• No results found

Notitie 'Van peuterspeelzaalwerk naar peuteropvang in de gemeente Asten'.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Notitie 'Van peuterspeelzaalwerk naar peuteropvang in de gemeente Asten'."

Copied!
17
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Notitie ‘Van peuterspeelzaalwerk naar peuteropvang in de

gemeente Asten’

Vastgesteld in de raadsvergadering van 14 maart 2017

(2)

2

Inhoudsopgave

1. Inleiding Pag. 3

Goede voorschoolse voorzieningen De harmonisatie

Eén financieringsstructuur voor werkende ouders

2. Van peuterspeelzaalwerk naar peuteropvang Pag. 5 in de gemeente Asten

Huidig aanbod peuterspeelzaalwerk

Omvorming naar kindercentrum per 1 augustus 2017

Ambities en verantwoordelijkheden gemeente bij de omvorming Visie Pinkeltje

3. Uitgangspunten aanbod peuteropvang Pag. 8 4. Financiering peuterspeelzaalwerk Pag. 9

tot 1 augustus 2017

5. Financiering peuteropvang vanaf 1 augustus 2017 Pag. 10

Uitgangspunten financiering aanbod peuteropvang Marktverstoring

Periode 1 augustus 2017 tot en met 31 december 2017 Periode 2018

Structurele budgetten vanaf 2021

Afwijking procedure Algemene subsidieverordening gemeente Asten 2017 Evaluaties

Voorstel financiering aanbod peuteropvang

(3)

3

1. Inleiding

Goede voorschoolse voorzieningen

Goede voorschoolse voorzieningen dragen bij aan een goede start voor kinderen in de maatschappij en ondersteunen ouders bij de combinatie van arbeid en zorg.

In het belang van deze doelen acht de regering het wenselijk dat er voor kinderopvang en peuterspeelzaalwerk dezelfde kwaliteitseisen gelden en dat de financiële toegankelijkheid van kinderopvang en peuterspeelzaalwerk voor werkende ouders gelijk is. Gelijke kwaliteitseisen zijn van belang zodat er voor alle kinderen een gelijk kwaliteitsniveau wordt geboden. Een gelijke financiële toegankelijkheid voor kinderen van werkende ouders is van belang zodat de keuze voor kinderopvang of peuterspeelzaalwerk geen financiële afweging is, maar een afweging op basis van de behoeften van het kind en de combinatie van arbeid en zorg die ouders voor ogen hebben.

De harmonisatie

Vanuit de kabinetsvisie ‘Een betere basis voor peuters’1 zijn er diverse

veranderingen in gang gezet in de kinderopvang- en peuterspeelzaalbranche. Het doel is harmonisatie: verschillen in kwaliteit en financiering tussen peuterspeel- zalen en kinderopvang wegnemen en zorgen voor een betere afstemming met onderwijs. Zowel de financiering, de kwaliteitseisen als het toezicht worden op elkaar afgestemd en onder één wettelijk kader gebracht; de Wet kinderopvang.

Het beoogde invoeringsmoment voor deze veranderingen is 1 januari 2018.

Eén financieringsstructuur voor werkende ouders

Vanaf 1 januari 2018 wordt de financiering van voorschoolse voorzieningen voor werkende ouders gestroomlijnd. Zij krijgen recht op kinderopvangtoeslag voor opvang in de voorschoolse voorziening van hun keuze: kinderdagverblijf en/of peuterspeelzaal. Om dit te kunnen realiseren:

1. Dient de huidige Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen aangepast te worden;

2. Dienen de huidige organisaties voor peuterspeelzaalwerk zich om te vormen tot een kindercentrum.

Ad. 1.

De Wet harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk regelt dat de huidige Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen aangepast kan worden. De belangrijkste aanpassing is dat het peuterspeelzaalwerk komt te vallen onder de definitie van kinderopvang. Aangezien een kindercentrum een voorziening is waar kinderopvang plaatsvindt, anders dan gastouderopvang, vindt vanaf dat moment ook het huidige peuterspeelzaalwerk in een kindercentrum plaats.

Doordat peuterspeelzaalwerk onder de definitie van kinderopvang wordt gebracht, gaan de bepalingen uit hoofdstuk 1 van de Wet kinderopvang en

kwaliteitseisen peuterspeelzalen ook voor de huidige peuterspeelzalen gelden. De naam van de wet wordt gewijzigd van Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen in Wet kinderopvang, aangezien in de wet geen verwijzingen naar peuterspeelzalen meer zullen voorkomen. Door het onderbrengen van het peuterspeelzaalwerk onder de definitie van kinderopvang wordt de financiering voor werkende ouders gelijk getrokken2.

1 Brief van Minister Ascher aan de Tweede Kamer d.d. 1 december 2013.

2Memorie van Toelichting bij Wijziging van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en enkele andere wetten in verband met de harmonisatie van de regelgeving met betrekking tot kindercentra en peuterspeelzalen (Wet harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk).

