Vraag nr. 111 van 18 februari 2005
van de heer MARK DEMESMAEKER Oprichting rustoord Van Lierde – Personeel Op 2 februari 2005 keurde de minister bij minis-terieel besluit houdende de goedkeuring van het besluit van het OCMW van Affligem van 28 okto-ber 2004 de oprichting goed van een vereniging "rustoord Van Lierde" overeenkomstig hoofdstuk 12 van de organieke OCMW-wet.
Bij het personeel van het OCMW-rustoord Van Lierde zijn de onzekerheid en de ontgoocheling compleet na deze beslissing.
De hierna vermelde personeelsbezetting wordt vooropgesteld door het overlegcomité tussen gemeente en OCMW van Affligem.
− Verplegend en verzorgend personeel : voor het invullen van de centrale opdracht van de vereni-ging, met name de opvang en de verzorging van bejaarden, worden 10 personeelsleden voorop-gesteld (4,5 FTE verplegend en 5,5 FTE verzor-gend).
− Logistieke diensten (onderhoud-keuken-admi-nistratie) : vermits er voor deze diensten ener-zijds inbreng en ondersteuning is vanuit de werking van de VZW De Toekomst en er ander-zijds geopteerd werd voor de uitbesteding van bepaalde diensten (o.a. keuken), is een per-soneelsbezetting van 3 fulltime equivalenten (FTE) voldoende om een goede werking van deze diensten ter plaatse te waarborgen.
In het OCMW-rusthuis werken momenteel 16 vastbenoemde personeelsleden en 23 tijdelijke per-soneelsleden. Door allerhande personeelsstatuten en vervangingstewerkstelling verliezen 17 perso-neelsleden hun job.
De gemeente spreekt van een sociaal begeleidings-plan en op termijn bijkomende werkgelegenheid, maar van deze beloften is er tot op heden niets hard gemaakt.
1. Op 2 februari 2005 keurde de minister deze oprichting van openbare vereniging goed. Binnen welke termijn gaat deze openbare ver-eniging van start ?
2. Wat zijn de onmiddellijke gevolgen voor het personeel van het rusthuis Van Lierde ?
Momenteel zijn er heel wat gesubsidieerde con-tractuelen (gesco's) tewerkgesteld in het hui-dige rusthuis. Worden ze overgenomen door de nieuwe vereniging of worden ze tewerkgesteld als contractueel ?
3. Wat zijn de rechten en de plichten van het vast-benoemd en het tijdelijk personeel ?
4. Hoeveel personeelsleden worden er precies ont-slagen ?
5. De gemiddelde anciënniteit van de huidige con-tractuelen bedraagt vijftien jaar. Welk bedrag wordt er uitgetrokken voor de uitbetaling van de opzegvergoedingen ?
6. Wat staat er concreet in het sociaal begelei-dingsplan van OCMW/gemeente ?
7. Binnen welke termijn kan deze nieuwe open-bare vereniging haar plannen (nieuwbouw, ser-viceflats, nieuwe aanwervingen, …) realiseren ? N.B. Een vraag over dit onderwerp werd ook
gesteld aan minister Vervotte (vraag nr. 101), met name over de stand van zaken op het vlak van werkingsplanning, subsidiëring, erkenning.
Antwoord
1. De vereniging overeenkomstig hoofdstuk 12 van de organieke wet op de OCMW's wordt volgens artikel 2 van de statuten opgericht voor een ter-mijn van dertig opeenvolgende jaren ingaande op de datum van het verlijden van de authen-tieke akte.
2. De onmiddellijke gevolgen voor het personeel hangen af van wat de vereniging beslist. In over-eenstemming met artikel 128 van de OCM W-wet kunnen de personeelsleden van het OCMW worden overgenomen door de vereniging. Er is geen wettelijke verplichting.
behou-den de bezoldiging en de geldelijke anciënni-teit die zij hadden of zouden verkregen hebben op grond van het administratief en geldelijk statuut van toepassing op het ogenblik van de overname.
Voor de statutaire personeelsleden die worden overgenomen, betekent dit dat er voor hen in concreto niets verandert. Er moet een nomina-tieve overdrachtsbeslissing in de OCMW- raad genomen worden en een overnamebeslissing door het bevoegde orgaan van de vereniging. Zij blijven uiteraard statutair.
Voor de contractuele personeelsleden ligt het arbeidsrechtelijk anders. Zij moeten een nieuw arbeidscontract sluiten met de nieuwe werkge-ver.
Contractuele personeelsleden die niet worden overgenomen, moeten opgezegd worden vol-gens de bepalingen van de wet op de arbeids-overeenkomsten van 3 juli 1978.
Wat de gesco's betreft dient hun overdracht van het OCMW naar de vereniging dan wel de gemeente vooraf goedgekeurd te worden door de Vlaamse minister van Tewerkstelling.
3. Ik verwijs hiervoor naar mijn antwoord onder punt 2.
4. De Vlaamse volksvertegenwoordiger haalt in zijn vraag zelf aan dat er 17 personeelsleden hun job zullen verliezen. Het precieze aantal is mij niet meegedeeld.
5. De eventuele opzegging van contractuele perso-neelsleden moet gebeuren in overeenstemming met de bepalingen van de wet van 3 juli 1978 op de arbeidsovereenkomsten.
6. De hoofdlijnen van het sociaal begeleidingsplan zijn als volgt.
– Er wordt eerst een vergelijking gemaakt tus-sen de huidige bezetting en de voorgenomen startbezetting van het personeelsbestand van de vereniging. Er wordt bepaald dat slechts een deel van het personeel wordt overgeno-men.
– Bepaalde gesco's worden overgedragen naar de vereniging, bepaalde anderen zullen
bin-nen het OCMW of de gemeente tewerkge-steld worden, mits de contingentering door de Vlaamse minister van Tewerkstelling goedgekeurd wordt.
Er worden sociale maatregelen genomen ten behoeve van het personeel dat ontslagen zal worden. Er is sprake van toekomstige bijko-mende tewerkstelling binnen de vereniging en binnen een nieuw op te richten instelling van de private partner, waarbij voorrang zal worden verleend aan de vroegere personeelsleden van het rusthuis Van Lierde.
7. De bevoegdheid over de vergunningen,de erkenningen en het verlenen van subsidies ligt bij mijn collega, de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, mevrouw Inge Vervotte. Ik verwijs de Vlaamse volksver-tegenwoordiger voor dit onderdeel dan ook door.
