• No results found

Eindrapport Agenda Lokale Democratie gemeente Asten

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Eindrapport Agenda Lokale Democratie gemeente Asten"

Copied!
103
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

13-6-2016 Het versterken van de lokale democratie

Agenda Lokale Democratie in Asten

Rik Duijmelinck - 2062933

AVANS HOGESCHOOL – DEN BOSCH

(2)

Voorwoord

Voor u ligt de scriptie waarin onderzoek is gedaan naar de ‘Agenda Lokale Democratie’ in de gemeente Asten. Dit onderzoek is uitgevoerd voor de griffier van de gemeente Asten, mevrouw M. van Erp. Het onderzoek is geschreven in het kader van het afstuderen van Avans Hogeschool te Den Bosch, is daarmee het eindonderzoek voor de opleiding bestuurskunde/Overheidsmanagement.

Ik heb gedurende het afstudeeronderzoek samengewerkt met mijn begeleiders Mariëtte van Erp en Peter Greijn. In overleg met deze begeleiders is onder andere de centrale vraag en doelstelling tot stand gekomen. Daarnaast zijn deze begeleiders gedurende het onderzoek betrokken geweest bij de uitvoering ervan. Naast de genoemde begeleiders is er tijdens de afstudeerstage samengewerkt met beleidsambtenaar Jori Meulendijks. Jori Meulendijks is gedurende mijn afstudeerperiode met een dergelijk onderwerp bezig geweest waardoor er een goede samenwerking ontstond. Na kwalitatief en kwantitatief onderzoek zijn de centrale vraag en onderzoeksvragen beantwoord.

Bij deze wil ik graag mijn begeleiders, Peter Greijn en Mariëtte van Erp, bedanken voor de fijne samenwerking en ondersteuning tijdens mijn onderzoek. Ook wil ik graag Jori Meulendijks bedanken voor haar ondersteuning en aanvullingen gedurende mijn

onderzoek. Tot slot wil ik graag de betrokken actoren (de fractievoorzitters, de leden van het college van B&W en de inwoners die hebben meegewerkt aan de enquête) bedanken voor de gegeven medewerking.

Rik Duijmelinck 13 juni 2016

(3)

Managementsamenvatting

Op 1 januari 2015 is door minister R. Plasterk de (nota) Agenda Lokale Democratie geïntroduceerd. Het doel van deze nota is het versterken van de lokale democratie in de Nederlandse gemeenten. Om dit te realiseren heeft het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verschillende activiteiten ontplooid om de Nederlandse gemeenten te activeren om initiatieven te nemen.

Naar aanleiding van deze nota is binnen de gemeente Asten door de politiek een motie aangenomen om een bestuursopdracht omtrent participatie uit te zetten. De griffier van de gemeente Asten heeft daarnaast de vragen gesteld: hoe staat de gemeente Asten er op dit moment voor en welke mogelijkheden tot versterking zijn er voor de gemeente Asten? Dit heeft geleid tot dit onderzoek met de volgende centrale vraag:

In hoeverre is er binnen het bestuur en/of onder de inwoners van de gemeente Asten behoefte aan versterking van de lokale democratie, zoals de Agenda Lokale Democratie beoogt, en welke initiatieven beschikken over voldoende draagvlak?

Om tot de beantwoording van deze centrale vraag te komen, is er gewerkt in een trechtervorm. Dit houdt in dat alle mogelijke initiatieven door een steeds kritischere

‘toetsing’ moeten komen om tot een aanbeveling benoemd te worden. Allereerst is er gekeken wat de nota Agenda Lokale Democratie precies inhoudt en hoe deze wordt geïnterpreteerd in dit onderzoek. Daarna is onderzocht wat de huidige activiteiten binnen de gemeente Asten zijn. Vervolgens is er gekeken naar de behoefte aan een versterking van de lokale democratie onder het bestuur en de inwoners van de gemeente Asten.

Nadat alle randvoorwaarden onderzocht waren, is onderzoek gedaan naar de

mogelijkheden binnen de gemeente Asten. Hierbij is achtereenvolgens gekeken naar de literatuur, deskundigen, andere gemeenten, het bestuur en tot slot de inwoners van de gemeente Asten. Hierbij is voornamelijk gevraagd om aan te geven wat er verbeterd kan worden ten aanzien van de lokale democratie in Asten en om eventuele concrete

initiatieven aan te dragen. Alle initiatieven die uit deze actoren geselecteerd zijn, zijn door middel van verschillende toetsingen (geschiktheid, draagvlak, toepasbaarheid, etc.) uiteindelijk benoemd tot aanbevelingen.

Gezien de complexiteit van de (Agenda) Lokale Democratie en de verschillende meningen over de inhoud van deze nota, is begonnen met een operationalisatie hiervan. Dit heeft geresulteerd in een viertal gebieden: technologie, participatie, vorm van de democratie en tot slot de inrichting van de democratie. Onder deze terreinen zijn alle verdere initiatieven die tijdens dit onderzoek naar voren zijn gekomen ingedeeld.

De huidige situatie van de gemeente Asten is onderzocht door het interviewen van

verschillende interne afdelingen. Doordat de organisatiestructuur van de gemeente Asten alle beleidsvoorbereidende afdelingen in het cluster Regie & Ontwikkeling heeft gezet, zijn alle teams binnen dat cluster (Regie & Ontwikkeling) geïnterviewd. Hieruit blijkt dat alle teams binnen de gemeente Asten aan burgerparticipatie doen. Er wordt bij alle grotere projecten structureel gekeken of burgers betrokken kunnen worden bij de uitvoering of beleidsvorming. Hierbij wordt voornamelijk gebruik gemaakt van

themabijeenkomsten en dialogen (met burgers). Er wordt in de gemeente Asten op het gebied van burgerparticipatie dus ‘veel’ gedaan.

De behoefte aan een versterking van de lokale democratie is, ondanks de redelijk positieve huidige situatie, toch aanwezig. Dit blijkt uit de gehouden interviews onder het bestuur en de enquête onder de inwoners. Zowel de gemeenteraad, het college van B&W als de inwoners staan open voor een versterking van de lokale democratie. Hierbij wordt aangegeven dat de beste kansen liggen bij het stimuleren van burgerinitiatieven.

(4)

Burgerparticipatie wordt volgens eerder genoemde actoren voldoende ingezet binnen de gemeente Asten.

Het onderzoek is begonnen met het lezen van literatuur en het benaderen van

deskundigen. Uit de literatuur blijkt dat er geen concrete initiatieven worden aanbevolen, maar dat voornamelijk het stimuleren van burgerinitiatief meerdere malen naar voren komt als mogelijke verbetering. De deskundigen doen, in overeenstemming met de literatuur, ook geen aanbevelingen. Deze geven aan dat er geen initiatieven ‘wel’ of ‘niet’

werken. Er moet gekeken worden naar de omgeving (het doel van, het niveau van en de fase waarin participatie moet worden gerealiseerd). Op basis daarvan moet gezocht worden naar geschikte initiatieven. Deze informatie heeft geleid tot verschillende interviewvragen en criteria (ten aanzien van de geschiktheidstoetsing).

Vervolgens is onderzocht welke initiatieven vanuit andere Nederlandse gemeenten interessant zijn voor de gemeente Asten. Hierbij is gebruik gemaakt van de volgende media: Vereniging van Nederlandse Gemeenten, de Democratic Challenge, de D1000 dag en tot slot de informatie vanuit Prodemos. Uit deze bronnen komen in totaal 171

initiatieven naar voren. Deze initiatieven zijn geanalyseerd op basis van opgestelde criteria voor de gemeente Asten. In totaal voldeden 21 initiatieven aan deze eerste toetsing en zijn meegenomen in het verdere onderzoek.

Tot slot is er, door middel van interviews en een enquête, onderzocht welke initiatieven (en meningen) er vanuit het bestuur (de gemeenteraad en het college van B&W) en vanuit de inwoners van de gemeente Asten naar voren komen. Na de gehouden

interviews en de uitslag van de enquête kan er geconcludeerd worden dat er in totaal 8 concrete initiatieven naar voren komen. De inwoners geven voornamelijk aan dat er meer en betere communicatie moet komen. Alle input vanuit deze inwoners is gebundeld in een burgerpanel (een van de 8 initiatieven). Dit burgerpanel is een

communicatieplatform in de vorm van een internetsite. De gemeenteraad geeft aan dat burgerinitiatieven gestimuleerd moeten worden, hierbij worden door de verschillende fractievoorzitters 7 (van de 8) initiatieven naar voren gebracht. Tot slot geeft het college van B&W aan dat ze open staan voor nieuwe ideeën/initiatieven, maar dat ze zelf geen concrete initiatieven hebben. Wel wordt aangegeven dat er op het gebied van

burgerinitiatief de meeste kansen liggen voor de gemeente Asten.

Nadat alle input verzameld is, zijn alle initiatieven door middel van de opgestelde criteria getoetst. Bij deze criteria is rekening gehouden met draagvlak, invoerbaarheid,

geschiktheid, omvang van de gemeente Asten en relevantie ten aanzien van de nota Agenda Lokale Democratie. Dit heeft uiteindelijk geresulteerd in 7 concrete initiatieven en 1 algemene aanbeveling. Deze aanbevelingen houden concreet het volgende in (de eerste aanbeveling is een algemene aanbeveling, de overige 7 aanbevelingen zijn concrete initiatieven):

1. Voldoende tijd beschikbaar stellen voor het behouden van de huidige activiteiten en om eventuele nieuwe activiteiten te realiseren.

Het is belangrijk dat er voldoende tijd beschikbaar wordt gemaakt om participatie ook daadwerkelijk te kunnen uitvoeren. Burgers met een initiatief moeten goed geholpen worden en de burgerparticipatie moet in goede banen geleid worden. Hiervoor zijn arbeidsuren nodig. Deze uren kunnen uiteindelijk een versterking van de lokale democratie opleveren.

