RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK IN HET KADER VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE
EDUCATIE
CBS Gravin Aleidaschool Peuterland
Plaats : Schiedam
BRIN nummer : 09JB|C3
LRKP nummer : 216620879
Onderzoeksnummer : 287911 Datum onderzoek : 31 maart 2016
1 INLEIDING . . . 5
2 BEVINDINGEN . . . 7
3 CONCLUSIE. . . 11
4 REACTIE VAN BESTUUR EN/OF HOUDER. . . 12
BIJLAGE 1 OORDELEN . . . 13
INHOUDSOPGAVE
Op 31 maart 2016 heeft de inspectie de kwaliteit van voor- en vroegschoolse educatie op peuterspeelzaal Peuterland en basisschool Gravin Aleida onderzocht.
De inspectie monitort in 2013 en 2015/2016 de kwaliteit van vve in de 37 grote gemeenten (G37). Vve is bedoeld voor jonge kinderen die het risico lopen onvoldoende toegerust te zijn voor een soepele instroom in groep 3 van het basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken.
Tijdens het onderzoek heeft de inspectie de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie beoordeeld met een set indicatoren, waarmee zij overeenkomstig de Wet op het Onderwijstoezicht (WOT) kan beoordelen of de vve-locaties op belangrijke onderdelen vve van voldoende kwaliteit biedt. Deze indicatoren hebben betrekking op:
• De voorwaarden voor vve
• De ouders
• De kwaliteit van de educatie:
- Het vve-programma, zoals dat wordt aangeboden - Het pedagogisch klimaat
- Het educatief handelen
• De ontwikkeling, zorg en begeleiding
• De kwaliteitszorg
• De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool
• De resultaten van vve
Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten:
• Analyse van de door de locatie ingevulde digitale vragenlijst.
• Analyse van documenten en gegevens over de locatie die de inspectie voorafgaand aan het onderzoek heeft opgevraagd.
• Vve-locatiebezoek, waarbij:
◦ documenten, handelingsplannen en groepsplannen zijn bestudeerd;
◦ enkele groepsbezoeken zijn uitgevoerd. Deze vve-bezoeken vonden plaats in de groep van Peuterland en groep 1/2 van basisschool Gravind Aleida;
◦ gesprekken met de directie, ouders, pedagogisch medewerkers en leerkrachten en de intern begeleiders zijn gevoerd;
INLEIDING 1
Onderzoeksopzet
◦ aan het eind van het onderzoek een terugkoppeling van de bevindingen aan de directies, een deel van het team en een vertegenwoordiging van de besturen is gegeven.
De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op het Toezichtkader vve 2010. Dit document is te vinden op
www.onderwijsinspectie.nl.
In hoofdstuk 2 van dit rapport beschrijft de inspectie de bevindingen die uit haar onderzoek naar voren zijn gekomen. Bij de geconstateerde verbeterpunten is tevens een onderbouwing opgenomen. In hoofdstuk 3 volgt de conclusie. Bijlage 1 van dit rapport bevat een overzicht van de bij dit onderzoek gebruikte
indicatoren en de bevindingen van de inspectie daarover.
Toezichtkader
Opbouw rapport
Uit het overzicht in bijlage 1 valt op te maken dat de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie op de meeste aspecten op orde is. Het gaat hierbij om de condities, de ouders, de kwaliteit van de uitvoering van vve, de kwaliteitszorg en de doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool.
Daarnaast zijn enkele verbeterpunten geconstateerd en deze richten zich met name op het verder ontwikkelen van het educatief handelen.
Totaalbeeld
Het huidige onderzoek maakt onderdeel uit van een vierjarige cyclus. De kwaliteit van voor- en vroegschoolse educatie (vve) is in 2010 voor het eerst onderzocht op peuterspeelzaal Peuterland en basisschool Gravin Aleida. In 2014 hebben wij een tussentijds onderzoek uitgevoerd, waarna nu het eindonderzoek heeft plaatsgevonden.
Uit het onderzoek komt naar voren dat de teams en directies geïnvesteerd hebben in de kwaliteit van de uitvoering van de educatie. De samenwerking tussen voor- en vroegschool is daarbij een belangrijk speerpunt geweest en dit resulteert in een gedegen aanpak waarbij de kinderen zich in een doorgaande lijn kunnen ontwikkelen van peuterspeelzaal naar basisschool. De uitvoering van de vve vormt samen met de inspanningen om ouders bij de ontwikkeling van hun kind te betrekken een goede basis om kinderen met voldoende bagage aan groep 3 te laten beginnen.
Toelichting
Condities
Op Peuterland en basisschool Gravin Aleida zijn de voorwaarden voor goede voor- en vroegschoolse educatie (vve) op orde.
Er ontbreekt echter nog één certificaat voor het vve-programma. Dit betreft een onlangs aangestelde medewerker die binnenkort aan de opleiding start.
Ouders
Ten opzichte van 2010 investeren de teams nu meer gericht in activiteiten om ouders bij de ontwikkeling van hun kind te betrekken. Met name de pedagogisch medewerkers van de peuterspeelzaal voeren een heel uitgebreide intake uit met ouders, waarin allerlei ontwikkelingsgebieden worden besproken en
vastgelegd. Daarnaast reiken zij ouders concrete materialen aan om thuis ook ontwikkelingsactiviteiten uit te voeren. Veel ouders maken daar gebruik van.
BEVINDINGEN
2
Het opstellen van een visie voor ouderbetrokkenheid op de langere termijn is nu in volle gang. Ondersteund door de initiatieven van de gemeente, bediscussiëren de leraren, de pedagogische medewerkers en de vve-coördinatoren de
toekomst, de ambities en de bijbehorende activiteiten. De verandering in de populatie van ouders en kinderen vormt hierbij een belangrijk factor.
Voor de basisschool ligt nog een uitdaging bij het informeren van de ouders.
Door het geringe aantal geïndiceerde vve-leerlingen maakt dit onderdeel uit van de brede schoolcommunicatie bij de start van de schoolloopbaan van kinderen.
De verwachtingen van en naar ouders zijn hierbij nu nog niet duidelijk.
Kwaliteit van de uitvoering van vve
Ook in de uitvoering van vve in de verschillende groepen hebben de teams een brede ontwikkeling doorgemaakt. De beide locaties hebben een breed aanbod.
De leraren en pedagogisch medewerkers passen het aanbod zo aan dat het aansluit bij de leeftijd en het ontwikkelingsniveau van de kinderen. Alleen op de basisschool is meer gerichte aandacht nodig voor de leerlijn motoriek.
De educatie vindt plaats op een pedagogische, prettige wijze waarbij oog is voor de kinderen en de pedagogisch medewerkers en leraren responsief naar de kinderen reageren. De inspectie wil voor de uitvoering vooral aandacht vragen voor het educatief handelen. De inspectie heeft gezien dat in basis alle
teamleden voldoende vaardigheden hebben om dit op adequate wijze uit te voeren, maar enkele specifieke vaardigheden behoeven nog aandacht. Dit geldt op de basisschool vooral voor het organiseren van open interactie met en tussen kinderen. De leraren zijn nu veel aan het woord en bieden de kinderen te weinig ruimte om zelf zinnen en teksten te verwoorden, waardoor zij mogelijk
onvoldoende ruimte krijgen om hun mondelige taalvaardigheid en creactiviteit te ontwikkelen. Dit geldt ook voor de spelbegeleiding. Niet alleen op de basisschool maar ook op de peuterspeelzaal kunnen de teamleden een meer
ondersteunende rol aannemen waarbij zij de kinderen inspireren en uitdagen.
Ook hierbij zag de inspectie enkele teamleden te sturend bezig.
