Tien papyrologische bijdragen tot de geschiedenis van Romeins en Byzantijns Egypte
19
0
0
Hele tekst
(2) Artikel 4. [55].
(3) Artikel 4. [56].
(4) Artikel 4. [57].
(5) Artikel 4. [58].
(6) Artikel 4. [59].
(7) Artikel 4. [60].
(8) Artikel 4. [61].
(9) Artikel 4. [62].
(10) Artikel 4. [63].
(11) Artikel 4. [64].
(12) Artikel 4. [65].
(13) Artikel 4. 176). [66].
(14) Artikel 4. [67].
(15) Artikel 4. [68].
(16) Artikel 4. [69].
(17) Artikel 4. [70].
(18) Artikel 4. [71].
(19) Artikel 4. N aschrift bij “Brief des praefectus annonae Alexandriae ” De Griekse tekst uit deze publicatie is in 2003 overgenomen in Sammelbuch Griechischer Urkunden aus Ägypten. Vierundzwanzigster Band (ed. H.-A. Rupprecht unter Mitarbeit von J. Hengstl, Wiesbaden 2003) en wordt sindsdien geciteerd als SB XXIV 16261. De Neudruck van P. Ryl. IV 652 in mijn artikel kreeg daar nummer SB XXIV 16262.. Addenda: Deze tekst betreft de annona civica. Over de annona militaris is in 2001 verschenen: F. Mitthof, Annona Militaris. Die Heeresversorgung im spätantiken Ägypten (Papyrologica Florentina XXXII, Firenze 2001). Het bureau van de praefectus annonae Alexandriae wordt hierin zijdelings genoemd op p. 108; de drie parallelteksten staan opgesomd in noot 102 (maar mijn tekst, toch al gepubliceerd in 1996, ontbreekt). De meeste ambtenaren die in mijn tekst zijn genoemd, worden, omdat zij ook bij de annona militaris betrokken waren, door Mitthof behandeld. Bij p. [55], voetnoot 3: P. Turner 45 wordt binnenkort opnieuw gepubliceerd als P. Mich. XX 816. Bij p. [56]: Er zijn inmiddels twee nieuwe teksten met praefecti annonae Alexandriae gepubliceerd: P. Oxy. LXIII 4369 (345 na Chr.) en CPR XXIV 2 (eind IV/begin V na Chr.). De uitgever van de laatste tekst, B. Palme, geeft in zijn inleiding een nieuw overzicht van alle teksten: CPR XXIV, p. 13. Bij p. [61], commentaar op regel a 1: De vijfde-eeuwse exactor uit mijn tekst is nog steeds de laatste attestatie van deze ambtenaar (afgezien van de zesde-eeuwse dorpsnaam /
(20) ). Dat is niet zo vreemd, wanneer men in aanmerking neemt dat papyri uit de vijfde eeuw, althans onder de gepubliceerde teksten, nog steeds ondervertegenwoordigd zijn. Zie boven, Inleiding p. [8], voetnoot 34. De lijst met exactores in P. Amst. I waarnaar hier verwezen wordt, was al vervangen door een nieuwe lijst van P.J. Sijpesteijn in ZPE 90 (1992), p. 247-250. Over de functie van strateeg / exactor in de vierde eeuw is nog eens geschreven door J.D. Thomas in Chr. d’Ég. 70 (1995), p. 230-239; zie ook Mitthof, o.c., p. 143-146. Bij p. [62], commentaar op regel a 4: Voor de capaciteit van Nijlschepen zie nu I.J. Poll, “Ladefähigkeit und Größe der Nilschiffe”, Archiv 42 (1996), p. 127-138 (scheepsladingen tussen de 50 en 18.000 artaben). Vgl. ook het inleidend commentaar van BGU XIX (2005) 2776 (“Schiffsfrachtliste” uit de vierde eeuw uit Hermopolis, met scheepsladingen van tussen de 1000 en 2589 artaben graan). Bij p. [62], commentaar op regel a 5: De verwijzingen naar de consuls Antiochus en Bassus staan in R.S. Bagnall - K.A. Worp, The Chronological Systems of Byzantine Egypt2 (Leiden 2004) op p. 195; er zijn na de eerste uitgave van dit boek, behalve mijn tekst, geen nieuwe attestaties bijgekomen. Bij p. [62], commentaar op regel a 6: Over de , “Magazinverwalter”, zie Mitthof, o.c., p. 107-119 en p. 132 en B. Palme in CPR XXIV p. 40-43.. [72].
(21)
GERELATEERDE DOCUMENTEN
Inmiddels zijn er enkele teksten met regeringsjaren uit deze periode bijgekomen, maar nog steeds alleen uit de Oxyrhynchitische of Herakleopolitische gouw, wat Bagnall – Worp tot de
282 (waar deze tekst nog niet is opgenomen); er is nog steeds geen andere attestatie uit de Hermopolitische gouw, noch een parallel voor de formule die in mijn tekst wordt
Het lijkt of hij hier de vermoedelijke ambtsduur van minstens acht jaar van Aurelius Apollonios over het hoofd ziet, die als koninklijke schrijver van de Lykopolitische
Ten eerste het woord , dat voor de eerste maal voorkwam in betalingen door (vertegenwoordigers van) dorpen in de boekhouding van de grootgrondbezitter Apion (P.
96-98: ‘Demotic Contracts in Early Roman Tebtynis and Soknopaiu Nesos’ en voor Demotische teksten uit Soknopaiu Nesos in het algemeen W. Clarysse, “The Papyrological
Hij maakt geen onderscheid tussen de twee verschillende termen die voorkomen: μ + * μμ en μ + < μμ= dat is ook heel moeilijk omdat deze belastingnaam in verreweg de
Datum: De toeschrijving van het in deze tekst vermelde 20ste jaar aan Augustus (11/10 v.Chr.) heb ik afgewezen, en de toeschrijving aan Tiberius aangenomen, vooral op op
1 Van het maken van een volledige index op Griekse woorden is afgezien, omdat alle in bovenstaande artikelen gepubliceerde teksten zijn opgenomen in, dan wel zijn of worden
