekoppeld aan het idee van een “landschapsbrug” (cfr. beleidspunt 298: "Aan het station, kant centrum, zorgen we op korte termijn voor een veiligere oversteek van de R30. De heraanleg van de ring tussen de Unescorotonde en de Vaartdijkstraat willen we realiseren met minder verkeerslichten, maar met een landschapsbrug voor fietsers en voetgangers ter hoogte van het Station. Dit is belangrijk voor de verkeersveiligheid en de duurzaamheid van onze stad; we creëren een nieuwe groene ruimte aan het Station en een vergroot Albertpark. We kiezen er voor een architecturaal knappe toegangspoort tot de stad").

Aangezien verkeersveiligheid zowel voor het Brugse stadsbestuur als voor de Vlaamse regering een prioriteit is werd deze belangrijke invalshoek in 2019 gebruikt voor de ambtelijke voorbereiding richting Vlaamse administratie en de bevoegde Vlaamse minister. Op 16 december 2019 vond een constructief overleg plaats tussen het stadsbestuur (Burgemeester, schepen Van Volcem en stadsadministratie) en Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters. De minister onderschreef de intentie om de zwarte punten ter hoogte van de Brugse stationsomgeving aan te pakken en zo werd hiervoor in het voorjaar van 2020 een studiebudget voorzien op het Vlaamse investeringsprogramma (GIP).

De voorbije maanden werd vervolgens, o.m. in samenspraak met gewestwegbeheerder AWV, een

concrete opdrachtomschrijving opgemaakt om te komen tot een integrale aanpak van het

projectgebied. Het projectgebied situeert zich tussen het kruispunt met de Vaartdijkstraat

(exclusief, want het kruispunt R30-Vaartdijkstraat is reeds gevat in een PCV-dossier) en de zone

tussen de Unesco-rotonde (inclusief) en de in- en uitrit van de tunnel onder ’t Zand (naast het

Koning Albert I-park) (cfr. visualisatie in het bestek). Deze afbakening van het totale projectgebied

(21)

valt trouwens samen met het segment van de stationsomgeving zoals het ook reeds in de

"Toekomstvisie R30" (2015) werd onderzocht.

Ter voorbereiding van het bestek heeft de dienst Mobiliteit -binnen het Europese project

"Handshake" en dit in dialoog met o.m. AWV en MOW- een omstandige en kwalitatieve verkeerstudie gemaakt (toegevoegd als bijlage 4), welke o.m. leerde dat:

de R30 ter hoogte van de stationsomgeving gekenmerkt wordt door een reeks zwarte punten (vanuit een analyse van de ongevallen in de periode 2015-2018), met reflectie naar de ongevalsoorzaken en alzo oplossingsrichtingen;

de voetgangersoversteek R30 niet gedimensioneerd is op een piekuurbelasting tot 2.500 voetgangers (shopping – solden en eindejaar);

het stationsplein thans vooral al 'transitruimte' fungeert (gesitueerd op de diagonale as station-Oostmeers) en dat de pleinfunctie (sociale – optionele activiteiten) beperkt is;

het station haar rol als transferium en knooppunt voor fietsers bevestigt, met een dagelijks gebruik van gemiddeld 12.000 à 15.000 fietsers, maar dat de fietsinfrastructuur

onvoldoende afgestemd is op deze hoge intensiteiten.

Door de dienst Mobiliteit en de Hoofdcoördinator werd vervolgens -in nauw overleg met de collega’s binnen de stadsadministratie (diensten ruimtelijke ordening en openbaar domein) en Vlaamse partners- een verkenning van mogelijke scenario’s en randvoorwaarden opgemaakt. Deze scenario's waren de basis voor het bestek dat via deze nota ter goedkeuring wordt voorgelegd (en de verkennende studie is ook integraal toegevoegd als bijlage bij het bestek).

Het onderzoek zoals het nu in het bestek omschreven staat kent samengevat volgende doelstellingen:

het wegwerken van de gevaarlijke punten (1° x Stationsplein / Oostmeers, 2° x Chantrellstraat);

het verbeteren van de doorstroming voor gemotoriseerd verkeer en fietsverkeer en het verbeteren van de oversteekbaarheid van de R30 (wat impliceert dat er minstens ook moet onderzocht worden of er in de nieuwe configuratie kruispunten/verkeerslichten kunnen gesupprimeerd worden);

het verhogen van de verkeersleefbaarheid langsheen de R30;

het verhogen van de belevings- en verblijfswaarde van de omgeving langsheen de R30 en in casu projectgebied in bijzonder het stationsplein alsook het Koning Albert I-park, hierbij dient ook het poorteffect van de stationsomgeving versterkt en dient ook de Unesco- bescherming in ogenschouw genomen te worden;

het realiseren van een logisch -en bijgevolg veilig en aantrekkelijk- netwerk van fiets- en wandelpaden doorheen het volledige projectgebied;

het nastreven van een maximale continuïteit van de groen-blauwe vestenstructuur;

het ondersteunen van de openbaar vervoersfunctie van het station als dé draaischrijf binnen het OV-net voor de vervoersregio Brugge;

het garanderen van de bereikbaarheid van de stationsparking (incl. aandacht voor voldoende opstelruimte in functie van intensief gebruik van deze centrumparking), de private stadsontwikkeling ‘Nieuw Brugge’ aan het station, de stelplaats van De Lijn en de Ketsbrugge-woonwijk.

