• No results found

Peuterspeelzaal De Dolfijn

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Peuterspeelzaal De Dolfijn"

Copied!
19
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK IN HET KADER VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE

EDUCATIE

Peuterspeelzaal De Dolfijn

LRKP nummer : 117735838

Onderzoeksnummer : 289932

Datum onderzoek : 15 december 2016

Datum vaststelling : 10 februari 2017

(2)
(3)

1 INLEIDING . . . 5

2 BEVINDINGEN . . . 7

3 CONCLUSIE. . . 13

4 REACTIE VAN DE HOUDER . . . 15

BIJLAGE 1 OORDELEN . . . 17

INHOUDSOPGAVE

(4)
(5)

Op 15 december 2016 heeft de inspectie peuterspeelzaal De Dolfijn

onderzocht. Het onderzoek is uitgevoerd vanwege het toezicht van de Inspectie van het Onderwijs op de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (vve).

Peuterspeelzaal De Dolfijn is opgenomen in een steekproef waarbij we gegevens verzamelen over de kwaliteit van de voorschoolse educatie ten behoeve van de jaarlijkse rapportage "De staat van het onderwijs".

Tijdens het onderzoek heeft de inspectie de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie beoordeeld met een set indicatoren, waarmee zij overeenkomstig de Wet op het Onderwijstoezicht (WOT) kan beoordelen of de vve-locaties op belangrijke onderdelen vve van voldoende kwaliteit biedt. Deze indicatoren hebben betrekking op:

• De voorwaarden voor vve

• De ouders

• De kwaliteit van de educatie

◦ Het vve-programma, zoals dat wordt aangeboden

◦ Het pedagogisch klimaat

◦ Het educatief handelen

• De ontwikkeling, zorg en begeleiding

• De kwaliteitszorg

• De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool

• De resultaten van vve

Het onderzoek bestond uit een vve-locatiebezoek, waarbij:

• Documenten over planning, begeleiding en zorg zijn bestudeerd;

• een groepsobservatie is uitgevoerd;

• gesprekken met de locatieleiding, ouders, pedagogisch medewerkers en een vertegenwoordiging van de houder zijn gevoerd.

De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op het Toezichtkader vve 2010 en de werkinstructie toezichtkader voor- en

INLEIDING 1

Onderzoeksopzet

Toezichtkader

(6)

vroegschoolse educatie, maart 2014. Dit document is te vinden op www.onderwijsinspectie.nl.

In hoofdstuk 2 van dit rapport beschrijft de inspectie de bevindingen die uit haar onderzoek naar voren zijn gekomen. Bij de geconstateerde verbeterpunten is tevens een onderbouwing opgenomen. In hoofdstuk 3 volgt de conclusie. In hoofdstuk 4 wordt de houder van de kinderopvanglocatie uitgenodigd om kort te reflecteren op de bevindingen van de inspectie en zo mogelijk aan te geven welke kwaliteitsontwikkelingen hieraan verbonden worden. Bijlage 1 van dit rapport bevat een overzicht van de bij dit onderzoek gebruikte indicatoren en de bevindingen van de inspectie daarover.

Opbouw rapport

(7)

Peuterspeelzaal De Dolfijn is gehuisvest in het gebouw van basisschool Spaubeek. De zaal is één van de vier peuterspeelzalen van de stichting

Peuterspeelzaalwerk Beek in de gemeente Beek. Per 2017 zal deze stichting met haar zalen opgaan in de grotere stichting Spelenderwijs in Geleen en omliggende gemeenten.

In peuterspeelzaal De Dolfijn werken de pedagogisch medewerkers met een groep van maximaal 16 peuters, in de leeftijd van 2 en 3 jaar. Op het moment van het onderzoek staan 12 kinderen ingeschreven, waarvan twee een vve- indicatie hebben. Vanwege ziekte waren tijdens het onderzoek maar zeven kinderen aanwezig.

Uit het overzicht in bijlage 1 valt op te maken dat op alle onderzochte

kwaliteitsgebieden in het algemeen sprake is van een voldoende kwaliteit, voor enkele indicatoren geldt dat de kwaliteit een voorbeeld is voor anderen en binnen alle gebieden hebben we ook verbeterpunten vastgesteld. De condities voor voorschoolse educatie voldoen aan de eisen.

