• No results found

Tien papyrologische bijdragen tot de geschiedenis van Romeins en Byzantijns Egypte

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Tien papyrologische bijdragen tot de geschiedenis van Romeins en Byzantijns Egypte"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Tien papyrologische bijdragen tot de geschiedenis van Romeins en Byzantijns Egypte

Hoogendijk, F.A.J.

Citation

Hoogendijk, F. A. J. (2008, May 28). Tien papyrologische bijdragen tot de geschiedenis van

Romeins en Byzantijns Egypte. Retrieved from https://hdl.handle.net/1887/12873

Version: Not Applicable (or Unknown)

License: Licence agreement concerning inclusion of doctoral thesis in the Institutional Repository of the University of Leiden

Downloaded from: https://hdl.handle.net/1887/12873

Note: To cite this publication please use the final published version (if applicable).

(2)

TIEN PAPYROLOGISCHE BIJDRAGEN

TOT DE GESCHIEDENIS VAN

ROMEINS EN BYZANTIJNS EGYPTE

(3)
(4)

TIEN PAPYROLOGISCHE BIJDRAGEN TOT DE GESCHIEDENIS VAN

ROMEINS EN BYZANTIJNS EGYPTE

Proefschrift

ter verkrijging van

de graad van Doctor aan de Universiteit Leiden,

op gezag van de Rector Magnificus prof.mr. P.F. van der Heijden, volgens besluit van het College voor Promoties

te verdedigen op woensdag 28 mei 2008 klokke 15.00 uur

door

Francisca Alida Johanna Hoogendijk

geboren te ’s-Gravenhage in 1955

Papyrologisch Instituut Leiden

(5)

Promotiecommissie:

Promotor: Prof. dr. K.A. Worp Referent: Prof. dr. L. de Ligt

Overige leden:

Prof. dr. O.E. Kaper Prof. dr. I. Sluiter Prof. dr. J. van der Vliet

(6)

[v]

IInhoudsopg ave

pagina

Voorwoord ... [vii]

Afkortingen en tekens ... [viii]

Inleiding ... [1]

Artikel 1: “Eine byzantinische Dialysis-Urkunde” ... [11]

Naschrift ... [20]

Artikel 2: “Zwei byzantinische Landkäufe” ... [23]

Naschrift ... [39]

Artikel 3: “Byzantinischer Sklavenkauf” ... [41]

Naschrift ... [53]

Artikel 4: “Brief des praefectus annonae Alexandriae mit amtlicher Meldung der Ablieferung und Registration von Weizen” ... [55]

Naschrift ... [72]

Artikel 5: “Ein Unicum beim ägyptischen Zensus-Vorgang: Die zusätzliche Eingabe SPP II, S. 31” ... [73]

Naschrift ... [79]

Artikel 6: “Der scribo behindert die Flotte des patricius, ein Brief aus dem Dossier des Flavius Strategius Paneuphemos (= Pseudo-Strategius III)” ... [81]

Naschrift ... [98]

Artikel 7: “Parachoresis von Katökenland” ... [101]

Naschrift ... [114]

Artikel 8: “Griechische Übersetzung einer demotisch-griechischen Hauskaufurkunde” [117]

Naschrift ... [135]

Artikel 9: “Amtliche Korrespondenz zwischen Dorfschreiber und Eklogistes” ... [137]

Naschrift ... [150]

Artikel 10: “Dispute Concerning Ferrying Rights” ... [153]

Naschrift ... [172]

Verantwoording van de artikelen ... [175]

Onderwerpsindex ... [177]

Correcties op gepubliceerde papyri ... [181]

Samenvatting in het Nederlands ... [183]

Curriculum vitae ... [187]

(7)

[vi]

(8)

[vii]

V

Voo rwoo rd

Papyrologie is een prachtig vak. Al tijdens mijn eerste inleidingscolleges in 1974, op de late vrijdag- middag aan een select groepje eerstejaars classici gegeven door mijn latere leermeester dr. E.

