• No results found

Vraag nr. 101 van 18 februari 2005 van de heer FRANS PEETERS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 101 van 18 februari 2005 van de heer FRANS PEETERS"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 101 van 18 februari 2005

van de heer FRANS PEETERS

Bedrijfsvervoerplan Geel-Westerlo – Realisatie In 2001 startte VOKA - Kamer van Koophandel Kempen (KKK) samen met een twintigtal bedrij-ven uit de industriezone Geel-Oevel een bedrijfs-vervoerplan (BVP) op. Uit het BVP blijkt dat er een groot potentieel bestaat voor busritten afge-stemd op de ploegendiensten (454 werknemers hebben hun interesse geuit).

Naar aanleiding hiervan werkten de bedrijven samen met VOKA - KKK en het studiebureau Traject het dossier "Voorstel voor busnet voor ploegen in de industriezone Geel-Westerlo" uit. Dit dossier illustreert dat alle partijen tijd noch moeite hebben gespaard om te komen tot een concreet en realiseerbaar voorstel, dat onmiddellijk in de prak-tijk kan worden omgezet, als daar de financiële middelen voor zouden zijn.

Het standpunt van de bedrijven hierin is dat ze zeer veel tijd gestoken hebben om bedrijfsoverschrij-dend na te denken over het mobiliteitsprobleem en dat ze een concreet voorstel van zes buslijnen heb-ben uitgewerkt. Ze vragen aan de Vlaamse over-heid dat die de nodige financiële middelen kan vrijmaken om dit project uit te voeren.

Bij het opmaken van de studie raamde De Lijn de kostprijs voor exploitatie van de zes buslijnen op 500.000 euro per jaar.

Het is niet de bedoeling om alle buslijnen ineens te realiseren. Maar de vraag is wel of de lijnen met het grootste potentieel gerealiseerd kunnen worden. Na een bepaalde termijn kan dit worden geëvalueerd en kan worden beslist om de overige lijnen ook in te voeren.

Het argument van De Lijn om niet te investeren in de lijnen die voorgesteld worden in dit dossier, is vaak dat De Lijn zich nu dient te concentreren op de basismobiliteit. Ik hoop echter dat De Lijn en de minister het belang van ontsluiting van bedrij-venzones door openbaar vervoer inzien en hier echt werk van maken.

1. Welke beslissing werd er genomen m.b.t. dit bedrijfsvervoerplan en wat is de houding van de minister terzake ?

2. Worden er middelen vrijgemaakt om het (gedeeltelijk) te realiseren ?

Zo ja, op welke termijn is dit haalbaar ? Antwoord

1. Deze bestemmingsgerelateerde verbindingen passen in netmanagement. Wat de timing van uitwerking van zulke woon-werk-netmanage-mentprojecten betreft, is het belangrijk om te stellen dat hieraan bijzondere aandacht wordt besteed in de beleidsnota Mobiliteit (Stuk 131 (2004-2005) – Nr. 1 – red.).

Momenteel wordt door het kabinet Mobiliteit gewerkt aan de opmaak van een beleidskader, waarin praktische toepassingen van de principes woon-werkmobiliteit (niet louter openbaarver-voergeöriënteerd) kunnen worden uitgewerkt. Bij zondere aandacht bij deze oefening gaat uit naar het financierings- en beheerskader van concrete projecten.

2. Vanuit budgettair oogpunt kan in ieder geval gesteld worden dat voor de opstart van nieuwe exploitatieprojecten die zich louter op het vlak van het woon-werkverkeer bevinden, in 2005 op de begroting geen middelen ingeschreven zijn. Het te ontwikkelen beleidskader moet

vertrek-ken vanuit de responsabilisering van alle acto-ren.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De jongeren die in aanmerking komen voor het JoJo- en het VeVe-project moeten allereerst vol- doen aan de voorwaarden om een startbaan te kunnen uitoefenen, namelijk jonger zijn

In uitvoering van een schrij- ven van 14 oktober 2003 van toenmalig minister Landuyt werd in Zaventem een lokale werkwinkel opgericht door de VDAB voor het verzorgingsge-

De administratie is niet in het bezit van een systematisch overzicht van de gevallen van agressie van leerlingen tegen leerkrachten omdat scholen niet verplicht zijn dit aan het

Binnen welke termijn kan deze openbare ver- eniging beschikken over haar subsidies via het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoons- gebonden Aangelegenheden (VIPA)3. Het

Een gecoördineerd antwoord zal verstrekt worden door de heer Geert Bourgeois, Vlaams minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en

Kan de minister een overzicht geven, opge- splitst per provincie en SHM, van de uitgeruste gronden die eigendom zijn van de SHM's, maar waar geen sociale woningen zijn gebouwd?.

Kan de minister daartegenover een overzicht geven van het aantal mensen per gemeente die de onthaalbureaus hebben bereikt (waarvan een intakegesprek is afgenomen), die een

Wat de gesco's betreft dient hun overdracht van het OCMW naar de vereniging dan wel de gemeente vooraf goedgekeurd te worden door de Vlaamse minister van Tewerkstelling.. Ik