• No results found

Vraag nr. 101 van 18 februari 2005 van de heer MARK DEMESMAEKER

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 101 van 18 februari 2005 van de heer MARK DEMESMAEKER"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 101 van 18 februari 2005

van de heer MARK DEMESMAEKER

Oprichting rustoord Van Lierde Affligem – Stand van zaken

Op 2 februari 2005 keurde de minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering bij ministerieel besluit houdende de goedkeuring van het besluit van het OCMW van Affligem van 28 oktober 2004 de oprichting goed van een vereniging "rustoord Van Lierde" overeen-komstig hoofdstuk 12 van de organieke OCMW-wet.

Bij het personeel van het OCMW-rustoord Van Lierde is de onzekerheid en de ontgoocheling compleet na de beslissing van Vlaams minister Keulen.

De hierna vermelde personeelsbezetting wordt vooropgesteld door het overlegcomité tussen gemeente en OCMW van Affligem.

− Verplegend en verzorgend personeel : voor het invullen van de centrale opdracht van de ver-eniging, met name de opvang en de verzorging van bejaarden, worden 10 personeelsledenvoor-opgesteld (4,5 FTE verplegend en 5,5 FTE ver-zorgend).

− Logistieke diensten (onderhoud-keuken-admi-nistratie) : vermits er voor deze diensten ener-zijds inbreng en ondersteuning is vanuit de werking van de VZW De Toekomst en er ander-zijds geopteerd werd voor de uitbesteding van bepaalde diensten (o.a. keuken), is een per-soneelsbezetting van 3 fulltime equivalenten (FTE) voldoende om een goede werking van deze diensten ter plaatse te waarborgen.

In het OCMW-rusthuis werken momenteel 16 vastbenoemde personeelsleden en 23 tijdelijke per-soneelsleden. Door allerhande personeelsstatuten en vervangingstewerkstelling verliezen 17 perso-neelsleden hun job.

De gemeente spreekt van een sociaal begeleidings-plan en op termijn bijkomende werkgelegenheid, maar van deze beloften is er tot op heden niets hard gemaakt.

1. Wat is de stand van zaken in dit dossier ? 2. Deze nieuwe openbare vereniging dient een

zorgstrategisch plan en nadien een technisch-financieel plan op te maken.

Wat zijn de termijnen voor deze aanvangsproce-dure ? Graag een overzicht.

3. Binnen welke termijn kan deze openbare ver-eniging beschikken over haar subsidies via het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoons-gebonden Aangelegenheden (VIPA) ?

4. Het huidige rusthuis beschikt over een erken-ning tot 1 september 2005. Wat zijn de gevolgen voor deze erkenning na deze nieuwe situatie ? 5. Bij de vorige erkenningen was er steeds een

pro-bleem met de brandveiligheid van het gebouw. Wat zijn de gevolgen bij een negatief advies van de brandweer ?

6. Momenteel beschikt het huidige rusthuis over 62 erkende rusthuisbedden.

Worden deze bedden overgedragen aan de openbare vereniging ?

Hoeveel bedden blijven behouden voor het OCMW van Affligem ?

7. Binnen welke termijn kan deze nieuwe open-bare vereniging haar plannen (nieuwbouw, ser-viceflats, nieuwe aanwervingen, …) realiseren ? N.B. Een vraag over dit onderwerp werd ook

gesteld aan minister Keulen (vraag nr. 111), met name over de gevolgen voor het perso-neel.

Antwoord

Het rusthuis "Van Lierde", beheerd door het

(2)

worden. Vervolgens zal een besluit genomen wor-den of en voor welke termijn de verlenging van de erkenningstermijn kan verleend worden.

De aanvraag tot verlenging van de erkenning van het rusthuis "Van Lierde" in Affligem is zeer recen-telijk door de voorziening ingediend. De aanvraag is in principe nog onontvankelijk omdat er onder meer geen attest is bijgevoegd dat bevestigt dat de voorziening de nodige maatregelen heeft genomen inzake de veiligheid van het rusthuis.

Op 4 maart 2005 kreeg de administratie de mede-deling dat de vzw De Toekomst met het OCMW Affligem een vereniging heeft opgericht in toepas-sing van hoofdstuk XII van de organieke wet op de OCMW's. Er is een bijeenkomst belegd om een aantal zaken, zoals de verdere uitbating van het rusthuis en de realisatie van een vervangingsnieuw-bouw, met de administratie te bespreken.

In de huidige stand van zaken is het dus niet moge-lijk om een antwoord te geven op alle vragen. Evenwel stel ik vast dat mijn collega, minister Marino Keulen, de besluiten van het OCMW gun-stig evalueerde. Ik kan dus nu reeds concluderen dat de lokale overheden van Affligem behoorlijke beslissingen hebben genomen. Ik verwacht dan ook dat ze op het gebied van bejaardenzorg een even-wichtige toekomstvisie hebben uitgewerkt en dat ze met de brandweercommandant de nodige maat-regelen zullen uitwerken opdat de brandveiligheid van de huidige infrastructuur geen onverantwoord risico zou inhouden voor de bewoners.

Wat betreft de realisatie van een vervangingsnieuw-bouw zal de beheerder van het rusthuis een aan-vraag moeten indienen tot het verkrijgen van een voorafgaande

vergunning om een vervangingsnieuwbouw te reali-seren. Dit dossier moet onder meer een beleidsvisie op de ouderenzorg en een organogram bevatten. Verder is het aan de initiatiefnemer om een beslissing te nemen op welke wijze hij de bouw zal financieren; hierbij kan hij eventueel een beroep doen op de subsidiëring door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden (VIPA). In toepassing van de VIPA-regelgeving kan ik enkel een beslissing nemen tot subsidiëring van een bepaalde

infra-structuur nadat de initiatiefnemer een welbepaalde procedure doorlopen heeft. De initiatiefnemer moet vooreerst een aanvraag indienen tot goedkeu-ring van zijn zorgstrategisch plan (ZSP) en vervol-gens van zijn technisch - financieel plan (TFP). Een zorgstrategisch plan omvat de globale visie van de initiatiefnemer op lange termijn over het aanbod en de realisatie van residentiële ouderenvoorzienin-gen evenals van thuiszorgvoorzieninouderenvoorzienin-gen.

De procedure omvat volgende stappen: indiening van het plan, VIPA verklaart het plan ontvankelijk (10 dagen), VIPA verzamelt adviezen van diverse administraties en bezorgt de adviezen aan de ini-tiatiefnemer (40 dagen), iniini-tiatiefnemer dient een reactienota in (40 dagen). Vervolgens wordt de datum bepaald waarop de initiatiefnemer gehoord wordt door de Zorgstrategische Commissie. De Zorgstrategische Commissie stelt een gemotiveerd advies op voor de minister. De minister neemt een beslissing 30 dagen na ontvangst van dit advies. De procedure tot goedkeuring van een zorgstra-tegische planning heeft dus een principiële door-looptijd van 210 dagen, de voorbereidende fases uiteraard niet inbegrepen.

Vervolgens zal de initiatiefnemer de goedkeuring moeten verkrijgen van zijn technisch financieel plan. De initiatiefnemer kan opteren om per pro-ject van het goedgekeurde ZSP een afzonderlijk TFP in te dienen.

De procedure omvat volgende stappen: indiening van het plan, VIPA verklaart het plan ontvankelijk (10 dagen), VIPA verzamelt adviezen van diverse administraties en bezorgt de adviezen aan de ini-tiatiefnemer (60 dagen). Het TFP wordt geagen-deerd op de agenda van de Coördinatiecommissie en de commissie formuleert een gemotiveerd advies voor de minister. De minister neemt binnen een termijn van ongeveer twee maanden een beslissing. De procedure tot goedkeuring van een technisch — financiële planning heeft dus een principiële doorlooptijd van 130 dagen.

(3)

VIPA. Omdat er een structureel tekort was aan vasdeggingsmiddelen is er een reservatielijst ont-staan met alle administratief afgehandelde en gun-stig geëvalueerde aanvragen tot subsidiebelofte. De aanvragen worden tot op heden chronologisch, op basis van hun datum van ontvankelijkheid, aangerekend op de opeenvolgende beschikbare jaarlijkse budgetten. Indien de budgetten voor de eerstkomende jaren ongewijzigd blijven, dan zou de wachttijd voor nieuw in te dienen aanvragen tot subsidiebelofte circa zeven jaar bedragen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Zowel in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaan- deren, als in het goedgekeurde structuurplan van de provincie Vlaams-Brabant wordt de nadruk gelegd op het eigen karakter van dit

In zijn antwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 418) maak- te de minister melding van het feit dat de Vlaamse Regering nog geen gebruik heeft gemaakt van de machtiging om

Zoals de minister weet, stelde de Vlaamse Regering dat de wijze waarop het Fonds werkte in strijd was met artikel 128, § 1, van de Grondwet en artikel 5, § 1, II, 1°, van

Moet de Assesteenweg op vier rijstroken komen ter hoogte van de uit- en inritten van de E40 en moet de uitrit Brussel richting Ternat van één naar twee rijstroken.. Dat is wat

En als dan al eens een zaak tot bij een rechter komt, is het reeds voorgevallen dat het bewijsmateri- aal van mogelijke identiteit van de sluikstorters dat werd aangetroffen

De ter- mijn van aanvang der werken is dus ook afhanke- lijk van de termijn van indiening van de aanvraag tot subsidiebeslissing door het OCMW en van - later dan - de termijn voor

Uit de gegevens blijkt dat het totaal aantal ver- keersslachtoffers tussen 1999 en 2004 in de provin- cie Vlaams-Brabant gedaald is met 37,1 %, of in absolute cijfers 2.752

Dit dossier dient gekaderd te worden in de globale visie die de afdeling Bos en Groen (als eigenaar van dit beschermde monument) heeft voor dit gedeelte van het park van Tervuren