Vraag nr. 163 van 8 mei 1998
van mevrouw VEERLE HEEREN
Toerismefaciliteiten voor gehandicapten – Maatre-gelen
Personen met een handicap of minder mobiele per-sonen hebben het fundamenteel recht om deel te nemen aan het maatschappelijk gebeuren. To e r i s-me maakt steeds s-meer deel uit van dat maatschap-pelijk gebeuren, maar toch blijft het voor heel wat gehandicapten moeilijk om aan toerisme te doen. Het project "Toegankelijkheid binnen het jeugd-en sociaal toerisme in Vlaanderjeugd-en" werd in 1994 door het toenmalig Vlaams Commissariaat-Gene-raal voor Toerisme (nu Toerisme V l a a n d e r e n ) opgestart met als doel de toegankelijkheid van de logiesverstrekkende bedrijven binnen het jeugd- en sociaal toerisme te onderzoeken en hierover infor-matie te verstrekken aan de doelgroepen.
De centra voor sociaal toerisme zijn meestal recen-telijk gebouwd en houden bij de oprichting van het centrum rekening met voorzieningen voor minder mobiele personen.
De centra voor jeugdtoerisme en de jeugdherber-g e n , meestal jeugdherber-gehuisvest in oudere jeugdherber-gebouwen, k u n-nen een aanpassing financieel of architecturaal niet a a n . Daarenboven bieden de centra voor jeugdtoe-risme en de jeugdherbergen enkel de hoogstnodige voorzieningen om het verblijf van hun klanten zo goedkoop mogelijk te maken. Door voldoende vraag naar verblijven in deze instellingen hoeven er geen inspanningen gedaan te worden om meer publiek te lokken en zodoende de gebouwen voor minder mobiele mensen meer toegankelijk te maken.
1. Wordt de toegankelijkheid voor gehandicapten in de toeristische voorzieningen systematisch vermeld in de hiertoe uitgegeven brochures ? Indien dit niet het geval is, wat is hiervoor de reden ?
2. Heeft de minister reeds maatregelen uitgewerkt om de nog op te richten centra voor jeugdtoe-risme en jeugdherbergen te verplichten een bepaald aantal minimumvoorzieningen aan te b i e d e n , zodat ook mindervalide personen dit soort vakanties kunnen ondernemen ?
Antwoord
1. In een aantal publicaties van Toerisme Vlaande-ren wordt de toegankelijkheid voor rolstoelpa-tiënten aangegeven met het daarvoor gebruike-lijke symbool. Dit is het geval voor de brochures "Hotels V l a a n d e r e n " , "Flanders Budget Holi-days" en de "Sales Guide". In de brochure " Toeristische Attracties en Musea" die met de steun van Toerisme Vlaanderen wordt uitgege-v e n , is euitgege-veneens bij elke bezienswaardigheid aangegeven of ze voor gehandicapten geschikt is.
In andere brochures wordt deze informatie nog niet opgenomen, zo onder meer in "Vlaanderen Va k a n t i e l a n d " . Waarschijnlijk zal dit echter vanaf 1999 wel het geval zijn.
Bij andere logiesvormen zijn er technische pro-b l e m e n , met name voor de vakantiedorpen en de kampeerterreinen. Deze bestaan vaak uit verschillende gebouwen, waarvan sommige wel, andere niet toegankelijk kunnen zijn. To e r i s m e Vlaanderen bekijkt of in de toekomst ook over deze logiesvormen voor mindervaliden de nodi-ge informatie kan worden nodi-genodi-geven.
2. De toegankelijkheid van logiesverstrekkende bedrijven binnen het sociaal jeugd- en volwasse-nentoerisme is sedert 1992 een bijzonder aan-dachtspunt bij Toerisme V l a a n d e r e n . Er werd niet alleen een inventaris aangelegd van de logiesverstrekkende bedrijven die toegankelijk z i j n . Bij subsidiëringen en de eigen investerin-gen vormt het aspect toegankelijkheid voor mindervaliden steeds het onderwerp van een speciale controle. Zo komt het dat er geen enkele gesubsidieerde verbouwing plaatsgrijpt zonder dat dit aspect werd onderzocht. De toe-gankelijkheid van de infrastructuur vormt één van de beoordelingselementen voor het verkrij-gen van subsidie.
Uit de opgedane ervaring blijkt de toegankelijk-heid voor mindervaliden een zaak van integrale a a n p a k , totaal herdenken van het toeristisch onthaalconcept.Het vormt geen losstaand gege-ven dat afzonderlijk kan worden aangepakt ;het v o r m t , naast modernisering, efficiënte werking en brandveiligheid, een belangrijk element bij verbouwingen.