(4)

4 Ad. 2.

Ouders kunnen alleen in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag als ze gebruik maken van een kinderopvangvoorziening met een zichtbaar

registratienummer in het LRKP3. Op dit moment is voor peuterspeelzalen het registratienummer in het LRKP niet zichtbaar, omdat er voor opvang in een peuterspeelzaal geen recht op kinderopvangtoeslag bestaat. Doordat

peuterspeelzalen onder de definitie van kinderopvang worden gebracht, wordt artikel 1.47b, derde lid, van toepassing dat bepaalt dat kindercentra,

gastouderbureaus en voorzieningen voor gastouderopvang in het register kinderopvang worden geregistreerd onder een uniek nummer. Daardoor kunnen ouders kinderopvangtoeslag aanvragen voor opvang in een huidige

peuterspeelzaal, die dan tot kindercentrum is omgevormd.

Het omzetten van peuterspeelzalen in het LRKP naar kindercentra in het Landelijk Register Kinderopvang4 gebeurt automatisch per 1 januari 2018. Dat betekent dat de peuterspeelzalen die op de dag voor inwerkingtreding van het wetsvoorstel nog in het LRKP staan, omgezet zullen worden naar een kindercentrum. Huidige organisaties voor peuterspeelzaalwerk kunnen ook de keuze maken om eerder dan 1 januari 2018 de peuterspeelzaal om te vormen naar een kindercentrum. Als organisaties de omvorming eerder dan 1 januari 2018 realiseren, dan hebben werkende ouders ook eerder recht op kinderopvangtoeslag.

Inschrijving van een peuterspeelzaal in het LRKP zal na inwerkingtreding van het wetsvoorstel niet meer mogelijk zijn.

3 LRKP staat voor Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen.

4Vanaf 1 januari 2018 wordt het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen vervangen door Landelijk Register Kinderopvang.

(5)

2. Van peuterspeelzaalwerk naar peuteropvang in de gemeente Asten

Huidig aanbod peuterspeelzaalwerk

In de gemeente Asten is 1 aanbieder peuterspeelzaalwerk, Stichting Peuterspeelzaal Pinkeltje (hierna te noemen Pinkeltje). Zij bieden

peuterspeelzaalwerk aan op 5 locaties, in 11 groepen van 15 kinderen. Pinkeltje biedt gesubsidieerd peuterspeelzaalwerk aan en is een gecertificeerde voorziening VVE5. Dit betekent dat geïndiceerde doelgroepkinderen VVE vanaf 2,5 jaar, door twee gediplomeerde VVE-leidsters, een VVE-programma van 4 dagdelen krijgen aangeboden. Kinderen zonder indicatie VVE bezoeken 2 dagdelen de

peuterspeelzaal.

In totaal maken per 1 januari 2017 132 kinderen, in de leeftijd van 2 tot 4 jaar, gebruik van de peuterspeelzaal. Hiervan zijn 21 kinderen geïndiceerd als

doelgroepkind VVE.

Locatie Aantal

groepen

Aantal kinderen per 1 jan. 2017 incl.

doelgroepkinderen VVE

Aantal

doelgroepkinderen VVE per 1 jan.

2017

1. Kindcentrum Het Talent

3 35 9

2. Het Lover 3 35 9

3. Brede basisschool De Horizon

2 28 2

4. Brede basisschool Antonius

2 22 1

5. Ommel 1 12 0

Totaal 11 132 21

Omvorming naar kindercentrum per 1 augustus 2017

In 2016 hebben verschillende gesprekken plaatsgevonden tussen Pinkeltje en de gemeente over de toekomst en de omvorming van het peuterspeelzaalwerk in Asten. In goed overleg is afgesproken om de omvorming naar een kindercentrum per 1 augustus 2017 te laten plaatsvinden. Er is voor gekozen om de omvorming eerder dan 1 januari 2018 te realiseren zodat:

• Pinkeltje op tijd alle noodzakelijke voorbereidingen kan treffen;

• Pinkeltje de tijd heeft om de ouders te informeren en te begeleiden bij de aanvragen kinderopvangtoeslag;

• Vraaguitval voorkomen kan worden en de doorgaande ontwikkelingslijn van kinderen gecontinueerd kan worden;

• Pinkeltje op tijd duidelijkheid heeft over het subsidiebudget welke de gemeente voor de tweede helft 2017 en per 1 januari 2018 beschikbaar stelt aan Pinkeltje;

• Pinkeltje op 1 januari 2018 aan alle wettelijk gestelde eisen voldoet om peuteropvang te kunnen aanbieden in Asten.

5 VVE staat voor: voor- en vroegschoolse educatie.

(6)

6 Op het moment dat Pinkeltje is omgevormd naar een kindercentrum dan biedt

Pinkeltje geen peuterspeelzaalwerk meer aan, maar peuteropvang. Hieronder wordt verstaan: een kortdurend aanbod voor peuters in een kindercentrum, gericht op een brede ontwikkelingsstimulering.

In deze notitie wordt verder ingegaan op de ambities en verantwoordelijkheden van de gemeente, visie Pinkeltje, uitgangspunten aanbod peuteropvang,

financiering van het peuterspeelzaalwerk tot 1 augustus 2017 en de financiering van de peuteropvang vanaf 1 augustus 2017. Dit alles leidt tot een voorstel subsidiëring peuteropvang.