3. Koppeling aan het Brugs Beleidsprogramma 2019-2024

Met voorliggend dossier wordt tegemoet gekomen aan verschillende actiepunten uit het

Beleidsprogramma:

(22)

Beleidspunt 156: De veiligheid van fietsers, voetgangers en mensen met een beperking moet steeds geëvalueerd worden, zeker in buurten van scholen, jeugd- en sportterreinen. We leveren er extra inspanningen om de verkeersveiligheid te verbeteren.

Beleidspunt 158: We zetten -voor de zwakke weggebruiker- in op zo kort mogelijke verbindingspaden, bruggen en doorsteken (trage wegen).

Beleidspunt 162: De uitbreiding van de fietsinfrastructuur in bestaande innovatiezones en de te ontwikkelen bedrijvenzones (zoals de Spie) en het havengebied is een must.

Beleidspunt 163: Om (nog) meer inwoners op de fiets te krijgen, stimuleren we het woon- werkverkeer en woon-schoolverkeer, in de eerste plaats bij de medewerkers van Stad Brugge en de verenigingen die bij Stad Brugge aanleunen, maar ook bij ondernemingen op Brugs

grondgebied. We richten een ‘zeven km club’ op waar iedereen die minder dan 7 km van zijn werk of school woont, wordt aangemoedigd zich met de fiets te verplaatsen.

Beleidspunt 195: We zorgen voor een maximale bereikbaarheid van de scholen in de binnenstad zodat het sociaal weefsel er versterkt wordt.

Beleidspunt 250: We zetten in op stadsvernieuwing en moedigen grote terrassen aan, industriële concepten en wonen aan het water.

Beleidspunt 286: De site aan de Dijver en de site Minnewater (rusthuis) en stadsrepubliek met Kuipersstraat zijn belangrijke, strategische stadsvernieuwingsprojecten.

Beleidspunt 297: We streven, samen met de Vlaamse overheid, naar de volledige, gefaseerde uitvoering van de visienota van de Brugse ring (R30) vanaf de Canadabrug tot aan de Gentpoort.

Met ondertunneling van onder andere de Bevrijdingslaan, het stuk langs het Koning Albert I-park en ter hoogte van de Gentpoort met de aanleg van een poortplein. In afwachting daarvan onderzoeken we met de Vlaamse overheid hoe het drukke verkeersknooppunt Bloedput kan worden aangepakt.

Beleidspunt 298: Aan het station, kant centrum, zorgen we op korte termijn voor een veiligere oversteek van de R30. De heraanleg van de ring tussen de Unescorotonde en de Vaartdijkstraat willen we realiseren met minder verkeerslichten, maar met een landschapsbrug voor fietsers en voetgangers ter hoogte van het Station. Dit is belangrijk voor de verkeersveiligheid en de duurzaamheid van onze stad; we creëren een nieuwe groene ruimte aan het Station en een vergroot Albertpark. We kiezen er voor een architecturaal knappe toegangspoort tot de stad.

Beleidspunt 307: We voorzien veilige (conflictvrije) kruispunten bij scholen, drukke knooppunten en openbare voorzieningen.

4. Koppeling aan de Sustainable Development Goals (SDG’s) / Duurzame ontwikkelingsdoelstellingen

Industrie, innovatie en infrastructuur (punt 9)

Duurzame steden en gemeenschappen (punt 11)

Vrede, veiligheid en sterke publieke diensten (punt 16)

Partnerschap om doelstellingen te bereiken (punt 17) Motivatie

5. Samenwerkingsovereenkomst Stad Brugge - Vlaamse overheid (AWV)

Om een project op een gewestweg te realiseren moet aan bepaalde vormvereisten voldaan

worden. Om de Vlaamse administratie zover te krijgen om snel werk te maken van de aanpak van

de stationsomgeving werd overeengekomen dat Stad Brugge zou optreden als 'aanbestedende

overheid' voor dit project op een gewestweg. Maar dat impliceert dat hiervoor voorafgaandelijk een

(23)

'samenwerkingsovereenkomst voor gezamenlijke opdrachten van diensten' moet afgesloten worden. In voorliggende samenwerkingsovereenkomst voor het project stationsomgeving (zie bijlage 4) worden de praktische afspraken voor het studietraject vastgelegd.

