RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK IN HET KADER VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE
EDUCATIE
Kinderopvang Alles Kids
Plaats : Ospel
LRKP nummer : 226509618
Onderzoeksnummer : 289964
Datum onderzoek : 17 oktober 2016 Datum vaststelling : 12 december 2016
1 INLEIDING . . . 5
2 BEVINDINGEN . . . 7
3 CONCLUSIE. . . 11
REACTIE VAN DE HOUDER . . . 13
BIJLAGE 1 OORDELEN . . . 15
INHOUDSOPGAVE
Op 17 oktober 2016 heeft de inspectie Kinderopvang Alles Kids onderzocht. Het onderzoek is uitgevoerd vanwege het toezicht van de Inspectie van het
Onderwijs op de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (vve).
Kinderopvang Alles Kids is opgenomen in een steekproef waarbij we gegevens verzamelen over de kwaliteit van de voorschoolse educatie ten behoeve van de jaarlijkse rapportage "De staat van het onderwijs".
Tijdens het onderzoek heeft de inspectie de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie beoordeeld met een set indicatoren, waarmee zij overeenkomstig de Wet op het Onderwijstoezicht (WOT) kan beoordelen of de vve-locaties op belangrijke onderdelen vve van voldoende kwaliteit biedt. Deze indicatoren hebben betrekking op:
• De voorwaarden voor vve
• De ouders
• De kwaliteit van de educatie
◦ Het vve-programma, zoals dat wordt aangeboden
◦ Het pedagogisch klimaat
◦ Het educatief handelen
• De ontwikkeling, zorg en begeleiding
• De kwaliteitszorg
• De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool
• De resultaten van vve
Het onderzoek bestond uit een vve-locatiebezoek, waarbij:
• Documenten over planning, begeleiding en zorg zijn bestudeerd;
• een groepsobservatie is uitgevoerd in de groep Happy Kids;
• gesprekken met de locatieleiding/houder, ouders en pedagogisch medewerkers/zorgcoördinator zijn gevoerd.
De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op het Toezichtkader vve 2010 en de werkinstructie toezichtkader voor- en
INLEIDING 1
Onderzoeksopzet
Toezichtkader
vroegschoolse educatie, maart 2014. Dit document is te vinden op www.onderwijsinspectie.nl.
In hoofdstuk 2 van dit rapport beschrijft de inspectie de bevindingen die uit haar onderzoek naar voren zijn gekomen. Bij de geconstateerde verbeterpunten is tevens een onderbouwing opgenomen. In hoofdstuk 3 volgt de conclusie. In hoofdstuk 4 wordt de houder van de kinderopvanglocatie uitgenodigd om kort te reflecteren op de bevindingen van de inspectie en zo mogelijk aan te geven welke kwaliteitsontwikkelingen hieraan verbonden worden. Bijlage 1 van dit rapport bevat een overzicht van de bij dit onderzoek gebruikte indicatoren en de bevindingen van de inspectie daarover.
Opbouw rapport
Uit het overzicht in bijlage 1 valt op te maken dat de kwaliteit van de 'uitvoering van vve' deels van voldoende niveau is en deels als voorbeeld voor anderen kan gelden. Ditzelfde gaat ook op voor de kwaliteit van het aspect 'condities’. Binnen de overige aspecten zijn meerdere verbeterpunten geconstateerd. Deze waren geen verrassing voor de leidinggevenden. Sommige punten zijn al onderwerp van gesprek in beleidsontwikkeling en verbetertrajecten.
Totaalbeeld
Kinderopvang Alles Kids (hierna: voorschool) is een aantal jaren geleden gestart met een peuterprogramma. Dit peuterprogramma (Happy Kids) wordt
uitgevoerd in een groep met 2- tot 4-jarigen. Een deel van de kinderen maakt gebruik van de reguliere dagopvang en een deel van de kinderen volgt voor enkele dagdelen alleen het peuterprogramma. Alles Kids is een kleine,
particuliere onderneming die als éénpitter de enige (formele) voorziening voor kinderopvang én peuterprogramma in het dorp is. Dit zorgt voor korte
(communicatie-)lijnen met ouders, gemeente en andere instanties. Er heerst een positieve sfeer waarin alle kinderen gezien worden. De pedagogisch medewerkers verstaan ieder op hun eigen manier het vak en zorgen voor een veilige en warme omgeving waarin het kind zichzelf mag en kan zijn.
