Vraag nr. 94 van 16 mei 2002
van mevrouw VEERLE HEEREN Leerlingenvervoer – Organisatie
Onderwijs komt vandaag voor elk van zijn priori-teiten geld tekort.
Toch stellen we vast dat het aantal schoolbussen dat elke morgen en elke avond door de woonwij-ken rijdt, gigantisch hoog is.
1. Hoeveel wordt, in de gemeenten waar dit door de dienst Leerlingenvervoer wordt georgani-s e e r d , aan die diengeorgani-st bijgepageorgani-st, bovenop de bij-drage van de ouders ? Gemiddeld per vervoer-de leerling en in totaal voor Vlaanvervoer-deren ? 2. Hoeveel leerplichtige leerlingen gebruiken de
diensten van De Lijn ?
Hoeveel hebben een abonnement ?
3. Veel scholen van het gemeenschapsonderwijs (GO) beschikken over eigen bussen.
Over hoeveel scholen gaat het ?
Hoeveel procent van hun werkingsbudget wordt gebruikt voor leerlingenvervoer ? Hoeveel is dit in absolute cijfers ? Bestaan er cijfers over be-dragen die via andere kanalen gefinancierd worden ?
4. Ook scholen in het vrij onderwijs beschikken soms over eigen vervoer.
Over hoeveel scholen gaat het ?
Hoeveel procent van hun werkingsbudget wordt gebruikt voor leerlingenvervoer ? Hoeveel is dit in absolute cijfers ? Bestaan er cijfers over be-dragen die via andere kanalen gefinancierd worden ?
5. Daar waar de dienst Leerlingenvervoer actief is, worden de kinderen van alle netten in dezelfde voertuigen vervoerd. Dit is vaak de eerste vorm van concrete samenwerking in het werkveld, s a-menwerking die vaak uitbreiding krijgt.
Waarom wordt de werking van deze dienst niet stelselmatig uitgebreid ?
Werd reeds onderzocht in welke mate een voor-koming van het veelvuldig vervoersaanbod in dezelfde wijk besparend werkt ?
Antwoord
Vooreerst wens ik er de Vlaamse volksvertegen-woordiger op te wijzen dat de dienst Leerlingen-vervoer en de organisatie ervan werden overgehe-veld naar De Lijn op 1 september 2001.
Onze gegevens dateren van vorig schooljaar. Vo o r actuele gegevens wendt de Vlaamse volksvertegen-woordiger zich best tot mijn collega Steve Stevaert. Verder wil ik toch even schetsen dat het collectief leerlingenvervoer dat De Lijn nu (vroeger het de-partement Onderwijs) organiseert, n e t o v e r s c h r i j-dend vervoer is. Dit vervoer omvat het overgrote deel van het leerlingenvervoer buitengewoon on-derwijs en een segment gewoon onon-derwijs. H i e r-door wordt reeds een hoog percentage aan leerlin-gen van verschillende netten door dezelfde bus v e r v o e r d . In het gewoon onderwijs zijn er natuur-lijk een aantal leerlingen die niet met het openbaar vervoer naar school rijden, maar zijn het de indivi-duele scholen die leerlingenvervoer organiseren (op eigen initiatief of via hun inrichtende macht). Zoals ik in mijn beleidsverklaring heb gestipuleerd, moeten de middelen voor leerlingenvervoer opti-maal worden aangewend voor de problematiek van het busvervoer van de leerlingen uit het buitenge-woon onderwijs. Dit vervoer moet de overheid or-ganiseren en financieren.
1. We gaan ervan uit dat deze vraag uitsluitend wordt gesteld voor het gewoon onderwijs. Vo o r het buitengewoon onderwijs wordt het vervoer door De Lijn georganiseerd en is het in de regel g r a t i s. De kostprijs ervan is erg hoog en sterk variërend naargelang de handicap van de te ver-voeren leerlingen, de af te leggen afstand en het aanbod aan scholen voor buitengewoon onder-wijs.
niet-rechthebbende leerlingen. Voor een recht-hebbende leerling bedraagt de kostprijs gemid-deld 439 euro (289 euro + de kostprijs van een Buzzy Pazz).
Deze gegevens zijn echter niet representatief voor V l a a n d e r e n . Met de oprichting van de Na-tionale Dienst voor Leerlingenvervoer in 1983 kwamen in eerste instantie die zones aan bod waar er problemen waren inzake vervoer : u i t-gestrekte gebieden, gebieden verstoken van openbaar vervoer, ...
2. Voor deze gegevens verwijs ik de V l a a m s e volksvertegenwoordiger door naar mijn collega Steve Stevaert. Het departement Onderwijs be-schikt niet over deze gegevens.
3. Het gemeenschapsonderwijs beschikt over een 440-tal voertuigen, die verdeeld zijn over de s c h o l e n g r o e p e n . De exacte verdeling over de scholen binnen die scholengroepen is momen-teel niet beschikbaar op het centrale niveau, omdat met het invoeren van het bijzonder de-creet van 14 juli 1998 betreffende het GO de scholengroepen hierover autonoom beslissen. Een aantal scholengroepen doen ook een be-roep op bebe-roepsvervoerders voor het organise-ren van leerlingenvervoer (een 80-tal contrac-ten).
Het budget bedraagt 3.963.000 euro voor leer-lingenvervoer en maakt deel uit van het wer-kingsbudget van een scholengroep. Dit is echter ontoereikend om alle kosten te dragen van het l e e r l i n g e n v e r v o e r. De 80-tal contracten alleen kosten al ± 2,2 miljoen euro. De overige kosten inzake busbegeleiding, b r a n d s t o f, onderhoud en h e r s t e l l i n g e n , c h a u f f e u r s, v e r z e k e r i n g e n ,v e r v a n-g i n n-g s i n v e s t e r i n n-g e n , . . . worden met de overin-ge werkingsmiddelen betaald, teneinde de decreta-le plicht van keuzevrijheid te kunnen garande-ren (overeenkomstig schoolpact).
Een deel van de kosten is niet altijd recht-streeks traceerbaar, omdat bijvoorbeeld een aantal chauffeurs vastbenoemde MVD-perso-neelsleden zijn en anderen contractueel, o m d a t busbegeleiding uit noodzaak vaak partieel op "vrijwillige" basis gebeurt, . . . (MVD : m e e s t e r- , vak- en dienstpersoneel – red.).
Indien we alle kosten benaderend zouden bekij-k e n , dan is dit te schatten op (gemiddeld binnen het GO) 8 à 10 % van de dotatie werking scho-len GO.
4. Het departement Onderwijs heeft hierover geen gegevens ter beschikking.