Naar financiering toe wordt overeengekomen in artikel 9 dat de kosten voor de studieopdracht voor 70% ten laste vallen van het Vlaams Gewest en voor 30 % ten laste van Stad Brugge. Hiertoe zijn de nodige middelen van stadswege voorzien in het meerjarenplan.

6. Bestek (opdrachtomschrijving studie)

De verschillende te onderzoeken elementen van de complexe studieopdracht zijn nader omschreven in bijgevoegd bestek "De aanpak van de zwarte punten R30 ter hoogte van station Brugge (incl. Unesco-rotonde)" (zie bijlage 5). Het bestek zal aanbesteed worden via de openbare procedure waarbij de beste prijs/kwaliteitsverhouding wordt bewaakt via o.m. gunningscriteria naar de samenstelling en de ervaring van het projectteam, zo kan gewaakt worden over de nodige expertise zowel inzake verkeerstechniek als inzake stadsontwikkeling en erfgoed.

De opdracht zal, conform de bepalingen van het bestek, volgens onderstaande gunningscriteria toegewezen worden aan de meest voordelige inschrijver:

Prijs startnota-opdracht: 30%

Prijs projectnota-opdracht : 20%

Plan van aanpak van volledige studieopdracht: 40%

Expertise – referenties en voorstelling projectteam: 10%

De opdracht zal gegund worden aan de inschrijver met de meest regelmatige offerte die de hoogste puntenscore behaalt op 100.

Het opzet van de studieopdracht is dat een interdisciplinair team een geïntegreerd ontwerp opmaakt volgens de door Vlaanderen opgelegde methodiek (cfr. bepalingen zoals opgelegd in het decreet Basisbereikbaarheid), nl. de opmaak van een "startnota" gevolgd door de opmaak van een

"projectnota". Het eindresultaat van de studieopdracht (bij beëindiging van de projectnota) is dat de preferente oplossing die uitgewerkt werd in de projectnota vertaald wordt in enerzijds een 'voorontwerp' (er wordt in het bestek opgelegd dat dit op niveau van een omgevingsvergunningsaanvraag moet aangeleverd worden) en anderzijds een 'Programma van Eisen' dat vervolgens kan gehanteerd worden om snel naar uitvoeringsfase te gaan (via een 'design & build'-opdracht).

Omwille van een verschillende finaliteit naar onderzoeksvragen en derhalve onderzoeksmethodiek maakt de studieopdracht, binnen het projectgebied, een onderscheid tussen twee uit te werken 'case studies', zijnde:

1. het ontwarren van de verkeersknoop ter hoogte van het station (projectgebied tussen Vaartdijkstraat (exclusief) en de Unesco-rotonde (inclusief)), waarbij -omwille van het hoge aantal ongevallen met fietsers- gefocust wordt op het ongelijkvloers brengen van fietsers- en voetgangersstromen;

2. het optimaliseren van het kruispunt Buiten Begijnenvest x Koning Albert I-laan (Unesco- rotonde), waarbij de nadruk ligt op het bewaken en het verbeteren van een goede doorstroming en het het bewaken en verbeteren van een veilige kruispuntconfiguratie.

De samenhang tussen beide deelzones van het projectgebied is uiteraard continu te bewaken, zo wordt bij aanvang van de startnota-fase gevraagd om de beleids-/planningscontext te schetsen (inclusief een netwerkanalyse) op een hoger schaalniveau welke vanzelfsprekend beide gebieden samenbrengt en zelfs overstijgt.

Voor wat betreft de 'conflictvrije dwarsing' van de R30 moet het studieteam minimaal volgende

oplossingsrichtingen te onderzoeken:

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, en zijn latere wijzigingen, zijn de bepalingen van titel VII, (vestiging en

Officier van een korps van de Lokale Politie: Eerste Hoofdcommissaris van politie William VAN SEVEREN, directeur beheer - vervanger: Hoofdcommissaris van politie

Met dit samenwerkingsverband willen de Stad (jeugddienst) en Oranje vorm geven aan Brugge als inclusieve stad, waar er gelijkwaardige speelkansen zijn voor alle Brugse kinderen

De financiering van de dienstverlening met toepassing of ter uitvoering van het decreet betreffende de lokale diensteneconomie gebeurt met inachtneming van de voorwaarden van

eigenaar/verhuurder. De Stad Brugge zal in het genot treden van de huurgelden te rekenen vanaf de ontbinding van de erfpachtovereenkomst, zijnde 01/04/2020. De VZW De Wijngaard

1. Algemeen principe: er werd beslist om werkingstoelagen integraal te blijven uitbetalen en subsidies gelinkt aan de organisatie van een evenement of project enkel de gemaakte

Voor elke tussenkomst van de bevoegde overheid in het kader van de vaststelling van een weder- rechtelijk gebruik en/of een niet of slecht gesignaleerd gebruik van het openbaar

De ECU wenst in eerste instantie op te merken dat het opgemaakte masterplan en het meenemen van de heraanleg van het bovendek in deze bouwaanvraag positieve