2. De huidige manier van het inzetten van Themabijeenkomsten behouden.

De gemeente Asten zet veel themabijeenkomsten en dialogen in om burgers de mogelijkheid te bieden om te participeren binnen het beleid van de gemeente Asten.

Hierbij wordt voornamelijk bij ruimtelijke ordening gebruik gemaakt van dialogen waarin

(5)

burgers kunnen aangeven wat zij graag in hun wijk/straat/dorp willen zien. Het is belangrijk dat deze vorm van burgerparticipatie behouden blijft. Zowel intern als extern zijn de betrokken actoren tevreden over deze manier van werken.

3. Invoeren van burgerbudgetten (op terrein niveau) om richting te geven aan het ‘vrij besteedbare’ geld.

De gemeente Asten heeft een klein deel van haar inkomen om ‘vrij besteedbaar’ uit te geven. Maar waar moet dat geld heen gaan? Door dit initiatief is het voor inwoners mogelijk om aan te geven waar behoefte aan is in de gemeente Asten. Hierdoor kunnen burgers rechtstreeks (beperkte) invloed uitoefenen op de geldstromen van de gemeente Asten.

4. Burgerbudgetten (op detail) invoeren om burgerinitiatief te stimuleren.

Het is belangrijk dat burgers betrokken worden bij hun wijk/straat/dorp. Om dit te bewerkstelligen kan gebruik gemaakt worden van burgerbudgetten op detailniveau. Dit houdt in dat burgers een initiatief kunnen ontplooien voor bijvoorbeeld de inrichting van een plein. Hierbij kunnen alle betrokken burgers een initiatief indienen dat moet voldoen aan de door de gemeente gestelde kaders (veelal het beschikbare bedrag dat voor het betreffende project vrij gemaakt is). Wanneer alle initiatieven zijn ingestuurd kunnen dezelfde betrokken burgers beslissen welke van de initiatieven de meeste stemmen krijgt. Dit initiatief wordt vervolgens door de gemeente gerealiseerd. Door dit initiatief te realiseren kan de gemeente inwoners stimuleren om initiatieven te ontplooien.

5. Experimenteren met eventuele potentiële initiatieven door middel van een Pilot.

Om tot een versterking van de lokale democratie te komen moeten er initiatieven worden uitgeprobeerd. Door middel van deze experimenten kan er geleerd worden van fouten, om vervolgens met de juiste initiatieven tot een versterking van de lokale democratie te komen.

6. Samenwerken met het lokale onderwijs (o.a. Varendonck) om de lokale democratie bij de jongeren onder de aandacht te brengen.

Het is belangrijk dat de jongeren (en ook ouderen) weten hoe de Nederlandse

democratie werkt. Daarom wordt aanbevolen om in samenwerking met de scholen in de gemeente Asten te kijken of er projecten of vaste lesprogramma’s ontplooid kunnen worden die ervoor zorgen dat jongeren weten wat er mogelijk is binnen de gemeente.

Hierdoor wordt de stap om later een initiatief op te zetten steeds kleiner. De kennis en het verbeterde inzicht van jongeren ten aanzien van de lokale democratie, leidt tot een versterking van deze lokale democratie.

7. Beschikbaar stellen van een maatschappelijke “initiatievenpot”.

Als we inwoners van de gemeente Asten willen stimuleren om initiatieven te ontplooien moet hier geld beschikbaar voor worden gesteld. Daarom is het belangrijk dat de gemeenteraad in de gemeente Asten een ‘initiatievenpot’ beschikbaar stelt.

8. Digitaal burgerpanel opzetten op basis van de opmerkingen van de enquête.

(6)

Tot slot is er, op basis van de enquête onder de inwoners, een initiatief naar voren gekomen waarin de behoefte aan betere communicatie wordt ingewilligd. Dit wordt in een overkoepelende naam ook wel het burgerpanel genoemd. Gezien de opmerkingen van de inwoners is dit burgerpanel opgezet in de vorm van een internetsite. Deze site moet voorzien in informatie van en naar de burgers toe en daarnaast de mogelijkheid bieden voor burgers om een initiatief te ontplooien. Een dergelijke site kan worden opgesteld in samenwerking met het bestuur en het ambtelijk apparaat binnen de gemeente Asten.

Uit deze aanbevelingen valt te concluderen dat, ondanks dat vrijwel alle afdelingen zich bezig houden met participatie, er voor de gemeente Asten kansen liggen om de lokale democratie te versterken. Hierbij wordt voornamelijk gewezen op de kansen om burgerinitiatieven te stimuleren. De hierboven uiteengezette initiatieven zijn als advies naar de griffier van de gemeente Asten gestuurd. Deze zal het onderzoek en de naar voren gekomen aanbevelingen verder doorzetten naar het bestuur van de gemeente Asten. Dit bestuur (gemeenteraad en college van B&W) kan uiteindelijk beslissen of en wat er wordt gerealiseerd. Door het invoeren van een of meerdere van deze initiatieven kan de gemeente Asten tot een versterking van de lokale democratie komen. Uiteraard zijn deze initiatieven grotendeels gericht op het stimuleren van burgerinitiatieven.

(7)

Inhoud

Voorwoord ... 2

Managementsamenvatting ... 3

Begrippenlijst ...10

1. Inleiding/Verantwoording ...11

1.1 Aanleiding ...11

1.2 Bestuurskundige aanpak ...13

1.3 Doelstelling ...14

1.4 Centrale vraag ...14

1.5 Onderzoeksvragen ...14

1.6 Informatieverzamelingsmethoden ...14

1.7 Geldigheid: validiteit en betrouwbaarheid ...18

2. Agenda Lokale Democratie (Asten) ...19

2.1 Agenda Lokale Democratie ...20

2.1.1 Wat doet het ministerie BZK? ...20

2.1.2 Operationalisering Agenda Lokale Democratie ...21

2.1.3 Conclusie...22

2.2 Huidige activiteiten omtrent de Agenda Lokale Democratie ...23

2.2.1 Huidige activiteiten in Asten...23

2.2.2 Conclusie...25

3. Behoefte aan versterking lokale democratie ...26

3.1 Gemeenteraad ...26

3.2 College van B&W...28

3.3 Inwoners ...28

3.4 Algemene behoefte/conclusie ...29

4. Deskundigen en Literatuur ...31

4.1 Wetenschappelijke onderzoeken en overige literatuur ...31

4.1.1 Democratie ...31

4.1.2 Technologie ...32

4.1.3 Participatie ...32

4.1.4 Vorm democratie ...33

4.1.5 Inrichting democratie ...33

4.1.6 Interne documenten en onderzoeken ...33

4.2 Deskundigen ...34

4.3 Conclusie ...37

5. Agenda Lokale Democratie in Nederland ...38

5.1 Bronnen en initiatieven ...38

5.1.1 Selectie en analyse ...39

(8)

5.1.2 Vereniging Nederlandse Gemeenten ...39

5.1.3 D1000 bijeenkomst ...40

5.1.4 Democratic Challenge ...41

5.1.5 Prodemos (participatiewijzer) ...42

5.2 Conclusie ...42

6. Initiatieven en ideeën vanuit bestuur en inwoners ...44

6.1 Gemeenteraad ...44

6.2 College van B&W...47

6.3 Gemeentesecretaris...48

6.4 Inwoners ...48

6.5 Conclusie ...49

7. Geschiktheid en draagvlak ...50

7.1 Verzamelde initiatieven ...50

7.2 Draagvlak onder de geselecteerde initiatieven ...53

7.3 Conclusie ...54

8 Conclusie ...55

9 Aanbevelingen ...57

Literatuurlijst ...62

Bijlagen ...64

Bijlage 1: Actorenanalyse ...64

Bijlage 2: Handleiding voor keuze van methodiek(en) van beleidsconstructie ...66

Bijlage 3: Tabel operationalisering Agenda Lokale Democratie ...69

Bijlage 4: Organogram gemeente Asten ...70

Bijlage 5: Uitwerking interne interviews ...71

5.1 cluster Regie en Ontwikkeling ...71

5.1.1 Team ruimte ...71

5.1.1.1 Afdeling Ruimtelijke Ordening ...71

5.1.1.2 Afdeling OW-binnen ...72

5.1.2 Team Samenleving ...73

5.1.2.1 Afdeling Veiligheid ...73

5.1.2.2 Afdeling Welzijn/Sport ...73

5.1.2.3 Afdeling Communicatie ...74

5.1.2.4 Afdeling Accommodatie/Gebouwen ...75

Bijlage 6: Enquêtevragen en analyses ...76

6.1 Enquêtevragen ...76

6.2 Response ...77

6.3 Conclusie ...77

Bijlage 7: Extern bureau voor burgerenquête ...78

(9)

Bijlage 8: Interviewvragen en interviewverslagen Deskundigen ...79

Bijlage 9: Tabel initiatieven Democratic Challenge ...81

Bijlage 10: Tabel initiatieven Prodemos ...87

Bijlage 11: Samenvatting mogelijke Ideeën ...94

Bijlage 12: bestuursopdracht burgerparticipatie gemeente Asten ...96

Bijlage 13: Participatieladder ...97

Bijlage 14: Interviewvragen Raadsleden ...98

Bijlage 15: Analyses geschiktheid initiatieven ... 100

Bijlage 16: Analyse voor draagvlak ... 103

(10)

Begrippenlijst

Begrippen Definitie/uitleg

Burgerparticipatie Het participeren van burgers bij het beleid of de activiteiten vanuit de gemeenten.

Initiatief ligt bij de gemeente.

