• No results found

Stelsels lineaire differentiaalvergelijkingen (homogeen)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Stelsels lineaire differentiaalvergelijkingen (homogeen)"

Copied!
22
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Stelsels lineaire differentiaalvergelijkingen

(homogeen)

(2)

het stelsel differentiaalvergelijkingen:

dx

dt = Ax (1)

We hebben gezien:

Als x : R → Rn gegeven door x(t) = ertξ een oplossing is van (1) dan is r is een eigenwaarde van A en ξ is een eigenvector van A bij deze eigenwaarde.

Stelling

Als x1en x2 oplossingen zijn van (1) dan is x = c1x1 + c2x2voor alle constanten c1, c2 (eventueel complex) ook een oplossing van dit stelsel.

(3)

Gevolg

Als {ξ1, ξ2, . . . , ξk} lineair onafhankelijke eigenvectoren zijn van A bij de eigenwaarden r1, r2, . . . , rk dan is:

x = c1er1tξ1 + c2er2tξ2 + . . . + ckerktξk

voor alle waarden van c1, c2, . . . , ck (eventueel complex) ook een oplossing van (1).

(4)

vectorvergelijking x(0) = c1ξ1 + c2ξ2 + . . . + ckξk = x0altijd precies ´e´en oplossing wanneer k = n.

Dat is de reden dat we in het vervolg aannemen dat er een verzameling {ξ1, ξ2, . . . , ξn} lineair onafhankelijke, eventueel complexe, eigenvectoren van A bestaat (Bekijk §7.8 voor andere gevallen).

Verder nemen we aan n = 2 omdat dan ook het fasevlak kan worden getekend.

(5)

Voegen we aan (1) de beginvoorwaarden x(0) = x0toe dan heeft de vectorvergelijking x(0) = c1ξ1 + c2ξ2 + . . . + ckξk = x0altijd precies ´e´en oplossing wanneer k = n.

Dat is de reden dat we in het vervolg aannemen dat er een verzameling {ξ1, ξ2, . . . , ξn} lineair onafhankelijke, eventueel complexe, eigenvectoren van A bestaat (Bekijk §7.8 voor andere gevallen).

Verder nemen we aan n = 2 omdat dan ook het fasevlak kan worden getekend.

(6)

Los op: dx dt =

"

1 −2 3 −4

#

x, x(0) =

"

2

−4

#

1 Bepaal de eigenwaarden van A.

r1= −2 en r2 = −1

2 Bepaal bijbehorende eigenvectoren.

ξ1 =

"

2 3

#

en ξ2 =

"

1 1

#

3 Bepaal de algemene oplossing van het stelsel.

x(t) = c1e−2t

"

2 3

#

+ c2e−t

"

1 1

#

4 Leg de beginvoorwaarden op en bepaal c1en c2. c1= −6 en c2= 14 dus

x(t) = −6e−2t

"

2 3

#

+ 14e−t

"

1 1

#

(7)

Voorbeeld (vervolg)

Teken de oplossing in het fasevlak en de componenten x1en x2als functie van t.

x(t) = −6e−2t

"

2 3

#

+ 14e−t

"

1 1

#

(a)Fasevlak (b)Oplossingen x1en x2

(8)

Los op: dx dt =

"

2 −1 3 −2

#

x, x(0) =

"

5 6

#

1 Bepaal de eigenwaarden van A.

r1= −1 en r2 = 1

2 Bepaal bijbehorende eigenvectoren.

ξ1 =

"

1 3

#

en ξ2 =

"

1 1

#

3 Bepaal de algemene oplossing van het stelsel.

x(t) = c1e−t

"

1 3

# + c2et

"

1 1

#

4 Leg de beginvoorwaarden op en bepaal c1en c2. c1=12 en c2=92 dus

x(t) = 12e−t

"

2 3

# + 92et

"

1 1

#

(9)

Voorbeeld (vervolg)

Teken de oplossing in het fasevlak en de componenten x1en x2als functie van t.

x(t) = 12e−t

"

2 3

# + 92et

"

1 1

#

(a)Fasevlak (b)Oplossingen x1en x2

(10)

Los op: dx dt =

" 5

4 3 4 3 4

5 4

#

x, x(0) =

"

2

−4

#

1 Bepaal de eigenwaarden van A.

r1= 12 en r2 = 2

2 Bepaal bijbehorende eigenvectoren.

ξ1 =

"

−1 1

#

en ξ2 =

"

1 1

#

3 Bepaal de algemene oplossing van het stelsel.

x(t) = c1e12t

"

−1 1

# + c2e2t

"

1 1

#

4 Leg de beginvoorwaarden op en bepaal c1en c2. c1= 0 en c2= −4 dus

x(t) = −4e12t

"

−1 1

#

(11)

Voorbeeld (vervolg)

Teken de oplossing in het fasevlak en de componenten x1en x2als functie van t.

x(t) = −4e12t

"

−1 1

#

(a)Fasevlak (b)Oplossingen x1en x2

(12)

Type en stabiliteit evenwichtsoplossing

Als r1, r2∈ R dan heet de evenwichtsoplossing 0 van het stelsel differentiaalvergelijkingen

dx

dt = Ax :

een asymptotisch stabiele knoop (put) als 0 > r1> r2, een asymptotisch stabiele zuivere knoop (sterpunt) als 0 > r1 = r2,

een instabiel zadelpunt als r1> 0 > r2, een instabiele knoop als r1> r2> 0 en

een instabiele zuivere knoop (sterpunt) als r1 = r2> 0.

