RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK IN HET KADER VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE
EDUCATIE
Doomijn PSZ Sandbergstraat
Plaats : Ommen
LRKP nummer : 416886711
Onderzoeksnummer : 290347
Datum onderzoek : 13 september 2016 Datum vaststelling : 7 november 2016
1 INLEIDING . . . 5
2 BEVINDINGEN . . . 7
3 CONCLUSIE. . . 10
REACTIE VAN DE HOUDER . . . 11
BIJLAGE 1 OORDELEN . . . 13
INHOUDSOPGAVE
Op 13 september 2016 heeft de inspectie Doomijn PSZ Sandbergstraat
onderzocht. Het onderzoek is uitgevoerd vanwege het toezicht van de Inspectie van het Onderwijs op de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (vve). Doomijn PSZ Sandbergstraat is opgenomen in een steekproef waarbij we gegevens verzamelen over de kwaliteit van de voorschoolse educatie ten behoeve van de jaarlijkse rapportage "De staat van het onderwijs".
Tijdens het onderzoek heeft de inspectie de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie beoordeeld met een set indicatoren, waarmee zij overeenkomstig de Wet op het Onderwijstoezicht (WOT) kan beoordelen of de vve-locaties op belangrijke onderdelen vve van voldoende kwaliteit biedt. Deze indicatoren hebben betrekking op:
• De voorwaarden voor vve
• De ouders
• De kwaliteit van de educatie
◦ Het vve-programma, zoals dat wordt aangeboden
◦ Het pedagogisch klimaat
◦ Het educatief handelen
• De ontwikkeling, zorg en begeleiding
• De kwaliteitszorg
• De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool
Het onderzoek bestond uit een vve-locatiebezoek, waarbij:
• Documenten over planning, begeleiding en zorg zijn bestudeerd;
• een groepsobservatie in de vve-groep is uitgevoerd;
• gesprekken met de locatieleiding, ouders en pedagogisch medewerkers.
De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op het Toezichtkader vve 2010 en de werkinstructie toezichtkader voor- en vroegschoolse educatie, maart 2014. Dit document is te vinden op www.onderwijsinspectie.nl.
INLEIDING 1
Onderzoeksopzet
Toezichtkader
In hoofdstuk 2 van dit rapport beschrijft de inspectie de bevindingen die uit haar onderzoek naar voren zijn gekomen. Bij de geconstateerde verbeterpunten is tevens een onderbouwing opgenomen. In hoofdstuk 3 volgt de conclusie. In hoofdstuk 4 wordt de houder van de kinderopvanglocatie uitgenodigd om kort te reflecteren op de bevindingen van de inspectie en zo mogelijk aan te geven welke kwaliteitsontwikkelingen hieraan verbonden worden. Bijlage 1 van dit rapport bevat een overzicht van de bij dit onderzoek gebruikte indicatoren en de bevindingen van de inspectie daarover.
Opbouw rapport
Uit het overzicht in bijlage 1 valt op te maken dat de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie op de meeste aspecten op orde is. Daarnaast zijn meerdere verbeterpunten geconstateerd op de aspecten ‘Ontwikkeling, begeleiding en zorg’ en ‘Kwaliteitszorg’.
Totaalbeeld
In december 2013 is de stichting Speelwerk failliet verklaard. De peuterspeelzaal Peuterleut viel daar onder. Een flink aantal locaties, waaronder die in Ommen, is overgenomen door Doomijn kinderopvang. De peuterspeelzaal Sandbergstraat zit wel op een ander adres dan haar voorganger. Het management is de laatste jaren diverse keren gewisseld. De huidige manager is sinds januari 2016 in functie en stuurt diverse peuterspeelzalen aan.
De peuterspeelzaal biedt vve aan kinderen vanaf drie jaar en momenteel zijn er zeven doelgroepkinderen.