Burgerinitiatief Het opzetten van een initiatief vanuit de inwoner(s). Het kan op alle

beleidsterreinen zijn. Initiatief ligt bij de inwoner(s).

Overheidsparticipatie Overheid participeert binnen een

project/initiatief van de inwoner(s). Door het inzetten van tijd, middelen of geld.

Initiatief ligt bij de inwoner(s).

Democratie Een politieke besluitvormingsprocedure waarin politieke gelijkheid en politieke vrijheid (procedurele grondrechten en beginselen) zijn gewaarborgd, met als uitgangspunt een meerderheidsregel, waarbij de bescherming van de minderheid is verzekerd.

Actor(en) Een actor is een overheidsorgaan, een particuliere organisatie of een persoon die een rol speelt of werkzaam is op een bepaald beleidsterrein.

Representatief (gebied) Het representatieve gebied is een onderdeel van de huidige democratie.

Hierbij gaat het om formele activiteiten zoals stemmen, wettelijke bepalingen, etc.

Participatief (gebied) Het participatieve gebied is een onderdeel van de huidige democratie. Hierbij gaat het om de informele activiteiten zoals burgerparticipatie, burgerinitiatief, etc.

Kwalitatief onderzoek Kwalitatief onderzoek is onderzoek op basis van kwaliteit, bijvoorbeeld 10 diepte interviews in plaats van 100 oppervlakkige interviews.

Kwantitatief onderzoek Kwantitatief onderzoek richt zich op massadata, bijvoorbeeld een enquête.

Hierbij gaat het om de hoeveelheid reacties.

Accordering Accordering is een goedkeuring van een geïnterviewde persoon. De goedkeuring heeft veelal betrekking op de

interviewverslagen. Hierbij wordt ervoor gewaakt dat de interpretatie van

antwoorden stroken met wat de geïnterviewde bedoeld heeft.

Afkorting Definitie/uitleg

(ministerie van) BZK (Ministerie van) Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

College van B&W College van Burgemeester en Wethouders

ALD Agenda Lokale Democratie

VNG Vereniging Nederlandse Gemeenten

(11)

1. Inleiding/Verantwoording

In dit eerste deel van het rapport wordt achtereenvolgens ingegaan op de aanleiding van het onderzoek, bestuurskundige aanpak, doelstelling, centrale vraag, onderzoeksvragen, informatieverzamelingsmethoden, geldigheid, afbakening en tot slot op de

uitvoeringsafspraken. Hierdoor moet duidelijk worden waarom dit onderzoek is gedaan en hoe het onderzoek is opgezet.

1.1 Aanleiding

Op 6 januari 2015 kondigde de huidige minister van Binnenlandse Zaken en

Koninkrijksrelaties, R. Plasterk, de Agenda lokale democratie aan. Gezien de huidige ontwikkelingen binnen onze Nederlandse samenleving moeten, volgens minister Plasterk, ook de decentrale overheden meebewegen met de behoeften en initiatieven uit de

samenleving. Onder andere de transities op 1 januari 2015 hebben ervoor gezorgd dat de gemeente meer taken krijgen en daardoor ook moeten veranderen in hun handelen.

Daarnaast krijgen burgers te maken met een opkomende netwerksamenleving,

mondigere inwoners, de afnemende verbindende rol van de traditionele partijen en de digitalisering. Dit samen zorgt voor een erg dynamische samenleving (Rijksoverheid, 2016). Hiervoor heeft het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties samen met de VNG (Vereniging van Nederlandse Gemeenten) en diverse andere partners (Nederlandse vereniging van raadsleden, wethouders, secretarissen, burgemeesters en griffiers) een programma opgesteld omtrent de Agenda Lokale Democratie, namelijk:

Lokale Democratie in Beweging (een meerjarig programma over samenspel) (VNG, 2015).

De VNG heeft met een brief gereageerd op de aankondiging van de minister over de Agenda Lokale Democratie. In deze brief onderstrepen zij de aangegeven veranderingen in de maatschappij en geven zij aan dat de vernieuwing van de lokale democratie binnen de VNG tot één van de bestuurlijke prioriteiten is benoemd. Verder wordt er door de diverse andere partners door het ondertekenen van het programma: ‘Democratie in Beweging’ aangegeven dat zij de problematiek erkennen en zich er actief voor in gaan zetten. Voornamelijk de VNG is van belang omdat deze samen met het ministerie het voortouw neemt op het gebied van de Agenda Lokale Democratie (VNG, 2015).

Om de daad bij het woord te voegen heeft de minister, naast het opzetten van het programma lokale democratie in beweging, aangegeven dat hij vernieuwende democratische praktijken zal steunen (Brief aan raadsleden en collegeleden, 2015).

Hierbij kan gedacht worden aan de ‘democratic challenge’, G1000-platform, etc. De communicatie naar de decentrale overheden heeft plaatsgevonden door middel van een brief (op 13 maart 2015). Deze brief was geadresseerd aan de colleges en de

gemeenteraden binnen de Nederlandse gemeenten (Brief aan raadsleden en

collegeleden, 2015). In deze brief worden de opvattingen van de hierboven genoemde partijen toegelicht. Daarnaast wordt er uitgebreid aangegeven wat de plannen zijn en welke huidige programma’s en mogelijkheden er zich binnen dit project voordoen.

Om te beginnen wordt er in deze brief aangegeven welke functies de Agenda Lokale Democratie moet vervullen, namelijk:

 ‘Aansluiten bij de ontwikkelingen die in de praktijk gaande zijn en deze waar mogelijk faciliteren en versterken’. Hierbij gaat het om de steun vanuit de

minister naar de gemeenten die graag de lokale democratie willen versterken door middel van o.a. een experimentwet.

 ‘Overzicht bieden van wat er speelt en wat de bijdrage van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties kan zijn’. Door de gemeente aan te sporen mee te doen aan de verschillende opgezette programma’s beoogt het ministerie een beter overzicht te krijgen van de lopende activiteiten op dit gebied.

Daardoor kan er een betere actieve bijdrage geleverd worden op dit gebied.

(12)

 ‘Richtinggevende uitspraken doen die gemeenten kunnen helpen bij het benutten van de kansen en de omgang met uitdagingen’. Hier gaat het dus voornamelijk om de gemeenten de ‘goede’/gewenste kant op te sturen. Daarnaast kan het ministerie ook goed lopende voorbeelden vanuit andere gemeenten aandragen.

 ‘Bijdragen aan de voortdurende dialoog over de vitalisering van de lokale

democratie’. Deze laatste functie houdt in dat het ministerie ervoor wil zorgen dat de gemeenten ook daadwerkelijk gaan meebewegen met de ontwikkelingen in de samenleving. Hierbij beoogt het ministerie een regierol te pakken (samen met de eerder genoemde partners).

Verder wordt in de brief aangegeven welke programma’s er op dit gebied al lopen.

Daarnaast worden alle geadresseerden aanbevolen/aangespoord om waar mogelijk deel te nemen aan deze programma’s.

Binnen de gemeente Asten is naar aanleiding van deze brief de vraag gesteld hoe de gemeente Asten er op dit punt voor staat en welke mogelijkheden er voor de gemeente Asten zijn. Deze vraag kwam terug bij de begrotingsbehandeling 2016. Met betrekking tot burgerparticipatie, als onderwerp ook genoemd in de Agenda Lokale Democratie, is een raadsbrede motie aangenomen (zie bijlage 12). Het ambtelijk apparaat geeft aan dat zij geen duidelijk overzicht hebben van de huidige activiteiten op dit gebied. Daarnaast worden er op dit moment (in Asten) geen onderzoeken of experimenten uitgevoerd op het gebied van de lokale democratie. Op de vragen wat de gemeente Asten op dit gebied doet, welke behoeften er in de gemeente Asten zijn en welke mogelijkheden er zijn, is dan ook nog geen antwoord op dit moment.

Om in de toekomst wel antwoord te kunnen geven op dergelijke vragen, wordt er dus een onderzoek gedaan. Hierbij moet onderzocht worden wat de huidige stand van zaken is op het gebied van de lokale democratie, wat de behoeften binnen het bestuur en de inwoners zijn en welke initiatieven er kunnen worden ingevoerd om de lokale democratie te versterken. Het uiteindelijke advies zal bestaan uit een uiteenzetting van de huidige activiteiten en aanbevelingen over initiatieven die de lokale democratie mogelijk kunnen versterken.

De directe aanleiding voor dit onderzoek bestaat o.a. uit de vragen vanuit de politiek in de gemeente Asten. Daarnaast is er de vraag van de griffier om een advies te geven omtrent de huidige situatie en de initiatieven op het gebied van de lokale democratie.

Indirect hebben we te maken met het voornemen van minister Plasterk om de lokale democratie continu te verbeteren en mee te laten bewegen met de ontwikkelingen.

Daarnaast zorgen natuurlijk ook de aangegeven partners van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor een stimulans naar de gemeenten om ook daadwerkelijk iets te doen.

De uiteindelijke beslissing of er iets wordt gedaan, en zo ja welke activiteiten binnen de gemeente Asten gewenst zijn, wordt natuurlijk door college en gemeenteraad van de gemeente Asten genomen. Binnen dit proces is het belangrijk dat in ieder geval de volgende actoren worden betrokken binnen het onderzoek: de inwoners van de

gemeente Asten, de politieke partijen binnen de gemeente Asten en tot slot ook interne actoren zoals de raad en het college (zie actorenanalyse in bijlage 1).

Omdat de gemeente Asten niet direct mensen beschikbaar had/heeft om een dergelijk onderzoek uit te voeren, is besloten om dit via een onderzoeksstage uit te zetten. Nadat ik tijdens een gesprek bij de gemeente Asten ben uitgekomen bij de griffier, was ik als onafhankelijke afstudeerder een ‘geschikte’ kandidaat om dit onderzoek uit te voeren.