(13)

Opgave

§7.5, opgave 30

Het probleem van de ’communicerende vaten’ leidt tot het beginwaardeprobleem:

du dt =

"

101 403

1 1015

#

, u(0) =

"

−17

−21

#

waarbij u1= Q1− 42 en u2= Q2− 36.

(a) Los dit beginwaardeprobleem op.

(b) Teken de grafieken van u1en u2als functie van t.

(c) Bepaal Q1en Q2 en teken hun grafieken als functie van t.

Zie: Maple document webpagina I.A.M. Goddijn

(14)

Complexe eigenwaarden

Hoe vinden we de algemene oplossing van (1) als A een complexe eigenwaarde r1heeft?

Dan heeft A een complexe eigenvector ξ1bij r1 en is x = er1tξ1een complexwaardige oplossing van (1)

Schrijf elke component van x = x(t) als a + ib met a, b ∈ R.

Dan x(t) = u(t) + i v(t) waarbij u de re¨ele delen van de componenten bevat en v de imaginaire delen.

(15)

Substitutie in (1) geeft:

dx

dt = Ax ⇔

d(u + i v)

dt = A(u + i v) ⇔ du

dt + idv

dt = Au + iAv ⇔ du

dt = Au en dv dt = Av

en dus zijn u = Re(x) en v = Im(x) twee re¨eelwaardige oplossingen van (1).

(16)

Los op: dx dt =

"

1 −1 5 −3

#

x, x(0) =

"

2 0

#

1 Bepaal de eigenwaarden van A.

r1= −1 + i en r2 = −1 − i

2 Bepaal bijbehorende eigenvectoren.

ξ1 =

"

2 + i 5

#

en ξ2 =

"

2 − i 5

#

3 Bepaal de algemene oplossing van het stelsel.

x(t) = c1e−t

"

2 cos t − sin t 5 cos t

#

+ c2e−t

"

cos t + 2 sin t 5 sin t

#

4 Leg de beginvoorwaarden op en bepaal c1en c2. c1= 0 en c2= 2 dus

x(t) = 2e−t

"

cos t + 2 sin t 5 sin t

#

(17)

Voorbeeld (vervolg)

Teken de oplossing in het fasevlak en de componenten x1en x2als functie van t.

x(t) = 2e−t

"

cos t + 2 sin t 5 sin t

#

(a)Fasevlak (b)Oplossingen x1en x2

(18)

Teken de oplossing in het fasevlak en de componenten x1en x2als functie van t.

x(t) = 2e−t

"

cos t + 2 sin t 5 sin t

#

(a)Fasevlak (b)Oplossingen x1en x2

(19)

Opgave

§7.6, opgave 1

Bepaal de algemene oplossing van: dx dt =

"

3 4

−2 −1

# x.

1 Bepaal de eigenwaarden van A.

r1= 1 + 2i en r2 = 1 − 2i

2 Bepaal bijbehorende eigenvectoren.

ξ1 =

"

1 + i

−1

#

en ξ2 =

"

1 − i

−1

#

3 Bepaal de algemene oplossing van het stelsel.

x(t) = c1et

"

cos 2t − sin 2t

− cos 2t

# + c2et

"

cos 2t + sin 2t

− sin 2t

#

(20)

Type en stabiliteit evenwichtsoplossing

Als r1 = λ + i µ, r2 = λ − i µ (λ, µ ∈ R) dan heet de

evenwichtsoplossing 0 van het stelsel differentiaalvergelijkingen dx

dt = Ax :

een asymptotisch stabiel spiraalpunt als λ < 0, een instabiel spiraalpunt als λ > 0 en

een stabiel centrumpunt als λ = 0.

(21)

Als A =

"

a11 a12

a21 a22

# dan:

pA(r ) = det(A) − rI2) = (a11− r )(a22− r ) − a12a21

= r2 − (a11+ a22)

| {z }

trace(A)

r + (a11a22− a12a21)

| {z }

det(A)

maar ook:

pA(r ) = (r − r1)(r − r2) = r2− (r1+ r2)r + r1r2

zodat: trace(A) = r1+ r2, det(A) = r1r2 en

discriminant = trace(A)2− 4 det(A). Hiermee valt het plaatje waarmee we begonnen te verklaren.

(22)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Matrices A en B zijn rij-equivalent alleen maar als ze door het toepassen van rijoperaties in dezelfde rij-echelon vorm kunnen worden

Stelsels

We gaan op zoek naar een stelsel fundamentaaloplossingen van (1) voor het geval dat voor sommige eigenwaarden van A de meetkundige multipliciteit kleiner is dan de

Voor het vinden van vergelijkingen van banen staan ons diverse technieken ter beschikking, faseplaatjes kunnen we met Maple maken en lineariseren rond een kritiek punt kunnen we

Een visualisatie bestaat uit een richtingsveld en/of grafieken van een aantal oplossingskrommen (banen) getekend in het

In het andere geval heet de onzuivere knoop ook wel gedegenereerde knoop ontaarde knoop of ´ e´ entakkig

matrixvergelijking Ax = 0 heeft niet-triviale oplossingen alleen maar als het stelsel tenminste ´ e´ en vrije variabele heeft (de matrix A tenminste ´ e´ en kolom heeft die

Hoewel we wel wat oplosmethoden hebben voor het oplossen van (stelsels) differentiaalvergelijkingen is het analytisch oplossen daarvan toch meestal niet mogelijk.. Door het