Ambities en verantwoordelijkheden gemeente bij de omvorming

De gemeente spreekt de volgende ambities uit:

1. De gemeente wil behoud van een kortdurend aanbod voor peuters;

2. Dit aanbod is van hoogwaardige kwaliteit (conform de wet- en regelgeving);

3. Er zijn voldoende peuterplaatsen6 beschikbaar en deze zijn financieel toegankelijk;

4. De gemeente streeft ernaar om zoveel mogelijk peuters deel te laten nemen aan een voorschoolse voorziening;

5. Er wordt gestreefd naar een 100% bereik van doelgroepkinderen VVE;

6. Er is sprake van een goede spreiding van het aanbod -> aansluiting bij elke brede school en dorpskern is wenselijk;

7. De gemeente streeft naar kostenreductie en een betaalbare voorziening.

De gemeente heeft de volgende specifieke wettelijke taken en verantwoordelijk- heden:

• De zorg voor een specifiek VVE-aanbod voor de doelgroepkinderen VVE;

• Het voeren van jaarlijks overleg (de Lokale Educatieve Agenda) met de besturen van de scholen en van de kinderopvangorganisaties: over segregatie/integratie, onderwijsachterstanden en doorlopende ontwikkelingslijnen;

• Zorg voor toezicht en handhaving van de kwaliteit van peuteropvang;

• Scheppen van voldoende peuterplaatsen voor voorschoolse educatie.

In het nieuwe beleid wil de overheid gemeenten de vrijheid geven om in te spelen op verschillen tussen en binnen gemeenten, zodat zij maatwerk kunnen leveren. Gemeenten mogen bijvoorbeeld zelf beslissen of ze gratis een derde en vierde dagdeel aanbieden, of variëren in de hoogte van de ouderbijdrage.

Belangrijk is dat met de omvorming een van de groepen ouders wat de

bekostiging betreft deels buiten beeld raakt van de gemeente. Dat zijn de ouders met recht op kinderopvangtoeslag zonder doelgroepkind; werkende ouders en alleenstaande ouders. Maar de andere drie groepen ouders blijven in beeld. Dat zijn de eenverdieners/kostwinners, de niet-werkende ouders en de ouders van kinderen met een risico op achterstand (VVE).

6 Bij de peuteropvang wordt gesproken over peuterplaatsen. Een peuterplaats wordt 2 dagdelen per week bezet door hetzelfde kind. In de kinderopvang wordt gesproken van een kindplaats. Een kindplaats kan door meerdere kinderen worden bezet.

(7)

Vanaf het moment van omvorming kunnen er vier categorieën van ouders worden onderscheiden7:

Type ouders

Ouders van doelgroeppeuters voorschoolse educatie

Ouders van reguliere peuters

Ouders die géén recht hebben op kinderopvangtoeslag

a b

Ouders die wél recht hebben op kinderopvangtoeslag

c d

Groep a: deze ouders hebben geen recht op kinderopvangtoeslag en zijn aangewezen op de gemeente voor financiering van de kindplek en vve;

Groep b: deze ouders hebben geen recht op kinderopvangtoeslag en zijn aangewezen op de gemeente voor financiering van de kindplek;

Groep c: deze ouders hebben recht op kinderopvangtoeslag en hebben dus te maken met de Belastingdienst. Daarnaast hebben ze de gemeente nodig voor financiering van vve;

Groep d: deze ouders hebben recht op kinderopvangtoeslag en hebben dus te maken met de Belastingdienst.

Visie Pinkeltje

Pinkeltje heeft in augustus 2016 een visie opgesteld over hoe zij de omvorming van het peuterspeelzaalwerk naar peuteropvang zien.

“De verschillende variaties waarop peuteropvang ingericht kan worden, zijn besproken binnen het bestuur. Wij pleiten ervoor om het huidige aanbod peuterspeelzaalwerk om te zetten in peuteropvang en hiermee voorlopig onze zelfstandigheid te behouden. Het voordeel hiervan is dat de opgebouwde kennis en ervaring van organisatie en personeel behouden blijven. Baanzekerheid van het personeel wordt grotendeels gegarandeerd. Daarmee borgt de peuteropvang haar onderscheidende positie en aanbod.

Op de lange termijn zien we het peuteropvang geïntegreerd met de kinderopvang en basisonderwijs -in de vorm van een integraal kindcentrum. We willen

voldoende tijd nemen om met kinderopvangorganisaties en schoolbesturen in gesprek te gaan over hoe dit gerealiseerd kan worden in Asten. Tot die tijd lijkt zelfstandigheid van de organisatie de beste keus om te waarborgen dat haar kwaliteit behouden blijft.”

7 Dit overzicht komt uit de Handreiking Harmonisatie voor gemeenten, MOgroep, december 2015.

(8)

8

3. Uitgangspunten aanbod peuteropvang

De gemeente vindt het belangrijk om uitgangspunten mee te geven waaraan het aanbod peuteropvang in de gemeente Asten moet voldoen. Voor het aanbod peuteropvang zijn de volgende uitgangspunten opgesteld:

1. Het aanbod peuteropvang wordt uitgevoerd bij een voorziening in Asten;

2. Het aanbod peuteropvang wordt uitgevoerd in een bij het LRKP geregistreerde voorziening;

3. Het aanbod peuteropvang voldoet aan alle wettelijke kwaliteitseisen;

4. Het aanbod peuteropvang omvat 2,75 uur per dagdeel, 2 dagdelen per week, 40 weken per jaar (is 220 uur per jaar);

5. Het aanbod peuteropvang voor geïndiceerde doelgroepkinderen VVE vanaf 2,5 jaar omvat 2,75 uur per dagdeel, 4 dagdelen per week, 40 weken per jaar (is 440 uur per jaar);

6. De groepsgrootte is 15 kinderen per groep (wettelijk is 16 toegestaan) en de groepen zijn gemengd. Dit ter bevordering van de integratie.