Uiteindelijk zal dit onderzoek dan ook ter advies en ondersteuning worden aangeboden aan de griffier. Deze zal het advies waar mogelijk gebruiken om de raad te informeren en eventuele aanbevelingen voor te leggen. Daarnaast zullen de uitkomsten ook door de griffier besproken worden met de burgemeester (vanuit zijn bestuurlijke

verantwoordelijkheid en als voorzitter van de raad), en met het college van B&W via de

(13)

gemeentesecretaris. De uitkomsten zullen daarnaast worden gecombineerd met de bestuursopdracht/motie burgerparticipatie die door de gemeenteraad is aangenomen.

Gezien de verschillende benoemde interne- en externe betrokken actoren, het belang vanuit de maatschappij ten aanzien van de democratie zoals die wordt uitgevoerd en de politieke/bestuurlijke invloed op de Agenda Lokale Democratie (de raad beslist

uiteindelijk wat er op het gebied van de Agenda Lokale Democratie wordt gedaan), valt te concluderen dat het hier om een bestuurskundige opdracht gaat. Figuur 1: beleidscyclus

1.2 Bestuurskundige aanpak

Kijkend naar de concrete vraag van de gemeente Asten, valt te concluderen dat dit onderzoek uit drie fasen bestaat. De eerste fase is onderzoek doen naar de huidige stand van zaken van de gemeente Asten. Oftewel: Wat gebeurt er binnen de gemeente Asten op het gebied van de Agenda Lokale Democratie? De tweede fase is onderzoeken wat de verschillende actoren willen en welke initiatieven deze hebben. En tot slot kan in de derde fase van het onderzoek gekeken worden welke

ideeën/initiatieven mogelijk zijn en voor welke van deze initiatieven potentieel voldoende draagvlak is.

Kijkend naar de beleidscyclus is er een overlapping van

verschillende fasen binnen dit onderzoek. De eerste fase van het onderzoek valt te scharen onder een terugkoppeling van het huidige beleid. Er wordt gekeken wat er gedaan wordt. De tweede en derde fase kan geschaard worden onder

beleidsvoorbereiding. Hier worden de mogelijkheden en ideeën/initiatieven van de betrokken actoren onderzocht. Dit wordt uiteindelijk aangeboden in de vorm van een advies aan de griffier (de agenderingsfase binnen de beleidscyclus is door het ministerie en de door de vragen vanuit de lokale politiek vormgegeven).

Om ervoor te zorgen dat er een betrouwbaar en valide onderzoek wordt gedaan, is gebruik gemaakt van de methoden uit het boek van A. Geul (2013). Dit boek;

Beleidsconstructie, coproductie en communicatie bestaat uit zes methoden. Op basis van deze mogelijkheden is door middel van een keuzehandleiding uit het boek (zie bijlage 2 gekozen voor de Japanse methode (Geul, 2013, P. 57) en de Engelse/Ingenieurs

methode(Geul, 2013, p. 81). Elke methode heeft een aantal stappen die bij de

betreffende methode doorlopen moeten worden. Deze stappen staan genoemd in bijlage 2. Binnen dit onderzoek is ervoor gekozen om deze stappen niet exact over te nemen bij de onderzoeksvragen. De stappen waaruit de methoden bestaan worden gedurende het onderzoek wel doorlopen en beantwoord (zie bijlage 2). De keuze om deze stappen niet exact over te nemen komt voort uit het feit dat hierdoor een te groot aantal

onderzoeksvragen ontstaat.

De huidige situatie van de gemeente Asten is het startpunt van waaruit gekeken kan worden welke eventuele versterkingen er mogelijk zijn. Om deze situatie boven water te krijgen wordt gebruik gemaakt interne interviews en deskresearch (interne documenten).

Om te kijken welke initiatieven mogelijk zijn in de gemeente Asten wordt gekeken naar andere gemeenten in Nederland, de literatuur en deskundigen omtrent participatie en tot slot worden het bestuur en de inwoners benaderd voor input. Bij het kijken naar andere gemeenten worden de stappen van de Japanse methode gebruikt. Om te kijken wat de literatuur zegt en de deskundigen vinden worden de stappen van de

Engelse/Ingenieursmethode gebruikt. Naast de twee methoden uit het boek van A. Geul (2013) wordt gedurende het onderzoek ook door middel van een enquête onder burgers en interne interviews onder ambtenaren en het bestuur informatie opgehaald. Door gebruik te maken van deze methoden kunnen de onderzoeksvragen en centrale vraag worden beantwoord.

(14)

Figuur 2: Onderzoeksmethoden

Onderzoeksmethoden: Specifiek Betrokken actoren Methoden Engelse- en Japanse

Methode Deskundigen, Inwoners

van Asten.

Kwalitatief onderzoek Interviews/fieldresearch, Literatuuronderzoek /deskresearch

Onder raadsleden, College van B&W,

Gemeentesecretaris, ambtenaren.

Kwantitatief onderzoek Enquête Onder Inwoners gemeente Asten.

1.3 Doelstelling

De doelstelling van dit onderzoek is allereerst een duidelijk overzicht maken van de huidige activiteiten binnen de gemeente Asten op het gebied van de Agenda Lokale Democratie. Verder moet er duidelijk worden of er vanuit de inwoners en het bestuur behoefte is aan vernieuwing omtrent de lokale democratie, en zo ja welke mogelijkheden en initiatieven potentie hebben voor de gemeente Asten. Dit zal uitmonden in een advies naar de griffier. Daarin wordt aangegeven wat de huidige activiteiten zijn en welke initiatieven met voldoende draagvlak mogelijk zijn binnen de gemeente Asten.

1.4 Centrale vraag

In hoeverre is er binnen het bestuur en/of onder de inwoners van de gemeente Asten behoefte aan versterking van de lokale democratie, zoals de Agenda Lokale Democratie beoogt, en welke initiatieven beschikken over voldoende draagvlak?

1.5 Onderzoeksvragen

1. Wat houdt de Agenda Lokale Democratie in en wat zijn de huidige activiteiten in de gemeente Asten op het gebied van de Agenda Lokale Democratie?

2. In hoeverre is er behoefte binnen het gemeentelijk bestuur (raad/college) en/of onder de inwoners van de gemeente Asten aan versterking op het gebied van de Agenda Lokale Democratie?

3. Wat doen andere gemeenten op het gebied van de Agenda Lokale Democratie, en welke initiatieven zijn eventueel te gebruiken binnen de gemeente Asten?

4. Welke initiatieven worden er door de deskundigen en wetenschappers aangeraden om de vitalisering van de lokale democratie te bevorderen?

5. Welke initiatieven worden er aangedragen door het bestuur en de inwoners en welke daarvan zijn potentieel in te voeren binnen de gemeente Asten?

6. Welke initiatieven zijn voor de gemeente Asten geschikt, en in welke mate is er draagvlak om eventueel initiatieven in te voeren?

1.6 Informatieverzamelingsmethoden

1. Wat houdt de Agenda Lokale Democratie in en wat zijn de huidige activiteiten in de gemeente Asten op het gebied van de Agenda Lokale Democratie?

Deze deelvraag wordt gesplitst in twee delen, in het eerste deel wordt ingegaan op wat de Agenda Lokale Democratie inhoudt. In het tweede deel wordt ingegaan op de huidige activiteiten in de gemeente Asten op het gebied van de Agenda Lokale Democratie. Beide deelvragen zullen door middel van deskresearch worden beantwoord, voor het tweede deel van de onderzoeksvraag zullen ook enkele interviews worden gehouden.

Zoals in de aanleiding beschreven staat, is de Agenda Lokale Democratie in januari 2015 geïntroduceerd door minister Plasterk. Bij de introductie van dit onderwerp is er een nota van 19 pagina’s uitgegeven ter onderbouwing en uitleg. Daarnaast valt er in een brief naar de Tweede Kamer te lezen hoe deze op de hoogte is gebracht van de plannen van minister Plasterk. Ook de communicatie naar de gemeenteraden en colleges van B&W is met een brief gedaan. Ook deze brieven bevatten de nodige informatie waaruit blijkt wat de Agenda Lokale Democratie inhoudt. De invulling van de Agenda Lokale Democratie

(15)

van het ministerie heeft geleid tot het programma: Lokale democratie in beweging. In dit programma staan naast activiteiten ook uitleg en inhoudelijke informatie. Tot slot is in de Rijksbegroting 2016 te lezen hoe op dit moment wordt aangekeken tegen de Agenda Lokale Democratie. Deze informatie moet samen leiden tot een goed en duidelijk antwoord op de vraag wat de Agenda Lokale Democratie inhoudt.

- Nota Agenda Lokale Democratie

- Brief 2e Kamer introductie Agenda Lokale Democratie - Brief naar gemeenteraden en colleges van B&W - Internetsite lokale democratie in beweging - Rijksbegroting 2016

Om erachter te komen wat de huidige activiteiten binnen de gemeente Asten zijn, worden er in ieder geval interviews gehouden met de griffier (mevrouw M. van Erp) en een communicatiemedewerker (de heer P. Greijn). Door deze interviews moet duidelijk worden welke communicatie naar de inwoners plaatsvindt (via de heer Greijn, afdeling communicatie) en in hoeverre de raad bezig is met de Agenda Lokale Democratie.

(mevrouw van Erp, Griffier). Daarnaast zullen de communicatienota’s gebruikt worden.