De beschreven kwaliteit is het gevolg van de inzet van een gemotiveerd en betrokken team van pedagogisch medewerkers. Er is sprake van een routinematige wijze van werken, gebaseerd op scholing en ervaring. De keerzijde van deze aanpak is het op een beperkte wijze zichtbaar maken van beredeneerde keuzes in planning en aanpak. Dat komt met name tot uiting in de planning van het aanbod, de afstemming van het educatief handelen op

aanwezige niveauverschillen en in de zelfevaluatie.

Toelichting

Condities

De GGD Zuid-Limburg heeft in november 2015 en in december 2016 de zaal onderzocht. Van dit laatste onderzoek was op het moment van dit onderzoek nog geen rapport beschikbaar. In 2015 zijn de voorwaarden voor voorschoolse educatie positief beoordeeld. Deze oordelen zijn in dit onderzoek geverifieerd en overgenomen.

Ouders

In het ouderbeleidsplan van de stichting Peuterspeelzaalwerk Beek worden ouders beschouwd als educatief partner en wordt het belang van

ouderbetrokkenheid verder beschreven. Er wordt echter nog weinig ingegaan op de kenmerken van de ouderpopulatie, of juist de verschillen daarbinnen. Deze kenmerken zijn bepalend voor de vraag welke inspanningen op

BEVINDINGEN

2

(8)

organisatieniveau of zaalniveau gepleegd (moeten) worden om zoveel mogelijk ouders te bereiken en deel te laten nemen. Dit is nog een verbeterpunt.

De ouders worden bij de aanmelding van hun kind geïnformeerd over de peuterspeelzaal en vve. In de intake worden ook opvallende kind- en ontwikkelingskenmerken en de wijze waarop ouders thuis bezig zijn met de ontwikkeling van het kind besproken. Van dit laatste element is echter in de kinddossiers weinig terug te vinden. Dit heeft als gevolg dat op zaalniveau het moeilijk is om trends zichtbaar te maken. De trends kunnen bijdragen aan het verder ontwikkelen of bijstellen van het ouderbeleid.

De medewerkers van peuterspeelzaal De Dolfijn stimuleren de ouders om thuis en in de zaal met hun kinderen ontwikkelingsgerichte activiteiten te

ondernemen. Zo krijgen de ouders per thema een themabrief met spel- en leessuggesties mee en worden de (groot-)ouders gestimuleerd om bij het breng- moment even met hun kind te blijven spelen. Gedurende het jaar draaien ouders ook een ochtend mee in de groep. Eens per jaar gaat ook de speelpop Puk mee met elk kind om te logeren. De inhoud van de themabrief kan versterkt worden door ook de belangrijkste woorden en begrippen van het thema op te nemen, zodat de ouders die ook thuis kunnen gebruiken. Daarnaast is

geconstateerd dat sommige ouders het brengmoment wel erg ruim invullen. De pedagogisch medewerkers kunnen de tijd hiervoor wel strikter gaan hanteren.

De informatie aan ouders over de ontwikkeling van hun kind kan nog beter tot zijn recht komen. Op informele wijze wordt al tijdens de breng- en

haalmomenten veel en doorgaans dagelijkse informatie uitgewisseld. Na circa twee maanden wordt aan het einde van de wenperiode uitgebreider met de ouders besproken hoe het kind meedoet en zich ontwikkelt. Voor kinderen waarvoor de pedagogisch medewerkers het noodzakelijk vinden, vindt een gepland vervolggesprek kort na de derde verjaardag plaats, maar dit is niet bij alle kinderen het geval. Pas enkele maanden voor de vierde verjaardag vindt weer bij alle kinderen een oudergesprek plaats over de ontwikkeling, op basis van observatie- en toetsgegevens. De insteek zou moeten zijn dat bij alle kinderen minimaal drie maal in de peuterperiode een oudergesprek plaats vindt, ook als de ontwikkeling voorspoedig verloopt.

