• No results found

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK IN HET KADER VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK IN HET KADER VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE"

Copied!
17
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK IN HET KADER VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE

EDUCATIE

basisschool De Taaltuin De Taaltuin

Plaats : Schiedam

BRIN nummer : 14GW|C1

LRKP nummer : 100123211

Onderzoeksnummer : 287921 Datum onderzoek : 7 april 2016

(2)
(3)

1 INLEIDING . . . 5

2 BEVINDINGEN . . . 7

3 CONCLUSIE. . . 10

4 REACTIE VAN BESTUUR EN/OF HOUDER. . . 11

BIJLAGE 1 OORDELEN . . . 12

INHOUDSOPGAVE

(4)
(5)

Op 7 april 2016 heeft de inspectie peuterspeelzaal en basisschool De Taaltuin onderzocht. Het onderzoek is gedaan vanwege het toezicht van de Inspectie van het Onderwijs op de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (vve). De inspectie monitort in 2013 en 2015/2016 de kwaliteit van vve in de 37 grote gemeenten (G37). Vve is bedoeld voor jonge kinderen die de kans

lopen onvoldoende te zijn toegerust voor een soepele instroom in groep 3 van het basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken.

Tijdens het onderzoek heeft de inspectie de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie beoordeeld met een set indicatoren, waarmee zij overeenkomstig de Wet op het Onderwijstoezicht (WOT) kan beoordelen of de vve-locaties op belangrijke onderdelen vve van voldoende kwaliteit biedt. Deze indicatoren hebben betrekking op:

• De voorwaarden voor vve

• De ouders

• De kwaliteit van de educatie:

- Het vve-programma, zoals dat wordt aangeboden - Het pedagogisch klimaat

- Het educatief handelen

• De ontwikkeling, zorg en begeleiding

• De kwaliteitszorg

• De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool

• De resultaten van vve

Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten:

• Analyse van de door de locatie ingevulde digitale vragenlijst.

• Analyse van documenten en gegevens over de locatie die de inspectie voorafgaand aan het onderzoek heeft opgevraagd.

• Vve-locatiebezoek, waarbij:

◦ documenten, handelingsplannen en groepsplannen zijn bestudeerd;

◦ enkele groepsbezoeken zijn uitgevoerd. Deze vve-bezoeken vonden plaats in twee groepen 1/2;

◦ gesprekken met de directie, ouders, pedagogisch medewerkers en leerkrachten en de intern begeleiders en een

vertegenwoordiging van het bestuur zijn gevoerd.

INLEIDING 1

Onderzoeksopzet

(6)

De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op het Toezichtkader vve 2010. Dit document is te vinden op

www.onderwijsinspectie.nl.

In hoofdstuk 2 van dit rapport beschrijft de inspectie de bevindingen die uit haar onderzoek naar voren zijn gekomen. Bij de geconstateerde verbeterpunten is tevens een onderbouwing opgenomen. In hoofdstuk 3 volgt de conclusie. In hoofdstuk 4 geeft het bestuur/de houder zijn reactie op de bevindingen van de inspectie. Bijlage 1 van dit rapport bevat een overzicht van de bij dit onderzoek gebruikte indicatoren en de bevindingen van de inspectie daarover.

Toezichtkader

Opbouw rapport

(7)

Uit het overzicht in bijlage 1 valt op te maken dat de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie op bijna alle aspecten op orde is. Een grote ontwikkeling is doorgemaakt bij het betrekken van de ouders, het aanbod en de zorg. De medewerksters van de peuterspeelzaal zijn nog niet allemaal vve geschoold. Op enkele onderdelen is nog verbetering mogelijk. Zo kan de basisschool meer gerichte aandacht besteden aan het aanbod voor motorische ontwikkeling en volgt zij de ontwikkeling van de leerlingen niet zoals is afgesproken met de gemeente.

Totaalbeeld

De basisschool en de peuterspeelzaal werken nauw samen om de kinderen de mogelijkheid te geven om zich in een doorgaande lijn te ontwikkelen. De aanpak wordt breed afgestemd en er zijn regelmatig onderlinge overleggen. De

pedagogisch medewerkers en de leraren kijken op gezette tijden bij elkaar in de groepen om van elkaar te leren. Wij zagen onderlinge verschillen in het

educatief handelen terug. De collegiale observaties bieden een goed instrument om dit verder te ontwikkelen.