- Communicatienota 2015-2018 - Communicatienota 2010-2014 - Coalitieakkoord 2014

- Interviews intern (o.a. met de heer P. Baudoin, mevrouw J. Meulendijks) Relevantie:

Belangrijk bij een onderzoek is eerst helder stellen waar het onderzoek over gaat en wat bepaalde termen inhouden. Vervolgens wordt er onderzocht of er behoefte is aan

versterking van de lokale democratie. Er kan alleen gekeken worden naar

versterkingen/initiatieven wanneer bekend is wat er gedaan wordt. Vandaar dat een inventarisatie van de huidige activiteiten van de gemeente Asten op het gebied van de Agenda Lokale Democratie van belang is.

2. In hoeverre is er behoefte binnen het gemeentelijk bestuur (raad/college) en/of onder de inwoners van de gemeente Asten aan versterking op het gebied van de Agenda Lokale Democratie?

Om deze onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden wordt voornamelijk fieldresearch gebruikt. De behoefte binnen het gemeentelijk bestuur en onder de inwoners van de gemeente Asten is alleen te meten door middel van interviews en een enquête, te

beginnen met het bestuur van de gemeente Asten. Het bestuur valt onder te verdelen in de gemeenteraad, het college van B&W en als afzonderlijk bestuursorgaan de

burgemeester. Bij de gemeenteraad zullen alle fractievoorzitters van de 6 politieke partijen per mail (en eventueel telefonisch) worden benaderd voor een interview. Het college van B&W wordt met een interne mail verzocht om een interview. Deze interviews, die plaatsvinden in de vorm van individuele gesprekken, gaan inzicht geven in de

behoefte onder het bestuur van de gemeente Asten. Er wordt in deze interviews

gevraagd naar o.a. meningen en opvattingen over het onderwerp (is er behoefte en wat is de behoefte?). De exacte interviewvragen worden opgesteld en overlegd met de griffier.

Het betrekken van de inwoners van de gemeente Asten binnen dit onderzoek wordt moeilijker. Deze inwoners worden bereikt door middel van het uitzetten van een enquête.

Deze enquête was op voorhand al door de gemeente Asten toegezegd en staat tevens beschreven in de uitvoeringsafspraken later in dit plan van aanpak. Om deze enquête goed in te richten en uit te voeren wordt daarbij (op aangeven van het afstudeercafé) hulp gezocht bij een van de MTO docenten (Judith Hanssen) van Avans Hogeschool. Het onderzoek zou eventueel ook gedaan kunnen worden zonder inwoners van de gemeente Asten te betrekken. De reden waarom er toch voor gekozen is om dit wel te doen ligt bij het onderwerp van het onderzoek. Dit onderzoek gaat juist om het betrekken van

(16)

inwoners bij de beleidsvoering van de gemeente. Het is daarom belangrijk om ook in een onderzoek daarnaar de inwoners te betrekken.

Deze interviews, mails en enquête zullen gezamenlijk leiden tot o.a. een inzicht of er behoefte is aan vernieuwing/verbetering van de lokale democratie. aangezien het hier om een mening gaat, wordt ervan uit gegaan dat iedereen in ieder geval eerlijk antwoord geeft (tijdens deze interviews, mails en enquête worden ook andere vragen gesteld die voor andere onderzoeksvragen van belang zijn).

Relevantie:

Belangrijk om te weten is of er behoefte is aan vernieuwingen/verbeteringen. Als iedereen tevreden is en er totaal geen behoefte is aan nieuwe initiatieven, is het de vraag of er iets veranderd moet worden (en of er wel draagvlak is).

3. Wat doen andere gemeenten op het gebied van de Agenda Lokale Democratie, en welke initiatieven zijn eventueel te gebruiken binnen de gemeente Asten?

Om naast de initiatieven en ideeën van het bestuur en/of de inwoners te zorgen voor een zo breed mogelijk onderzoek, wordt ook de Japanse methode gebruikt. Deze methode houdt in dat er gekeken wordt naar andere (in dit geval) gemeenten. Eventuele geschikte mogelijkheden worden bekeken en meegenomen in het onderzoek. Hierbij zijn geen randvoorwaarden opgesteld voor geschikte gemeenten. Dit omdat vrijwel alle

participatiemogelijkheden ook aangepast kunnen worden naar de gemeente Asten. Per slot van rekening blijft het democratisch stelsel in alle gemeenten hetzelfde. In de laatste onderzoeksvraag wordt wel getoetst of de initiatieven geschikt (zie voor criteria de 6e deelvraag) zijn voor de gemeente Asten. Het is belangrijk om, indien mogelijk, goed werkende initiatieven te gebruiken. Tevens zal er gedurende de onderzoeksperiode via deskresearch worden gezocht naar initiatieven uit andere gemeenten. Gezien de beschikbare tijd en hoeveelheid interviews bij andere deelvragen is ervoor gekozen om bij deze deelvraag niet met interviews te werken.

Tijdens de interviews (uit andere deelvragen) met alle betrokken actoren (zie deelvragen hieronder) kan er getoetst worden welke initiatieven vanuit andere gemeenten aanslaan of juist niet. Bronnen die kunnen helpen aan informatie waar initiatieven worden gegeven zijn:

- www.participatiewijzer.nl  participatiewijzer;

- Contact met Prodemos;

- Contact met de provincie Noord-Brabant;

- Contact met Gemeente Rotterdam (o.a. over burgerjury);

- Contact met gemeenten die uit het onderzoek naar voren komen;

- Contact met Vereniging Nederlandse Gemeenten;

- Contact met Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Uiteindelijk zullen de aangegeven contacten, de participatiewijzer en de deskresearch gedurende de onderzoeksperiode leiden tot een antwoord op de onderzoeksvraag welke mogelijkheden er in andere gemeenten spelen en of deze geheel of gedeeltelijk bruikbaar zijn.

Relevantie:

Het is relevant om te weten wat er al gedaan wordt op het gebied van de Agenda Lokale Democratie. Door onderzoek te doen naar de initiatieven van andere gemeenten kunnen er ook initiatieven overgenomen worden. Beter een goed initiatief in de kern overnemen dan zelf opnieuw bedenken.

4. Welke initiatieven worden er door de deskundigen en wetenschappers aangeraden om de vitalisering van de lokale democratie te bevorderen?

Kijkend naar de vele onderzoeken (zie bronnenlijst) die gedaan zijn op het gebied van burgerparticipatie, meebewegen met de ontwikkelingen, overheidsparticipatie, doe-

(17)

democratie, ontwikkelingen in de maatschappij, etc. is het handig om te kijken welke onderzoeken er raakvlakken hebben met dit onderzoek. Uiteindelijk kan er door middel van de kennis en kunde uit deze rapporten met meer begrip worden gekeken naar initiatieven die volgen. Daarnaast kunnen veelbelovende aanbevelingen en initiatieven ook meegenomen worden binnen het onderzoek.

De verschillende onderzoeken die in ieder geval uitkomst kunnen bieden in het onderzoek naar mogelijkheden voor de gemeente Asten zijn opgesomd in de literatuurlijst.

Relevantie:

Kijkend naar de vele onderzoeken die gedaan zijn omtrent de (Agenda) Lokale Democratie en de facetten die daarbij horen, is het goed om deze onderzoeken en aanbevelingen mee te nemen. Hieruit kunnen eventuele kennis en initiatieven worden meegenomen.

5. Welke initiatieven worden er aangedragen door het bestuur en de inwoners, en welke daarvan zijn potentieel in te voeren binnen de gemeente Asten?

Door middel van de tweede onderzoeksvraag is duidelijk geworden of er behoefte is aan vernieuwing op het gebied van de Agenda Lokale Democratie. Wanneer het bestuur en/of de inwoners hier behoefte aan hebben, is het ook handig om te weten welke initiatieven zij voordragen binnen de gemeente Asten. Deze mensen zijn juist de mensen die

dagelijks in de gemeente Asten leven en ook weten wat er goed en minder goed gaat.

Daarom zijn de inwoners en het bestuur binnen de gemeente misschien wel de meest geschikte bronnen om te vragen welke initiatieven er aangedragen kunnen worden. Dit wordt onderzocht door de eerder (bij onderzoeksvraag 2) aangegeven interviews en enquête. Tijdens de interviews is in ieder geval een (of een deel) van de interviewvragen gericht op de initiatieven die door de geïnterviewde worden aangedragen om de lokale democratie binnen de gemeente Asten te versterken. Daarnaast wordt ook een deel van de enquête gericht op eventuele initiatieven.

Er wordt door middel van diverse interviews en een enquête dus voor gezorgd dat er genoeg informatie is om deze onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden. Om deze informatie te vergaren, worden de Amerikaanse (direct betrekken inwoners) gebruikt (zie bestuurskundige aanpak).

Daarnaast wordt er in dit deel gekeken naar de initiatieven die potentieel in te voeren zijn. Hierbij gaat het alleen om de initiatieven die voort komen uit het bestuur en de inwoners van de gemeente Asten. In deelvraag 6 wordt er bij alle initiatieven vanuit de actoren gekeken welke geschikt (potentieel in te voeren) zijn (met voldoende draagvlak).

Welke initiatieven potentieel in te voeren zijn, wordt bepaald in deze deelvraag door draagvlak. Er wordt getracht in beeld te brengen hoe de verschillende fracties staan tegenover de initiatieven die uit de andere fracties of inwoners naar voren komen.

Relevantie:

Inwoners, de gemeenteraad en het college van B&W zijn actoren die midden in het dagelijks leven van de gemeente Asten staan en te maken hebben met de lokale

democratie. Deze mensen hebben dus een goed beeld van de gemeente Asten en kunnen zeker bijdragen aan initiatieven ter versterking van de lokale democratie. Daarnaast wordt hierdoor ook het draagvlak voor initiatieven vergroot.

6. Welke initiatieven zijn voor de gemeente Asten geschikt, en in welke mate is er draagvlak om eventueel initiatieven in te voeren?

Bij deze deelvraag wordt eerst gekeken welke initiatieven er uit de eerdere

onderzoeksvragen geschikt gebleken zijn voor de gemeente Asten. Een initiatief is geschikt wanneer dit voldoet aan de volgende randvoorwaarden: is er behoefte aan de mogelijkheid, is de mogelijkheid in een gemeente met een omvang van de gemeente

(18)

Asten in te voeren, leidt de mogelijkheid ook daadwerkelijk tot het doel van de gemeente (het doel vloeit voort uit het coalitieakkoord en de interviews met de betrokken actoren) en heeft de mogelijkheid ook daadwerkelijk te maken met de Agenda Lokale Democratie?

Of er dan ook voldoende draagvlak aanwezig is om een mogelijkheid in te voeren, moet blijken uit de verschillende interviews. In deze interviews wordt getoetst welke kant de politieke partijen en het college op willen en waarom. Aan de hand van die bevindingen kan er een prognose worden gemaakt van welke ideeën op steun kunnen rekenen en welke ideeën minder of geen steun zullen ontvangen. Deze interviews en het toetsen van de randvoorwaarden moeten leiden tot een X aantal goede initiatieven voor de gemeente Asten.

Relevantie:

Van belang is om te kijken of initiatieven ook daadwerkelijk uit te voeren zijn. Daarom wordt er gekeken welke initiatieven geschikt zijn door het opstellen van

randvoorwaarden. Het goedkeuren van een initiatief staat of valt met draagvlak, een aanbeveling moet dus wel berusten op voldoende draagvlak onder de betrokken actoren.

1.7 Geldigheid: validiteit en betrouwbaarheid

In dit onderzoek is gekozen om twee methoden uit het boek van A. Geul (2013) te gebruiken. Daarnaast wordt er gebruikt gemaakt van verschillende interviews, een enquête, deskresearch en de aangegeven onderzoeksmethoden (Japanse methode, Engelse methode). Hierdoor worden zowel verschillende interne (raad en college) als verschillende externe (inwoners) actoren betrokken bij het onderzoek. Tot slot is ook gebruik gemaakt van voorbeelden uit ander gemeenten, deskundigen en

wetenschappelijk onderzoek. Door deze diversiteit en zorgvuldigheid van onderzoeken is de betrouwbaarheid en validiteit van dit onderzoek gewaarborgd. Daarnaast zijn de methoden uit het boek van A. Geul ook erkend door de opleiding

Bestuurskunde/Overheidsmanagement van Avans Hogeschool.

Daarnaast worden alle interviews intern in het ambtelijk apparaat ter controle

teruggestuurd naar de geïnterviewde. Ook de eventuele interviews met deskundigen worden ter controle teruggestuurd voor een accordering. De interviews onder de politiek actieve actoren worden niet teruggestuurd ter controle. Ondanks dat dit de

betrouwbaarheid en validiteit van het onderzoek vermindert, is het vrijuit spreken van deze actoren belangrijker dan een controle. Wanneer deze personen op papier uitspraken en meningen vast moeten leggen, wordt de mate waarin vrijuit gesproken kan worden verminderd. Juist die vrijheid is belangrijk om een goede indruk van de politiek actieve actoren te krijgen (zie uitleg in rapport).

Uiteindelijk is dit onderzoek wel afhankelijk van bijvoorbeeld de deelname aan de

verschillende interviews en de deelname aan de enquête. Daarnaast zijn er deadlines en kan niet alles onderzocht worden. De grootste bedreiging voor de geldigheid van het onderzoek zit voornamelijk in de beschikbare tijd en de medewerking aan de

verschillende interviews en de enquête.

(19)

2. Agenda Lokale Democratie (Asten)

Wat houdt de Agenda Lokale Democratie eigenlijk in? Om tot een antwoord te komen op deze vraag is het belangrijk dat de Agenda Lokale Democratie wordt geoperationaliseerd.

Minister Plasterk had het in de begroting (2016) over een formele, representatieve en een informele, participatieve democratie. Deze verdeling wordt later in dit hoofdstuk verder geoperationaliseerd tot vier terreinen die als kapstok zullen dienen in dit

onderzoeksrapport (zie bijlage 3). Dit hoofdstuk is geschreven omdat uit interviews en gesprekken binnen de gemeente Asten duidelijk is geworden, dat het voor veel mensen niet duidelijk is wat de Agenda Lokale Democratie eigenlijk inhoudt. Daarnaast zijn er verschillende meningen over de inhoud. Daarom is de keuze gemaakt om dit onderzoek te beginnen met een uitleg en operationalisering van de (nota) Agenda Lokale

Democratie.

Er zijn in Nederland verschillende niveaus binnen de overheid. Zo is er het gemeentelijk/waterschap niveau, het provinciaal niveau en het landelijk niveau (rijksoverheid). Binnen dit rapport zal er uitsluitend gekeken worden naar het

gemeentelijk (lokaal) niveau. Er wordt onderzoek gedaan naar de lokale democratie (in de gemeente Asten) en niet naar de landelijke democratie. Omdat er binnen de huidige literatuur verschillende definities zijn van democratie, wordt in dit rapport de volgende definitie aangehouden:

‘Een politieke besluitvormingsprocedure waarin politieke gelijkheid en politieke vrijheid (procedurele grondrechten en beginselen) zijn gewaarborgd, met als uitgangspunt een meerderheidsregel, waarbij de bescherming van de minderheid is verzekerd’ (Peters, 2014)

Kijkend naar de geschiedenis van Nederland, valt het op dat Nederland niet altijd een democratie heeft gehad. Vanaf 1813 regeert er in Nederland een koning, het huis van Oranje-Nassau. Na verschillende revoluties in omliggende landen wordt er onder druk van de bevolking in Nederland in 1848 een echte constitutie (grondwet) aangenomen.

Dit, onder leiding van Thorbecke, was volgens sommigen het begin van de democratie.

Nu de macht al deels verlegd werd van de koning naar ministers, was er een belangrijke stap gemaakt (in deze tijd werd ook in de grondwet opgenomen dat de koning

onschendbaar is, en dat de ministers verantwoordelijk zijn voor het handelen van de koning). Lange tijd had een kleine groep vooraanstaande Nederlanders de macht in handen, pas in 1922 ontstaat er een ‘echte democratie’. Vanaf dat moment krijgen alle mensen actief en passief kiesrecht, oftewel het recht om te stemmen en het recht om op gestemd te worden (Staatsinrichting, 2015).

Dat wil niet zeggen dat de democratie sinds 1922 stil heeft gestaan. In tegendeel zelfs, de democratie blijft zich ontwikkelen. Anno 2016 is men nog steeds bezig om de

democratie zo goed mogelijk in te richten en ervoor te zorgen dat de democratie blijft voldoen aan de definitie van eerder dit hoofdstuk. Denk bijvoorbeeld aan de dualisering van 2002, de nota doe-democratie (2013), etc. Binnen deze veranderingen wordt

getracht de democratie aan te passen aan de situatie in de maatschappij op dat moment.

In januari 2015 introduceert minister Plasterk de Agenda Lokale Democratie. Deze agenda is een vervolg op de nota doe-democratie en moet tot een versterking van de lokale democratie leiden (zie aanleiding eerder in dit rapport).

(20)

2.1 Agenda Lokale Democratie

Er is in Nederland een veranderende samenleving. Veel burgers worden mondiger en willen meer invloed kunnen uitoefenen (naast eens per 4 jaar stemmen). Daarnaast verandert de verzuilde verticale structuur van onze samenleving in een horizontale netwerksamenleving. De grenzen tussen de (lokale) overheid, de maatschappij, de bedrijven en de inwoners vervagen. Veelal is een integrale aanpak, waarbij verschillende actoren betrokken worden, nodig om verschillende problemen aan te pakken. Al met al ontstaat er dus een steeds meer dynamische samenleving waarin burgers via

verschillende media (bijvoorbeeld internet) meer kennis kunnen vergaren. Dit roept de vraag op of onze huidige lokale democratie nog voldoet aan de eisen die de maatschappij stelt (Rijksbegroting, 2016).

De Agenda Lokale Democratie loopt nu ruim 1 jaar en moet leiden tot een versterking van de lokale democratie. Om duidelijkheid te verschaffen omtrent deze agenda heeft de minister op verschillende manieren gecommuniceerd met de belangrijkste actoren. De belangrijkste communicatie daarvan is de startnotitie: Vitale lokale democratie: Richting en ruimte voor verandering (2015). In deze notitie licht de minister zijn verwachtingen, plannen en activiteiten toe. Hierbij valt op dat het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties samen met de VNG het voortouw neemt, bij zullen samen met de diverse andere partners verschillende initiatieven opzetten. Tevens wordt er een actieve houding verwacht van onder andere de gemeente zelf. Een versterking van de lokale democratie kan alleen tot stand komen wanneer iedereen (zowel het ministerie als de VNG, de gemeenten en de inwoners van Nederland) samenwerkt. Daarom heeft de

Agenda Lokale Democratie een stimulering van de gemeenten in Nederland op het gebied van het versterken van de lokale democratie op het oog.

2.1.1 Wat doet het ministerie BZK?

Uiteindelijk moeten zowel het ministerie, de gemeenten en de inwoners samen tot een gewenste lokale democratie komen. Deze democratie moet ogenschijnlijk beweeglijk zijn en zich aanpassen aan de wensen en behoeften die er uit de maatschappij naar voren komen. Uit het rapport: Verkenning van lokale democratie in Nederland (2014) blijkt dat het democratisch stelsel op zichzelf onomstreden is.

