• No results found

Vraag nr. 111 van 25 februari 2005 van de heer TOM DEHAENE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 111 van 25 februari 2005 van de heer TOM DEHAENE"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 111 van 25 februari 2005

van de heer TOM DEHAENE

DAC'ers Welzijn – Regularisatie

Kan de minister een stand van zaken geven (aantal-len, bedragen, uitvoering) van de regularisatie van DAC'ers in het kader van het Vlaams Intersectoraal Akkoord (VIA) voor de Socialprofitsector in de periode 2000-2005 ? Graag met opsplitsing naar : ouderenzorg, gezinszorg, jeugdzorg.

Hoeveel mensen werken er thans nog in dit statuut ? Antwoord

Op 8 december 2000 keurde de Vlaamse Regering een besluit goed houdende de toekenning van een niet-gereglementeerde subsidie aan de initiatief-nemers die personeelsleden tewerkstellen in een gewezen DAC-statuut. Op basis van dit besluit kon aan deze initiatiefnemers met ingang van 1 januari 2001 een subsidie toegekend worden die hen moest toelaten hun verbintenissen als werkgever verder na te komen in afwachting van sectorspecifieke besluiten.

Op 10 juli 2001 werden de wijzigingen aan secto-rale regelgevingen of nieuwe regelgeving waaron-der deze DAC'ers geplaatst konden worden, door de Vlaamse Regering goedgekeurd.

In de erkende voorzieningen bijzondere jeugdbij-stand waren er in totaal 76 VTE DAC'ers tewerk-gesteld. Al deze functies zijn vanaf 1 januari 2001 geregulariseerd enerzijds via een uitbreiding van de personeelsformaties, 62 voltijdse functies, ander-zijds via een projectmatige werking, 14 voltijdse functies gerealiseerd via zeven projecten. Al deze personen worden gesubsidieerd volgens de salaris-schalen PC 319. De totale kostprijs van deze ex-DAC'ers bedraagt ongeveer 3 miljoen euro.

In de centra voor integrale gezinszorg werden er 22 VTE DAC'ers tewerkgesteld. Deze functies wer-den als extra gesubsidieerd personeel aan de cen-tra voor integrale gezinszorg toegekend (11 VTE vanaf 1 januari 2001, 11 VTE vanaf 1 juli 2001). De totale kostprijs voor deze regularisatie bedroeg 793,26 duizend euro (bedrag 2001).

Voor de sector van de voorzieningen voor ouderen werd bij beslissing van de Vlaamse Regering van 10 juli 2001 een besluit goedgekeurd houdende de

toekenning van een niet gereglementeerde subsi-die voor de begrotingsjaren 2001 en 2002 aan de initiatiefnemers van voorzieningen voor bejaarden die personeelsleden tewerk stellen in een gewezen DAC-statuut.

Dit besluit regelt de toekenning, in de vorm van een niet-gereglementeerde subsidie, van een forfai-taire tegemoetkoming in de loonkosten van de ex-DAC'ers voor de werkingsjaren 2001 en 2002. Deze bedroeg respectievelijk 28.255,73 euro per voltijdse equivalent personeel (VTE) voor 2001 en 29.616 euro per voltijdse equivalent personeel voor 2002. Bij ministeriële besluiten van 26 juli 2001 en 26 juni 2002 werden de voorzieningen voor bejaar-den die in aanmerking komen voor subsidiëring en het aantal VTE per voorziening voor bejaarden bepaald in uitvoering van artikel 2, §2 en artikel 3, §2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2001. In totaal werden 496,30 VTE geregulari-seerd. Op basis van deze regeling konden de voor-zieningen binnen het aantal hun toegewezen VTE verder overgaan tot aanwerving en vervanging van personeelsleden.

Naar aanleiding van de besprekingen die in de loop van 2001 aangevat werden met alle betrokken par-tijen teneinde te komen tot een definitieve sectorale verankering van de doorgevoerde regularisatieope-ratie werd uiteindelijk ervoor geopteerd om over te gaan tot het subsidiëren van de animatiewerking en de daarmee overeenstemmende personeelsnorm in de erkende rusthuizen, uitgebaat door een VZW of een openbaar bestuur.

Op basis van voornoemde elementen werden op 4 april 2003 twee besluiten door de Vlaamse Regering goedgekeurd:

– een besluit van de Vlaamse Regering dat de bestaande personeelsnorm aanpast en waarin ook een regeling neergeschreven wordt om toe te laten vanuit de overheid bepaalde kwalifica-tie- en vormingsvereisten te gaan opleggen voor het uitoefenen van de functie van deskundige in animatie en activatie;

(2)

Deze overgangregeling voorziet in een uitdoof-scenario waarbij vanaf 1 januari 2003 de over-eenstemmende VTE van de personeelsleden met een ex-DAC-statuut die uit dienst treden of hun arbeidsduur definitief verminderen, niet meer in aanmerking komen voor subsidiëring.

Door deze verankering wordt bovendien bij het bepalen van het subsidiebedrag voor ex-DAC'ers naast het aantal subsidieerbare VTE personeelsle-den met een ex-DAC-statuut in de voorziening ook rekening gehouden met het uitgekeerde subsidiebe-drag in het kader van de animatiewerking. Hierbij wordt het aantal nog in aanmerking te nemen VTE aan ex-DAC'ers vermenigvuldigd met een forfaitair subsidiebedrag van 30.812 euro (jaarlijks te indexeren). Deze subsidie-enveloppe wordt ver-volgens verminderd met de animatiesubsidie. Het restbedrag is dan het DAC-supplement. Indien dit restbedrag kleiner of gelijk is aan de animatiesub-sidie, wordt het DAC-supplement herleid tot 0. Het DAC-supplement is dus hierdoor onder meer afhankelijk van de omvang van de animatiesubsi-die.

Deze animatiesubsidie is samengesteld uit een bedrag voor de oude animatienorm (geldend tot 1 juli 2003) en een bedrag voor de aangroei tot de nieuwe animatienorm (geldend vanaf 1 juli 2003). Deze norm is afhankelijk van het aantal woongele-genheden voor een bepaalde voorziening.

Het bedrag voor de oude norm wordt jaarlijks door de minister bepaald, naar gelang van het beschikbare budget en de kredieten die vrijkomen als gevolg van de uitval van ex-DAC'ers.

Het bedrag voor de aangroei tot de nieuwe norm is bepaald op 30.812 euro (jaarlijks geïndexeerd). Bij ministerieel besluit van 28 augustus 2003 werd het aantal ex-DAC'ers voor het subsidiejaar 2003 vastgesteld op 486,30 VTE binnen rusthuispro-jecten en 10 VTE binnen vier niet-rusthuisprojec-ten. Het totaal subsidiebedrag DAC-supplement voor 2003 bedroeg 14.054.373,35 euro, waarvan 13.746.779,10 voor rusthuisprojecten en 307.594,25 euro voor niet-rusthuisprojecten.

Hierbij werd rekening gehouden met een forfaitair bedrag voor de oude animatienorm van 701 euro per VTE en een bedrag voor de aangroei tot de nieuwe animatienorm van 30.812 euro.

Bij ministerieel besluit van 17 mei 2004 werd het aantal ex-DAC'ers voor het subsidiejaar 2004 vastgesteld op 472,79 VTE binnen rusthuispro-jecten en 9,8 VTE binnen vier niet-rusthuisprojec-ten. Het totaalsubsidiebedrag DAC-supplement voor 2004 bedroeg 11.675.620,21 euro, waarvan 11.376.785,46 voor rusthuisprojecten en 298.834,75 euro voor niet-rusthuisprojecten.

Hierbij werd rekening gehouden met een forfaitair bedrag voor de oude animatienorm van 6.108 euro per VTE en een bedrag voor de aangroei tot de nieuwe animatienorm van 31.428,24 euro.

Aan de hand van de door de voorzieningen gemelde uitdiensttredingen van ex-DAC'ers gedu-rende 2004 is het aantal ex-DAC'ers op 1 januari 2005 bepaald op 457,12 VTE binnen rusthuispro-jecten en 9,3 VTE binnen vier niet-rusthuisprojec-ten. Aangezien de administratie nog volop bezig is met het bepalen van de subsidiebedragen 2005 kan het totaalsubsidiebedrag voor ex-DAC'ers voor 2005 momenteel nog niet worden meegedeeld. In de sector van de gezinszorg is er maar één DAC- project (1 VTE). Dit project zal in de loop van 2005 binnen een dienst voor gezinszorg geregulariseerd worden. Deze regularisatie zal vertaald worden in extra uren gezinszorg. In de begroting 2005 is hier-voor een budget van 35,16 duizend euro ingeschre-ven (25,17 duizend euro vroegere tegemoetkoming VDAB).