Toelichting

Condities

Aangezien de voorschool over een recent GGD-rapport beschikt, neem de inspectie deze oordelen over. Dit houdt in dat alle condities op orde zijn, met uitzondering dat nog niet alle medewerkers de scholing hebben afgerond voor het vve-programma. Dit geldt ook voor de basisschool.

De doelgroeppeuters mogen standaard vijf dagdelen naar de peuterspeelzaal. Zij krijgen daarmee meer dan genoeg uren gericht voorschoolse educatie.

Ouders

Zowel de voor- als de vroegschool werken gericht aan het verbeteren van de ouderbetrokkenheid. In gezamenlijkheid is ouderbeleid opgezet op basis waarvan activiteiten worden uitgevoerd. De inspectie is met name onder de indruk van de wijze waarop de pedagogisch medewerkers en de leraren de ouders betrekken bij de activiteiten in de peuterspeelzaal en de basisschool.

Hiervoor bieden zij gerichte ouder-kindactiviteiten op de locatie, maar ook bieden zij activiteiten voor thuis. De opkomst van ouders is daarbij hoog. Ook de ruime mogelijkheden waarbinnen ouders met de pedagogisch medewerkers en leraren kunnen spreken over de ontwikkeling van hun kind is

BEVINDINGEN

2

(8)

bewonderenswaardig. Typerend daarbij zijn de diverse inloopmomenten en gezamenlijke ouder-kindspeelmomenten waarbij de leraren en medewerkers met ouders kunnen bijpraten over de ontwikkeling van hun kind.

Kwaliteit van de uitvoering van vve

De leraren en pedagogisch medewerkers voeren de voor- en vroegschoolse educatie op voldoende tot goed niveau uit. Met name in de voorschool heeft de inspectie handelingen gezien waarbij zowel het pedagogisch als het educatief handelen als voorbeeld voor anderen kan dienen.

In 2014 was de kwaliteit van het aanbod nog onder de maat. Nu is dat op beide locaties verder ontwikkeld en op orde. De aanpak is planmatig en doordacht en kinderen krijgen het aanbod waar ze op dat moment aan toe zijn. We vragen wel aandacht voor een zelfde doordachte aanpak voor de motorische

ontwikkeling in de basischool. Dit is nu onderbelicht. Om deze reden is C1.1 als onvoldoende beoordeeld.

De pedagogisch medewerkers en de leraren geven vve in een prettig klimaat waarbij respectvol met de kinderen wordt omgegaan. Bij de peuterspeelzaal viel op dat de medewerkers de kinderen veelvuldig bij elkaar betrekt om

samenspelen te stimuleren. De kinderen worden aangespoord om samen probleempjes op te lossen en elkaar te helpen. Indien nodig wordt het dagritme individueel doorgenomen zodat een voorspelbaar dagdeel voor het kind ontstaat en hij of zij weet wat te doen.

De medewerkers zijn daarnaast sterk in het creëren van interactieve momenten met en tussen de kinderen, waarbij taal een belangrijke rol speelt. In kleine groepjes weten zij de rust te bewaren waardoor zij de tijd nemen om samen met kinderen te spelen en te praten. In de basisschool zijn de groepen wat dat betreft groter. Er doet zich minder snel een gelegenheid voor om de rust en ruimte te pakken waardoor kinderen aangespoord worden om zelf tot

ontdekkend leren over te gaan, met elkaar en ondersteund door de leraar. De leraren kunnen dit mogelijk meer expliciet inplannen in overleg met de leraar die de groep soms ondersteund, waardoor er meer interactie kan ontstaan.

Ontwikkeling, begeleiding en zorg

De teams van de locaties zijn ook verder gegaan met de ontwikkeling van het opbrengstgericht werken en de groepsplannen op basis van het gebruikte volgsysteem. De resultaten hiervan zijn niet alleen zichtbaar bij het aanbod, maar ook in de wijze waarop de kinderen zorg ontvangen als zij zich anders dan verwacht ontwikkelen.

(9)

De contacten in de wijk zijn op zowel gemeentelijk niveau als locatieniveau verder uitgewerkt waardoor ook de zorg naar externe partijen nu goed verloopt.

Een stroomschema helpt alle betrokken om te bepalen wie wanneer aan zet is en vanuit welke verantwoordelijkheid.

