• No results found

Vraag nr. 61 van 5 januari 2000 van mevrouw SONJA BECQ

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 61 van 5 januari 2000 van mevrouw SONJA BECQ"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 61 van 5 januari 2000

van mevrouw SONJA BECQ Leeftijdsdiscriminatie – Beleid

Leeftijdsgrenzen kunnen bedoeld zijn als bescher-ming van bepaalde groepen, doch ze kunnen ook discriminerend werken. In het Vlaams regeerak-koord wordt het wegwerken van leeftijdsdiscrimi-natie als prioritair beschouwd. Een in het oog springende discriminatie waarvoor de V l a a m s e overheid bevoegd is, betreft de tegemoetkomingen en/of de dienstverlening van het Vlaams Fo n d s voor Sociale Integratie van Personen met een Han-dicap (VFSIPH), waarvan men bijvoorbeeld bij het ontstaan van de handicap na de leeftijd van 65 jaar, wordt uitgesloten.

1. Op welke wijze wordt het voornemen om leef-tijdsdiscriminatie weg te werken, aangepakt ? 2. Werd de voorbije zes maanden hieromtrent

reeds een actieplan uitgewerkt ?

Wat zijn hierin de meest opvallende leeftijdsdis-criminaties waarvoor de Vlaamse overheid be-voegd is ? Welke discriminaties worden aange-pakt ? Welke prioriteiten worden gelegd ? 3. Bestaat er in dit verband beleidsonderzoek ? Zo

ja, wat zijn de resultaten ?

Antwoord

1. Volgens artikel 2, § 1, van het decreet van 27 juni 1990 houdende oprichting van het V l a a m s Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap, is dit decreet van toepassing op de personen met een handicap die de volle leef-tijd van 65 jaar niet hebben bereikt op het ogen-blik van hun aanvraag tot inschrijving, en op de voorzieningen die bijstand tot sociale integratie verlenen.

De inschrijving in het Fonds vormt een essentië-le vereiste die de aanspraak op bijstand vooraf-g a a t . De inschrijvinvooraf-gsverplichtinvooraf-g wordt uit-drukkelijk gesteld (artikel 7, § 2 van het de-creet) en geregeld (artikelen 39 en volgende van het decreet en de bepalingen van het besluit van de Vlaamse regering van 24 juli 1991 betreffen-de betreffen-de inschrijving bij het Fonds).

Deze inschrijving dient te gebeuren vóór de leeftijd van 65 jaar. In het ontwerp van decreet

wordt de zorg voor personen die na 65 jaar ge-handicapt worden, in principe toegewezen aan het bejaardenbeleid (Vlaamse Raad, 1 9 8 9 - 1 9 9 0 , Stuk 318, n r. 1 , b l z . 6 , artikel 2, vierde alinea). De achterliggende idee daarvoor wordt ver-woord in het verslag namens de Commissie voor Welzijn en Gezondheid (Vlaamse Raad, 1 9 8 9 - 1 9 9 0 , Stuk 318, n r. 5 , b l z .8 , derde en vierde alinea) :

"In de plaats van het begrip reclassering komt de sociale integratie van de persoon met een h a n d i c a p. Personen met een handicap die bij het bereiken van de leeftijd van 65 jaar ingeschre-ven zijn in het Fonds zullen verder op de tussen-komsten van het Fonds een beroep kunnen blij-ven doen. Wie na 65 jaar door verouderingsver-schijnselen een handicap oploopt, kan terecht bij de vele diensten en voorzieningen uit de be-jaardenzorg."

De bedoeling van de decreetgever is derhalve duidelijk : wie zich inschrijft bij het Fonds vóór zijn vijfenzestigste verjaardag en het bewijs kan leveren van een handicap, kan in aanmerking komen voor bijstand tot sociale integratie. A r t i-kel 2 van het decreet schrijft in die zin voor dat het decreet niet van toepassing is op personen met een handicap die de volle leeftijd van 65 jaar hebben bereikt en die vóór de dag van hun vijfenzestigste verjaardag geen aanvraag tot in-schrijving hebben ingediend.

