Vraag nr. 66 van 14 januari 2005
van de heer MARK DEMESMAEKER VIPA-subsidiëring – Stand van zaken
Volgens de administratie van het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden (VIPA), dat instaat voor de subsidies, is er een wachtlijst van 160 miljoen euro voor de komende zes jaar. In de begroting 2004 vind ik echter slechts 33,8 miljoen euro terug. Voor 2005 voorziet de Vlaamse Regering in haar begroting in 34,36 miljoen euro. De minimale ver-hoging is louter te wijten aan de indexering van de kredieten.
Blijkbaar zijn de problemen bij het VIPA een oud zeer. Ik verwijs terzake naar de talrijke interven-ties van collega-parlementsleden die hier in het verleden in de commissie aan bod zijn gekomen. In juni 2001 – en ik verwijs in dit verband naar een vraag van mevrouw Van Cleuvenbergen – heb-ben we al vastgesteld dat de gereserveerde vastleg-gingsmiddelen reeds waren opgebruikt, ondanks de nog wachtende aanvragen. Voor 2002 werden de VIPA-middelen voor de rusthuizen echter niet verhoogd, terwijl het budget van 2001 al ongeveer 25 miljoen euro lager lag dan het jaar voordien. De vraag is dan ook in hoeverre de Vlaamse Regering voor 2005 zal kunnen ingaan op de vra-gen vanwege de voorzieninvra-gen.
1. Kan de minister de stand van zaken geven van de aanvragen bij het VIPA ?
Werden er reeds vastleggingen voor voorzieningen goedgekeurd of geweigerd ? Wat was de reden voor de eventuele weigering ? Om welk bedrag gaat het daarbij ? Welke criteria werden daarbij gehanteerd ?
2. Ik heb vernomen dat men, gezien de grote ach-terstand, werkt volgens het principe "first in, first out".
Hoeveel dossiers waarvoor het financieel-tech-nisch plan goedgekeurd werd, blijven vandaag liggen ?
Wanneer en hoe worden de instellingen verwit-tigd wanneer hun dossier, wegens een tekort aan
financiële middelen, niet in aanmerking wordt genomen ?
Welk perspectief wordt hun geboden ?
3. Wat gebeurt er wanneer de erkenning van een rusthuis afloopt indien dit nog geen nieuwe gebouwen heeft of nog niet met de werken is kunnen starten ?
Antwoord
Zoals de Vlaamse volksvertegenwoordiger meldt, heeft de huidige Vlaamse Regering voor 2005 een bedrag van 34. 360. 000 euro uitgetrokken aan vastleggingskredieten voor de VIPA-sector van de ouderenvoorzieningen en de voorzieningen in de thuiszorg.
De vastlegging van de berekende investeringssub-sidies voor een ingediend project gebeurt tegelijk met het verlenen van de subsidiebelofte voor dat project.
1. Stand van zaken
De vastleggingsmachtigingen kenden een piek in 2 000 om dan gestaag af te nemen naar 2004 toe. De daling in de periode 2000-2004 is dras-tisch geweest. Het bedrag is immers (meer dan) gehalveerd, zowel in de sector ouderenvoorzie-ningen als in de sector ziekenhuizen. Voor 2005 werd het budget vastleggingsmachtigingen voor deze beide sectoren behouden op het peil van 2 0 04 (verhoogd met index).
Thans zijn er voor de sector 58 hangende aan-vragen tot subsidiebelofte. Hiervan zijn er 43 volledig administratief afgewerkt en gunstig geëvalueerd. 15 dossiers zijn nog in de fase van evaluatie en dit conform de VIPA-procedure. De 43 afgewerkte aanvragen
om, zodra budgettair mogelijk, deze achter-stand weg te werken.
2. Goedkeuring dossiers
De aanrekening van de volledig afgewerkte aanvragen op het jaarbudget gebeurt inderdaad volgens het principe "first in, first out" en dit op basis van de datum van ontvankelijkheid van de aanvragen. De eerste aanvraag die nu op de lijst staat, werd ontvankelijk verklaard op 18 novem-ber 2 002; de laatste op 20 juli 2004. Op basis van het krediet 2005 zullen er een zevental dos-siers in de loop van dit begrotingsjaar kunnen aangerekend worden en dus effectief een subsi-diebelofte kunnen krijgen.
Op vraag van de initiatiefnemers naar de stand van hun dossier wordt hen dit meegedeeld. Er wordt hen m.b.t. hun aanvraag een inschatting meegedeeld op basis van de eerder uiteengezette hypothese.
Er wordt gewerkt aan een elektronisch inter-actief dossieropvolgingssysteem zodat de initi-atiefnemers, op elk moment, zelf de stand van hun dossier kunnen volgen.
3. Erkenning