Vraag nr. 51
van 10 december 1999
van mevrouw VEERLE HEEREN
Premies woningverbetering – Bouwjaarcriterium Met het besluit van de Vlaamse regering van 18 de-cember 1992, aangepast door het besluit van 29 juni 1994, werd een aanpassings- en verbeterings-premie voor woningen in het leven geroepen. Wat de toekenning van een verbeteringspremie be-t r e f be-t , wordbe-t gesbe-tipuleerd dabe-t de premie be-toekombe-t aan de bewoner van een woning waarvan het kadastra a l inkomen niet hoger is dan 45.000 frank en in ge-bruik is genomen vóór 1972.
Concreet betekent dit dat bij het van kracht wor-den van het betrokken besluit het toepassingsge-bied van de verbeteringspremie beperkt was tot woningen van ten minste 21 jaar oud.
Inmiddels zijn we reeds zeven jaar verder en door het verankeren van het jaartal 1972 wordt het toe-passingsgebied jaar na jaar kleiner. M o m e n t e e l moet het reeds gaan over een woning van minstens 27 jaar oud om in aanmerking te komen voor een verbeteringspremie.
In een periode waarin steeds nadrukkelijker de klemtoon op de renovatie van het patrimonium wordt gelegd, is een dergelijke regeling op zijn minst merkwaardig.
1. Waarom wordt er vastgehouden aan het jaartal 1972 in het betrokken besluit ? Werden er reeds initiatieven genomen voor een wijziging van dat b e s l u i t , teneinde het toepassingsgebied van de verbeteringspremie niet te laten eroderen door de tijd ? Zo ja, binnen welke termijn komt die wijziging er ?
2. Voor welke werkzaamheden wordt er het vaakst een verbeteringspremie aangevraagd ?
Antwoord
1. Artikel 2, eerste lid, 2° van het besluit van de Vlaamse regering van 18 december 1992 hou-dende instelling van een aanpassingspremie en een verbeteringspremie voor woningen, g e w i j-zigd bij besluit van de Vlaamse regering van 29 juni 1994, bepaalt dat een verbeteringspremie wordt ingesteld ten behoeve van de aanvrager die verbeteringswerken uitvoert aan een woning
waarvan de eerste ingebruikneming dateert van vóór 1972.
Tot op heden werd er nog geen initiatief geno-men om deze datum van eerste ingebruikne-ming aan te passen. Het is zo dat elke nieuwe regelgeving eerst zijn nut dient te bewijzen, vooraleer ze in vraag te stellen. Gelet echter op het aantal aanvragen voor een verbeterings- o f aanpassingspremie (ruim 50.000) en gelet op de bezorgdheid van de Vlaamse regering voor de instandhouding van de woningkwaliteit, lijkt het mij wel redelijk te verwachten dat na een perio-de van vijf à tien jaar na het van kracht worperio-den van het vermelde besluit van de Vlaamse rege-r i n g, initiatieven worege-rden genomen om deze datum van eerste ingebruikname op een voor de premieaanvrager positieve wijze aan te pas-sen.
Het is echter zo dat in het Vlaams regeerak-koord werd opgenomen dat de subsidiestelsels voor particulieren prioritair zullen bijgestuurd w o r d e n . Ondertussen nam de Vlaamse regering – ter uitvoering van dit akkoord – reeds op 19 november 1999 het besluit tot opheffing van het besluit van de Vlaamse regering van 3 februari 1993 houdende instelling van een tegemoetko-ming in de last van hypothecaire leningen aan-gegaan om een woning te bouwen, te kopen of te renoveren en tot aanpassing van sommige subsidiestelsels.
Het lijkt mij onvermijdelijk dat bij de heroriën-tatie van de particuliere subsidiestelsels ook het besluit van de Vlaamse regering van 18 decem-ber 1992 houdende instelling van een aanpas-singspremie en een verbeteringspremie voor woningen onder de loep wordt genomen. D i t besluit kan zeker geen eigen leven – los van enig ander premiestelsel – leiden. In die zin lijkt het mij momenteel echter niet opportuun om nog enige technische aanpassingen – zoals de bepaling dat een woning minstens twintig jaar geleden voor het eerst in gebruik moet zijn genomen – in te schrijven. Bij de uittekening van de beleidsopties terzake dient een omvat-tend premiestelsel voor de particulieren te wor-den uitgewerkt. Het is mijn bedoeling het be-sluit van de Vlaamse regering van 18 december 1992 hier op de meest adequate wijze in te pas-sen.