Om tot een stimulering van de verschillende betrokken actoren te komen heeft minister Plasterk vanuit het ministerie de volgende acties aangekondigd in de nota: ‘Vitale lokale democratie: Richting en ruimte voor verandering’ (2015):

 Faciliterende rol naar de gemeente (symposium organiseren voor de gemeente) ;

 Opzetten van het programma: lokale democratie in beweging (met verschillende andere partners zoals het VNG);

 Experimentenwet voorleggen aan 2e kamer (en aanvullende onderzoek naar de mogelijkheden hiervoor);

 Onderzoeken of er verruiming van het gemeentelijk belastinggebied nodig is;

 Bijdragen aan de professionalisering van politieke ambtsdragers;

 Versterken van de lokale rekenkamer(commissie)s;

 Aanpassen van de Wet gemeenschappelijke regelingen op een aantal punten;

 Onderzoek naar dorps- en wijkraden en gebiedscommissies doen;

 Samen met de kiesraad kijken of de kieswet achterstallig onderhoud kent en of er zaken in staan die moeten worden opgehelderd;

 Stimuleren dat gemeenten leren van elkaar;

 Kleinschalige financiële steun geven wanneer noodzakelijk;

 Een viertal universiteiten steunen die onderzoek doen naar effecten van de werking van de G1000 bijeenkomsten;

 Initiëren van onderzoeken die voortbouwen op het onderzoeken van SCP om de kennis op het gebied van de lokale democratie te vergroten;

(21)

 In 2015 actief zoeken naar gemeenten die bereid zijn om meer informatie actief openbaar te maken;

 Op 1 juni 2015 een D1000 dag organiseren, dit in het kader van het opgezette programma: lokale democratie in beweging.

(startnota Agenda Lokale Democratie 2015, Rijksbegroting 2016 P. 12)

Nu is het aan de gemeenten om ook daadwerkelijk te participeren binnen deze agenda.

Om tot een versterking van de lokale democratie te komen is het belangrijk dat alle gemeenten een eigen manier vinden om dit te bewerkstelligen. Elke gemeente is anders en heeft andere omstandigheden en behoeften. Om tot een versterking te komen van de lokale democratie is er geen optimale manier van veranderen. Iedere gemeente moet door middel van de gegeven handvatten tot een eigen versterking komen.

2.1.2 Operationalisering Agenda Lokale Democratie

Tijdens de aankondiging van de Agenda Lokale Democratie door minister Plasterk wordt aangegeven dat de formele, representatieve democratie en de informele, participatieve democratie versterkt moet worden (rijksbegroting 2016. P. 12). Hierdoor kunnen we de Agenda Lokale Democratie al onderverdelen in deze twee gebieden. Om deze twee gebieden specifiek te krijgen, wordt er in dit onderzoek uitgegaan van een viertal verschillende terreinen om de lokale democratie te versterken. Er is gekozen om deze vier terreinen te onderscheiden om duidelijkheid te creëren. Alle activiteiten, initiatieven, mogelijkheden, etc. kunnen vanaf nu worden onderverdeeld in een van deze vier

terreinen. Hierdoor is het voor iedereen makkelijk te onderscheiden welke initiatieven er op welke terreinen zijn. De vier terreinen bestaan uit:

Participatie binnen de democratie;

Technologisch gebied;

De vorm van de democratie;

De inrichting van de democratie.

De eerste twee terreinen (Participatie en Technologie) vallen onder de informele,

participatieve democratie. De laatste twee terreinen (Inrichting en Vorm) vallen onder de formele, representatieve democratie (zie bijlage 3). Hiermee is tevens de Agenda Lokale Democratie concreter en tastbaarder gemaakt. Uit het interview met professor A. Michels bleek dat deze onderverdeling door haar ook als verhelderend werd beschouwd. Ze gaf aan dat dit helpt bij het operationaliseren van de Agenda Lokale Democratie (voor zover dat mogelijk is), daarnaast is het goed voor de structuur en duidelijkheid van het

onderzoek.

Figuur 3: Operationalisering Agenda Lokale Democratie

Deze indeling komt niet direct uit de startnotitie van de Agenda Lokale Democratie. Hier wordt geen onderscheid gemaakt op welke terreinen de lokale democratie verbeterd kan worden.

Participatie in de democratie

Wanneer mensen denken aan een versterking van de lokale democratie, komt het woord participatie vaak bovendrijven. De laatste jaren zijn de termen burgerparticipatie en overheidsparticipatie/burgerinitiatief veelvuldig gebruikt en terug te lezen in verschillende onderzoeken, zoals in de nota doe-democratie en de Agenda Lokale Democratie. Het

(22)

betrekken of faciliteren van burgers/burgerinitiatieven kan zeker leiden tot een verbetering van de lokale democratie. Gezien de huidige ontwikkelingen in de

maatschappij is het misschien wel goed veel gebruik te maken van burgerparticipatie en/of overheidsparticipatie (zie de begrippenlijst eerder dit rapport voor definitie van deze begrippen).

Technologisch gebied

De afgelopen decennia zijn de technologische ontwikkelingen enorm snel gegaan.

Tegenwoordig zijn er laptops, tablets, smartphones, internet, social media, etc. Uit onderzoek blijkt dat 9 op de 10 Nederlands op social media actief is (Peters, 2014).

Nederlanders hebben toegang tot ongelimiteerde digitale informatie en weten dus meer.

Dit biedt voor de gemeente Asten kansen. Er zijn nu enorm veel mogelijkheden om burgers te bereiken (bijv. via social media, gemeentesite, etc.). Ook ten aanzien van de versterking van de (Agenda) Lokale Democratie liggen mogelijkheden op dit gebied.

De vorm van de democratie

Sinds de democratie in ons land is geïntroduceerd, wordt deze ook steeds aangepast aan de actuele ontwikkelingen. Gezien de huidige ontwikkelingen is het maar de vraag of er een nieuwe inrichting van de lokale democratie nodig is. In 2002 is er nog een

verandering van de inrichting van de (lokale) democratie geweest, ook wel de

‘dualisering’ genoemd. De vorm van de Democratie omvat dus de kaders waaraan de gemeenten zich moeten houden. Tevens stellen Anderweg en Thomassen in hun democratic audit (2011) dat de democratie als beginsel onomstreden is.

Inrichten van de democratie

Binnen de gestelde (wettelijke) kaders is er voor iedere gemeente nog beleidsvrijheid om te kijken hoe ze bepaalde zaken inricht. Voorbeelden hiervan zijn: hoe vaak komt de raad bij elkaar? Welke commissies en hoeveel commissies zijn er? Zo kunnen er verschillende beslissingen worden gemaakt die ook invloed kunnen uitoefenen op de lokale democratie, en daarmee ook op de Agenda Lokale Democratie. In tegenstelling tot de vorm van de democratie, waar de kaders worden gesteld, wordt bij de inrichting gekeken naar de invulling binnen deze kaders.

2.1.3 Conclusie

De Agenda Lokale Democratie is een initiatief vanuit het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties om de lokale democratie te versterken. Zoals minister Plasterk aangeeft, heeft iedereen baat bij een sterke en vitale (lokale) democratie. Om dit te realiseren heeft het ministerie onder de Agenda Lokale Democratie een aantal activiteiten/initiatieven opgezet. Het doel is de Nederlandse gemeenten ook actief te krijgen onder de nota Agenda Lokale democratie, en zo tot een versterking van de (lokale) democratie in het algemeen te komen. Het is goed om te weten welke initiatieven het ministerie opzet om daar eventueel gebruik van te maken (mocht het voor de gemeente Asten interessant zijn).

Daarnaast draagt de operationalisering van en uitleg over de Agenda Lokale Democratie bij aan een helder beeld van wat de Agenda Lokale Democratie inhoudt. Veel actoren weten niet precies wat de Agenda Lokale Democratie inhoudt of hebben verschillende meningen over de inhoud van de Agenda Lokale Democratie. Tijdens de gehouden interviews is allereest een uiteenzetting gegeven van de definitie en operationalisering van de Agenda Lokale Democratie aan de hand van figuur 3. Het is dus belangrijk dat iedereen op één lijn zit als het gaat om de Agenda Lokale Democratie.

(23)

2.2 Huidige activiteiten omtrent de Agenda Lokale Democratie

Om een goed en duidelijk oordeel te kunnen geven over welke initiatieven mogelijk zijn binnen de gemeente Asten, moet ook duidelijk zijn wat er al gedaan wordt. In dit deel van het verslag zal ingegaan worden op welke activiteiten er op dit moment zijn binnen de gemeente Asten omtrent de Agenda Lokale Democratie. Om op hoofdlijnen een beeld te krijgen van de activiteiten binnen de gemeente Asten zijn verschillende interne

interviews gehouden. De griffier geeft aan dat er geen overzicht is omtrent de activiteiten binnen de gemeente Asten op het gebied van de Agenda Lokale Democratie. Om tot een overzicht te komen is er gekeken naar het organogram van de gemeente Asten (zie bijlage 4).

Het organogram kent drie ‘clusters’ waarin verschillende teams (en afdelingen) zijn ondergebracht. Om in kaart te brengen welke activiteiten er zijn in de gemeente Asten op het gebied van de Agenda Lokale Democratie, wordt er voornamelijk naar het cluster Regie en Ontwikkeling gekeken. De clusters Publiek en Middelen zijn in overleg met Mariette van Erp minder relevant gebleken. Vrijwel alle beleidsvoorbereiding wordt binnen het cluster Regie en Ontwikkeling gedaan. In het cluster ‘Middelen’ zijn alle ondersteunende afdelingen ondergebracht en in het cluster ‘Publiek’ is de uitvoering ondergebracht. Natuurlijk moeten zaken zoals burgerparticipatie ook daadwerkelijk uitgevoerd worden. Het structureel en incidenteel betrekken van burgers wordt echter al eerder in dit proces besloten/bedacht. Daarnaast moet binnen het cluster Publiek alles uitgevoerd worden zoals het eerder is bedacht. Daarbij is er dus sprake van minder beleidsvrijheid.