De ouders met wie we hebben gesproken zijn heel tevreden over de pedagogische warmte en veiligheid die de pedagogisch medewerkers hun kinderen bieden. Tevens geven ze aan dat de pedagogisch medewerkers uitstralen hun werk goed te willen doen.

Kwaliteit van de uitvoering van vve

In de groep wordt thematisch gewerkt, op basis van het programma Puk en Ko.

De thema's zijn over het jaar gepland. De thema's zijn in de handleiding uitgewerkt in activiteiten en middelen per ontwikkelingsgebied. Een nadere

(9)

uitwerking in bijvoorbeeld in een weekplanning ontbreekt, waardoor het niet traceerbaar is welke ontwikkelingsdoelen in een week centraal staan, welke extra (taal-) activiteiten plaatsvinden voor vve-geïndiceerde kinderen en welke bijstellingen nodig zijn op basis van dagelijkse observaties. Het risico is

aanwezig dat het educatief handelen van de pedagogisch medewerkers meer activiteitengericht, dan doelgericht is georiënteerd.

Op pedagogisch gebied worden de kinderen ondersteund en kunnen ze zich in een veilige en warme omgeving ontwikkelen. De pedagogisch medewerkers zijn er voor de kinderen, luisteren en bieden de kinderen de ruimte om hun zegje te doen. Rust en orde zijn kenmerkende elementen binnen het pedagogisch klimaat. Kinderen mogen eigen initiatieven nemen. Deze wijze van omgaan met de kinderen is een voorbeeld voor anderen.

De ruimte waarin de peuters een belangrijk deel van hun dagdeel doorbrengen kan nog aantrekkelijker gemaakt worden, door het actuele thema meer in de inrichting van hoeken en thematafel zichtbaar te maken. De huidige inrichting met grote speelelementen belemmert een flexibele en thematische inrichting met hoeken.

In hun educatief handelen volgen de pedagogisch medewerkers doorgaans de activiteitenlijn van het vve-programma. Daarin zijn ook elementen van de ontwikkelingsgerichte aanpak zichtbaar. Het mag echter dynamischer, meer uitlokkend naar de kinderen toe en zeker meer afgestemd op de aanwezige niveauverschillen. In de geobserveerde groepsactiviteiten doen alle kinderen hetzelfde. Er is geen registratie aanwezig, waaruit blijkt dat op andere momenten wel gedifferentieerd wordt.

Ontwikkeling, begeleiding en zorg

Bij het volgen van de brede ontwikkeling van de peuters hebben we enkele verbeterpunten vastgesteld. In de praktijk zijn er te weinig observatie- en toetsmomenten en er wordt onderscheid in frequentie gemaakt tussen kinderen.

Om de peuters goed in hun ontwikkeling te volgen, zou minimaal driemaal in de peuterperiode systematisch de ontwikkeling in beeld gebracht moeten worden.

Nu wordt de beginsituatie (na de wenperiode) niet vastgelegd. Een vroegtijdige signalering van achterstanden kan nu alleen plaatsvinden op basis van intuïtie van de pedagogisch medewerkers, niet gestaafd met systematisch verzamelde gegevens. Bij de weinige peuters waar de pedagogisch medewerkers zich zorgen over de ontwikkeling maken, wordt op 3-jarige leeftijd de peutertoets en de peuterobservatielijst afgenomen. Bij kinderen over wie geen zorgen over de ontwikkeling bestaan, wordt pas enkele maanden voor de overgang naar de basisschool een peutertoets en de observatielijst afgenomen.

(10)

Zodra er sprake is van vertraging of een ontwikkelingsachterstand wordt aan de hand van het 'protocol signalering' gekeken wat er aan de hand is. De signalen en de duiding daarvan worden kort beschreven en dit wordt besproken met de ouders. Volgens de pedagogisch medewerkers geldt dit overigens maar voor weinig kinderen.

Indien externe hulp nodig is, schakelt de leidinggevende deze in. Bij het

inschakelen van externe deskundigen houdt de peuterspeelzaal met hen contact.

In de praktijk gaat het doorgaans om logopedische signalering en hulp.