Door de korte lijnen zijn veel zaken en ontwikkelingen in gang gezet, maar mist nog een gedegen, objectieve en betrouwbare kwaliteitscyclus. Veel van de genoemde verbeterpunten zijn ook hierop terug te voeren.
In totaal zijn er 6 doelgroepkinderen die het peuterprogramma volgen. De peutergroep is nog niet eerder door de onderwijsinspectie bezocht.
Toelichting
Condities
De GGD Limburg-Noord heeft in oktober 2015 de kinderopvang onderzocht.
Daarbij zijn de voorwaarden voor voorschoolse educatie als positief beoordeeld.
Deze oordelen zijn geverifieerd en overgenomen in dit onderzoek. De maximale groepsgrootte van 16 peuters wordt wisselend in de diverse dagdelen behaald.
De bezetting op de groepen is op orde, de groep kent twee pedagogisch medewerkers en op gezette tijden zijn er drie medewerkers die de kinderen begeleiden.
Ouders
Kinderopvang Alles Kids heeft het ouderbeleid uitgewerkt in een
borgingsdocument. Hierin is een analyse opgenomen van de kenmerken van de
BEVINDINGEN
2
ouderpopulatie met als doel meer inzicht te krijgen in de achtergronden en ontwikkelbehoeften van de kinderen. In de visie van Alles Kids dragen ouders en opvang een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor opvoeding en educatie van de kinderen. Ouders geven desgevraagd aan tevreden te zijn over de
betrokkenheid van de pedagogisch medewerkers en de wijze waarop zij geïnformeerd worden via themabrieven en nieuwsbrieven en over de
ontwikkeling van hun kind. Ook de wijze waarop de intake plaatsheeft levert relevante gegevens op voor een succesvolle opvang en begeleiding.
De vertaling naar de praktische uitvoering van deze gezamenlijke
opvoedverantwoordelijkheid kan echter verbeterd worden. De pedagogisch medewerkers kunnen een pro-actieve houding aannemen waar het gaat om ouders (meer) te stimuleren thuis ook vve-activiteiten te ondernemen. Niet alleen aandacht schenken aan de woordlijsten, maar ook actief nagaan of ouders de woorden ook oefenen zou een onderdeel hiervan kunnen zijn. Ook de
participatie van ouders in vve-activiteiten in de voorschool kan verhoogd worden. Momenteel neemt minder dan de helft van de ouders daaraan deel en is daarmee beduidend lager dan de beoogde 60% die in het ouderbeleidsplan als doel vermeld staat.
Kwaliteit van de uitvoering van vve
Het peuterprogramma kent een erkend integraal vve-programma als rode draad.
De thema’s zijn uitgewerkt in een jaarplan en de activiteiten en (globale)doelen zijn verfijnd naar een weekplanning. Het taalaanbod is onlangs aangevuld met een specifiek woordenschatprogramma. Door dit in nauw overleg met de basisschool te doen vormt dit een goede opstap naar de uitwerking van een doorgaande lijn. De weekplanning voorziet in activiteiten die naar een grote kring, kleine kring en specifiek voor de doelgroepkinderen zijn uitgesplitst.
Op pedagogisch gebied worden de kinderen ondersteund en kunnen ze zich in een warme en veilige omgeving ontwikkelen. De pedagogisch medewerkers zijn er voor hen en ze luisteren aandachtig en benaderen hen positief. De kinderen mogen hun zegje doen en krijgen volop ruimte om te ontdekken. Ze worden gestimuleerd activiteiten te ondernemen en dat ook samen met anderen te doen. Op deze wijze is er een aangenaam pedagogisch klimaat, waarin taalontwikkeling een belangrijke plek heeft. Deze ontwikkeling kan plaats hebben in een uitdagende omgeving en context die op de leeftijdsgroep is afgestemd. Er zijn voldoende prikkels voor kinderen om te spelen en te ontwikkelen. Tot slot valt in het educatief handelen van de pedagogisch
medewerkers op dat er sprake lijkt van een ‘natuurlijk’ onderscheid tussen hen beiden, waarbij de een zich sterk richt op veiligheid en welbevinden en de ander gericht met de ontwikkeling van de kinderen bezig is. Hierin zijn zij zó
complementair dat alle kinderen hier baat bij hebben.
Ontwikkeling, begeleiding en zorg
De planmatige inrichting en doelgerichte uitvoering van de zorg binnen de groep kan verbeterd worden. Er is een observatie- en volgsysteem voorhanden binnen de peutergroep, dit wordt echter alleen ingezet ten behoeve van de
doelgroepkinderen en niet voor álle kinderen in de groep. Voor de
doelgroepkinderen zijn er handelingsplannen opgesteld om de specifieke doelen voor hen te kunnen volgen en aanbieden. Deze handelingsplannen kunnen concreter geformuleerd worden in heldere doelen voor de korte en middellange termijn en afgestemd op wat ieder (doelgroep-)kind nodig heeft. Nadat de ontwikkeling van de kinderen besproken is in het interne overleg, is het belangrijk om ook een heldere planning voor de komende zes á acht weken op te stellen. Duidelijk moet zijn wat er gedaan gaat worden, maar vooral ook waarom dat zo gedaan gaat worden. Door het ontbreken van herkenbare, concrete doelen beperkt de evaluatie zich nog tot het vaststellen of de
activiteiten al dan niet zijn uitgevoerd en nog te weinig of de doelen ook behaald zijn.
De pedagogisch medewerkers beschikken over een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben en kunnen de aard van de zorg duiden. In de
teamvergadering die iedere acht weken plaats heeft, bespreken de pedagogisch medewerkers (waarvan er één de zorgcoördinator is) de ontwikkeling van alle kinderen. Wanneer er een mogelijke stagnatie in ontwikkeling gesignaleerd wordt, weten de pedagogisch medewerkers snel en adequaat de juiste externe zorg en ondersteuning in te schakelen.
Volgens de leidinggevende is de planmatigheid en doelgerichtheid van de zorg een volgende stap in de ontwikkeling van de voorschool.
Kwaliteitszorg
De kwaliteitszorg heeft meer aandacht nodig. Op dit moment is niet duidelijk hoe de voorschool de kwaliteit van de vve evalueert en of de ‘goede dingen ook goed gedaan worden’. Om de kwaliteit te verbeteren werkt de organisatie nog niet met een kwaliteitscyclus.
Er is een vve-beleidsdocument aanwezig. Dit is vooralsnog geen levend document dat regelmatig bijgesteld wordt of waaruit op planmatige wijze concrete verbeteracties voortkomen. Er zijn genoeg ideeën om een goede basis voor een zelfevaluatie in te richten. Er wordt gesproken over externe evaluaties waarbij de gemeente, de basisschool of de ouders een rol kunnen gaan spelen.
Op die manier kan de voorschool inzicht verkrijgen in welke zaken goed gaan en wat nog aandacht behoeft. Ook liggen er volop kansen om meer met en van elkaar te leren. De locatieleiding voert weliswaar groepsbezoekjes uit, maar
deze zijn nog te weinig inhoudelijk gefundeerd om een gezamenlijke basiskwaliteit te kunnen vaststellen.
Over resultaten van de vve is eveneens nog nauwelijks gesproken. Alhoewel de gemeente daar nog geen eisen aan stelt, is het wel mogelijk om als locatie eigen ambities en doelen op te stellen.
Doorgaande lijn
Kinderopvang Alles Kids is sinds oktober 2014 gehuisvest in een pand dat op steenworp afstand ligt van de (enige) basisschool in het dorp. Vrijwel alle kinderen die het peuterprogramma bij Alles Kids volgen stromen door naar de basisschool. Speciaal voor de doelgroepkinderen is er een warme overdracht gerealiseerd, zodat de basisschool een goede start kan maken met zorg en begeleiding van deze kinderen.
De doorgaande lijn staat echter nog in de kinderschoenen. De bereidheid om intensiever samen te werken is langzaam aan het ontstaan, waarbij de
voorschool, volgens de leidinggevende, wat meer regie voert dan de basisschool.
In de toekomst is het streven om ook het aanbod, pedagogisch klimaat, ouderbeleid en vve-coördinatie tussen voor- en (vroeg-)school in een doorgaande lijn op elkaar af te stemmen. Dat kan bijvoorbeeld in beweging worden gezet door over en weer in de groepen te gaan observeren en in gesprek te gaan. Ook de wijze waarop ouders invulling kunnen geven aan het educatief partnerschap en de wijze waarop de begeleiding en zorg voor kinderen vorm en inhoud krijgt, zijn onderwerpen die in de doorgaande lijn nog kunnen
verbeteren.
Opbrengsten
Op gemeentelijk niveau zijn er geen resultaatafspraken gemaakt voor de voorschoolse educatie. Het is daarom niet mogelijk om daarover een oordeel te geven.
Met de leiding van de peuterspeelzaal is besproken hoe ze zelf de resultaten van de voorschoolse educatie zichtbaar kunnen maken.
De Inspectie van het Onderwijs constateert dat de kwaliteit van de voorschoolse educatie op kinderopvang Alles Kids deels op orde is. Uit het onderzoek is gebleken dat de vve-locatie op onderdelen een voorbeeld voor anderen is, maar ook nog een aantal verbeterpunten kent.
CONCLUSIE
3
Dit rapport beschrijft de oordelen van de inspectie over de kwaliteit van de educatie op Kinderopvang Alles Kids. Daarnaast heeft de inspectie Kinderopvang Alles Kids gevraagd te reflecteren op de uitkomsten van het onderzoek en zo mogelijk aan te geven welke kwaliteitsontwikkelingen hieraan verbonden worden.
Hieronder geeft de houder haar reactie:
Er is door Kinderopvang Alles Kids geen gebruik gemaakt van de hierboven genoemde mogelijkheid.
REACTIE VAN DE HOUDER
In de onderstaande tabellen vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid.
De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is.
Legenda:
1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig. Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden.
2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk. Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt.
3. Voldoende.
4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen. Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren.
BIJLAGE 1 OORDELEN
Condities 1 2 3 4
•
•
• Voldoende vve-tijd
• Kwaliteit pedagogisch medewerkers
•
•
•
• A0.1 Er is een recent GGD-rapport beschikbaar
A2 De groepsgrootte voldoet aan de maximumeisen (voorschool) A3 Beroepskracht - kind ratio ("dubbele bezetting")
A4.1 De peuters volgen gedurende voldoende tijd (per week) een vve-programma op de voorschool
A5.2 Alle beroepskrachten zijn toereikend gekwalificeerd (opleiding)
A5.3 Alle beroepskrachten spreken voldoende Nederlands A5.4 Alle beroepskrachten zijn toereikend vve-geschoold A5.5 Er is een jaarlijks vve-opleidingsplan
Ouders 1 2 3 4
•
•
•
•
•
• B1 Gericht vve-ouderbeleid
B2 Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd
B3 Intake
B4 Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen
B5 Participatie in vve-activiteiten in de voorschool/vroegschool B6 Informeren over de ontwikkeling van hun kind
Kwaliteit van de uitvoering van vve 1 2 3 4 Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma
•
•
•
• Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat
•
•
•
•
• Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen
•
•
•
•
•
•
• C1.1 Een integraal vve-programma
C1.2 Werken met een doelgerichte planning
C1.3 Het activiteitenaanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend en geconcretiseerd
C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd
C2.1 Het pedagogisch handelen van de pedagogisch medewerkers/
leerkrachten is respectvol
C2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten structureren en hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen
C2.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren de sociale vaardigheden en de persoonlijke competenties van de kinderen
C2.4 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de zelfstandigheid van de kinderen en tonen respect voor de autonomie van het kind
C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taal-uitlokkend
C3.1 Het educatief handelen van beide pedagogisch medewerkers/
leerkrachten is goed op elkaar afgestemd
C3.2 Er worden structureel effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd
C3.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen kinderen
C3.4 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en werken
C3.5 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen C3.6 Het gedrag van de pedagogisch medewerkers/leerkrachten
met de kinderen is responsief
C3.7 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van de individuele kinderen
Ontwikkeling, begeleiding en zorg 1 2 3 4
Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep
Ontwikkeling, begeleiding en zorg 1 2 3 4
•
•
• Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen
•
•
• D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen
D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine (tutor)groep en het individuele kind
D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg
D2.1 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voor- resp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg
D2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren D2.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten blijven de
ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden
Kwaliteitszorg binnen de voor- en de vroegschool 1 2 3 4
•
•
•
•
• E1 Er is vve-coördinatie op de voor- resp. vroegschool
E2 De voor- resp. vroegschool evalueert de kwaliteit van vve regelmatig
E3 De voor- resp. vroegschool evalueren de resultaten van vve E4 De voor- resp. vroegschool werkt planmatig aan vve-
verbetermaatregelen
E5 De voor- resp. vroegschool borgt de kwaliteit van haar vve- educatie
Doorgaande lijn 1 2 3 4
•
•
•
•
•
• F1 Er is vve-coördinatie tussen de voor- en vroegschool
F3 De voor- en vroegschool zorgen voor een warme overdracht F4 Het aanbod van de voor- en vroegschool is op elkaar
afgestemd
F5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd
F6 De manier om met de ouders om te gaan op de voor- en de vroegschool is op elkaar afgestemd
F7 De interne begeleiding en zorg zijn op de voor- en vroegschool op elkaar afgestemd