Vraag nr. 30
van 16 november 1999 van mevrouw SONJA BECQ
Kinderopvang – Ouderbijdrage samenwonenden Uit oogpunt van een rechtvaardige ouderbijdrage op basis van de draagkracht van de ouders, wens ik volgende vragen te stellen.
1. Op welk inkomen wordt de ouderbijdrage voor kinderopvang berekend ? Welke fiscale aftrek-ken worden wel of niet in aanmerking genomen ? 2. Op welke wijze wordt de ouderbijdrage voor kinderopvang berekend van feitelijk samenwo-n e samenwo-n d e samenwo-n , ook als deze wettelijk eesamenwo-n afzosamenwo-nderlijke domicilie hebben ?
Is hiervoor in specifieke richtlijnen en een ge-richte controle voorzien ?
Antwoord
De vraagsteller peilt in het algemeen naar de wijze waarop de ouderbijdrage die moet worden betaald voor kinderopvang, gerelateerd is aan het inkomen en de fiscaliteit. Naast deze algemene invalshoek wordt geïnformeerd naar de specifieke situatie zoals die geldt voor feitelijk samenwonenden. 1. De ouderbijdrage van ouders die gebruik
maken van een kinderopvangaanbod hangt af van de deelsector waarin de opvang in kwestie wordt gerealiseerd.
In de sectoren van de erkende en gesubsidieer-de diensten voor opvanggezinnen en kingesubsidieer-derdag- kinderdag-verblijven wordt gewerkt met een ouderbijdra-geschaal die rechtstreeks is gekoppeld aan het inkomen van de ouders. Meer bepaald wordt het gezamenlijk belastbaar jaarinkomen (zoals belastbaar gesteld op het aanslagbiljet vóór af-trek van giften, p e n s i o e n s p a r e n , intresten en an-dere) gehanteerd als referentie voor het bepa-len van de ouderbijdrage. Deze ligt momenteel tussen 64 frank (voor een inkomen tot en met 190.000 frank) en 623 frank (voor een inkomen vanaf 1.677.620 frank). Er is een sociaal tarief mogelijk en er is ook voorzien in een verminde-ring van de ouderbijdrage wanneer een gezin meer kinderen telt of meer kinderen tegelijker-tijd plaatst. De ouderbijdrage is bovendien ge-koppeld aan de opvangduur.
In de sector van de erkende initiatieven voor buitenschoolse opvang geldt de volgende rege-ling : voor voor- en naschoolse opvang vragen de voorzieningen minstens 25 frank per begon-nen halfuur. In vakantieperiodes wordt min-stens 275 frank en maximaal 450 frank voor een volledige dag gevraagd. Ook hier is er een soci-aal tarief mogelijk (in uitzonderlijke omstandig-heden kan zelfs een gratis opvang) en staat de ouderbijdrage in relatie tot de opvangduur. D e gelijktijdige opvang van meer kinderen uit één gezin geeft recht op een vermindering.
In de particuliere opvangsector zijn er geen wet-telijke bepalingen omtrent de ouderbijdrage. D e voorzieningen vragen wat ze willen, wat gezien de zelfstandige status van hun activiteit logisch is.
De fiscale aftrek voor de kinderopvangkosten die ouders hebben, geldt enkel voor kinderen tussen 0 en 3 jaar die worden opgevangen in een door Kind en Gezin erkende, onder toezicht s t a a n d e, gecontroleerde en/of gesubsidieerde v o o r z i e n i n g. Wanneer deze voorwaarden zijn v e r v u l d , geldt een aftrekmogelijkheid van 80 % van de opvangkosten, met een absoluut maxi-mum van 450 frank per dag per kind. Dit laatste bedrag vermeld ik onder voorbehoud. Het moet nog worden geofficialiseerd in een koninklijk besluit.
2. Wanneer twee personen feitelijk samenwonen en vanuit die situatie gezamenlijk de zorg voor een kind opgevangen in een erkende voorzie-ning op zich nemen, wordt hun ouderbijdrage bepaald op grond van het gezamenlijk belast-baar inkomen. Artikel 2,1° van de bijlage bij het ministerieel besluit van 5 oktober 1998 stelt m . b. t . samenwonenden dat de optelsom van het belastbaar inkomen van elk van de partners in aanmerking wordt genomen.