Tijdens de groepsbezoeken viel daarnaast op dat er soms grote verschillen zijn in vaardigheden of activiteit tussen de verschillende teamleden. Mogelijk kan dit ondervangen worden door de onderlinge taakverdeling vooraf meer doelgericht en afgestemd op talenten (van de teamleden) in te richten. Nu vindt de
onderlinge taakverdeling soms op het moment zelf of vluchtig vooraf plaats.
Ook vraagt de inrichting van het lokaal nog aandacht op het gebied van de ontluikende en beginnen de geletterdheid.
Ontwikkeling, begeleiding en zorg
Op de beide locaties is opbrengstgericht werken geïmplementeerd en zichtbaar in de praktijk. De kinderen worden op basis van leeftijd en ontwikkelingsniveau ingedeeld in verschillende niveaugroepen. Gedurende de week krijgen deze kinderen gerichte aandacht om zich verder te ontwikkelen. De evaluatie van de zorg op de peuterspeelzaal kan verder geprofessionaliseerd worden. De
uitvoering van de zorg wordt nu mondjesmaat bijgehouden aan de hand van de dagelijkse gang van zaken. Hierdoor kan, zeker nu het aantal doelgroepkinderen toeneemt, informatie over de frequenties, kwaliteit en resultaat van de
uitvoering verloren gaan.
Als de zorgvraag van de kinderen te groot wordt voor de locatie gaan zowel de peuterspeelzaal als de basisschool in gesprek met externe partijen. Het
ondersteuningsteam biedt hiervoor een goed platform, waarbij de aanwezigheid van de peuterspeelzaal steeds meer als gewenst wordt ervaren.
Kwaliteitszorg
Zowel in de basisschool als bij de peuterspeelzaal staat de kwaliteit van vve als thema op de agenda. De locaties hebben speerpunten en doelen gesteld en middels een plan van aanpak werken zij aan hun ambities. Via het jaarverslag verantwoorden zij zich aan gemeente en bestuurders.
De evaluatie van zowel de kwaliteit als de opbrengsten kan versterkt worden. Nu gebeurt dat op hoofdlijnen en vrij algemeen, maar nog niet gericht aan de hand van kwaliteitseisen. Door veelvuldige teamwisselingen en het verschuiven van prioriteiten is dit een beetje op de achtergrond geraakt. De beide coördinatoren toonden zich echter zeer gemotiveerd om dit met vereende kracht verder uit te werken.
Doorgaande lijn
De inspectie is onder de indruk van de samenwerking tussen de voor- en vroegschool. De coördinatie is sterk en betreft meerdere locaties. Hierdoor vindt ook brede kruisbestuiving plaats binnen en tussen de locaties. In de
subsidievoorwaarden en in samenwerkingsovereenkomsten is de doorgaande lijn formeel geregeld. De teams van Peuterland en Gravin Aleida werken deze lijn inhoudelijk uit waarbij ze regelmatig bij elkaar aanwezig zijn om af te stemmen en activiteiten van kinderen combineren. Zo goed als alle kinderen van
Peuterland stromen door naar basisschool Gravin Aleida.
Opbrengsten
De voorschool Peuterland levert de resultaten aan de gemeente conform de afspraken aan via het jaarverslag. De gegevens van de resultaten van de basisschool levert het bevoegd gezag aan via een bestuursrapportage.
Zowel uit het jaarverslag van de gemeente als uit de bestuursrapportage komt niet naar voren of zij de afgesproken streefdoelen bereiken. Ook tijdens het onderzoek konden de locaties niet aangeven of zij hierin voldeden. Om die reden beoordeelt de inspectie de resultaten als onvoldoende.
Uit de bestuursrapportage komt overigens wel naar voren dat de resultaten die voor taal en rekenen met doelgroepkinderen bereikt worden door de basisschool in 2015 hoger liggen dan de landelijke referentiescores.