Boswinkel, werd ik gegrepen door de spanning van het ontcijferen van originele teksten uit de Oudheid. Het eerste niet verplicht voorgeschreven studieboek dat ik ooit aanschafte was een platen- album van papyri. Dat gevoel van spanning heeft me nooit meer echt verlaten, zeker niet toen ik in de gelegenheid kwam om met originele papyri te werken, en met nooit eerder door een ander ontcijferde papyri. Natuurlijk leverde niet iedere nieuw ontcijferde tekst spectaculaire nieuwe feiten op, maar toch, zo moge ook blijken uit de artikelen in deze bundel, is er vrijwel geen tekst die niet iets, zij het iets kleins, aan onze kennis van de geschiedenis van Egypte bijdraagt.

De papyri die het onderwerp vormen van de navolgende artikelen behoren tot de collectie van de Weense Nationalbibliothek en waren al lang geleden gereserveerd voor publicatie door medewerkers van het Leids Papyrologisch Instituut. Uiteindelijk werden de (nog primitieve) foto’s van deze en andere Weense teksten door Boswinkel aan mij, inmiddels via student-assistent opgeklommen tot wetenschappelijk medewerker van het Papyrologisch Instituut, ter hand gesteld met de bedoeling, dat ik op de publicatie van een aantal daarvan zou promoveren. Met het oog daarop heb ik eerst in de zomer van 1983 enige tijd aan deze papyri gewerkt aan de Universiteit van Durham, Engeland, onder de deskundige leiding van prof. dr. J.D. Thomas, aangezien aan ons eigen Instituut na de pensionering van Boswinkel en na de terugkeer naar België van zijn inspirerende opvolger prof. dr. W. Clarysse, de functie van UHD Griekse Papyrologie was opgeheven. Vervolgens heb ik in het begin van 1984 een bezoek mogen brengen aan de Weense papyruscollectie, waar ik de originelen van al ‘mijn’ stukken onder de microscoop heb bestudeerd. Ik werd in Wenen allervriendelijkst ontvangen door prof. dr. H.

Harrauer, die nieuwe foto’s regelde, waar nodig papyri ter plaatse liet restaureren en zelfs tussen de onmetelijke aantallen papyri nog ontbrekende fragmenten bij mijn teksten wist te vinden! Dat ik vervolgens niet op deze teksten ben gepromoveerd had allerlei verschillende oorzaken, waarvan mijn betrokkenheid bij de samenstelling van de ‘Berichtigungsliste der Griechischen Papyrusurkunden aus Ägypten’ niet de minste was. Intussen waren deze Weense papyri te interessant om ze onuitgegeven op de plank te laten liggen, en ben ik ze stuk voor stuk in artikelen gaan uitgeven, wat als bijkomend voordeel had dat daardoor per tekst een uitgebreider commentaar mogelijk was dan in een standaard papyruseditie het geval zou zijn geweest.

Mijn zesjarig verblijf in het buitenland, waar ik geheel verstoken was van papyrologische literatuur, heeft mijn enthousiasme voor het vak alleen maar groter gemaakt. Ik ben dan ook heel blij dat ik in januari 2004 een nieuwe start heb mogen maken als papyroloog in het Leids Papyrologisch Instituut. Ik wil hier graag mijn dank uitspreken voor de vruchtbare samenwerking met mijn collega’s op het Papyrologisch Instituut, zowel vóór mijn vertrek, toen onder leiding van prof. mr. P.W. Pestman, als na mijn terugkeer, nu onder leiding van prof. dr. K.A. Worp; alle anderen  μ. Ook ben ik dank- baar voor de prettige samenwerking met onze collega’s elders aan de universiteit, met name bij Klassieke Talen, Oude Geschiedenis en Egyptologie, en voor de goede betrekkingen die wij hebben met onze papyrologische collega’s over de hele wereld. Ik hoop dat in en door het Leids Papyrologisch Instituut nog lange tijd de papyrologie mag worden bestudeerd, onderwezen en uitgedragen.