Kwaliteitszorg

Zowel op de voorschool als in de groepen 1/2 werken de teams aan de kwaliteit van hun handelen. Middels kijkwijzers en collegiale observaties helpen zij elkaar bij de ontwikkeling en versterking van de kwaliteit. In een plan van aanpak maken de coördinatoren vervolgens duidelijk welke prioriteiten zij stellen en hoe zij aan de punten werken. Ook in de algemene documenten van de school is aandacht voor het thema vve.

Doorgaande lijn

De samenwerking tussen de voor- en vroegschool is inmiddels zo sterk dat dit op alle punten voldoet, net als bij de vorige bestandsopname in 2014. De kinderen die zich inschrijven in de peuterspeelzaal, schrijven zich ook direct in, in de basisschool. Hiermee bevorderen de locaties de doorgaande

ontwikkelingslijn. Aangezien de locaties in hetzelfde gebouw zitten, is onderlinge afstemming tussen met name de coördinatoren makkelijk en vanzelfsprekend.

Daarnaast vindt regelmatig peuter-kleuteroverleg plaats waarbij alle teamleden betrokken zijn. In dit overleg maken de teams onder andere onderlinge

afspraken en evalueren zij de samenwerking.

Opbrengsten

Op gemeentelijk niveau zijn afspraken gemaakt over de wijze waarop de locaties de resultaten van de kinderen in kaart brengen. Doordat de basisschool haar leerlingvolgsysteem heeft veranderd, voldoet zij niet meer aan deze afspraak.

Voor de peuters is een nieuw systeem geïntroduceerd, maar dit werkt (gemeentebreed) nog niet naar behoren.

(10)

De Inspectie van het Onderwijs constateert dat de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie op peuterspeelzaal De Taaltuin en basisschool De Taaltuin grotendeels op orde is. Uit het onderzoek is gebleken dat de vve- locaties op die gebieden nauwelijks verbeterpunten kent.

Het onderzoek heeft geen aanleiding gegeven voor het maken van vervolg afspraken.

CONCLUSIE

3

(11)

Dit rapport beschrijft de oordelen van de inspectie over de kwaliteit van het onderwijs op peuterspeelzaal en basisschool De Taaltuin.

Daarnaast heeft de inspectie de voorschool en de vroegschool gevraagd de oordelen van de inspectie te vertalen naar de ontwikkelingsrichting.

Hieronder geeft het het bestuur en/of de houder haar reactie:

REACTIE VAN BESTUUR EN/OF HOUDER

4

(12)

In de onderstaande tabellen vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid.

De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is.

Legenda:

1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden.

2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt.

3. Voldoende

4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren.

BIJLAGE 1 OORDELEN

100123211 - De Taaltuin

Condities 1 2 3 4

Voldoende vve-tijd

Kwaliteit pedagogisch medewerkers

• A0.1 Er is een recent GGD-rapport beschikbaar

A5.4 Alle beroepskrachten zijn toereikend vve-geschoold

Ouders 1 2 3 4

• B1 Gericht vve-ouderbeleid

B2 Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd

B3 Intake

B4 Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen

B5 Participatie in vve-activiteiten in de voorschool/vroegschool B6 Informeren over de ontwikkeling van hun kind

Kwaliteit van de uitvoering van vve 1 2 3 4

Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma

• C1.1 Een integraal vve-programma

C1.2 Werken met een doelgerichte planning

(13)

Kwaliteit van de uitvoering van vve 1 2 3 4

Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat

Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen

• C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt

gedifferentieerd

C2.1 Het pedagogisch handelen van de pedagogisch medewerkers/

leerkrachten is respectvol

C2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten structureren en hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen

C2.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren de sociale vaardigheden en de persoonlijke competenties van de kinderen

C2.4 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de zelfstandigheid van de kinderen en tonen respect voor de autonomie van het kind

C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taal-uitlokkend

C3.1 Het educatief handelen van beide pedagogisch medewerkers/

leerkrachten is goed op elkaar afgestemd

C3.2 Er worden structureel effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd

C3.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen kinderen

C3.4 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en werken

C3.5 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen C3.6 Het gedrag van de pedagogisch medewerkers/leerkrachten

met de kinderen is responsief

C3.7 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van de individuele kinderen

Ontwikkeling, begeleiding en zorg 1 2 3 4

Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep

Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen

D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine

(tutor)groep en het individuele kind

D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg D1.4 Specifieke aandacht voor de taalontwikkeling bij begeleiding

en zorg

(14)