De Inspectie van het Onderwijs constateert dat de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie op peuterspeelzaal Peuterland en basisschool Gravin Aleida op orde is. Uit het onderzoek is gebleken dat de vve-locatie op die gebieden een beperkt aantal verbeterpunten kent.
Het onderzoek heeft geen aanleiding gegeven voor het maken van verbeterafspraken.
CONCLUSIE
3
Dit rapport beschrijft de oordelen van de inspectie over de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie op peuterspeelzaal Peuterland en basisschool Gravin Aleida.
Hieronder geven het bestuur en/of de houder haar reactie:
REACTIE VAN BESTUUR EN/OF HOUDER
4
In de onderstaande tabellen vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid.
De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is.
Legenda:
1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden.
2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt.
3. Voldoende
4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren.
BIJLAGE 1 OORDELEN
09JB|C3 - CBS Gravin Aleidaschool
Condities 1 2 3 4
• Voldoende vve-tijd
Kwaliteit pedagogisch medewerkers
• A3 Beroepskracht - kind ratio ("dubbele bezetting")
A5.4 Alle beroepskrachten zijn toereikend vve-geschoold
Ouders 1 2 3 4
•
•
•
•
•
• B1 Gericht vve-ouderbeleid
B2 Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd
B3 Intake
B4 Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen
B5 Participatie in vve-activiteiten in de voorschool/vroegschool B6 Informeren over de ontwikkeling van hun kind
Kwaliteit van de uitvoering van vve 1 2 3 4
Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma
•
•
• C1.1 Een integraal vve-programma
C1.2 Werken met een doelgerichte planning
C1.3 Het activiteitenaanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend en geconcretiseerd
Kwaliteit van de uitvoering van vve 1 2 3 4
• Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat
•
•
•
•
• Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen
•
•
•
•
•
•
• C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt
gedifferentieerd
C2.1 Het pedagogisch handelen van de pedagogisch medewerkers/
leerkrachten is respectvol
C2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten structureren en hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen
C2.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren de sociale vaardigheden en de persoonlijke competenties van de kinderen
C2.4 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de zelfstandigheid van de kinderen en tonen respect voor de autonomie van het kind
C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taal-uitlokkend
C3.1 Het educatief handelen van beide pedagogisch medewerkers/
leerkrachten is goed op elkaar afgestemd
C3.2 Er worden structureel effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd
C3.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen kinderen
C3.4 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en werken
C3.5 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen C3.6 Het gedrag van de pedagogisch medewerkers/leerkrachten
met de kinderen is responsief
C3.7 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van de individuele kinderen
Ontwikkeling, begeleiding en zorg 1 2 3 4
Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep
•
•
• Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen
D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine
(tutor)groep en het individuele kind
D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg
Ontwikkeling, begeleiding en zorg 1 2 3 4
•
•
• D2.1 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten hebben een
overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voor- resp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg
D2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren D2.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten blijven de
ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden
Kwaliteitszorg binnen de voor- en de vroegschool 1 2 3 4
•
•
•
•
•
• E1 Er is vve-coördinatie op de voor- resp. vroegschool
E2 De voor- resp. vroegschool evalueert de kwaliteit van vve regelmatig
E3 De voor- resp. vroegschool evalueren de resultaten van vve E4 De voor- resp. vroegschool werkt planmatig aan vve-
verbetermaatregelen
E5 De voor- resp. vroegschool borgt de kwaliteit van haar vve- educatie
E6 In de kwaliteitszorg van de vroegschool wordt ook specifiek naar vve gekeken
Doorgaande lijn 1 2 3 4
•
•
•
•
•
• F1 Er is vve-coördinatie tussen de voor- en vroegschool
F3 De voor- en vroegschool zorgen voor een warme overdracht F4 Het aanbod van de voor- en vroegschool is op elkaar
afgestemd
F5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd
F6 De manier om met de ouders om te gaan op de voor- en de vroegschool is op elkaar afgestemd
F7 De interne begeleiding en zorg zijn op de voor- en vroegschool op elkaar afgestemd
Opbrengsten van vve 1 2 3 4
•
•
• G1 De resultaten worden gemeten conform de gemeentelijke
afspraken
G2 De resultaten zijn van voldoende niveau G3 Verlengde kleuterperiode
216620879 - Peuterland
Condities 1 2 3 4
• Voldoende vve-tijd
• Kwaliteit pedagogisch medewerkers
•
• A0.1 Er is een recent GGD-rapport beschikbaar
A4.1 De peuters volgen gedurende voldoende tijd (per week) een vve-programma op de voorschool
A5.4 Alle beroepskrachten zijn toereikend vve-geschoold A5.5 Er is een jaarlijks vve-opleidingsplan
Ouders 1 2 3 4
•
•
•
•
•
• B1 Gericht vve-ouderbeleid
B2 Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd
B3 Intake
B4 Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen
B5 Participatie in vve-activiteiten in de voorschool/vroegschool B6 Informeren over de ontwikkeling van hun kind
Kwaliteit van de uitvoering van vve 1 2 3 4
Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma
•
•
•
• Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat
•
•
•
•
• C1.1 Een integraal vve-programma
C1.2 Werken met een doelgerichte planning
C1.3 Het activiteitenaanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend en geconcretiseerd
C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd
C2.1 Het pedagogisch handelen van de pedagogisch medewerkers/
leerkrachten is respectvol
C2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten structureren en hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen
C2.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren de sociale vaardigheden en de persoonlijke competenties van de kinderen
C2.4 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de zelfstandigheid van de kinderen en tonen respect voor de autonomie van het kind
C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taal-uitlokkend
Kwaliteit van de uitvoering van vve 1 2 3 4 Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen
•
•
•
•
•
•
• C3.1 Het educatief handelen van beide pedagogisch medewerkers/
leerkrachten is goed op elkaar afgestemd
C3.2 Er worden structureel effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd
C3.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen kinderen
C3.4 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en werken
C3.5 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen C3.6 Het gedrag van de pedagogisch medewerkers/leerkrachten
met de kinderen is responsief
C3.7 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van de individuele kinderen
Ontwikkeling, begeleiding en zorg 1 2 3 4
Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep
•
•
• Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen
•
•
• D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen
D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine (tutor)groep en het individuele kind
D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg
D2.1 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voor- resp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg
D2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren D2.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten blijven de
ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden
Kwaliteitszorg binnen de voor- en de vroegschool 1 2 3 4
•
•
• E1 Er is vve-coördinatie op de voor- resp. vroegschool
E2 De voor- resp. vroegschool evalueert de kwaliteit van vve regelmatig
E3 De voor- resp. vroegschool evalueren de resultaten van vve
Kwaliteitszorg binnen de voor- en de vroegschool 1 2 3 4
•
• E4 De voor- resp. vroegschool werkt planmatig aan vve-
verbetermaatregelen
E5 De voor- resp. vroegschool borgt de kwaliteit van haar vve- educatie
Doorgaande lijn 1 2 3 4
•
•
•
•
•
•
• F1 Er is vve-coördinatie tussen de voor- en vroegschool
F2 Er is concreet beleid om zoveel mogelijk kinderen te laten doorstromen naar een vroegschool
F3 De voor- en vroegschool zorgen voor een warme overdracht F4 Het aanbod van de voor- en vroegschool is op elkaar
afgestemd
F5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd
F6 De manier om met de ouders om te gaan op de voor- en de vroegschool is op elkaar afgestemd
F7 De interne begeleiding en zorg zijn op de voor- en vroegschool op elkaar afgestemd
Opbrengsten van vve 1 2 3 4
•
• G1 De resultaten worden gemeten conform de gemeentelijke
afspraken
G2 De resultaten zijn van voldoende niveau