(2)

b e p a l e n , wens ik de arresten te kennen die zul-len worden geveld.

In algemene zin, en buiten het voorbeeld dat besloten ligt in het decretaal kader van het Vlaams Fo n d s, kan worden vastgesteld dat maatschappelijke veranderingen in onze samen-leving voor bepaalde groepen van mensen nieu-we drempels of discriminaties veroorzaken. U i t-sluitingsmechanismen die geënt zijn op leeftijd, zijn daar een vorm van. De aandacht voor en acties omtrent leeftijdsgebonden discriminaties zijn globaal geïntegreerd in mijn beleidsinten-ties ten aanzien van de welzijnszorg, de gezond-heidszorg en het gelijkekansenbeleid. In het kader van de realisatie van een effectief preven-tiebeleid voor ouderen, en in de context van de omschakeling van een aanbod- naar een meer behoeftengestuurd ouderenbeleid, is de oprich-ting van een meldpunt "leeftijdsdiscriminatie" gepland.

2. De vooropgezette beleidsacties tegen leeftijds-gebonden discriminaties vormen een nieuw be-l e i d s t e r r e i n , dat nog een grondige verkenning b e h o e f t . Daartoe is op korte termijn een infor-matieve consultatieronde gepland met diverse relevante actoren. In het voorjaar van 2000 zal ik een werkbezoek brengen aan het Landelijk Bureau voor Leeftijdsdiscriminatie in Utrecht. Daarnaast zal in maart 2000 een specifieke pro-jectgroep van start gaan tot heroriëntering van het ouderenbeleid vanuit de visie die de unici-t e i unici-t , de compeunici-tenunici-ties en de krachunici-t van de ouder wordende mens in de maatschappij beklem-t o o n beklem-t . De aandachbeklem-t voor leefbeklem-tijdsgebonden uibeklem-t- uit-sluitingen en de oprichting van een meldpunt "leeftijdsdiscriminatie" zullen een belangrijk thema vormen in het debat. Volgens het plan van aanpak moeten de werkzaamheden van de projectgroep tegen 2003 leiden tot een decreet dat het vernieuwd en geïntegreerd Vlaams ou-derenbeleid omvat.

Ook wil ik melding maken van mijn actie om, i n samenspraak met de collega-ministers en de In-terdepartementale Commissie Gelijke Kansen, in 2000 een globaal actieplan Gelijke Kansen op te stellen, waarin per beleidsdomein ten minste één strategische doelstelling wordt geformu-leerd ter realisatie tegen het einde van deze le-g i s l a t u u r. Hierbij zal aandacht worden besteed aan de gelijke kansen voor alle doelgroepen. Dit project gaat eind februari 2000 van start.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Zodra voor elke subregio door de Edufora de educatieve kaart opgemaakt is, wordt de volgen- de opdracht van de Edufora het opsporen en omschrijven van de regionale educatieve

"waar armen het woord nemen", komen een aantal knelpunten naar voor die zeker moeten worden bekeken : onder andere de interpretatie van "onwil" om te betalen,

De bevindingen bij dit onderzoek zijn dat er wel degelijk bij een aantal poetsvrouwen de behoefte aanwezig is om via bijkomende opleiding een ge- tuigschrift van verzorgende te

Door middel van een persoonlijk assistentiebudget (PAB) zullen personen met een handicap ervoor kunnen kie- zen om zich, onder meer bij hun verplaatsingen, te laten bijstaan door

Personen met verminderde mobiliteit – Beleid (2) In haar antwoord op mijn vorige schriftelijke vraag over het "mindermobielenvervoer" stelt de minis- ter dat "de

Werd de mogelijkheid reeds onderzocht om een ontmoetingshuis op regionaal niveau op te rich- ten waar mentaal en/of fysiek zwakke kinderen die zich niet thuisvoelen in de

Na afwerking van deze definitieve herstructure- ring zal de toestand ter plaatse opnieuw

De verdeling van de maximum te erkennen ca- paciteit voor de voorzieningen van de bijzonde- re jeugdbijstand over de verschillende catego- rieën (residentieel/(semi)ambulant) en