• No results found

Tien papyrologische bijdragen tot de geschiedenis van Romeins en Byzantijns Egypte

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Tien papyrologische bijdragen tot de geschiedenis van Romeins en Byzantijns Egypte"

Copied!
21
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Hoogendijk, F.A.J.

Citation

Hoogendijk, F. A. J. (2008, May 28). Tien papyrologische bijdragen tot de geschiedenis van

Romeins en Byzantijns Egypte. Retrieved from https://hdl.handle.net/1887/12873

Version: Not Applicable (or Unknown)

License: Licence agreement concerning inclusion of doctoral thesis in the Institutional Repository of the University of Leiden

Downloaded from: https://hdl.handle.net/1887/12873

Note: To cite this publication please use the final published version (if applicable).

(2)

Artikel 6

[81]

(3)

[82]

(4)

Artikel 6

[83]

(5)

[84]

(6)

Artikel 6

[85]

(7)

[86]

(8)

Artikel 6

[87]

(9)

[88]

(

(10)

Artikel 6

[89]

(11)

[90]

(12)

Artikel 6

[91]

(13)

[92]

(14)

Artikel 6

[93]

(15)

[94]

(16)

Artikel 6

[95]

(17)

[96]

(18)

Artikel 6

[97]

(Plate III)

(19)

[98]

N

Naschrift bij “Der

scri bo

b ehindert die Flotte des

patricius

De Griekse tekst uit deze publicatie is in 2003 overgenomen in Sammelbuch Griechischer Urkunden aus Ägypten. Vierundzwanzigster Band (ed. H.-A. Rupprecht unter Mitarbeit von J. Hengstl, Wiesbaden 2003) onder nummer SB XXIV 16222. De tekst wordt bij voorkeur geciteerd als P.L.Bat. XXX 2 (zie BL Konkordanz II 87 en 180).

Een uitgebreide beschrijving van de tekst en de mogelijke interpretatie geeft B. Kramer in Archiv 45 (1999), p. 255-256.

Corrigenda:

Bij p. [84], Griekse tekst, regel 1:  is een foute lezing, de foto toont duidelijk μ. Dit was al eerder opgemerkt door K.A. Worp, maar nog niet in de BL verwerkt.

Als gevolg hiervan moet ook het onderstaande gewijzigd worden:

- p. [84]: De vertaling “als er (der scribo) eingetroffen war bei der - - - der Flotte” moet worden veranderd in “als er (der scribo) die - - - der Flotte vernomen hatte”. De zin wordt hiermee wat begrijpelijker.

- p. [85], commentaar op regel 1-2: Dit hele commentaar komt te vervallen. In de lacune kan bijvoorbeeld een woord voor “lading”, “ligging” of voor “doel, bedoeling” hebben gestaan.

Onderwerp van μ blijft de scribo (er is nu nog minder reden om een nominativus absolutus te veronderstellen).

- p. [94]: Van de eerste zin in de tweede alinea moet “irgendein Hafen” tot en met einde zin geschrapt worden.

Addenda:

Bij p. [81], voetnoot *: Het geciteerde artikel van B. Palme in Z.Sav. is inmiddels gepubli- ceerd in Z.Sav. 115 (1998), p. 289-322.

Bij p. [87], commentaar op regel 2-3 met voetnoot 7: Inmiddels is er uit de Arsinoïtische gouw nog een patricius bekend geworden (zonder naam), die niet met een van de drie bekende geïdentificeerd kan worden (P. Eirene 29, 591-593 na Chr.).

Bij p. [87]-[88], commentaar op regel 2-3: Een nieuw overzicht van de teksten uit het dossier van Flavius Strategius Paneuphemos wordt gegeven door R. Mazza, L’archivio degli Apioni (Bari 2001), p. 42-45; Flavius Strategius Paneuphemos wordt daar besproken op p. 68-72.

[Minder overzichtelijk en incompleet is de lijst in J. Banaji, Agrarian Change in Late Anti- quity (Oxford 2001), p. 233-234.]

De in Mazza’s overzicht nog met inventarisnummers aangeduide Weense papyri (overgeno- men uit de door mij op p. [87] geciteerde lijst van B. Palme) zijn inmiddels gepubliceerd in CPR XXIV onder de nummers 24, 26-29 en 33. Een nieuwe tekst uit het dossier is CPR XXIV 25. De laatste literatuur over het dossier geeft B. Palme in CPR XXIV (2002), p. 139- 140, n. 3; vgl. ook l.c., p. 145-149 over de connectie van Strategius Paneuphemos met Apion II. De door mij gepubliceerde tekst wordt als “instructive example” geciteerd door B. Palme in R.S. Bagnall, Egypt in the Byzantine World, 300-700 (Cambridge 2007), p. 264.