(9)

4. Financiering peuterspeelzaalwerk tot 1 augustus 2017

Pinkeltje ontvangt jaarlijks de volgende subsidies:

- Subsidie regulier peuterspeelzaalwerk;

- Subsidie uitvoering voor- en vroegschoolse educatie;

- Subsidie op grond van de regeling ‘maximale ouderbijdrage voorschoolse educatie’;

- Subsidie t.b.v. voorschoolse voorziening Ommel.

Voor de periode 1 januari 2017 tot 1 augustus 2017 verandert er in de subsidiëring niets. Pinkeltje ontvangt de volgende bedragen. Deze zijn reeds toegekend.

Subsidie regulier peuterspeelzaalwerk € 85.475 Subsidie uitvoering voor- en vroegschoolse educatie € 2.700 Subsidie maximale ouderbijdrage voorschoolse educatie € 14.585 Subsidie voorschoolse voorziening Ommel € 2.276

Totaal €105.036

Daarnaast wordt een indirecte accommodatiesubsidie gegeven omdat Pinkeltje maximaal € 15.000,= per jaar aan huur hoeft te betalen, terwijl de werkelijke huur hoger is.

Het eerste bedrag is opgenomen in de begroting 2017 en wordt betaald vanuit het gemeentefonds. De overige drie bedragen worden betaald uit het budget specifieke uitkeringen gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid (verder te noemen OAB-budget). Deze zijn middels een mandaatbesluit toegekend. Het subsidiebedrag uitvoering voor- en vroegschoolse educatie bedraagt 20% van

€ 13.504,=, zijnde het subsidiebedrag voor het schooljaar 2016-2017. Het subsidiebedrag maximale ouderbijdrage voorschoolse educatie bedraagt 7/12 maanden van € 25.000,=. De subsidie voorschoolse voorziening Ommel is gebaseerd op de kosten ontstaan door onderbezetting van het aantal peuters.

(10)

10

5. Financiering peuteropvang vanaf 1 augustus 2017

Om het voor Pinkeltje mogelijk te maken om per 1 augustus 2017 de omvorming van peuterspeelzaalwerk naar peuteropvang te realiseren is het noodzakelijk om t.b.v. de financiering aanbod peuteropvang uitgangspunten te formuleren en de financiering in beeld te brengen.

Uitgangspunten financiering aanbod peuteropvang

De gemeente heeft verschillen gesprekken gevoerd met Pinkeltje over de

financiering van het aanbod peuteropvang. Op basis van de gesprekken heeft de gemeente enkele uitgangspunten geformuleerd.

Deze uitgangspunten zijn:

• De bestaande aanbieder, zijnde Pinkeltje, biedt het aanbod peuteropvang aan.

Toelichting: Gezien de uitgangspositie van Asten is voor dit uitgangspunt gekozen. Asten heeft maar 1 aanbieder peuterspeelzaalwerk. Zij bieden een hoge kwaliteit peuterspeelzaalwerk aan en voldoen aan alle wettelijke kwaliteitseisen. Er heeft zich ook geen andere aanbieder gemeld, die peuteropvang zou willen aanbieden. Daarnaast heeft Pinkeltje aangegeven haar zelfstandigheid voorlopig te willen behouden. Pinkeltje is zich bewust van haar positie en dat deze kwetsbaar kan zijn (i.r.t. nieuwe

ontwikkelingen en vrijwillig bestuur). Pinkeltje zal zich continue over haar toekomst bezinnen en daarover in gesprek gaan met partners.

• Voor peuters waarvan de ouders geen beroep kunnen doen op een kinderopvangtoeslag blijft gemeentelijke subsidie beschikbaar.

Toelichting: De gemeente blijft verantwoordelijk voor

eenverdieners/kostwinners, de niet-werkende ouders en de ouders van kinderen met een risico op achterstand (VVE). Hiervoor ontvangt de gemeente ook middelen van het Rijk: OAB-budget en decentralisatie- uitkering peutermiddelen.

De gemeente ontvangt tot en met 2017 een OAB-budget van € 92.540,=

per jaar. Daarnaast ontvangt de gemeente in 2017 2 extra OAB-budgetten van respectievelijk € 26.451,=8 en € 3.651,=9. De reservestand van het OAB-budget per 1 januari 2017 bedraagt € 69.171,=. Deze reserve moet eind 2017 zijn besteed, anders vindt terugvordering door het Rijk plaats.

Vanaf 2018 komt er een nieuwe bekostigingssystematiek voor de OAB- middelen. Dat betekent dat gemeenten die nu meer OAB-middelen krijgen dan zij op basis van een evenredige verdeling op grond van

schoolgewichten zouden krijgen, rekening moeten houden met een korting op de beschikbare OAB middelen vanaf 2018. Ten tijde van het schrijven van deze notitie is nog niet bekend welk bedrag de gemeente krijgt vanaf 2018.

Met de decentralisatie-uitkering peutermiddelen wordt alle peuters de mogelijkheid gegeven om naar een voorschoolse voorziening te gaan. Het ontwikkelrecht voor alle peuters krijgt hiermee vorm. Gemeenten zetten actief in om een aanbod te realiseren voor de groep peuters zonder recht op kinderopvangtoeslag en VVE-bijdrage.