Graag wil ik prof. dr. W. van Anrooij, voormalig directeur van het Onderzoeksinstituut Pallas, danken voor zijn aanmoediging om op artikelen te promoveren, en mw. C. ten Brink van het Pallas-secretariaat voor haar grote inzet bij de vormgeving van het proefschrift.

Ik draag dit proefschrift op aan mijn ouders, aan Vincent en Véronne en in het bijzonder aan Marc.

Cisca Hoogendijk

(9)

[viii]

A

Afkortingen en tekens

Papyrusedities zijn veelal afgekort volgens de Checklist of Editions; laatste gedrukte editie:

J.F. Oates – R.S. Bagnall e.a., Checklist of Editions of Greek, Latin, Demotic and Coptic Pa- pyri, Ostraca and Tablets. Fifth Edition (BASP Supplement 9, 2001), webeditie:

http://scriptorium.lib.duke.edu/papyrus/texts/clist.html. Zie daarnaast de lijst van afkortingen gebruikt in de Berichtigungsliste der Griechischen Papyrusurkunden aus Ägypten (BL XI, p.

308 met voetnoot *).

De namen van tijdschriften en series zijn afgekort volgens L’Année Philologique, American Journal of Archaeology en Bibliographie Papyrologique (afhankelijk van de richtlijnen van de tijdschriften en boeken waarin de artikelen zijn verschenen).

Voor het uitgeven van papyrusteksten zijn de volgende tekens gebruikt (het zogeheten “Lei- dener Klammersystem”1):

punt onder de letter onzeker gelezen letter (meestal beschadigd)

[ ] verloren gegane letters

< > letters, ten onrechte door de schrijver weggelaten en door de uitge- ver aangevuld

( ) afkortingen en symbolen, door de uitgever voluit geschreven

{ } door de schrijver geschreven letters die volgens de uitgever uit de

tekst moeten worden verwijderd

[[ ]] letters die door de schrijver zelf zijn doorgehaald

letters die door de schrijver boven de regel zijn toegevoegd.

1 Dit uniforme systeem werd vastgesteld in 1931 tijdens een bijeenkomst van papyrologen in Leiden, vgl. B.A. van Groningen, Projet d’unification des systèmes de signes critiques, Chronique d’Égypte 7 (1932), p. 262-269.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

282 (waar deze tekst nog niet is opgenomen); er is nog steeds geen andere attestatie uit de Hermopolitische gouw, noch een parallel voor de formule die in mijn tekst wordt

[61], commentaar op regel a 1: De vijfde-eeuwse exactor uit mijn tekst is nog steeds de laatste attestatie van deze ambtenaar afgezien van de zesde-eeuwse dorpsnaam /... Dat is

Het lijkt of hij hier de vermoedelijke ambtsduur van minstens acht jaar van Aurelius Apollonios over het hoofd ziet, die als koninklijke schrijver van de Lykopolitische

Ten eerste het woord  , dat voor de eerste maal voorkwam in betalingen door (vertegenwoordigers van) dorpen in de boekhouding van de grootgrondbezitter Apion (P.

96-98: ‘Demotic Contracts in Early Roman Tebtynis and Soknopaiu Nesos’ en voor Demotische teksten uit Soknopaiu Nesos in het algemeen W. Clarysse, “The Papyrological

Hij maakt geen onderscheid tussen de twee verschillende termen die voorkomen: μ + * μμ en μ + < μμ= dat is ook heel moeilijk omdat deze belastingnaam in verreweg de

Datum: De toeschrijving van het in deze tekst vermelde 20ste jaar aan Augustus (11/10 v.Chr.) heb ik afgewezen, en de toeschrijving aan Tiberius aangenomen, vooral op op

1 Van het maken van een volledige index op Griekse woorden is afgezien, omdat alle in bovenstaande artikelen gepubliceerde teksten zijn opgenomen in, dan wel zijn of worden