Bij p. [90], commentaar op regel 8: Voor de betekenis van het woord   in de Byzan- tijnse tijd (niet “slaaf”, maar “man”, “persoon”), zie nu ook P. Sarischouli, “  in Papyri of the Byzantine Period (late 3rd-mid 7th c.)”, in Akten des 21. Internationalen Papy- rologenkongresses Berlin 1995 (Archiv für Papyrusforschung, Beiheft 3, 1997), p. 889-901.

(20)

Artikel 6: Naschrift

[99]

Bij p. [91], commentaar op regel 9:  lijkt nog steeds een hapax. In mijn artikel noemde ik al P. Oslo III 88 (herkomst onbekend, rond 370 na Chr.), waar in regel 16 en 35

 ], respectievelijk  , staat. In het commentaar bij deze tekst werd verondersteld (op basis van het voorkomen van het woord   in P. Lips. I 55, zie ook onder) dat de nominativus van dit woord  is geweest. Hoewel dit al- lesbehalve zeker is (in het licht van mijn papyrus is  zeker ook mogelijk), wordt dit inmiddels ondersteund door nieuwe attestaties van het woord : in SPP III2 10 (kwitantie voor salaris van een  of ]  [zie hieronder met voetnoot 1]; herkomst onbekend, 6de/7de eeuw na Chr.) en in de nog ongepubliceerde tekst P. Mich.

XX 811. In beide laatste gevallen gaat het zeker om vormen van de nominativus .

Het lijkt nog altijd te gaan om een functie-aanduiding.

Misschien mag de vorm  in de tekst uit mijn artikel beschouwd worden als een nevenvorm van het vaker voorkomende  (onstaan als verkeerde nominativus bij  en ). Vgl. F.T. Gignac, A Grammar of the Greek Papyri of the Ro- man and Byzantine Periods, II, Morphology (Milano 1981), p. 92-95: “Fluctation of Declen- sion (Metaplasm)”, 1.a en 1.c voor ‘a-stems with by-forms of the second declension’. Verge- lijk, omgekeerd, het woord   dat een nevenvorm van   lijkt te zijn. Over dit woord zie hieronder.

De betekenis van  als functie-aanduiding is onbekend (letterlijk iets als “neerzet- ter”, “rechtzetter”) en kan alleen uit de context worden afgeleid. In SPP III2 10, commentaar op r. 2, wordt , in navolging van het commentaar op P. Oslo III 88, r. 16, opgevat als een “im Steuerwesen eingesetzten staatlichen Beamten”. Voorzover de context duidelijk wordt in de nu vier teksten met  / , is dat er een van belastingen, graan, schepen en problemen daarmee.

μ en de daarvan afgeleide vormen komen voor in een breed scala van betekenissen in alle soorten van Grieks. In het bijzonder zijn de volgende twee woorden, die worden ge- bruikt in Byzantijnse documentare papyri, mogelijk directer met de Byzantijnse functie van  in verband te brengen.

Ten eerste het woord  , dat voor de eerste maal voorkwam in betalingen door (vertegenwoordigers van) dorpen in de boekhouding van de grootgrondbezitter Apion (P.

Oxy. LV 3805, r. 58 en 61; Oxyrhynchos, rekeningen voor 565/566 na Chr.). Hetzelfde woord komt nu ook voor in SB XXII 15471 (Oxyrhynchos, 5de/6de eeuw na Chr.), een betaling

   | !  (r. 3-4). De betekenis van   is onbekend: in het commentaar op P. Oxy. LV 3805, r. 58 zegt J.R. Rea, “We might guess that it is a premium paid for the appointment ( ) of the μ"#", but this is far from certain and looks less attractive for 61...”. In het commentaar op SB XXII 15471, r. 3 (Chronique d’Égypte 70, 1995, p. 191) citeert J. O’Callaghan slechts de uitspraak van Rea, maar het lijkt of de beteke- nis “aanstellingsgeld” door de eropvolgende specificatie “van de riparius” gesteund wordt.

Dit brengt ons voor de betekenis van  /  niet verder: dat zou dan

“aangestelde” of “aansteller” (in een bepaalde niet gespecificeerde functie) moeten zijn.