Toelichting Condities
De voorwaarden waaronder de voorschoolse educatie op Doomijn PSZ Sandbergstraat worden uitgevoerd, zijn van voldoende niveau. De inspectie heeft de oordelen van de GGD overgenomen uit het meest recente rapport (25 april 2015). De doelgroepkinderen zijn samengebracht in één groep en worden begeleid door twee ervaren en gekwalificeerde pedagogisch medewerkers, die het Nederlands op voldoende niveau beheersen.
Ouders
Het ontbreekt op Doomijn PSZ Sandbergstraat aan een beredeneerd en
vastgelegd vve-ouderbeleid (indicator B1). De praktijk is er nu vooral op gericht om de ouders te informeren over het aanbod en de voortgang van de
ontwikkeling van de kinderen en minder op het betrekken en laten participeren van de ouders bij de activiteiten zelf. Zo krijgen de ouders themabrieven mee met de woorden die in die periode centraal staan en een foto-overzicht van de bijbehorende activiteiten, maar het is aan de ouders zelf of zij hier actief mee aan de gang gaan is. Ouders met wie wij tijdens het onderzoek spraken, geven aan dat zij vooruitgang merken bij hun kind.
BEVINDINGEN
2
Het intakeformulier is van voldoende niveau, maar kan versterkt worden door er explicieter, naast de taalontwikkeling, andere ontwikkelings- en kindkenmerken in op te nemen.
Kwaliteit van de uitvoering van vve
Doomijn PSZ Sandbergstraat gebruikt een integraal vve-programma en dit wordt nauwgezet gevolgd. Het aanbod is vastgelegd in de week/dagplanning. In deze planning is ook heel helder opgenomen hoe de werkzaamheden van de pedagogisch medewerkers op elkaar worden afgestemd. Zij schakelen soepel van grote kring, naar begeleiding in kleine kring en naar individuele kinderen.
De inspectie beschouwt dit als een voorbeeld voor andere peuterspeelzalen (indicator C3.1). Voor de kinderen is de dagplanning in pictogrammen gevisualiseerd.
Voor alle vve-kinderen is een stimuleringsplan opgesteld, waarin de doelen voor de komende periode (looptijd ongeveer zes weken) zijn opgenomen. De wijze waarop deze doelen vertaald worden naar concrete en geplande activiteiten in de groep, kan nog versterkt worden.
Het pedagogisch handelen van de pedagogisch medewerkers op de diverse aspecten is van ruim voldoende niveau. De bevordering van de zelfstandigheid van de kinderen viel daarbij in positieve zin op en kan als een voorbeeld voor andere peuterspeelzalen worden beschouwd (indicator C2.4).
Een verbeterpunt is de inrichting van de ruimte. Het ontbreekt aan echte materialen en met name taal-uitlokkende elementen (indicator C2.5).
Ontwikkeling, begeleiding en zorg
De pedagogisch medewerkers nemen een centrale positie in. Zij doen de intake en volgen de ontwikkeling van de kinderen. Voor alle vve-kinderen is een stimuleringsplan opgesteld. Wat gemist wordt, is een structurele feedback van de pedagogisch coach op de diagnoses die de pedagogisch medewerkers stellen voor de kinderen met achterblijvende ontwikkelingen. Niet duidelijk is hoe adequaat deze diagnoses zijn en daarmee ook hoe effectief de interventies zijn.
Dit is een verbeterpunt voor de peuterspeelzaal (indicator D1.3).
In die gevallen waarbij de pedagogisch medewerkers van mening zijn dat zij de gewenste hulp niet kunnen leveren, is er overleg met de manager en de pedagogisch coach. De lijnen met diverse externe zorgverleners zijn kort en de pedagogisch medewerkers spelen een positieve rol bij het stimuleren en begeleiden van ouders bij het gebruik maken van externe hulp.
Kwaliteitszorg
De huidige manager is sinds januari 2016 in functie en trof een goedlopende peuterspelzaal met twee zelfstandige en ervaren pedagogisch medewerkers.
