Tien papyrologische bijdragen tot de geschiedenis van Romeins en Byzantijns Egypte
Hoogendijk, F.A.J.
Citation
Hoogendijk, F. A. J. (2008, May 28). Tien papyrologische bijdragen tot de geschiedenis van Romeins en Byzantijns Egypte. Retrieved from https://hdl.handle.net/1887/12873
Version: Not Applicable (or Unknown)
License: Licence agreement concerning inclusion of doctoral thesis in the Institutional Repository of the University of Leiden
Downloaded from: https://hdl.handle.net/1887/12873
Note: To cite this publication please use the final published version (if applicable).
Artikel 5
[73]
Artikel 5
[74]
Artikel 5
[75]
Artikel 5
[76]
Artikel 5
[77]
Artikel 5
[78]
Artikel 5
[79]
N
Naschrift bij “Ein Unicum bei m Zensu s-Vorg ang”
De Griekse tekst uit deze publicatie is in 2003 overgenomen in Sammelbuch Griechischer Urkunden aus Ägypten. Vierundzwanzigster Band (ed. H.-A. Rupprecht unter Mitarbeit von J. Hengstl, Wiesbaden 2003) en wordt sindsdien geciteerd als SB XXIV 16207.
In het artikel van O. Montevecchi, Ancora su Lycopolis, Aegyptus 80 (2000), p. 145-146 be- licht de auteur vanuit haar specifieke belangstelling voor Lykopolis nog eens wat deze tekst aan nieuwe gegevens over Lykopolis biedt.
In het boek van Th. Kruse, Der königliche Schreiber und die Gauverwaltung (Archiv für Pa- pyrusforschung, Beiheft 11, 2002), komt deze tekst uitgebreid aan de orde (p. 125-126) in het kader van zijn behandeling van de .
Corrigenda:
Bij p. [73], alinea 3: De zin “Diese Eingabe ist die einzige bekannte zusätzliche Zensus- Eingabe” is misleidend, er had beter kunnen staan “Diese Eingabe ist die einzige, die eine vorhergehende Zensus-Eingabe korrigiert”. Deze aanvullende aangifte moet namelijk worden onderscheiden van de wel degelijk voorkomende , waarin aangifte wordt gedaan van personen of zaken die niet waren aangemeld, omdat na de eerdere aangifte de situatie was gewijzigd. Dergelijke aanvullende aangiften worden in het op p. [73] geciteerde boek van Bagnall – Frier niet als aparte categorie opgevoerd. Voor voorbeelden van zie C.A. Nelson in P. Bingen 60, inleiding.
Bij p. [74], Griekse tekst, regel 4: μ was opgevat als genitivus van de naam Pathermoites die in deze vorm alleen in deze tekst voorkwam. O. Montevecchi, l.c. (zie boven), p. 146 nam aan dat de nominativus Pathermoitos was, en zag dat als variant van de vaker in Lykopolis geattesteerde namen Patermouthes en Petermouthes. W. Clarysse (JJP 34, 2004, p. 30-31) las echter op de foto eerder [] of zelfs , gevolgd door μ, genitivus van de oude Griekse naam μ. [] (of ) is inderdaad een mogelijke en dus ook betere lezing, omdat het lidwoord voor de grootvadersnaam te verwachten was.
De naam μ kwam tot nu toe alleen in de Ptolemaeëntijd voor, maar, zo merkt Clarysse op, hij “fits the high social status of the family”.
Addenda:
Bij p. [75], commentaar op regel 1-2: voor de μμ zie nu het boek van Th.
Kruse, Der königliche Schreiber (zie boven).
Over de ambtsduur van de koninklijke schrijver is nog steeds niets met zekerheid te zeggen, maar, beweert Kruse, o.c., p. 50, “(es) läßt sich zumindest feststellen, daß sich bislang keine Amtszeiten nachweisen lassen, die länger als sechs Jahre betragen”. Het lijkt of hij hier de vermoedelijke ambtsduur van minstens acht jaar van Aurelius Apollonios over het hoofd ziet, die als koninklijke schrijver van de Lykopolitische gouw geattesteerd is in zeven teksten, die ook in de lijst van Kruse zijn gedateerd tussen 229/230 en 238 na Chr.
Deze Aurelius Apollonios staat in de prosopografie van Kruse genoemd onder nr. 138 (vol. II, p. 1007). Kruse geeft hier echter maar zes van de zeven attestaties; de zevende tekst, SB I 5137 = C.P.Gr. II 77 uit 237 na Chr., heeft hij opgenomen onder de Herakleopolitische gouw (prosopografie nr. 127). Daarmee gaat hij voorbij aan mijn voorstel (p. [75], voetnoot 5), die tekst ook aan de Lykopolitische gouw toe te wijzen. Dit staat inmiddels in BL XI, 196 en is, met een vraagteken erbij, overgenomen op de website van de Weense papyri (http://www.onb.ac.at/sammlungen/papyrus/index.htm, Katalog der Papyrussammlung,
Artikel 5: Naschrift
[80]
Schnellsuche SB 5137). In J. Whitehorne, Strategi and Royal Scribes of Roman Egypt. Revi- sed edition (Papyrologica Florentina XXXVII, 2006), p. 150 staat de Aurelius Apollonius uit SB 5137 ook nog, en zonder verwijzing naar BL XI, genoemd onder de Herakleopolitische gouw.
Bij p. [76], commentaar op regel 6: De naam ! is nog steeds een hapax. Montevecchi, l.c. (zie boven) laat zien hoe de naam past in een grotere groep namen met het element -, ontleend aan de eponyme godheid van de stad.