Verder kennen wij uit een klein aantal Byzantijnse papyri de   of

 , in P. Lips. I 55, r. 9-10:  | (?) (Diokletianoupolis, 375-379 na Chr.), P. Flor. III 325, 3:   (Oxyrhynchos, 489 na Chr.), in P. Oxy. LXVII 4614, 2:  () (Oxyrhynchos, laat 5de eeuw na Chr.) en misschien in SPP III2 10 (zie hierboven en onder voetnoot 1). De best passende vertaling van dit woord is in al deze gevallen “plaatsvervanger”, als weergave van het Latijnse substitutus, zie hiervoor het commentaar van N. Gonis op P. Oxy. LXVII 4614, r. 2. Dit zou inhouden dat de juiste nominativus van het woord   is. Hierbij moet worden opgemerkt dat voor het gebruik van deze nominativus in de genoemde papyri geen bewijs is, maar de vorm

  is in het overige Grieks totaal niet vertegenwoordigd.De enige attestatie voor

  is P. Lips. I 55, r. 9-10, welke vorm in het kritische apparaat (“l.  -

(21)

[100]

?”) zowel als in het commentaar op r. 9 (“Ein   (Pap. -) ist jedenfalls der Ersatzmann ...”) dan ook wordt teruggevoerd op  .1

Op zoek naar een verband tussen de woorden   en  / , waarvan het laatste stel een functie lijkt aan te duiden, zou voor het eerste de vertaling in aanmerking komen van LSJ Revised Supplement s.v.: “assistant ”, daarmee ook een soort functie-aanduiding. Dit wijst Gonis echter af met “seems pure guesswork”.

Aangezien Gonis aannemelijk maakt dat   de algemene betekenis van substitutus, “plaatsvervanger” heeft, terwijl  /  juist een specifieke functie lijkt aan te duiden, is er inderdaad geen verband tussen beide woorden te leggen, en draagt ook dit woord niet bij tot het achterhalen van de betekenis van  / .

Wat de vorm van het woord betreft kan nog worden opgemerkt dat in het commentaar op P.

Oslo III 88, r. 16, de betekenis van “im Steuerwesen eingesetzten staatlichen Beamten” beter correspondeert met de nominativus  (“neergezet”, “aangesteld”) dan met  (“neerzetter”, “aansteller”). Misschien mag, naar analogie met   /

  worden verondersteld dat voor deze Byzantijnse functie-aanduiding het oorspronkelijke woord  luidde, zoals in mijn hier gepubliceerde tekst, met  als nevenvorm.

Wat de functie precies inhoudt zal hopelijk ooit uit andere, nog ongepubliceerde teksten duidelijk worden.

Bij p. [92], commentaar op regel 9 met voetnoot 15: De tekst P. Vindob. G 21026 + 21037 is nu gepubliceerd als CPR XXIV 26. Nog een tekst die Strategius Paneuphemos in verband brengt met politie en bewakers is P. Bodl. I 53 (Arsinoë, 605 na Chr.).

1 Het feit dat de te verwachten nominativus   is, maakt het onwaarschijnlijk dat in SPP III2 10, r. 1-2 ]|  tot ]|  kan worden aangevuld (pace S. Tost, de uitgever van deze tekst). Ook de keuze, in de index van P. Oxy. LXVII, voor de nominativus   (p. 293, met vraagteken), en niet

 , lijkt in dit verband onjuist, en niet in overeenstemming met de strekking van het commentaar van N. Gonis bij de betreffende tekst.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Inmiddels zijn er enkele teksten met regeringsjaren uit deze periode bijgekomen, maar nog steeds alleen uit de Oxyrhynchitische of Herakleopolitische gouw, wat Bagnall – Worp tot de

282 (waar deze tekst nog niet is opgenomen); er is nog steeds geen andere attestatie uit de Hermopolitische gouw, noch een parallel voor de formule die in mijn tekst wordt

[61], commentaar op regel a 1: De vijfde-eeuwse exactor uit mijn tekst is nog steeds de laatste attestatie van deze ambtenaar afgezien van de zesde-eeuwse dorpsnaam /... Dat is

Het lijkt of hij hier de vermoedelijke ambtsduur van minstens acht jaar van Aurelius Apollonios over het hoofd ziet, die als koninklijke schrijver van de Lykopolitische

96-98: ‘Demotic Contracts in Early Roman Tebtynis and Soknopaiu Nesos’ en voor Demotische teksten uit Soknopaiu Nesos in het algemeen W. Clarysse, “The Papyrological

Hij maakt geen onderscheid tussen de twee verschillende termen die voorkomen: μ + * μμ en μ + < μμ= dat is ook heel moeilijk omdat deze belastingnaam in verreweg de

Datum: De toeschrijving van het in deze tekst vermelde 20ste jaar aan Augustus (11/10 v.Chr.) heb ik afgewezen, en de toeschrijving aan Tiberius aangenomen, vooral op op

1 Van het maken van een volledige index op Griekse woorden is afgezien, omdat alle in bovenstaande artikelen gepubliceerde teksten zijn opgenomen in, dan wel zijn of worden