Kwaliteitszorg

De interne kwaliteitszorg is in ontwikkeling, maar heeft nog meer aandacht nodig. Het beleid rondom voorschoolse educatie bevat al wel voldoende aanknopingspunten om te onderzoeken of de peuterspeelzaal De Dolfijn

waarmaakt wat ze ouders belooft. De zogenaamde 'uitvoerende overleggen' zijn nu echter nog vooral gericht op het formuleren van wat kwaliteit inhoudt. Er is nog geen norm vastgesteld, wanneer de kwaliteit van onvoldoende, voldoende of goede kwaliteit is. Daarna is volgens de directeur pas het moment

aangebroken om te onderzoeken welke kwaliteit wordt gerealiseerd. Zover is de organisatie nu nog niet.

Over het realiseren van de beoogde resultaten van voorschoolse educatie op zaalniveau heeft het team nog weinig gesproken, terwijl landelijk de gesprekken daarover al langer gevoerd worden. Ondanks dat de gemeente daar voor

voorscholen nog geen eisen aan stelt, is het al mogelijk om daar als locatie zelf al over na te denken en te proberen daarvan een beeld te schetsen.

Doorgaande lijn

Peuterspeelzaal De Dolfijn werkt nauw samen met basisschool Spaubeek. De pedagogisch medewerkers en de leraren van de onderbouw hebben regelmatig overleg. Daarnaast zijn dit schooljaar over en weer werkbezoeken in de groep gebracht. Tevens worden gezamenlijke activiteiten voor peuters en kleuters georganiseerd. Op dit moment is sprake van een doorgaande lijn in aanbod en ouderbetrokkenheid. Voor alle peuters die overgaan naar basisschool Spaubeek vindt bijvoorbeeld een warme overdracht plaats, waarbij ook de intern

begeleider van de basisschool aanwezig is. De doorgaande lijn in begeleiding en zorg tussen de voor- en vroegschool kan nog verbeterd worden. Daarvoor zoude de pedagogisch medewerkers te rade kunnen gaan bij de basisschool.

Opbrengsten

Op gemeentelijk niveau zijn er nog steeds geen resultaatafspraken gemaakt voor de voorschoolse educatie. Het is voor ons daarom niet mogelijk om daarover een oordeel te geven.

(11)

De peuterspeelzaal maakt de resultaten van de voorschoolse educatie ook niet zelf zichtbaar.

(12)
(13)

De Inspectie van het Onderwijs constateert dat de kwaliteit van de voorschoolse educatie op peuterspeelzaal De Dolfijn voor een belangrijk deel op orde is. Uit het onderzoek is gebleken dat de vve-locatie naast enkele voorbeelden voor anderen ook enkele tekortkomingen kent.

CONCLUSIE

3

(14)
(15)

Dit rapport beschrijft de oordelen van de inspectie over de kwaliteit van het onderwijs op peuterspeelzaal De Dolfijn. Daarnaast heeft de inspectie de houder van de peuterspeelzaal gevraagd te reflecteren op de uitkomsten van het onderzoek en zo mogelijk aan te geven welke kwaliteitsontwikkelingen hieraan verbonden worden.

Hieronder geeft de houder haar reactie:

Peuterspeelzaal de Dolfijn is een van de vier peuterspeelzalen in de gemeente Beek.

De peuterspeelzalen behorende tot de Stichting Peuterspeelzaalwerk Beek zijn per 1 januari 2017 aangesloten bij Stichting Spelenderwijs.

Met deze aansluiting bij Spelenderwijs verwachten we ook een extra kwaliteitsimpuls te bieden aan de peuterspeelzalen in Beek.

Een deel van de ontwikkel punten die genoemd zijn in het inspectierapport zijn al opgepakt:

• Het in kaart brengen en intensiever volgen van de ontwikkeling van de peuters en dit beeld bespreken met de ouders.

• Ouders wijzen op de invulling van de brengmomenten.

• Aantrekkelijker inrichten van de ruimte en het versterken van de inhoud van de themabrief voor ouders.

Stichting Spelenderwijs heeft duidelijke afspraken met de gemeenten over het VVE beleid en beschrijft in haar beleid wat haar VVE kwaliteitsdoelen en gewenste resultaten zijn en hoe deze gemonitord worden.

