Vraag nr. 109
van 28 november 1996 van de heer JOS DE MEYER
Ecologische impulsgebieden – Nieuwe projecten In 1993 werden vijf ecologische impulsgebieden (EIG) afgebakend. Deze gebieden zijn sinds 1993 operationeel.
Recentelijk heeft de Vlaamse regering, op voorstel van de minister van Leefmilieu, beslist de opdracht van deze vijf gebieden te verlengen tot 31 decem-ber 1998. Daarnaast worden aan deze lijst nog drie impulsgebieden toegevoegd : een ecologisch impulsgebied Bovenschelde, een ecologisch impuls-gebied Midden-Limburgs Vi j v e r g e b i e d , en een grensoverschrijdend natuurontwikkelingsproject Grensmaas.
1. Kan de minister voor elk van deze drie projec-ten reeds een juiste afbakening geven ?
Op het grondgebied van welke (deel)gemeen-ten liggen deze projec(deel)gemeen-ten ? Wat is de oppervlak-te per project ?
2. Wat is de financiële weerslag per project in 1997 en 1998 ? Hoe en waarvoor worden deze mid-delen aangewend ? Worden in deze projecten ook aankoopsubsidies ter beschikking gesteld ? 3. Wat is de juridische grondslag voor dit project ? 4. Is het opportuun om vóór de goedkeuring van
het decreet op het natuurbehoud en vóór de goedkeuring van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen deze eenzijdige maatregel te ne-men ?
Antwoord
1. Een definitieve afbakening van de verschillende projectgebieden zal pas gebeuren na het indie-nen van een voorstel tot afbakening door de stuurgroep van de drie nieuwe ecologische impulsgebieden.
Nu is het echter reeds zo dat :
– het EIG-Bovenschelde zal bestaan uit delen van de gemeenten Gent, Merelbeke, Gavere, Zwalm, Oudenaarde, Kluisbergen, De Pinte, N a z a r e t h , Z i n g e m , Wo r t e g e m - P e t e g e m , Avelgem en Spiere-Helkijn. In principe zal de afbakening gebaseerd zijn op de afbake-ning zoals opgenomen in het
Scheldevallei-project van het provinciebestuur van Oost-Vlaanderen, aangevuld met de Scheldemeer-sen op West-Vlaams grondgebied ;
– het EIG-Limburgs Vijvergebied zal bestaan uit delen van de gemeenten Heusden-Zol-der, Zonhoven en Hasselt ;
– het EIG-Grensmaas zal bestaan uit delen van de gemeenten palend aan de Maas, van Kessenich tot Smeermaas.
De oppervlakte van ieder project is dus nog niet bekend.
2. Per ecologisch impulsgebied zullen als tijdelijke contractuelen een projectverantwoordelijke en een personeelslid met een administratief-onder-steunende functie worden aangeworven voor een periode lopende tot 31 december 1998. De budgettaire middelen zijn vastgelegd op de begroting 1996.
Voor de uitvoering van actieprogramma's zal – na goedkeuring – een beroep worden gedaan op de nu reeds ter beschikking staande midde-len voor de afdeling Natuur van de administra-tie Milieu-, N a t u u r- , Land- en Wa t e r b e h e e r ( A m i n a l ) , aangezien de ecologische impulsge-bieden proefprojecten zijn waarbij de middelen worden geconcentreerd om op korte termijn tot waarneembare resultaten te kunnen komen. Voor de aankoopsubsidies zijn de gewone regels van toepassing. Voor de EIG's zijn voor de aan-koopsubsidies geen extra kredieten opgenomen in de begroting.
3. Ecologische impulsgebieden hebben geen juri-disch statuut. Het zijn werkstructuren van de administratie waarbinnen – in overleg met alle betrokken sectoren en beleidsniveau's – wordt getracht de beschikbare middelen voor de sec-tor natuurbehoud zo gecoördineerd mogelijk te g e b r u i k e n . De afbakening van de gebieden is dan ook alleen een begrenzing voor administra-tieve acties.
4. De inrichting van ecologische impulsgebieden beoogt vooral gebiedsgerichte acties, gestart in het raam van het "Milieu- en Natuursbeleids-plan voor Vlaanderen (1991-1995)". Het zijn proefprojecten die passen in het gevoerde natuurbeleid.
De nieuwe initiatieven van de Vlaamse over-heid (voorontwerp van decreet betreffende het
natuurbehoud en het natuurlijk milieu, en het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen) kunnen wellicht de ervaring die in die proefprojecten is opgedaan voor de regelgeving en voor de latere toepassing gebruiken.
Het zou echter onverantwoord zijn de ervaring van de ecologische impulsgebieden te laten ver-loren gaan in afwachting van de eventuele goed-keuring van de nieuwe wetgevende initiatieven.