Daardoor was de noodzaak om sturend op te treden niet groot. De inspectie constateert echter wel dat daardoor op het gebied van de kwaliteitszorg een stagnatie is ontstaan. Er zijn slechts beperkt beleidsdoelen opgesteld en er wordt op PSZ-niveau nauwelijks geëvalueerd of die doelen ook worden behaald.
Daardoor is het moeilijk gericht verbetermaatregelen te nemen en de resultaten daarvan te borgen. De manager en de pedagogisch medewerkers herkenden dit verbeterpunt (indicatoren E1-E6).
Doorgaande lijn
Na de peuterspeelzaal waaieren de kinderen uit naar de verschillende basisscholen in Ommen (en omstreken) en afstemming met hen op aanbod, pedagogisch klimaat en educatief handelen, en de zorg en begeleiding is
daardoor moeilijk. Wel wordt informatie gedeeld over het aanbod en de thema’s die daarbij aan bod komen.
Voor alle zorgkinderen (en dus niet alleen de doelgroepkinderen) is er sprake van een warme overdracht. Voor de andere kinderen is er een
overdrachtsdocument.
De Inspectie van het Onderwijs constateert dat de kwaliteit van de voorschoolse educatie op Doomijn PSZ Sandbergstraat grotendeels op orde is. Uit het
onderzoek is gebleken dat de vve-locatie weinig tekortkomingen kent.
CONCLUSIE
3
Dit rapport beschrijft de oordelen van de inspectie over de kwaliteit van het onderwijs op Doomijn PSZ Sandbergstraat. Daarnaast heeft de
inspectie Doomijn PSZ Sandbergstraat gevraagd te reflecteren op de uitkomsten van het onderzoek en zo mogelijk aan te geven welke kwaliteitsontwikkelingen hieraan verbonden worden.
Hieronder geeft de houder haar reactie:
Vanuit het bezoek van de onderwijsinspectie is geconstateerd, dat de kwaliteit van de voorschoolse educatie grotendeels op orde is. Er is op een aantal punten sprake van een voorbeeldfunctie, op een aantal andere vlakken kan er nog meer behaald worden. Aan de hand van de onderdelen, die beoordeeld werden volgt hieronder een korte reactie en eventuele acties.
Condities:
Deze zijn op orde en behoeven geen verdere actie
Ouders:
Ouders worden vooral geïnformeerd.
Acties:
• Het vaststellen van een gericht ouderbeleid (eind 2016)
• Evalueren en eventueel aanpassen van intakeformulier (eerste helft 2017)
Kwaliteit van de uitvoering:
Hierbij valt op, dat dit deels een voorbeeld voor anderen is ( C.2.4 en C.3.1), maar dat de inrichting aandacht behoeft. Deels is dit te verklaren vanuit de datum van het inspectiebezoek, direct na de zomervakantie, waarin de ruimte goed schoon gemaakt is en ontdaan van “extra’s”.
Actie:
• toevoegen van taaluitlokkende elementen ( per direct en aanpassend per thema)
Ontwikkeling, begeleiding en zorg:
Pedagogisch medewerkers nemen hier de centrale rol in. Zij maken voor elk kind een stimuleringsplan en voeren dat uit. Het inbouwen van structurele feedback en het meten van de ingezette interventies kan versterkt worden.
Acties:
• Medewerkers volgen de training KIJK vanuit de IJsselgroep. Dit instrument borgt het meten van de interventies (loopt)
REACTIE VAN DE HOUDER
• Geplande teamgesprekken vve inhoudelijk en pedagogisch coachend op de vve-uitvoering (2017) en de evaluatie hiervan (2017)
Kwaliteitszorg:
Afgelopen jaar zijn er beperkt doelen op locatieniveau vastgesteld. Met de gemeente, de GGD en de IJsselgroep is er regelmatig overleg over de kwaliteit van de vve en wat er aan eventuele verbeter maatregelen nodig is. De basis is stevig.
