• No results found

Vraag nr. 201 van 23 juni 2000 van mevrouw SONJA BECQ

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 201 van 23 juni 2000 van mevrouw SONJA BECQ"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 201 van 23 juni 2000

van mevrouw SONJA BECQ

Centra voor algemeen welzijnswerk – Extra mid-delen

In de begroting 2000 werd vermeld dat extra mid-delen en personeel werden ingezet in de centra voor algemeen welzijnswerk (CAW ) . Zowel voor j o n g e r e n h u l p v e r l e n i n g, justitieel welzijnswerk, a l s slachtofferhulp.

1. Op grond van welke criteria en volgens welke parameters werden deze uitbreidingen toege-kend ?

2. Zijn er naast deze uitbreiding nog bijkomende middelen gepland voor de CAW's in de "achter-gestelde gebieden en/of blinde vlekken" ?

Antwoord

1. Jongerenhulpverlening

De bijkomende middelen op de begroting 2000 – met name 60 miljoen op jaarbasis, wat neerkomt op 36 voltijds equivalenten (VTE) – dienen in de eerste plaats te worden besteed aan de uitbouw van een goed gespreid en specifiek "basisaanbod" inzake laagdrempelige hulpverlening voor jonge-ren (ontvangst, informatie en advies). Om meer specifieke doelgroepen, zoals kwetsbare jongeren en allochtonen jongeren, te bereiken, moeten er gepaste methodieken worden ontwikkeld. Waar dit basisaanbod voldoende is uitgebouwd, kunnen de andere functies ten aanzien van jongeren verder worden ontwikkeld, met name partiële begeleiding, integrale begeleiding naar zelfstandigheid en crisis-h u l p v e r l e n i n g. Het verder uitbouwen van een resi-dentieel aanbod (in hoofdzaak voor jongvolwasse-nen) is geen prioriteit in 2000.

Voor de toewijzing van deze middelen ben ik uitge-gaan van volgende principes.

– Een doelmatige spreiding van het aanbod in de verschillende bestuurlijke arrondissementen. Om deze spreiding in beeld te brengen, ben ik vertrokken van de werkingsgebieden van de er-kende CAW ' s. Daar het in de eerste plaats gaat om een versterking van het basisaanbod heb ik, in afwachting van de toepassing van een meer omvattend programmatie-instrument, v o l g e n d e parameters gehanteerd :

– het bevolkingscijfer per werkgebied ;

– het aantal jongeren (12-25-jarigen) per werk-gebied.

– Een duidelijke taakverdeling tussen de CAW ' s in eenzelfde regio.

Daar het mijns inziens geen zin heeft dat meer-dere centra een proactief aanbod voor jongeren ontwikkelen en daartoe de verschillende samen-werkingsverbanden aangaan, heb ik geopteerd voor één verantwoordelijk CAW per regio. Daarbij heb ik rekening gehouden met het mo-menteel aanwezige aanbod, de verhouding tus-sen het totale personeelsbestand versus het per-soneel jongerenhulpverlening, het goedgekeur-de beleidsplan 2000-2002 en goedgekeur-de opgebouwgoedgekeur-de knowhow en specifieke regionale kenmerken ( b v. grootstedelijke context, provinciaal gerichte werking, ...).

Op basis hiervan heb ik volgende uitbreidingen toegekend :

CAW Gemeente VTE

Regio Aalst Aalst 1

Hageborg Aarschot 1 Middenkust Oostende 1 Zuid-Oost-Vlaan-deren Ronse 1 Waasland Sint-Niklaas 1 West-Brabant en Dender Lennik 1,5 Midden-West-Vlaanderen Roeselare 1,5 Televil Vilvoorde 1,5 Mozaïek Brussel 2 't Dak-Teledienst Dendermonde 2 De Papaver Ieper 2 Leuven Leuven 2

Het Welzijnshuis Willebroek 2,5

De Kempen Herentals 3,5

't Verschil Hasselt 4

Artevelde Gent 4,5

Regio Antwerpen Antwerpen 4

(2)

Alle centra, behalve het centrum van Brussel, h e b-ben bijkomend personeel gevraagd. Door de aan-wezigheid in Brussel van zes bicommunautaire diensten is er reeds een ruim aanbod. Dit overaan-bod en samenwerkingsproblemen maakten een er-kenningsaanvraag niet opportuun.

Wat de gehanteerde criteria en parameters betreft, wens ik te verwijzen naar het bijgevoegde schema (bijlage 1) en de hiervolgende toelichting bij dit schema.