8 Middelen voor scholen en toetsen in het taalniveau F3 van zittende pedagogisch medewerkers.

9 Aanvulling op het OAB-budget voor de middelgrote en kleine gemeenten.

(11)

Deze 60 miljoen betekent niet dat er gratis opvang komt. De

decentralisatie-uitkering peutermiddelen is een structurele uitkering.

Decentralisatie-uitkering voorschoolse voorziening peuters vanaf 2016

2016 2017 2018 2019 2020 2021

Asten 8.037 16.047 24.111 32.148 40.185 48.223

• Alle ouders (eenverdieners/kostwinners en niet werkende ouders) gaan voor het 1ste en 2de dagdeel een inkomensafhankelijke ouderbijdrage betalen volgens de tabel voor de kinderopvangtoeslag.

Toelichting: De gemeente blijft verantwoordelijk voor de financiering van de peuteropvang voor eenverdieners/kostwinners en de niet-werkende ouders. De gemeente heeft beleidsvrijheid om een eigen bijdrage vast te stellen voor het gebruik van peuteropvang. Nu betalen ouders ook al een inkomensafhankelijke ouderbijdrage volgens de tabel die Pinkeltje zelf heeft opgesteld. Vanaf augustus 2017 geldt de tabel voor de

kinderopvangtoeslag. Door het hanteren van de tabel voor de

kinderopvangtoeslag wordt ongelijke behandeling voorkomen tussen

werkende ouders, eenverdieners/kostwinners en de niet-werkende ouders.

Dit brengt wel een extra administratieve rompslomp mee voor Pinkeltje en ouders moeten een inkomensverklaring overleggen. Met Pinkeltje is

afgesproken dat ouders maar 1x een inkomensverklaring hoeven te

overleggen. Dit omdat een kind maar maximaal 2 jaar gebruikt maakt van de peuteropvang.

• De ouderbijdrage 2017 bedraagt € 7,18 per uur.

Toelichting: De ouderbijdrage voor een peuterplaats wordt vastgesteld op het maximumuurtarief kinderopvangtoeslag van de belastingdienst,zijnde

€ 7,18 per uur voor 2017. De ouderbijdrage wordt jaarlijks aangepast aan het maximumuurtarief van de belastingdienst. Werkende ouders kunnen, indien ze daarvoor in aanmerking komen, kinderopvangtoeslag aanvragen.

Voor eenverdieners/kostwinners en de niet-werkende ouders stelt de gemeente subsidie beschikbaar. Alle ouders betalen dus over het 1ste en 2de dagdeel een inkomensafhankelijke ouderbijdrage volgens de tabel voor de kinderopvangtoeslag. Op de volgende pagina zijn twee tabellen

opgenomen die de consequenties weergeven van de hoogte van de ouderbijdrage t.o.v. de huidige ouderbijdrage.

(12)

12 De onderstaande tabel geeft de consequenties ten opzichte van de huidige

ouderbijdrage weer.

Het is mogelijk om een hogere ouderbijdrage te vragen. In omliggende gemeenten wordt veelal een hogere ouderbijdrage gevraagd, bijv. Deurne vraagt 8,25. Bij een ouderbijdrage van € 8,= wordt € 15.000,= aan extra ouderbijdrage binnengehaald en hoeft dus € 15.000,= minder subsidie te worden verstrekt. Onderstaande tabel geeft de consequenties weer bij een bijdrage van € 8,= ten opzichte van de huidige ouderbijdrage.

0,00 200,00 400,00 600,00 800,00 1.000,00 1.200,00 1.400,00 1.600,00

18.176 20.595 23.017 25.437 27.946 30.548 33.152 35.786 38.455 41.125 43.794 46.586 52.304 58.026 63.745 69.464 75.184 80.906 86.623 92.470 98.326 104.184 110.042

Tarief € 8,00

netto ouderbijdrage 8,00

huidige ouderbijdrage (2016-2017)

(13)

• De gemeente betaalt voor 20 geïndiceerde doelgroepkinderen VVE, vanaf 2,5 jaar, het 3de en 4de dagdeel.

Toelichting: De gemeente hanteert nu de ‘regeling maximale

ouderbijdrage voorschoolse educatie’. Dit is een lokale regeling. Ouders waarvan een kind valt onder de doelgroepdefinitie VVE komen hiervoor in aanmerking. Dit kunnen kinderen zijn van zowel werkende ouders,

eenverdieners/kostwinners en de niet-werkende ouders. In de huidige situatie is het 3de en 4de dagdeel vanaf 2,5 jaar ook al gratis, dit wordt in de nieuwe situatie gehandhaafd.

In de huidige regeling is ook een component ouderbijdrage verwerkt. De hoogte van de ouderbijdrage is afhankelijk van de categorie doelgroep VVE waarin het kind valt. Deze component komt per 1 augustus 2017 te

vervallen, hiervoor in de plaats komt de inkomensafhankelijke

ouderbijdrage volgens de tabel voor de kinderopvangtoeslag. Pinkeltje heeft in haar begroting, op basis van ervaringsgegevens, rekening gehouden met ouders die de inkomensafhankelijke ouderbijdrage niet kunnen betalen.

In 2012 is op basis van de schoolgewichten bepaald voor hoeveel doelgroepkinderen VVE de gemeente een VVE-plaats moet realiseren.

