Vraag nr. 67 van 13 januari 2000
van mevrouw SONJA BECQ
Vrijetijdsbesteding gehandicapten – Subsidieaan-vragen
Bij omzendbrief van 27 juli 1999 werden organisa-ties die vrijetijdsbesteding van personen met een handicap ontwikkelen, begeleiden en bevorderen, in staat gesteld hun subsidieaanvraag in te dienen bij het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap (VFSIPH). De subsi-dieaanvragen voor het werkjaar 2000 moesten vóór 1 oktober 1999 worden ingediend.
Op dit moment worden deze subsidies jaarlijks toe-g e k e n d . Om een toe-goede werkintoe-g uit te bouwen, i s een financiële zekerheid over verschillende jaren een belangrijk element.
1. Via welke kanalen werd deze informatie be-kendgemaakt ?
2. Hoeveel aanvragen werden ingediend, v o o r welk bedrag en door welke organisaties ? 3. Hoeveel aanvragen werden goedgekeurd ?
Welke organisaties werden gesubsidieerd en voor welk bedrag ? Is er in een regio-a f b a k e-ning voor die organisaties voorzien ? Zo ja, o p welke basis ?
4. Hoeveel groepen (in procent uitgedrukt) ont-vingen ook vorig jaar een subsidie ?
5. Kan een overzicht worden verstrekt van de be-trokken organisaties die actief zijn in de provin-cie Vlaams-Brabant ?
6. In welke mate heeft de minister reeds overwo-gen om de subsidiëring over verschillende jaren te laten verlopen ?
Antwoord
1. De omzendbrief van 27 juli 1999 betreffende vrijetijdsbesteding van personen met een handi-c a p, vershandi-cheen in het Belgishandi-ch Staatsblad (BS) van 8 september 1999.
Bij de administratie van het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handi-cap konden bijkomende inlichtingen worden in-gewonnen.
2. Op 30 september 1999 telde de administratie van het Vlaams Fonds 41 aanvraagformulieren : 20 van de al erkende vrijetijdsorganisaties en 21 nieuwe aanvraagdossiers. De Vlaamse volksver-tegenwoordiger kan bij de administratie van het Vlaams Fonds de lijst opvragen van deze 41 or-ganisaties, verdeeld per provincie.
Het bedrag dat op jaarbasis kan worden toege-kend inzake vrijetijdsbesteding is beperkt tot 40 miljoen frank ; het maximum aantal organisaties dat kan worden erkend en gesubsidieerd, is be-perkt tot 20 bij het besluit van de Vlaamse rege-ring (BVR) van 10 november 1998 (BS 7 ja-nuari 1999).
3. De spreiding van de te erkennen initiatieven v o o r m e l d , ligt vast bij bovenvermeld besluit van de Vlaamse regering. A r t . 5 , § 1 bepaalt de vol-gende spreiding :
1° in de provincie A n t w e r p e n : (maximum) 5 organisaties,
2° in de provincie Limburg : (maximum) 3 orga-nisaties,
3° in de provincie Oost-Vlaanderen : ( m a x i-mum) 4 organisaties,
4° in de provincie We s t - V l a a n d e r e n : ( m a x i-mum) 4 organisaties,
5° in de provincie Vlaams-Brabant en het Brus-selse Hoofdstedelijke gewest : ( m a x i m u m ) 4 organisaties (waarvan 2 zich ook richten tot de Nederlandstalige inwoners van het Brusselse Hoofdstedelijke gewest).
De raad van bestuur legde voor begrotingsjaar 1999 de regio's vast op basis van de ingediende a a n v r a a g d o s s i e r s. Elke aanvrager dient immers het bestreken of te bestrijken gebied te precise-ren.
Het werkingsgebied van een erkende vrijetijds-organisatie kan worden herzien indien de be-trokken actoren in een bepaalde regio akkoord gaan en een voorstel tot herziening indienen bij de administratie.
overeen-komstige werkingsperiode voor dit begrotings-jaar vast van 31 juli 1999 tot en met 31 juli 2000. Voorlopig rijzen dus geen problemen voor con-tinuering van de dienstverlening. Op dit ogen-blik is er geen enkele reden om de erkenning van de 20 erkende organisaties te herzien. Het eerder vermelde BVR legt het basissubsi-diebedrag vast op 750.000 frank per erkende g a n i s a t i e. Gemiddeld ontving elke erkende or-ganisatie voor begrotingsjaar 1999 2 miljoen f r a n k . Deze subsidie omvat het bedrag van de b a s i s s u b s i d i e, aangevuld met het bedrag van de aanvullende toelage. De raad van bestuur be-paalde voor begrotingsjaar 1999 het bedrag van de aanvullende toelagen op basis van de voor-waarden en de criteria die de minister vaststelde in het ministerieel besluit van 11 juni 1999. 4. Zoals onder punt 2 vermeld, betreffen 20 van de
in totaal 41 ingediende aanvraagdossiers voor begrotingsjaar 2000, werkingen die ook voor be-grotingsjaar 1999 werden erkend en gesubsi-dieerd.
5. De erkende organisaties tot op heden in de pro-vincie Vlaams-Brabant zijn :
VZW Het Balanske Halensebaan 2 3390 Tielt-Winge VZW Het Kruispunt Kroonstraat 48 1750 Lennik VZW KVG Vlaams-Brabant en Brussel (Katholieke Vereniging Gehandicapten) Bondgenotenlaan 131
3000 Leuven
VZW Gehandicapten en Solidariteit (sociaal centrum) (= Nationale Federatie voor Gehandi-captenzorg)
Mussenstraat 17-19 1000 Brussel
Daarnaast diende volgende organisaties een aanvraag in voor begrotingsjaar 2000 :
VZW ODOK (Ouders van Dove Kinderen) Jagerstraat 108 1933 Sterrebeek VZW GWK (Gehandicaptenwerking Kreken-land) Schoolstraat 3 9960 Assenede
VZW Stichting Pierre Lauwyck Grote Markt 14
3300 Tienen
VZW CAD – De Kapruin
(Centrum voor Ambulante Diensten) Naaldstraat 23
1070 Anderlecht
6. De raad van bestuur van het Vlaams Fonds gaf de administratie te kennen dat slechts tot her-ziening van de erkenningen moet worden over-gegaan als de administratie manifeste gebreken vaststelt bij de erkende organisaties op basis van de in te dienen eindrapporten.