In de vorm van het educatief partnerschap beschrijft Spelenderwijs hoe het ouderbetrokkenheid vorm wenst te geven wat het daarin verwacht van alle betrokkenen.

Spelenderwijs biedt de pedagogisch medewerkers de juiste werkinstrumenten om een gedifferentieerd VVE aanbod te kunnen realiseren (observatie, registratie en monitoring).

REACTIE VAN DE HOUDER

4

(16)
(17)

In de onderstaande tabellen vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid.

De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is.

Legenda:

1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig. Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden.

2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk. Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt.

3. Voldoende.

4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen. Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren.

BIJLAGE 1 OORDELEN

Condities 1 2 3 4

Voldoende vve-tijd

Kwaliteit pedagogisch medewerkers

• A0.1 Er is een recent GGD-rapport beschikbaar

A2 De groepsgrootte voldoet aan de maximumeisen (voorschool) A3 Beroepskracht - kind ratio ("dubbele bezetting")

A4.1 De peuters volgen gedurende voldoende tijd (per week) een vve-programma op de voorschool

A5.2 Alle beroepskrachten zijn toereikend gekwalificeerd (opleiding)

A5.3 Alle beroepskrachten spreken voldoende Nederlands A5.4 Alle beroepskrachten zijn toereikend vve-geschoold A5.5 Er is een jaarlijks vve-opleidingsplan

Ouders 1 2 3 4

• B1 Gericht vve-ouderbeleid

B2 Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd

B3 Intake

B4 Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen

B5 Participatie in vve-activiteiten in de voorschool/vroegschool B6 Informeren over de ontwikkeling van hun kind

(18)

Kwaliteit van de uitvoering van vve 1 2 3 4 Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma

Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat

Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen

• C1.1 Een integraal vve-programma

C1.2 Werken met een doelgerichte planning

C1.3 Het activiteitenaanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend en geconcretiseerd

C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd

C2.1 Het pedagogisch handelen van de pedagogisch medewerkers/

leerkrachten is respectvol

C2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten structureren en hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen

C2.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren de sociale vaardigheden en de persoonlijke competenties van de kinderen

C2.4 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de zelfstandigheid van de kinderen en tonen respect voor de autonomie van het kind

C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taal-uitlokkend

C3.1 Het educatief handelen van beide pedagogisch medewerkers/

leerkrachten is goed op elkaar afgestemd

C3.2 Er worden structureel effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd

C3.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen kinderen

C3.4 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en werken

C3.5 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen C3.6 Het gedrag van de pedagogisch medewerkers/leerkrachten

met de kinderen is responsief

C3.7 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van de individuele kinderen

Ontwikkeling, begeleiding en zorg 1 2 3 4

Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep

(19)

Ontwikkeling, begeleiding en zorg 1 2 3 4

Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen

• D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen

D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine (tutor)groep en het individuele kind

D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg

D2.1 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voor- resp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg

D2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren D2.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten blijven de

ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden

Kwaliteitszorg binnen de voor- en de vroegschool 1 2 3 4

• E1 Er is vve-coördinatie op de voor- resp. vroegschool

E2 De voor- resp. vroegschool evalueert de kwaliteit van vve regelmatig

E3 De voor- resp. vroegschool evalueren de resultaten van vve E4 De voor- resp. vroegschool werkt planmatig aan vve-

verbetermaatregelen

E5 De voor- resp. vroegschool borgt de kwaliteit van haar vve- educatie

Doorgaande lijn 1 2 3 4

• F1 Er is vve-coördinatie tussen de voor- en vroegschool

F2 Er is concreet beleid om zoveel mogelijk kinderen te laten doorstromen naar een vroegschool

F3 De voor- en vroegschool zorgen voor een warme overdracht F4 Het aanbod van de voor- en vroegschool is op elkaar

afgestemd

F5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd

F6 De manier om met de ouders om te gaan op de voor- en de vroegschool is op elkaar afgestemd

F7 De interne begeleiding en zorg zijn op de voor- en vroegschool op elkaar afgestemd

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

D2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor-

D2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor-

D2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor-

D2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor-

D2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor-

D2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor-

D2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor-

D2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor-