Vraag nr. 280 van 28 april 2000
van mevrouw SONJA BECQ
Personen met verminderde mobiliteit – Beleid (2) In haar antwoord op mijn vorige schriftelijke vraag over het "mindermobielenvervoer" stelt de minis-ter dat "de Vlaamse regering zich tot doel stelt bin-nen de huidige legislatuur de basismobiliteit te ver-wezenlijken in het Vlaamse gewest". De minister v e r v o l g t : " Voor elk concept basismobiliteit waarbij een belbusproject wordt ingevoerd, zijn afspraken gemaakt tussen de Vlaamse Ve r v o e r m a a t s c h a p p i j De Lijn en het Vlaams Fonds voor Sociale Integra-tie van Personen met een Handicap, om het ver-voer van personen met verminderde mobiliteit in de bediende regio te verzekeren" (vraag nr. 63 van 11 januari 2000 ; Bulletin van Vragen en A n t w o o r -den nr. 10 van 24 maart 2000, blz. 875 – red.). 1. Wat verstaat de minister precies onder
basismo-biliteit ?
2. Naar ik meen, rijden belbussen op bepaalde tra-jecten en op bepaalde tijden, en niet op zaterda-gen en zondazaterda-gen.
Wat houden de afspraken tussen de V l a a m s e Vervoermaatschappij De Lijn en het V l a a m s Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap precies in ?
Is er ook voorzien in aangepast vervoer buiten de normale uren ?
3. Zijn de belbussen (gemakkelijk) toegankelijk voor rolstoelpatiënten ?
4. Wie staat er in voor het vervoer en de begelei-ding van de mindermobiele personen ? Doet de minister een beroep op professionele krachten of op vrijwilligers ?
5. Stelt de minister de belbusprojecten open voor alle mindermobielen, of wordt er een inkomens-grens opgelegd ?
Is er eventueel een alternatief voor degenen die uit de boot vallen ?
N.B. Deze vraag werd eveneens gesteld aan me-vrouw Mieke Vo g e l s, Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen.
Gecoördineerd antwoord
1. Basismobiliteit is het recht van de gebruikers op een minimumaanbod aan geregeld vervoer. H e t doel van de basismobiliteit is in de eerste plaats een grotere maatschappelijke betrokkenheid voor alle lagen van de bevolking. Het openbaar vervoer dient mobiliteit te bieden aan hen die geen auto kunnen, mogen of willen besturen, e n daardoor niet in staat zijn tot volledige deelna-me aan het maatschappelijk leven. De beschik-baarheid van het openbaar vervoer staat cen-traal bij deze sociale functie, het vormt een mid-del tot het bestrijden van de vervoersarmoede. Aan dit recht op basismobiliteit voor elke per-soon zijn om doelmatigheids- en efficiëntierede-nen beperkingen in de ruimte en in de tijd ge-s t e l d . Het recht op een minimumaanbod aan openbaar vervoer geldt enkel voor een ver-plaatsing in woongebieden aangegeven in de ge-w e s t p l a n n e n . De Vlaamse regering bakent de s t e d e l i j k e, r a n d s t e d e l i j k e, kleinstedelijke en bui-tengebieden af. De bedieningsfrequentie stijgt naarmate het stedelijk karakter van een gebied t o e n e e m t . Ook de haltes worden gelokaliseerd naargelang het karakter van het bedieningsge-b i e d . De maximale loopafstanden zijn het kleinst in de stedelijke gebieden en het grootst in de buitengebieden.
Een tweede beperking ligt in de periode waar-binnen de gebruiker dit recht kan opvragen, n a-melijk tussen 6 en 21 uur op werkdagen en tus-sen 8 en 23 uur op zaterdagen, zondagen en wettelijke feestdagen. Het aanbod ligt hoger tij-dens de spitsuren dan tijtij-dens de daluren, m a a r er is een regelmatige spreiding van de bedie-ningsfrequentie.
2. Personen met een handicap die bij het V l a a m s Fonds zijn ingeschreven, beschikken over een integratieprotocol dat op basis van een indivi-dueel multi-disciplinair onderzoek werd goed-gekeurd door de Provinciale Evaluatiecommis-sie van het Fonds.
gere-geld openbaar vervoer te begeven, de mogelijk-heid bieden om een beroep te doen op de aan-gepaste vraagafhankelijke service van de bel-b u s. Personen die op dit aanbel-bod wensen in te g a a n , geven het Fonds toestemming om hun naam en adres op te nemen in een klantenbe-stand "aangepast vervoer", dat door het Fo n d s aan De Lijn wordt bezorgd.
Het Fonds staat dus in voor de selectie van de "personen met een ernstige handicap" die voor deze dienstverlening in de belbusgebieden in aanmerking komen.
3. De nieuw op te starten belbussen zullen alle toegankelijk zijn voor rolstoelgebruikers. D e bestaande belbussen, voorzover nog niet toe-g a n k e l i j k , zullen binnen afzienbare tijd aantoe-ge- aange-past worden.
4. Persoonlijke assistentie is voor mensen met een handicap een belangrijke voorwaarde om zich zelfstandig in de samenleving te kunnen bewe-g e n . De bebewe-geleider van de reizibewe-ger met een han-dicap zal dan ook kosteloos meekunnen op de b e l b u s. Een algemene regeling voor de organi-satie van de persoonlijke assistentie is opgeno-men in het regeerakkoord. Door middel van een persoonlijk assistentiebudget (PAB) zullen personen met een handicap ervoor kunnen kie-zen om zich, onder meer bij hun verplaatsingen, te laten bijstaan door een persoonlijke assistent. Een voorstel van decreet terzake is onlangs door de heer Guy Swennen ingediend.