Naast een zeer beperkte DAC-regularisatie in de thuiszorgsector gezinszorg is er een grote regula-risatieoperatie geweest in de voormalige poets-, klusjes- en oppasdiensten. De poets-, klusjes- en oppasdiensten die met DAC-personeel werkten, werden vanaf 1 januari 2001 geregulariseerd. Deze diensten werden ondergebracht in de nieuw opgerichte sector van de logistieke hulp en aanvul-lende thuiszorg. Door het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2001 tot regeling van de sub-sidiëring van de diensten voor logistieke hulp en aanvullende thuiszorg kunnen zij gesubsidieerd worden via een enveloppensysteem. Via het minis-teriële besluit van 26 juli 2001 worden de diensten en hun aantal VTE aan logistiek personeel dat in aanmerking komt voor subsidiëring bepaald. In 2001 werden er 2.253,65 VTE logistiek personeel, 78 VTE administratief personeel, 60,55 begelei-dend personeel en 4,05 VTE leidinggevend perso-neel geregulariseerd. Op basis van het toegekende aantal VTE logistiek personeel wordt de omka-dering van de dienst bepaald. DAC-personeel dat boven de norm zit, wordt niet meer vervangen bij uitdiensttreding. Vanaf 1 januari 2006 wordt dit overtal niet meer gesubsidieerd (13,77 VTE admi-nistratief personeel, 1,26 VTE begeleidend perso-neel en 3,42 VTE leidinggevend persoperso-neel in 2005). De totale kostprijs van de DAC-regularisatie in 2005 bedraagt 71.676,41 duizend euro.

(3)

Sector Aantal VTE Kostprijs Uitvoering

Bijzondere jeugdbijstand 62 - uitbreiding personeelsformaties - wijziging BVR 13 juli 1994 (art. 65 en 62, §1b)

Bijzondere jeugdbijstand 14

3.000 duizend euro

- projectmatige werking (overeenkomsten) Centra integrale

gezinszorg 22

793,26 duizend euro (36.057,23 euro per VTE

in 2001)

- toegekend aan de erkende en

gesubsidieerde centra integrale gezinszorg (BVR 10 juli 2001 tot wijziging BVR 24 juli 1997 (artikel 13) + MB 20 juli 2001) Ouderenvoorzieningen

(2001) 496,3 (28.255,73 euro per VTE) 14.023,32 duizend euro - niet-gereglementeerde subsidie (BVR 10 juli 2001+ MB 26 juli 2001) Ouderenvoorzieningen

(2002) 496,3 14.698,42 duizend euro (29.616 euro per VTE) - niet-gereglementeerde subsidie (BVR 10 juli 2001+ MB 26 juni 2002)

Ouderenvoorzieningen (2003)

486,30 VTE binnen rusthuisprojecten 10 VTE binnen 4

niet-rusthuisprojecten

DAC-supplement= 14.054,37 duizend euro

- definitieve sectorale verankering via de animatiewerking - DAC-supplement (2 BVR 4 april 2003+ MB 28 augustus 2003) Ouderenvoorzieningen (2004) 472,79 VTE binnen rusthuisprojecten 9,8 VTE binnen 4 niet-rusthuisprojecten DAC supplement= 11.675,62 duizend euro

- definitieve sectorale verankering via de animatiewerking - DAC-supplement (2 BVR 4 april 2003+ MB 17 mei 2004) Ouderenvoorzieningen (2004) 457,12 VTE binnen rusthuisprojecten 9,3 VTE binnen 4 niet-rusthuisprojecten Nog te bepalen

- definitieve sectorale verankering via de animatiewerking

- DAC- supplement (2 BVR 4 april 2003)