Het minimaal aantal VVE-plaatsen was 17. De gemeente heeft dit aantal toen verhoogd naar 20. In de praktijk blijkt dit aantal aardig te kloppen.

Voor 2018 wordt wederom uitgegaan van 20 VVE-plaatsen.

• Pinkeltje heeft nu een capaciteit van 165 peuterplaatsen, zijnde 11 groepen x 15 kinderen per groep.

Toelichting: Met Pinkeltje is afgesproken dat bij een afwijking van het aantal peuterplaatsen naar boven of naar beneden overleg plaats zal vinden over de subsidiëring.

Bij een afwijking naar boven geldt het volgende:

Eerst worden alle groepen volgemaakt met 15 kinderen;

Vervolgens kunnen groepen uitgebreid worden tot het maximaal wettelijke toegestane aantal van 16 kinderen, tot in totaal 176 peuterplaatsen. Bij meer dan 176

peuterplaatsen zal overleg plaatsvinden met de gemeente.

• In de begroting 2018 wordt een bedrag opgenomen voor de inzet van een HBO’er per 1 januari 2018.

Toelichting: Vanaf 1 januari 2018 is het verplicht dat er bij een

voorschoolse voorziening een HBO’er op de groep wordt ingezet om de beroepskrachten te ondersteunen. De HBO’er heeft een afgeronde HBO- opleiding op het gebied van pedagogiek.

Pinkeltje heeft hiervoor een bedrag in de begroting 2018 opgenomen van

€ 20.480,=, uitgaande van de inzet HBO’er voor 16 uur per week. Met Pinkeltje is hierover het volgende afgesproken:

o Het bedrag van € 20.480,= is het maximale bedrag dat beschikbaar wordt gesteld;

o Samenwerking wordt opgezocht met partners brede school i.v.m.

doorgaande ontwikkelingslijn;

o Evaluatie in 2018 -> hoe werkt dit in de praktijk ->dit kan eventueel leiden tot bijstelling van het bedrag.

(14)

14 Aan deze kwaliteitseis moet Pinkeltje nog invulling geven. Pinkeltje voldoet

verder aan alle overige wettelijke kwaliteitseisen.

• Voor nieuw personeel wordt de CAO Kinderopvang gehanteerd.

Toelichting: Pinkeltje hanteert de CAO Welzijn. Deze ligt hoger dan de CAO Kinderopvang. Met Pinkeltje is afgesproken dat voor nieuwe

arbeidscontracten de CAO kinderopvang wordt gehanteerd. Voor het zittende personeel blijft de CAO Welzijn van kracht.

• De kosten m.b.t. de voorschoolse voorziening in Ommel zijn integraal opgenomen in de begroting, evenals de kosten voor de uitvoering voor- en vroegschoolse voorziening.

• In de begroting worden de daadwerkelijke kosten voor huisvesting opgenomen.

Toelichting: De huidige regeling is dat Pinkeltje maximaal € 15.000,= aan huisvestingkosten per jaar betaalt. Alles boven de € 15.000,= wordt door de gemeente gesubsidieerd. Vanaf 1 augustus 2017 worden de

daadwerkelijke huisvestingskosten door Pinkeltje betaald, zijnde

€ 22.142,=. Zie verder onder het kopje ’marktverstoring’.

• Incidentele kosten

Toelichting: Pinkeltje krijgt door de omvorming te maken met incidentele kosten, bijv. aanschaf administratief softwarepakket. De kosten worden geschat op € 15.000,=. Een exact kostenplaatje is nog niet te geven. Met Pinkeltje is het volgende afgesproken:

Het bedrag van € 15.000,= is het maximale bedrag dat beschikbaar wordt gesteld;

Afrekening vindt plaats op basis van de daadwerkelijke kosten.

Verder is afgesproken dat voor de eerste inschrijving van het

kindercentrum in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen geen leges worden geheven.

Marktverstoring

De harmonisatie moet bijdragen aan een gelijk speelveld voor voorschoolse voorzieningen waarbij oneerlijke concurrentie wordt tegengegaan. De gemeente moet alert blijven dat bij eventuele aanpassing van de subsidiesystematiek de gemeentelijke subsidieregeling voor peuteropvang niet leidt tot

marktverstoring/oneerlijke concurrentie. In de praktijk betekent dit dat de gemeente in de subsidiebeschikking duidelijk moet omschrijven in welke dienst de uitvoerder voorziet. Daarnaast moet de hoogte van de subsidie op objectieve en doorzichtige wijze worden vastgesteld en mag deze niet hoger zijn dan nodig is om de kosten van de uitvoering te dekken. Hierbij mag wel rekening worden gehouden met een redelijke winst. Uit de kostenonderbouwing en financiële verantwoording van de door de uitvoerders ontvangen gemeentelijke subsidie moet blijken dat deze uitsluitend zijn aangewend voor het overeengekomen te subsidiëren aanbod.

De gemeente kan nadere afspraken vastleggen om deze risico’s te beperken.

In de gemeente Asten zou op dit moment alleen oneerlijke concurrentie kunnen ontstaan tussen Pinkeltje en Korein Kinderplein. Korein biedt in Asten

kinderdagopvang. De gemeente wil voorkomen dat er marktverstoring/oneerlijke

(15)

concurrentie ontstaat en heeft hiermee in haar uitgangspunten rekening gehouden.

• Pinkeltje mag haar uren per dagdeel niet uitbreiden;

• Pinkeltje betaalt de daadwerkelijke huisvestingskosten;

• Voor alle ouders die gebruiken maken van het aanbod peuteropvang bij Pinkeltje geldt een inkomensafhankelijke ouderbijdrage volgens de tabel voor de kinderopvangtoeslag.

• Het 3de en 4de dagdeel voor doelgroepkinderen VVE is gratis, dit geldt ook voor ouders bij de kinderdagopvang tot maximaal 5,5 uur per week. Over de exacte financiering zullen met Korein Kinderplein nadere afspraken worden gemaakt.

• Korein is een VVE-locatie. Voor de uitvoering van de VVE ontvangt Korein jaarlijks een subsidie vanuit het OAB-budget. Dit zal ook in 2018 zo zijn.

De hoogte is wel afhankelijk van het OAB-budget welke de gemeente vanaf 2018 ontvangt van het Rijk.

• De subsidie die aan Pinkeltje wordt verleend is een all-inn subsidie.

Pinkeltje wordt volledig verantwoordelijk voor haar eigen exploitatie en er zal straks geen ruimte meer zijn voor extra subsidies. Verhoging van het subsidiebedrag vindt alleen plaats als uitbreiding van het aantal

peuterplaatsen noodzakelijk is omdat peuters anders niet geplaatst kunnen worden op een voorschoolse voorziening. Dit is alleen aan de orde als alle 176 peuterplaatsen structureel bezet zijn.

Pinkeltje heeft op basis van bovenstaande uitgangspunten een begroting op- gesteld voor de periode 1 augustus 2017 tot en met 31 december 2017 en een begroting voor 2018.

Periode 1 augustus 2017 tot en met 31 december 2017

Beschikbare budgetten 2017

Regulier subsidie peuterspeelzaalwerk € 146.529 Decentralisatie-uitkering voorschoolse voorziening € 16.047 -/- toegekende subsidie eerste helft van 2017 € 85.475

Nog te besteden € 77.101

OAB budget 2017 € 122.642

Reserve OAB-budget per 1 jan. 2017 € 69.171 -/- Gereserveerde bedragen 2017 € 97.296*

Nog te besteden in 2017 € 94.517**

*Voor 2017 is een inschatting gemaakt van de kosten. Deze zijn geraamd op

€ 97.296,=. In dit bedrag zitten ook de bedragen voor Pinkeltje 1ste helft 2017 (VVE en Ommel) van € 19.561,=.

** Dit bedrag is nog onder voorbehoud i.v.m. van definitieve verantwoording 2016 en definitieve beschikking 2017.

Pinkeltje vraagt voor de 2de helft 2017 een subsidie peuteropvang (bij een

ouderbijdrage van € 7,18) van € 90.000,=. Dit bedrag is een All-inn bedrag (incl.

incidentele kosten van € 15.000,=).

Voorgesteld wordt om het bedrag van € 90.000,= als volgt te dekken:

• Regulier € 35.000,=

• OAB (VVE) € 55.000,=

(16)

16 Daarnaast wordt een voordeel gerealiseerd van € 3.000,= op de huuropbrengst.

Op basis van bovenstaande kan een eenmalig voordeel worden gerealiseerd op het jaarrekeningresultaat van de gemeente Asten van € 45.101,=

(€ 77.101,= - € 35.000,= + € 3.000,=).

De reserve OAB-budget en OAB-budget 2017 dient eind 2017 besteed te zijn, anders vindt terugvordering door het Rijk plaats. Daarom wordt al zoveel mogelijk budget ingezet. Er is nu uitgegaan van € 55.000,=. Mocht gedurende 2017 blijken dat meer middelen ingezet kunnen worden, dan zal dit bedrag worden aangepast.

Hiermee komt het totale subsidiebudget voor 2017 op € 105.036,= (1ste helft 2017) en € 90.000,= (2de helft 2017) = € 195.036,=.

Bij een ouderbijdrage van € 8,= wordt € 15.000,= extra ouderbijdrage binnengehaald en hoeft dus € 15.000,= minder subsidie te worden verstrekt.

Periode 2018

De totale kosten voor aanbod peuteropvang 2018 (bij een ouderbijdrage van

€ 7,18) heeft Pinkeltje begroot op € 324.950,=.

De totale inkomsten ouderbijdrage worden geschat op € 144.949,=.

Pinkeltje vraagt aan de gemeente om een bedrag van € 180.000,= te subsidiëren.

Budgetten 2018

Regulier subsidie peuterspeelzaalwerk € 146.529 Decentralisatie uitkering versterking peuterspeelzaal

werk vervalt vanaf 2018* € 38.690 -/-

Decentralisatie-uitkering voorschoolse voorziening € 24.111

Totaal budget € 131.950

* De gemeente ontvangt sinds 2010 in het gemeentefonds middelen om de kwaliteit van het peuterspeelzaalwerk te verbeteren. Vanaf 2018 zijn de middelen kwaliteit peuterspeelzaalwerk niet meer beschikbaar voor de afzonderlijke

gemeenten. Dit betekent dat de gemeente € 38.690,= minder gestort krijgt in het gemeentefonds. Deze middelen worden door het Rijk ingezet t.b.v. de

financiering van de nieuwe financieringssystematiek.

De subsidie voor peuteropvang Pinkeltje is € 180.000,=.

Hiervan kan een bedrag van € 55.000,= betaald worden uit de OAB middelen.

Resteert een bedrag van € 125.000,=.

Dit betekent een structureel voordeel van € 6.950,=.

Daarnaast is er een voordeel van € 7.000,= omdat de gemeente meer huuropbrengsten van Pinkeltje ontvangt voor het gebruik van ruimten. Dit betekent een totaal structureel voordeel van € 13.950,= in 2018.

Dit voordeel kan meegenomen worden bij de voorjaarsnota 2017.

Dit voordeel loopt op tot € 38.000,= in 2021. Zie verder hieronder kopje

‘structurele budgetten vanaf 2021’.

Bij een ouderbijdrage van € 8,= wordt € 15.000,= extra ouderbijdrage binnengehaald en hoeft dus € 15.000,= minder subsidie te worden verstrekt.

Risico’s

• Het OAB-budget voor 2018-2021 is nog niet bekend.

• Er moeten ook nog andere kosten uit OAB-budget worden betaald.

• OAB-budget is niet structureel maar wordt voor 4 jaar toegekend.

(17)

Structurele budgetten vanaf 2021

Vanaf 2021 is de decentralisatie-uitkering voorschoolse voorziening peuters op een vast niveau.

Het beschikbare structurele budget is dan:

Regulier subsidie peuterspeelzaalwerk € 146.529 Decentralisatie uitkering versterking peuterspeelzaal-

werk vervalt € 38.690 -/-

Decentralisatie-uitkering voorschoolse voorziening € 48.223

Totaal budget € 156.062

Daarnaast zijn er OAB middelen beschikbaar.

De subsidie voor peuteropvang Pinkeltje is € 180.000,=.

Hiervan kan een bedrag van € 55.000,= betaald worden uit de OAB middelen.

Daarnaast is er een voordeel van € 7.000,= omdat de gemeente meer huuropbrengsten van Pinkeltje ontvangt voor het gebruik van ruimten. Dit betekent een totaal structureel voordeel van € 38.000,= vanaf 2021.

Dit voordeel kan meegenomen worden bij de voorjaarsnota 2017.

Bij een ouderbijdrage van € 8,= wordt € 15.000,= extra ouderbijdrage binnengehaald en hoeft dus € 15.000,= minder subsidie te worden verstrekt.

Afwijking procedure Algemene subsidieverordening gemeente Asten 2017

Omdat nu al afspraken worden gemaakt m.b.t. de subsidie over het kalenderjaar 2018 wordt hiermee eenmalig afgeweken van de subsidieprocedure zoals

vastgelegd in de Algemene subsidieverordening gemeente Asten 2017.

Dit betekent dat Pinkeltje geen subsidieverzoek meer hoeft in te dienen vóór 1 april 2017 voor het subsidiejaar 2018.

Evaluaties

Er worden twee evaluatiemomenten gepland: maart 2018 en eind 2018.

- In maart 2018 zal de inzet van de HBO’er en implementatie van de omvorming worden geëvalueerd.

- Eind 2018 vindt een er een algehele evaluatie plaats. Alle uitgangspunten zullen dan worden geëvalueerd.

Voorstel financiering aanbod peuteropvang

Uw raad wordt voorgesteld:

1. De notitie ‘Van peuterspeelzaalwerk naar peuteropvang in de gemeente Asten’ vast te stellen;

2. De ouderbijdrage 2017 vast te stellen op € 7,18;

3. Voor de periode 1 augustus 2017 tot en met 31 december 2017 aan Pinkeltje een subsidie beschikbaar te stellen van € 90.000,= voor aanbod peuteropvang;

4. Voor het kalenderjaar 2018 aan Pinkeltje een subsidie beschikbaar te stellen van € 180.000,= voor aanbod peuteropvang;

5. De financiële consequenties voor 2018 en verder mee te nemen in de voorjaarsnota 2017.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor Gooise Meren betekent dit, dat de keuzevrijheid en gelijkheid zoals die er per 1 januari 2018 is voor werkende ouders, ook zoveel mogelijk zal gelden voor ouders zonder recht

Subsidie wordt verleend per kindplaats in de gemeente Leusden die wordt bezet door een niet- Vve-geïndiceerde peuter in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar waarvan de ouders niet

Een aanbod van minimaal 16 uur per week VE peuteropvang aan doelgroep peuters van zowel ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag als ouders met recht op kinderopvangtoeslag –

per peuter op een peuterplaats, van ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag, mini- maal 240 en maximaal 320 uren per jaar (bij een aanbod van 40 weken per jaar is

o Heeft u alleen reguliere peuteropvang, dan vult u Blad 2 reguliere opvang in voor de berekening van de maximale subsidie op basis van het door u aantal aangeboden

2 U hebt wel recht op toeslag in het geval van: bijstand en werk; uitkering als kunstenaar en volgt een traject gericht op arbeidsinschakeling (WWIK); u bent jonger dan 18 jaar,

De premie voor dringende kinderopvang wordt toegekend aan initiatieven voor gezins- en groepsopvang die een plaats vrijhouden voor een kwetsbaar gezin dat behoefte heeft

het compenseren van de eigen bijdrage voor peuteropvang wanneer de desbetreffende peuter uit een gezin komt met een gezamenlijk toetsinkomen lager dan € 20.584,-. Als