• No results found

Vraag nr. 210 van 28 juni 2000 van mevrouw SONJA BECQ

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 210 van 28 juni 2000 van mevrouw SONJA BECQ"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 210 van 28 juni 2000

van mevrouw SONJA BECQ

Vlaams Fonds – Dienstverlening voor blinden Blinden en slechtzienden doen, net als andere per-sonen met een handicap, een beroep op voorzie-ningen en dienstverlening erkend door het V l a a m s Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap (VFSIPH).

1. Kan er – vanuit de gegevens van het V l a a m s Fonds – worden opgemaakt hoeveel blinden en slechtzienden (in absolute en procentuele cij-fers) een beroep doen op thuisbegeleiding, b e-geleid wonen, s e m i - i n t e r n a t e n ,r e v a l i d a t i e c e n-tra, CAO 26 … ?

2. Op welke wijze wordt er met hun specifieke si-tuatie rekening gehouden bij de diverse vormen van dienstverlening ?

3. Heeft de minister weet van groepen blinden en slechtzienden die wel nood hebben aan hulp, doch niet via de dienstverlening erkend door het Vlaams Fonds worden geholpen ?

Antwoord

1. Volgens de gegevens bij het Vlaams Fonds zijn de aantallen en de verhouding blinden en slechtzienden die een beroep doen op voorzie-ningen gesubsidieerd door het Fonds de volgen-de :

a) In residentiële voorzieningen

Erkende capaciteit Aantal blinden/ in % slechtzienden Internaten 4.824 394 8,16 Semi-internaten 3.554 214 6,02 Dagcentra 3.083 152 4,93 Observatiecentra 327 1 0,3 Tehuis werkenden 1.146 15 1,3 Tehuis niet-werkenden 3.584 329 9,18 Kortverblijf 56 5 8,92 Gezinsplaatsing 900 15 1,67 Nursingtehuis 3.987 474 11,89 Totaal 21.461 1.599 7,45

In deze statistiek werden al de personen opge-nomen voor wie de doelgroep blind of slecht-ziend werd opgegeven, maar dit betekent niet dat deze handicap steeds de hoofdhandicap is. b) In ambulante diensten

Diensten voor thuisbegeleiding

In het besluit van de Vlaamse regering van 17 december 1996 is de programmatie vastgelegd van de diensten voor thuisbegeleiding. In arti-kel 4 van dit besluit is bepaald dat het V l a a m s Fonds twee diensten voor gezinnen met een vi-suele handicap kan erkennen.

De thuisbegeleidingsdienst voor kinderen met een visuele handicap (Huldenberg) begeleidde in 1999 155 gezinnen. Er waren in totaal 2.008

begeleidingen.

Bij de thuisbegeleidingsdienst voor visueel ge-handicapten Spermalie (Brugge) werden in 1999 196 gezinnen begeleid. Er waren in totaal 2.526 begeleidingen.

Het totaal aantal gesubsidieerde begeleidingen bedroeg in 1999 : 35.250.

Het aandeel van de blinden en slechtzienden is dus 12,8 %.

Diensten voor begeleid wonen

(2)

c) In revalidatiecentra

Onder de intramurale centra die deel uitmaken van een ziekenhuis en door het Vlaams Fo n d s worden erkend (maar niet gesubsidieerd) is er één gespecialiseerd in visuele handicaps (op 79 erkende intramurale revalidatiecentra). Over de kenmerken van de revalidanten in deze intra-murale centra is er geen informatie.

De gegevens over de intramurale centra werden bijeengebracht op basis van de jaarverslagen van 59 van de 60 centra. Hieruit blijkt dat er 14 slechtziende of blinde personen waren op een totaal van 8.051 revalidanten (0,2 %).

d) Individuele materiële bijstand

In de loop der jaren hebben 1.683 personen met een visuele handicap een tegemoetkoming ge-noten van hulpmiddelen (op een totaal van on-geveer 20.000 aanvragen, of 8,4 %).

e) CAO 26

Op 30 juni 2000 hebben 455 personen met een visuele handicap een tegemoetkoming CAO 26, dit op een totaal van 3.100, of 14,67 %.

f) Vlaamse inschakelingspremie (VIP)

Op 30 juni 2000 hebben 32 personen met een vi-suele handicap een tegemoetkoming V I P, dit op een totaal van 600, of 5,33 %.

2. Binnen de verschillende sectoren hebben een aantal voorzieningen zich gespecialiseerd in de o p v a n g, behandeling en begeleiding van deze doelgroep.

Voor de andere voorzieningen die niet hoofdza-kelijk blinden of slechtzienden opnemen of be-g e l e i d e n , wordt erover be-gewaakt dat zij de speci-fieke knowhow hiertoe bezitten of een beroep doen op de gespecialiseerde voorzieningen om die knowhow te verwerven.

3. Een aantal verenigingen van en voor blinden ontwikkelen in het kader van hun sociale dienstverlening diverse activiteiten voor hun l e d e n . Deze algemene maatschappelijke dienst-verlening past niet steeds binnen de specifieke modaliteiten voor erkenning en subsidiëring door het Vlaams Fonds.

Op dit ogenblik heeft één vereniging voor blin-den en slechtzienblin-den een aanvraag bij het Fo n d s

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Inzake loonharmonisering rijst een probleem voor de openbare sector, evenals voor het niet-gesubsi- dieerde personeel, dat soms uit pure noodzaak voor een goede kwalitatieve

Naar analogie ligt het voor de hand dat er eveneens geen RSZ-bijdragen zullen worden afgehouden bij uitbreiding van deze aanmoedigingspremies.. Deze toelagen zijn immers geen loon,

De raad van bestuur van Kind en Gezin heeft, in uitvoering van het beleidsplan Kinderopvang, ondertussen ook zijn werkwijze bepaald voor de beslissingen met betrekking tot de

– Budgetmeters zijn een goed systeem als mensen er vrij voor kunnen kiezen en als er een minimumlevering gegarandeerd blijft.. –

– het besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 tot vaststelling van de totale inves- teringssubsidie en de bouwtechnische nor- men voor voorzieningen voor bejaarden

Verschillende kin- derdagverblijven hebben nu reeds een werking voor opvang van zieke kinderen of flexibele op- vang en weten niet of en op welke wijze zij deze kunnen

Teneinde met betrekking tot de ouderbijdragen een aantal simulaties te kunnen maken, is door Kind en Gezin (K&G) een bestand gecreëerd waar voor 10.000 kinderen gegevens zijn

De concrete voorstellen van regularisering voor de verschillende deelsectoren werden, in het kader van de bespreking van de implementatie- n o t a , een eerste maal overlegd met