Gezinszorg 1 35,16 duizend euro - in 2005 uit te voeren - te vertalen in extra uren gezinszorg via BVR (verhoging urencontingent) Logistieke hulp en aanvullende thuiszorg - 2253,65 VTE logistiek personeel - 78 VTE administratief personeel - 60,55 VTE begeleidend personeel - 4,05 VTE leidinggevend personeel 71.676,41

- enveloppefinanciering in nieuw opgerichte sector logistieke hulp en aanvullende thuiszorg

- BVR 10 juli 2001 en MB 26 juli 2001

Bij de start van de DAC-regularisatie in 2001 werden alle DAC-projecten die onmiddellijk

ondergebracht konden worden binnen de gereglementeerde en gesubsidieerde Vlaamse welzijns- en gezondheidssectoren, geregulariseerd. Dit betekent dat ze allemaal een volwaardig contract kregen en daardoor van dezelfde loon- en arbeidsvoorwaarden konden genieten als de andere werknemers. Niet alle DAC’er konden onmiddellijk in een regelgevend kader geplaatst worden. Voor sommige DAC-projecten diende er een regelgevend kader gecreëerd te worden. Een klein aantal DAC-projecten kon niet onmiddellijk binnen een bestaand of nieuw regelgevend kader ondergebracht worden. Zij blijven projectmatig gesubsidieerd binnen de betrokken sectoren tot er een gepaste definitieve regeling is gevonden. Voor andere projecten werd er een subsidiëringsregelgeving opgemaakt in afwachting van een definitief regelgevend kader (vb. logistieke hulp en aanvullende thuiszorg).

(4)

DAC-pro-jecten diende er een regelgevend kader gecreëerd te worden. Een klein aantal projecten kon niet onmiddellijk binnen een bestaand of nieuw regel-gevend kader ondergebracht worden. Zij blijven projectmatig gesubsidieerd binnen de betrokken sectoren tot er een gepaste definitieve regeling is gevonden. Voor andere projecten werd er een sub-sidiëringsregelgeving opgemaakt in afwachting van een definitief regelgevend kader (bv. logistieke hulp en aanvullende thuiszorg).

Een aantal DAC-projecten werden nog niet gere-gulariseerd op 1 januari 2001. Hiervoor waren een aantal redenen:

– geen duidelijkheid over de sector waartoe zij behoren

– niet onmiddellijk een beleidskader zichtbaar – niet bekend

In de periode 2002 en 2004 zijn er uiteindelijk nog een aantal restprojecten geregulariseerd. Op dit moment zijn er nog twee DAC-projecten die gere-gulariseerd kunnen worden (1 VTE in gezinszorg en 1 VTE in gehandicaptenzorg). Hiervoor zijn voldoende kredieten op de begroting 2005 beschik-baar.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Bijkomend dient ook verwezen te worden naar artikel 6, 4° van het ministerieel besluit van 16 december 2004 tot bepaling van de procedure en de voorwaarden voor de erkenning

Worden er initiatieven genomen om tot een glo- baal centraal overzicht te komen, bijvoorbeeld op een websitepagina van de Vlaamse overheid, van de diensten of instellingen

Kan de minister een overzicht bezorgen van de toe- passing van dit decreet voor de periode 1996-2004 voor gebouwen die door de administratie van de minister werden gesubsidieerd

Er zijn schrijnende situaties van ouders met zwaar gehandicapte kinderen die maanden hun rechten mislopen omdat ze hun aanvraag te laat indienen (de verhoogde kinderbijslag

Het decreet van 23 december 1986 houdende de integratie van kunstwerken in gebouwen van open- bare diensten en daarmee gelijkgestelde diensten en van de door de

- verlaging drempels onderwijs voor kansarme kinderen - uitwerking leerroutes 18.647.412,00 Tewerkstelling Aalst, Antwerpen, Brugge, Genk, Gent, Hasselt, Leuven, Roeselare, VGC

In de provincie Vlaams Brabant zijn er momenteel 35 centra voor kortverblijf gepland, goed voor 228 extra woongelegenheden kortverblijf, die vermoe- delijk binnen een termijn van

Wegens historische overrealisatie van het pro- gramma voor rusthuiswoongelegenheden in de gemeente Herselt kunnen 16 gesloten woonge- legenheden niet opnieuw gerealiseerd worden in