2.2.1 Huidige activiteiten in Asten

Om tot de juiste informatie te komen zijn alle afdelingen en teams van het cluster Regie en Ontwikkeling geïnterviewd. Om de juiste personen te benaderen is intern overleg geweest tussen Mevr. M. Van Erp, Mevr. J. Meulendijks en Dhr. P. Greijn. Samen zijn verschillende teamleiders en specialisten op het gebied van (burger)participatie

benoemd. De interviews zijn uitgewerkt terug te vinden in Bijlage 5. Deze uitgeschreven samenvattingen zijn door de geïnterviewde persoonlijk akkoord bevonden. Daarnaast is bij clustermanager T. Koolen figuur 4 voorgelegd als een extra controle. Dhr. T. Koolen heeft daarbij aangegeven dat deze tabel een compleet beeld geeft van wat er in zijn cluster gedaan wordt. Er moet echter wel bij vermeld worden dat de hieronder

weergegeven tabel een overzicht is wat er op kaders gebeurt. Gezien de beschikbare tijd waarin dit onderzoek afgerond moet worden en gezien de vraag vanuit de opdrachtgever is het minder relevant gebleken om een exacte opsomming te presenteren van alle activiteiten binnen de gemeente Asten. Daarom is er gekozen om de grotere projecten (de kaders) uiteen te zetten.

Figuur 4: Overzicht activiteiten gemeente Asten; cluster Regie & Ontwikkeling.

clusters Gemeente Asten Regie en ontwikkeling

Team Ruimte Terrein

 Afdeling RO

 Bestemmingsplan buitengebied  Actieve inbreng van gevraagde actoren;

 Dialoog Heusden ten aanzien van geur- en fijnstof overlast  met verschillende actoren zoals dorpsraad, ZLTO en de gemeente een dialoog gestart. Gemeente faciliteert en stelt onafhankelijke gespreksleider beschikbaar;

 Dialoog over de geurverordening  met verschillende actoren gelijkwaardig nieuw geurbeleid bepalen;

Participatie Participatie

Participatie Participatie

(24)

 Welstandsbeleid  bestaande beleid geëvalueerd met grote groep deskundigen, daarnaast ook richting voor de toekomst bepalen;

 Dialoogbijeenkomst over beeldkwaliteitsplan woningen Heusden- oost  Input vanuit inwoners en potentiële bewoners van deze huizen over beeldkwaliteit.

 Nieuwe omgevingswet  gestart met de voorbereidingen voor de nieuwe omgevingswet waarbij burgerparticipatie een verplicht onderdeel is.

Participatie Participatie

 Afdeling OW binnen

 Structureel kijken naar mogelijkheid betrekken burgers in projecten;

 Wanneer noodzakelijk eventuele groenvoorzieningen overdragen aan burgers, vastleggen door middel van contract;

 Stichting Someren Asten Schoon (SAS), burgerinitiatief faciliteren;

 Project Eikelaar, burgerinitiatief om Groenvoorziening over te nemen. Ook hier faciliterende rol gemeente Asten.

Participatie Participatie Participatie Participatie

Team Samenleving

 Afdeling Veiligheid

 Schrijven van een veiligheidsnota om de 4 jaar.

- Input vanuit politiecijfers, burgers, platform veiligheid.

 Projecten opzetten per kernthema  structureel overwegen of en hoe burgers betrokken kunnen/moeten worden.

- Ook participatie binnen deze uitvoering  buurttenten, WhatsApp groepen, etc.

 Voorlichting geven op kernthema’s, en op basis van burgerinitiatief.

Participatie Participatie

Participatie

 Afdeling Welzijn/Sport

 Sociaal Lokaal Netwerk opzetten. Dit netwerk moet lijnen tussen burgers, overheid en maatschappelijke organisaties (op het gebied van welzijn) verkleinen;

 Participatieraad opgericht om burgers te betrekken bij beleid op het gebied van welzijn;

 Inspraakverordening ingevoerd om inspraak vanuit belanghebbende actoren mogelijk te maken.

Participatie

Participatie Participatie

 Afdeling Communicatie

 Communicatienota in het teken van participatie;

 Elk jaar overleg met de afdelingshoofden over de verwachte participatie van dat jaar. Hierdoor kan de communicatie rondom een project worden geoptimaliseerd;

 Onderhouden en actief posten op social media:

- Facebook;

- Twitter;

 Eventuele communicatie via de internetsite verzorgen;

 Op basis van het ‘piepsysteem’ inhaken op de situaties in de pers, gemeenteraad en/of onder de burgers.

Participatie

Technologie

Technologie Participatie

 Afdeling Accommodatie/gebouwen

 Privatiseringsproject  gebouwen worden overgedragen aan o.a. vrijwilligersorganisaties;

 Overleg over project voor huisvesting van jongvolwassenen met een psychische handicap (burgerinitiatief).

Participatie Participatie

Kijkend naar alle activiteiten binnen de gemeente Asten (zoals hierboven uiteengezet) valt het op dat niets ingaat op de vorm of inrichting van de democratie. Er zijn geen activiteiten die betrekking hebben op het representatieve gebied. Wel wordt er gekeken

(25)

naar het betrekken van inwoners door middel van themabijeenkomsten en dialogen.

Daarnaast wordt er ook gekeken naar diverse andere communicatieve activiteiten. Deze communicatie wordt bijvoorbeeld vormgegeven via social media en de internetsite van de gemeente Asten. Alles wat te maken heeft met het direct betrekken van inwoners of het communiceren van/naar inwoners, valt onder het participatieve gebied (daarbij valt alles onder het terrein participatie). Met uitzondering van alle digitale communicatie naar externe en interne partners, deze vallen onder het Technologische terrein. (zie bijlage 3).

Zoals in figuur 4 te zien zijn alle afdelingen bezig met het betrekken van inwoners bij het schrijven of uitvoeren van beleid. Uit de interne interviews met de ambtenaren komt naar voren dat zij bij ieder ‘groot’ project ook daadwerkelijk bespreken of

burgerparticipatie nodig is (zie bijlage 5). Gezien de deskundigheid van de ambtenaren van de gemeente Asten kan ervan uitgegaan worden dat het vermogen om dit in te kunnen schatten aanwezig is. Daardoor kan er geconcludeerd worden dat er veel gedaan wordt aan participatie. Deze participatie, waarbij de overheid de burger betrekt, wordt ook wel burgerparticipatie genoemd. Burgerparticipatie komt op alle afdelingen één of meerdere keren terug in de hierboven staande tabel. Er zijn ook enkele voorbeelden van burgerinitiatief (overheidsparticipatie), participatie waarbij het initiatief vanuit de

inwoners komt en niet vanuit de gemeente, maar deze komen in mindere mate voor in Asten.

Tot slot kwam in de interne interviews naar voren dat er soms gekort wordt op de beschikbare tijd voor (burger)participatie. Ambtenaren geven aan dat participatie tijd kost en deze dus ook vrijgemaakt moet worden.

2.2.2 Conclusie

De gemeente Asten heeft zoals in figuur 4 te lezen dus diverse activiteiten lopen op het gebied van de Agenda Lokale Democratie. Er wordt binnen de gemeente Asten op alle afdelingen gewerkt met participatievormen. Wat hierbij opvalt is dat medewerkers

aangeven dat (burger)participatie vanuit het bestuur en management wordt gestimuleerd en is ingebakken in de organisatie. Er heerst binnen de gemeente Asten een ‘cultuur’ om burgers wanneer mogelijk te betrekken bij het schrijven en uitvoeren van beleid. Kijkend naar de operationalisering die eerder dit hoofdstuk is omschreven, valt het op dat alle initiatieven binnen de gemeente Asten op het participatieve gebied zitten.

Er wordt binnen de gemeente Asten op alle beleidsterreinen veel gedaan aan

(burger)participatie. De conclusie dat er ‘veel’ wordt gedaan, is getrokken uit het feit dat alle afdelingen bezig zijn om burgers bij de uitvoering of formulering van beleid te

betrekken. De meest gebruikte vormen zijn de dialogen en themabijeenkomsten die worden opgezet door de gemeente Asten. Om het huidige participatieniveau te behouden en om eventuele nieuwe participatievormen uit te gaan voeren, moet er wel tijd vrij gemaakt en vrij gehouden worden.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Vanaf 1 januari 2018 wordt de financiering van voorschoolse voorzieningen voor werkende ouders gestroomlijnd.. Zij krijgen recht op kinderopvangtoeslag voor opvang in de

Voor de aanwijzing als gemeentelijk monument voegt de bepaling over het gebruik van het (archeologisch) monument geen belang toe dat niet al op grond van artikel 3:4, eerste lid,

63 Muur rondom Rooms-Katholieke begraafplaats 1 Muur Rooms-Katholieke begraafplaats Asten K1442. 64 Muur rondom algemene begraafplaats 1 Muur algemene begraafplaats

Voor de aanwijzing als gemeentelijk monument voegt de bepaling over het gebruik van het (archeologisch) monument geen belang toe dat niet al op grond van artikel 3:4, eerste lid,

Een functionaris werkt voor een deel voor de gemeente Deurne en is sinds 1 januari 2010 in dienst gekomen van de Veiligheidsregio. Tot op heden detacheren wij 9 uren

De voorkeur van de gemeente Asten gaat uit naar de variant waarbij de oprit, en daarmee tevens de afrit, verplaatst wordt in westelijke richting. Neem gerust

Specifieke activiteit Wetgeving extern Regelgeving intern van de gemeente Asten 1 Algemeen financieel. middelenbeheer •

Uw raad wordt verzocht het ‘Subsidiebeleid Welzijn en Participatie gemeente Asten 2018- 2020’ en de ‘Algemene subsidieverordening gemeente Asten 2017’ vast te stellen..