Acties:
• Vaststellen van beleidsdoelen met betrekking tot vve en het regelmatig evalueren ( plan-do-check-act). 2017
Samenvattend:
Op grote lijnen is de voorschoolse educatie op orde. Het komend jaar zal er gewerkt worden aan het borgen van de resultaten tot nu toe en aan het verder verbeteren van de aandachtspunten, zoals boven beschreven. Hierbij wordt door Doomijn samengewerkt met gemeente, GGD en Ijsselgroep. Dit zal leiden tot een nog betere uitvoering van de voorschoolse educatie, waar de pedagogisch medewerkers een duidelijke en positieve rol in hebben.
In de onderstaande tabellen vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid.
De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is.
Legenda:
1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig. Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden.
2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk. Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt.
3. Voldoende.
4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen. Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren.
BIJLAGE 1 OORDELEN
Condities 1 2 3 4
•
•
• Voldoende vve-tijd
• Kwaliteit pedagogisch medewerkers
•
•
•
• A0.1 Er is een recent GGD-rapport beschikbaar
A2 De groepsgrootte voldoet aan de maximumeisen (voorschool) A3 Beroepskracht - kind ratio ("dubbele bezetting")
A4.1 De peuters volgen gedurende voldoende tijd (per week) een vve-programma op de voorschool
A5.2 Alle beroepskrachten zijn toereikend gekwalificeerd (opleiding)
A5.3 Alle beroepskrachten spreken voldoende Nederlands A5.4 Alle beroepskrachten zijn toereikend vve-geschoold A5.5 Er is een jaarlijks vve-opleidingsplan
Ouders 1 2 3 4
•
•
•
•
•
• B1 Gericht vve-ouderbeleid
B2 Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd
B3 Intake
B4 Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen
B5 Participatie in vve-activiteiten in de voorschool/vroegschool B6 Informeren over de ontwikkeling van hun kind
Kwaliteit van de uitvoering van vve 1 2 3 4 Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma
•
•
•
• Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat
•
•
•
•
• Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen
•
•
•
•
•
•
• C1.1 Een integraal vve-programma
C1.2 Werken met een doelgerichte planning
C1.3 Het activiteitenaanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend en geconcretiseerd
C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd
C2.1 Het pedagogisch handelen van de pedagogisch medewerkers/
leerkrachten is respectvol
C2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten structureren en hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen
C2.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren de sociale vaardigheden en de persoonlijke competenties van de kinderen
C2.4 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de zelfstandigheid van de kinderen en tonen respect voor de autonomie van het kind
C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taal-uitlokkend
C3.1 Het educatief handelen van beide pedagogisch medewerkers/
leerkrachten is goed op elkaar afgestemd
C3.2 Er worden structureel effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd
C3.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen kinderen
C3.4 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en werken
C3.5 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen C3.6 Het gedrag van de pedagogisch medewerkers/leerkrachten
met de kinderen is responsief
C3.7 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van de individuele kinderen
Ontwikkeling, begeleiding en zorg 1 2 3 4
Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep
Ontwikkeling, begeleiding en zorg 1 2 3 4
•
•
•
• Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen
•
•
• D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen
D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine (tutor)groep en het individuele kind
D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg D1.4 Specifieke aandacht voor de taalontwikkeling bij begeleiding
en zorg
D2.1 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voor- resp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg
D2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren D2.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten blijven de
ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden
Kwaliteitszorg binnen de voor- en de vroegschool 1 2 3 4
•
•
•
•
•
• E1 Er is vve-coördinatie op de voor- resp. vroegschool
E2 De voor- resp. vroegschool evalueert de kwaliteit van vve regelmatig
E3 De voor- resp. vroegschool evalueren de resultaten van vve E4 De voor- resp. vroegschool werkt planmatig aan vve-
verbetermaatregelen
E5 De voor- resp. vroegschool borgt de kwaliteit van haar vve- educatie
E6 In de kwaliteitszorg van de vroegschool wordt ook specifiek naar vve gekeken
Doorgaande lijn 1 2 3 4
•
• F1 Er is vve-coördinatie tussen de voor- en vroegschool
F3 De voor- en vroegschool zorgen voor een warme overdracht