Kolom 1 : geeft het aantal strafinrichtingen in het gerechtelijk arrondissement weer.

Het gerechtelijk arrondissement Brugge omvat de gevangenissen van Brugge en Ruiselede. Het peni-tentiaire complex van Brugge omvat eigenlijk drie autonome inrichtingen, vandaar de (4). De regio Kortrijk heeft geen gevangenis, maar 75 % van de gedetineerden van Ieper zijn afkomstig uit deze r e g i o. Het gerechtelijk arrondissement Tu r n h o u t omvat de strafinrichtingen van Tu r n h o u t , Wo r t e l , Hoogstraten en Merksplas. Het complex van Merksplas omvat acht autonome inrichtingen. I n Leuven ten slotte zijn er Leuven-Centraal en de hulpgevangenis.

Kolom 2 : geeft de types gedetineerden weer die in de gevangenis(sen) verblijven, namelijk vg (in v o o r h e c h t e n i s ) , v (veroordeelden), vr (vrouwen), i (geïnterneerden), rec (recidivisten).

Kolom 3 : geeft de (totale) dagpopulatie van de ge-vangenis(sen) in de regio weer.

Kolom 4 : g e e f t , voorzover in de erkenningsaan-vraag opgegeven, de (totale) jaarpopulatie van de gevangenis(sen) in de regio weer.

Kolom 5 : geeft het aantal cliënten van het centrum op, zoals weergegeven in de erkenningsaanvraag. Kolom 6 : geeft in VTE het personeel weer dat door het centrum voor de bijkomende taak justi-tieel welzijnswerk wordt ingezet, en dit volgens de erkenningsaanvraag van het centrum.

Kolom 7 : geeft een objectieve verdeling van de (toekomstige) totale personeelsformatie voor justi-tieel welzijnswerk weer en dit op basis van de dag-populatie van de gedetineerden in het gerechtelijk arrondissement.

Kolom 8 en 9 : geeft het voorstel weer van de admi-nistratie zowel inzake het bijkomend personeel (kolom 9) als inzake het aldus bereikte totaal

aan-tal VTE dat voor deze opdracht wordt ingezet (kolom 8).

Wat het justitieel welzijnswerk betreft, heb ik een compromis gezocht tussen een lineaire verhoging en een verdeling op basis van objectieve parame-t e r s. Ik ben echparame-ter van oordeel daparame-t heparame-t vanwege de hoge werklast in de andere regio's voorlopig niet aangewezen is om de centra van Ko r t r i j k , I e p e r, Tongeren en Hasselt een bijkomende halftijdse be-roepskracht toe te kennen. Wat Ieper en Ko r t r i j k b e t r e f t , hier is er enkel de (kleine) gevangenis van I e p e r, waar beide centra (met 2,5) werkzaam zijn. Wat Tongeren en Hasselt betreft, het gaat hier om twee kleine gevangenissen. Een gedeelte van de 2,85 VTE van Hasselt is trouwens werkzaam in de gevangenis van Tongeren.

Slachtofferhulp

Wat de gehanteerde criteria en parameters betreft, wens ik te verwijzen naar het bijgevoegde schema (bijlage 2) en de hiernavolgende toelichting bij dit schema.

Kolom 1 : geeft het aantal inwoners van het gerech-telijk arrondissement weer. Voor het arrondisse-ment Brussel-Halle-Vilvoorde werden de inwoners van Halle-Vilvoorde genomen + 25 % van de in-woners van het Brusselse Hoofdstedelijke gewest. Kolom 2 : geeft het aantal cliënten van de verschil-lende centra voor slachtofferhulp weer voorzover reeds bekend voor 1999 (anders 1998), zoals door de centra in hun aanvraag werd vermeld.

Kolom 3 : geeft in V T E het personeel weer dat door het centrum voor de bijkomende taak slacht-offerhulp wordt ingezet, en dit volgens de erken-ningsaanvraag van het centrum.

(3)

meer in dan vroeger. Voor de fusies was dit het enige centrum dat zowel voor slachtofferhulp als justitieel welzijnswerk was erkend, zonder opsplit-sing van de beroepskrachten. Deze bijkomende halftijdse werd vroeger benoemd als ingezet voor justitieel welzijnswerk.

Kolom 5 : geeft het aantal personeelsleden weer die in het kader van het globaal plan (middelen van Ju s t i t i e, toekenning via de gemeente) in het centrum zijn tewerkgesteld in het kader van het project "burgers voor burgers".

Kolom 6 : geeft een objectieve verdeling van de (toekomstige) totale personeelsformatie voor slachtofferhulp weer, en dit op basis van het aantal inwoners in het gerechtelijk arrondissement. Kolom 7 en 8 : geeft het voorstel weer van de admi-nistratie zowel inzake het bijkomend personeel (kolom 8) als inzake het aldus bereikte totaalaantal VTE dat voor deze opdracht wordt ingezet (kolom 7).

Gelet op de grote uitdaging van het samenwer-kingsakkoord tussen de Belgische Staat en de

Vlaamse Gemeenschap inzake slachtofferzorg (het aantal doorverwijzingen stijgt overal), heb ik be-slist elk centrum bijkomend minstens een halftijdse beroepskracht toe te kennen.

Waar de kloof tussen de huidige omkadering en de verdeling op basis de bevolkingsaantallen groot w a s, heb ik meer personeel toegekend. N i e t t e g e n-staande deze kloof voor het centrum van Brugge niet zo groot was, heb ik toch aan dit centrum bij-komend 1 VTE toegekend. Redenen hiervoor zijn : het hoge aantal cliënten en het stijgingspercentage h i e r v a n , vooral in de vestigingsplaats Oostende (goede samenwerking met de politionele diensten in het kader van het samenwerkingsakkoord). Ve r-geten we ook niet dat in het toeristisch seizoen de bevolking aan de kust zeer sterk aangroeit. In Lim-burg is er slechts één centrum erkend voor twee gerechtelijke arrondissementen. Vandaar mijn be-slissing om het centrum bijkomend 1 VTE toe te kennen.

Op basis van bovenstaande argumenten en de indi-viduele toelichting heb ik beslist de beschikbare 37,5 miljoen, zijnde het equivalent van 23 V T E ,a l s volgt te verdelen :

Gerechtelijk arrondissem. CAW Bijkomende taak VTE

Brugge De Viersprong slachtofferhulp 1

De Poort justitieel welzijnswerk 3

Kortrijk Stimulans slachtofferhulp 0,5

Ieper De Papaver slachtofferhulp 0,5

Gent Artevelde justitieel welzijnswerk 1

Visserij slachtofferhulp 1,5

Oudenaarde Zuid-Oost-Vlaanderen justitieel welzijnswerk 0,5

slachtofferhulp 0,5

Dendermonde 't Dak-Teledienst justitieel welzijnswerk 0,5

slachtofferhulp 1

Antwerpen Markant justitieel welzijnswerk 1

De Mare slachtofferhulp 2,5

Mechelen Het Welzijnshuis justitieel welzijnswerk 0,5

slachtofferhulp 0,5

Turnhout De Kempen justitieel welzijnswerk 4

slachtofferhulp 0,5

Brussel Archipel slachtofferhulp 0,5

Leuven Leuven justitieel welzijnswerk 1

slachtofferhulp 0,5

Hasselt/Tongeren De Maretak slachtofferhulp 1

3. Bijkomende middelen

Voor het versterken van de achtergestelde gebie-den en/of de blinde vlekken is op de begroting 2000 18,8 miljoen frank ingeschreven.

(4)
(5)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Inzake loonharmonisering rijst een probleem voor de openbare sector, evenals voor het niet-gesubsi- dieerde personeel, dat soms uit pure noodzaak voor een goede kwalitatieve

Naar analogie ligt het voor de hand dat er eveneens geen RSZ-bijdragen zullen worden afgehouden bij uitbreiding van deze aanmoedigingspremies.. Deze toelagen zijn immers geen loon,

De raad van bestuur van Kind en Gezin heeft, in uitvoering van het beleidsplan Kinderopvang, ondertussen ook zijn werkwijze bepaald voor de beslissingen met betrekking tot de

– Budgetmeters zijn een goed systeem als mensen er vrij voor kunnen kiezen en als er een minimumlevering gegarandeerd blijft.. –

Vlaams Fonds – Dienstverlening voor blinden Blinden en slechtzienden doen, net als andere per- sonen met een handicap, een beroep op voorzie- ningen en dienstverlening erkend door

– het besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 tot vaststelling van de totale inves- teringssubsidie en de bouwtechnische nor- men voor voorzieningen voor bejaarden

De Vlaamse regering wil van het sociaal huis een mensvriendelijk en toeganke- lijk aanspreekpunt maken, dat de drempelvrees voor overheidsdiensten moet wegwerken (Stuk

Als de besluiten van de Vlaamse regering in kwestie definitief zijn goedgekeurd, vormen zij de basis voor het formuleren van een aantal mi- nisteriële besluiten, onder meer