Ontwikkeling, begeleiding en zorg 1 2 3 4

• D2.1 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten hebben een

overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voor- resp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg

D2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren D2.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten blijven de

ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden

Kwaliteitszorg binnen de voor- en de vroegschool 1 2 3 4

• E1 Er is vve-coördinatie op de voor- resp. vroegschool

E2 De voor- resp. vroegschool evalueert de kwaliteit van vve regelmatig

E4 De voor- resp. vroegschool werkt planmatig aan vve- verbetermaatregelen

E5 De voor- resp. vroegschool borgt de kwaliteit van haar vve- educatie

Doorgaande lijn 1 2 3 4

• F1 Er is vve-coördinatie tussen de voor- en vroegschool

F2 Er is concreet beleid om zoveel mogelijk kinderen te laten doorstromen naar een vroegschool

F3 De voor- en vroegschool zorgen voor een warme overdracht F4 Het aanbod van de voor- en vroegschool is op elkaar

afgestemd

F5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd

F6 De manier om met de ouders om te gaan op de voor- en de vroegschool is op elkaar afgestemd

F7 De interne begeleiding en zorg zijn op de voor- en vroegschool op elkaar afgestemd

Opbrengsten van vve 1 2 3 4

G1 De resultaten worden gemeten conform de gemeentelijke • afspraken

14GW|C1 - basisschool De Taaltuin

Condities 1 2 3 4

(15)

Condities 1 2 3 4 Kwaliteit pedagogisch medewerkers

• A5.4 Alle beroepskrachten zijn toereikend vve-geschoold

Ouders 1 2 3 4

• B1 Gericht vve-ouderbeleid

B2 Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd

B3 Intake

B4 Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen

B5 Participatie in vve-activiteiten in de voorschool/vroegschool B6 Informeren over de ontwikkeling van hun kind

Kwaliteit van de uitvoering van vve 1 2 3 4

Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma

Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat

Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen

• C1.1 Een integraal vve-programma

C1.2 Werken met een doelgerichte planning

C1.3 Het activiteitenaanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend en geconcretiseerd

C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd

C2.1 Het pedagogisch handelen van de pedagogisch medewerkers/

leerkrachten is respectvol

C2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten structureren en hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen

C2.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren de sociale vaardigheden en de persoonlijke competenties van de kinderen

C2.4 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de zelfstandigheid van de kinderen en tonen respect voor de autonomie van het kind

C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taal-uitlokkend

C3.1 Het educatief handelen van beide pedagogisch medewerkers/

leerkrachten is goed op elkaar afgestemd

C3.2 Er worden structureel effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd

(16)

Kwaliteit van de uitvoering van vve 1 2 3 4

• C3.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de

interactie met en tussen kinderen

C3.4 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en werken

C3.5 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen C3.6 Het gedrag van de pedagogisch medewerkers/leerkrachten

met de kinderen is responsief

C3.7 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van de individuele kinderen

Ontwikkeling, begeleiding en zorg 1 2 3 4

Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep

Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen

• D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen

D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine (tutor)groep en het individuele kind

D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg D1.4 Specifieke aandacht voor de taalontwikkeling bij begeleiding

en zorg

D2.1 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voor- resp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg

D2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren D2.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten blijven de

ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden

Kwaliteitszorg binnen de voor- en de vroegschool 1 2 3 4

• E1 Er is vve-coördinatie op de voor- resp. vroegschool

E2 De voor- resp. vroegschool evalueert de kwaliteit van vve regelmatig

E4 De voor- resp. vroegschool werkt planmatig aan vve- verbetermaatregelen

E5 De voor- resp. vroegschool borgt de kwaliteit van haar vve- educatie

(17)

Doorgaande lijn 1 2 3 4

• F1 Er is vve-coördinatie tussen de voor- en vroegschool

F3 De voor- en vroegschool zorgen voor een warme overdracht F4 Het aanbod van de voor- en vroegschool is op elkaar

afgestemd

F5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd

F6 De manier om met de ouders om te gaan op de voor- en de vroegschool is op elkaar afgestemd

F7 De interne begeleiding en zorg zijn op de voor- en vroegschool op elkaar afgestemd

Opbrengsten van vve 1 2 3 4

• G1 De resultaten worden gemeten conform de gemeentelijke

afspraken

G3 Verlengde kleuterperiode

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

D2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet

D2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor-

D2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor-

D2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor-

D2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor-

D2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor-

D2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor-

D2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor-