VVE-RAPPORT
DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN
DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE
PEUTERSPEELZAAL IJSSELSTEIN OOST, LOC. POORTDIJK
BASISSCHOOL PAULUSSCHOOL
Locatie Peuterspeelzaal IJsselstein Oost,
loc. Poortdijk
Basisschool Paulusschool
Brinnr. 09XS
Plaats IJsselstein
Reg.nr. 3346572
Onderzoeksnummer 8871 + 8872 Datum onderzoek 12 – 6 – 2012 Datum vaststelling rapport 27 – 9 - 2012
1. INLEIDING
Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE). VVE is bedoeld voor jonge kinderen die
onvoldoende zijn toegerust voor een soepele instroom in groep 3 van het basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken.
Dit rapport maakt onderdeel uit van de bestandsopname in de gemeente IJsselstein. In deze gemeente hebben alle voor- en vroegscholen die te maken hebben met VVE een vragenlijst ingevuld waarin zij de stand van zaken op hun (voor)school weergeven. Alle locaties krijgen automatisch een zelfrapportage.
Enkele locaties zijn vervolgens bezocht door de Inspectie van het Onderwijs ter verificatie van deze zelfevaluaties. Alle bezochte locaties ontvangen een rapportage met de bevindingen van de Inspectie. Het definitieve rapport wordt gepubliceerd op de website van de Inspectie:
http://www.onderwijsinspectie.nl/.
De uitkomsten van alle zelfevaluaties en de bevindingen van de Inspectie van het Onderwijs naar aanleiding van de locatiebezoeken worden samengevat in een gemeentelijk rapport. Dit geeft een totaalbeeld weer van VVE in de gemeente IJsselstein. Dit rapport wordt, als het definitief is vastgesteld, samen met de locatierapporten, gepubliceerd op de website van de Inspectie.
Werkwijze onderzoek
Peuterspeelzaal IJsselstein Oost, loc. Poortdijk en de Paulusschool zijn een van de (voor)scholen die bezocht zijn door de Inspectie van het Onderwijs. Daarbij hebben de volgende activiteiten plaatsgevonden:
1 groepsbezoek op de peuterspeelzaal, 2 groepsbezoeken in de groep 1 en 2 van de Paulusschool;
gesprekken met leidsters en/of leerkrachten;
gesprekken met ouders;
gesprekken met locatieleiding, coördinatie en directie.
Dit rapport geeft de bevindingen van de Inspectie over de kwaliteit van VVE op deze locatie weer.
Inhoud rapport
In dit rapport worden de volgende onderwerpen besproken:
De voorwaarden van VVE
De ouders
De kwaliteit van de educatie
Het VVE-programma, zoals dat wordt aangeboden
Het pedagogisch klimaat
Het educatief handelen
De ontwikkeling, zorg en begeleiding
De kwaliteitszorg
De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool
De resultaten van VVE
Elk van de VVE-kwaliteitsaspecten is uiteengelegd in indicatoren. Als een indicator beoordeeld wordt, gebeurt dat doorgaans met de volgende oordelen:
1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig
Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden.
2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk
Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt.
3. Voldoende
4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen
Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren.
Dit rapport is gebaseerd op het VVE-toezichtkader (zie de internetsite van de onderwijsinspectie).
Hoofdstuk 2 beschrijft het totaalbeeld van het onderzoek. De beoordeelde onderwerpen
(indicatoren) staan in hoofdstuk 3, met eerst de oordelen en daarna een toelichting als dat nodig is. Daarbij kunnen de overeenkomsten en verschillen tussen de zelfevaluatie van de locatie en de bevindingen van de Inspectie eveneens worden geduid.
Als er op basis van dit onderzoek afspraken gemaakt zijn, staan die in hoofdstuk 4.
2. HET TOTAALBEELD
Op de Paulus basisschool bevinden zich ongeveer 24% doelgroepkinderen en op peuterspeelzaal Poortdijk 100%. Dit laatste komt doordat de gemeente IJsselstein per 1 januari 2012 alle overige peuterspeelzalen heeft gesloten. Nu zijn er in IJsselstein nog twee peuterspeelzalen open, die beiden alle VVE-doelgroeppeuters moeten opvangen. Tot op heden lukt dat.
Er is naast de voorscholen nog 1 reguliere peuterspeelzaalgroep operationeel om de afbouwfase naar totale sluiting van de reguliere peuterspeelzalen per januari 2014, of indien nodig eerder, zo soepel mogelijk te laten verlopen.
In IJsselstein staat VVE al jaren onder regie van een stedelijk coördinator VVE. Zij zit de drie wijkoverleggen voor in IJsselstein die de doorgaande lijn en afstemming tussen voor- en vroegschool beogen, maar die ook bewaken dat het gemeentelijk beleid in de praktijk tot uitvoering wordt gebracht.
Onderdelen van het gemeentelijk en landelijk beleid (ministerie) lijken echter tot knelpunten te leiden. Sinds een aantal jaar is er een financiële knip ontstaan in de gelden voor VVE. Gemeenten zijn sinds die tijd alleen nog verplicht om de voorscholen te financieren. De vroegscholen krijgen hun financiën vanuit de landelijke overheid.
In IJsselstein zijn de voormalig achterstandengelden verdeeld over alle scholen.
De gemeente IJsselstein zet regelmatig nog VVE-gelden in voor interventies op het gebied van voor- en vroegschoolse educatie, waar de voor- en vroegscholen van mee profiteren
(voorlichtingsfilm, opleidingskosten, boekenkoffers, pilot 3 jarigen). Ook wordt het convenant VVE elk twee jaar bijgesteld in samenwerking met de schoolbesturen en dit convenant wordt ook door de schoolbesturen ondertekend. Doordat er binnen de gemeente IJsselstein gekozen is alle basisscholen ongeacht het aantal doelgroepkinderen aan te merken als VVE-school, leidt dit volgens de Paulusschool tot een verwatering van de middelen.
Gecombineerd met de negatieve effecten van de (nieuwe) gewichtenregeling wordt dit door zowel de Paulusschool als de peuterspeelzaal een knelpunt ervaren. Met steeds minder middelen wordt de school geacht de doelen te realiseren. Het feit dat de gewichtenregeling aangepast is voor het onderwijs heeft ook gevolgen voor de peuterspeelzalen. Deze regeling wordt namelijk ook toegepast bij de toeleiding en werving van de doelgroeppeuters.
3. DE OORDELEN MET EEN TOELICHTING ALS DAT NODIG IS
A CONDITIES Psz Poortdijk Bs Paulusschool
A0.1 Er is een recent GGD-rapport beschikbaar 3 -
A0.2 In het rapport zijn de basisvoorwaarden voor voorschoolse
educatie getoetst 2 -
A1 Een integraal VVE-programma
A1.1 Naam/namen van programma(s) Psz Poortdijk: Puk & Ko
Bs Paulusschool: Ik & Ko, afgewisseld met diverse andere materialen
A2 De groepsgrootte voldoet aan de maximumeisen (voorschool) 3 - A3 Leidster - kind ratio ("dubbele bezetting") 3 3 A4 Voldoende VVE-tijd
A4.1 De peuters bezoeken de voorschool gedurende voldoende tijd (per week)
3 - A4.2 Wat is doorgaans de beginleeftijd voor
VVE?
Twee en een half jaar oud
A5 Kwaliteit leidsters/leerkrachten
A5.2 Alle leidsters/leerkrachten zijn toereikend gekwalificeerd
(opleiding) 3 3
A5.3 Alle leidsters spreken voldoende Nederlands 3 3 A5.4 Alle leidsters zijn toereikend geschoold (voor het VVE-
programma) 3 4
A5.5 Er is een jaarlijks VVE-opleidingsplan 3 -
Zowel de peuterspeelzaal als de basisschool voldoen aan de voorwaardelijke condities voor voor- en vroegschoolse educatie.
B OUDERS Psz Poortdijk Bs Paulusschool
B1 Gericht ouderbeleid 2 3
B2 Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd 3 3
B3 Intake 3 3
B4 Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te
doen 4 4
B5 Participatie in VVE-activiteiten in de voor/vroegschool 4 3 B6 Informeren over de ontwikkeling van hun kind 3 3
De peuterspeelzaal zet diverse, goede middelen in om de ouders gericht te betrekken bij VVE. Zo houdt zij eenmaal in de twee weken een min of meer verplichte ouderbijeenkomst. Deze
bijeenkomsten richten zich onder andere op opvoedingsthema’s, het VVE-thema dat op dat moment loopt en ouders krijgen uitleg over boekjes, woordjes, liedjes enzovoorts. Daarbij participeren ze eenmaal per maand ook in gerichte activiteiten in de peutergroep. Ook krijgen ouders veel materialen mee naar huis om ook daar hun kind te begeleiden. De peuterspeelzaal gaat achteraf na wat er met de materialen is gedaan en tegen welke knelpunten de ouders zijn aangelopen.
Wat op dit moment nog mist is locatiespecifiek ouderbeleid gericht op de doelstelling van VVE en passend bij de ouderpopulatie (B1). Binnen de voor- en vroegschoolse educatie is de
oudercomponent van groot belang. De vragen die in dit verband betrokken kunnen worden zijn:
Op welke wijze willen wij dat de ouders actief de ontwikkeling van hun kinderen stimuleren?
Welke concrete doelen stellen wij op dit gebied?
Wat voor ouders hebben wij?
Wat zijn hun mogelijkheden en wensen?
Welke activiteiten kunnen wij uitvoeren om onze doelen te bereiken?
kunnen worden binnen de wijk, ware het niet dat de voorschool in IJsselveld Oost alle ouders en doelgroepleerlingen van de gehele gemeente IJsselstein moet bedienen. Dit betekent dat de peuters doorstromen naar 16 verschillende scholen in de gehele gemeente IJsselstein. De peuters waaieren uit over heel IJsselstein Dat is dan ook de reden dat er een totaalbeleid voor ouders is beschreven. Binnen de oudergroepen, die begeleid worden door een oudercontactmedewerker, wordt het aanbod van thema’s afgestemd op de persoonlijke situatie van de ouder en kind, zodat differentiatie plaats vindt.
Op de basisschool is dit beleid al wel uitgewerkt, mogelijk kan de school dit beleid versterken op basis van bovenstaande vragen. Op de Paulusschool vinden diverse activiteiten plaats om ouders te betrekken en te informeren. Zo geeft zij ouders veel materialen mee om thuis te oefenen en worden de ouders met regelmaat op school verwacht in het kader van VVE. De coördinator gaat na wat er thuis met de materialen is gebeurd. De bijeenkomsten vinden eenmaal per 2 maanden plaats en de coördinator wordt hier bijgestaan door een medewerker van Pulse, de partij die verantwoordelijk is voor peuterspeelzalen.
C KWALITEIT VAN DE UITVOERING VAN VVE Psz Poortdijk Bs Paulusschool C1 Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma
C1.1 Een integraal VVE-programma 3 2
C1.2 Werken met een doelgerichte planning 2 2
C1.3 Het aanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende
dekkend 3 3
C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt
gedifferentieerd 2 3
Hoewel beide locaties een aanbod in huis hebben dat passend is voor VVE, kunnen geen van beide aantonen dat deze methode ook op een dusdanige wijze wordt ingezet om het aanbod op de vier leerlijnen te waarborgen.
De peuterspeelzaal maakt gebruik van het programma Puk & Ko. Dit waarborgt de vier leerlijnen, motorische en sociaal-emotionele ontwikkeling, taal- en rekenontwikkeling. Echter, het is niet duidelijk of en hoe het programma wordt gepland en of de vier leerlijnen uiteindelijk voldoende aan bod komen. Ook is niet zichtbaar of en hoe onderscheid gemaakt wordt tussen oudste en jongste peuters en ontwikkelingsniveau. Er is wel voldoende aandacht voor de ontwikkeling van taal.
Op de basisschool werken de leerkrachten aan de hand van een jaarplanning hun thema’s uit. De leerlijnen en materialen uit Ik & Ko vormen daarbij één van de bronnen die de school hanteert bij het aanbod. Prentenboeken en project thema’s vormen daarnaast één van de bronnen. Uit de uitwerking van de thema’s komt niet naar voren hoe en of er voldoende aandacht wordt besteed aan de vier leerlijnen en met welk doel activiteiten en materialen worden ingezet. Via de planning van de VVE-leerkracht en de groepsplannen is wel zichtbaar dat er voldoende aandacht is voor taal en dat er onderscheid gemaakt wordt tussen leerlingen op basis van leeftijd en/of
ontwikkelingsniveau.
C KWALITEIT VAN DE UITVOERING VAN VVE Psz Poortdijk Bs Paulusschool C2 Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat
C2.1 Het pedagogisch handelen van de leidsters/leerkrachten is
respectvol 3 4
C2.2 De leidsters/leerkrachten hanteren duidelijke pedagogische
gedragsgrenzen 3 3
C2.3 De leidsters/leerkrachten stimuleren de sociale
vaardigheden en de persoonlijke competenties van de kinderen 2 3 C2.4 De leidsters/leerkrachten tonen respect voor de autonomie
van het kind
2 3 C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en
spel- en taal-uitlokkend
2 3
Bij het pedagogisch klimaat heeft de inspectie een verschil tussen de basisschool en de
peuterspeelzaal waargenomen. De leidsters van de peuterspeelzaal waren erg sturend tijdens de geobserveerde les waardoor de kansen voor leerlingen om hun sociale vaardigheden en autonomie te ontwikkelen werden beperkt. Er was te weinig ruimte voor de kinderen om zelf initiatief te nemen bij bijvoorbeeld het oplossen van probleempjes. De leidsters bespraken het voorval wel uitgebreid, maar de oplossing werd door de leidster aan- en opgedragen.
Daarnaast kan peuterspeelzaal de Poortdijk de inrichting van haar ruimte beter inzetten ter ondersteuning van VVE. De inspectie miste taaluitlokkende, echte en ontdekkende materialen op basis waarvan kinderen uitgenodigd worden tot spelend leren.
Op de basisschool observeerde de inspectie twee kleine kringen in een speciaal daarvoor ingericht VVE-lokaaltje. Dit lokaaltje was, zoals ook de groep, spannend ingericht door in de themahoek aan te sluiten bij het thema. Doordat de themahoek niet meteen alles prijsgaf werd de
nieuwsgierigheid van kinderen opgewekt.
C KWALITEIT VAN DE UITVOERING VAN VVE Psz Poortdijk Bs Paulusschool C3 Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen
C3.1 Het educatief handelen van beide leidsters/leerkrachten is goed op elkaar afgestemd
3 3 C3.2 Er worden de hele 'dag' effectieve en gerichte activiteiten
voor de taalontwikkeling uitgevoerd
3 3 C3.3 De leidsters/leerkrachten bevorderen de interactie met en
tussen kinderen 2 3
C3.4 De leidsters/leerkrachten stimuleren actieve betrokkenheid
van de kinderen en verrijken het spelen en werken 3 4
C3.5 De leidsters/leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van
aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen 2 4
C3.6 Het gedrag van de leidsters/leerkrachten met de kinderen is responsief
3 4 C3.7 De leidsters/leerkrachten stemmen de activiteiten af op
verschillen in de ontwikkeling van de individuele kinderen
2 3
Doordat de VVE-activiteit op de Paulusschool in kleine kring plaatsvond, had de leerkracht alle tijd en ruimte voor de leerlingen en hun inbreng. De leerkracht was flexibel in de opzet van de les en door het gebruik van echte materialen, die ze kon wisselen, ging ze goed in op de inbreng van leerlingen en kon ze het spel verrijken zonder dat ze de leerlingen voorschreef wat te doen.
Op de peuterspeelzaal werkte de leidsters met een groep van 13 peuters die heel wat onderlinge dynamiek hadden. Echter, de leidsters reageerden daar steeds op vriendelijke, responsieve wijze op. De leidsters kunnen hun aanpak versterken door meer interactie tussen de kinderen te bevorderen en door de leerlingen meer uit te dagen zelf oplossingen te kiezen. Als meer expliciet rekening gehouden wordt met de verschillen tussen leerlingen kunnen de kinderen elkaar mogelijk ook meer versterken in dit proces.
D ONTWIKKELING, BEGELEIDING EN ZORG Psz Poortdijk Bs Paulusschool D1 Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep
D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen 3 3 D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine
(tutor)groep en het individuele kind
2 3 D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg 2 3
D1.4 Specifieke aandacht bij de begeleiding en zorg voor de taalontwikkeling
2 3 D2 Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen
D2.1 Leidsters/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voor- resp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg
3 3
D2.2 Leidsters/leerkrachten melden kinderen aan voor externe zorg
wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren 3 3 D2.3 De leidsters/leerkrachten blijven de ontwikkeling van kinderen met
extra zorg bijhouden 3 3
Via de diverse gemeentelijke structuren krijgen de leerlingen ook buiten de school en de peuterspeelzaal zorg zonder dat de extra aandacht in de groep verloren gaat.
Op de verantwoording over de zorg kan met name de peuterspeelzaal zich verder ontwikkeling.
Via het peutervolgsysteem en de aantekeningen van de kindbesprekingen kunnen de leidsters laten zien dat ze de kinderen volgen en dat afwijkingen van de reguliere ontwikkellijn opgemerkt worden. Wat er vervolgens in de groep gebeurt om de ontwikkeling te bevorderen en eventuele achterstanden in te lopen is niet zichtbaar. De leidsters leggen hier niets van vast. Echter, zij geven aan dit wel mondeling te doen en in contact met de ouders tijdens de kindbesprekingen.
Op de Paulusschool is dat alles al verder ontwikkeld. Via groeps- en handelingsplannen werkt de school haar zorg aan leerlingen uit en evalueert zij of de aanpak voldoende effect heeft gehad.
E KWALITEITSZORG BINNEN DE VOOR- C.Q. VROEGSCHOOL Psz Poortdijk
Bs Paulusschool E1 Er is VVE-coördinatie in de voor- c.q. vroegschool 3 3
E2 De voor- c.q. vroegschool evalueert de kwaliteit van VVE regelmatig 2 3 E3 De voor- c.q. vroegschool evalueert de opbrengsten van alle
kinderen 2 3
E4 De voor- c.q. vroegschool formuleert op basis van evaluaties
verbetermaatregelen en voert die aantoonbaar en planmatig uit 2 3 E5 De voor- c.q. vroegschool borgt de kwaliteit van haar educatie 3 3
E6 In de kwaliteitszorg van de basisschool wordt ook specifiek naar VVE
gekeken - 2
De peuterspeelzaal legt haar afspraken vast in protocollen en middels groepsobservaties gaan de leidsters na of de pedagogische dynamiek van de groep op orde is. Echter, de inspectie vindt dat er nog te weinig aandacht is voor de evaluatie van de kwaliteit van VVE in het handelen van de leidsters (bijvoorbeeld via gerichte observaties van de leidinggevenden) en of VVE voldoende resultaat oplevert. Er zijn ook nog geen verbeteractiviteiten uitgewerkt die de kwaliteit verder kunnen ontwikkelen dan wel verbeteren. Op gemeentelijk niveau wordt e.e.a. wel nader uitgewerkt via de stedelijk coördinator.
De Paulusschool evalueert de kwaliteit van VVE via de gemeentelijke monitor, maar ook aan de hand van haar eigen VVE-beleid. In de wettelijke kwaliteitsdocumenten, zoals de schoolgids en het schoolplan kan zij hieraan nog meer aandacht besteden.
F DOORGAANDE LIJN Psz Poortdijk Bs Paulusschool
F1 Er is VVE-coördinatie tussen de voor- en vroegschool 4 4 F2 Er is concreet beleid om zoveel mogelijk kinderen te laten
doorstromen naar een vroegschool
3 3 F3 De voor- en vroegschool zorgen voor een warme overdracht 3 3
F4 Het aanbod van de voor- en de vroegschool zijn op elkaar afgestemd 2 2 F5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de voor- en
vroegschool is op elkaar afgestemd 3 3
F6 De manier om met ouders om te gaan op de voor- en de vroegschool
is op elkaar afgestemd 3 3
F7 De interne begeleiding en zorg op de voor- en vroegschool zijn op elkaar afgestemd
2 2
Tussen de voor- en vroegschool vindt coördinatie en structureel overleg plaats. Dit gebeurt in de regel via het wijkoverleg waarin alle scholen en de peuterspeelzaal uit de wijk zijn
vertegenwoordigd. De wijkoverleggen, onder leiding van de stedelijk coördinator VVE, spelen in op praktische vragen en ontwikkelingen binnen de betreffende wijk, op het gebied van bijvoorbeeld ouders, knelpunten in de VVE-aanpak en de overdracht van kinderen.
De inhoudelijke afstemming om een doorgaande lijn in aanbod, aanpak en ouderbeleid te ontwikkelen, vindt nog maar beperkt plaats. De Paulusschool en De Poortdijk pakken onderdelen
hiervan al wel zelf op. Zij kunnen dit versterken, door dit meer in beleid vast te leggen, maar de inspectie ziet dat in de praktijk er al veel afstemming is over de omgang met ouders en bij het pedagogisch en didactisch handelen.
G OPBRENGSTEN VAN VVE Psz Poortdijk Bs Paulusschool
G1 De resultaten worden gemeten conform de gemeentelijk afspraken - -
G2 De resultaten zijn van voldoende niveau - -
G3 Verlengde kleuterperiode - 3
De gemeente IJsselstein heeft geen afspraken gemaakt over streefdoelen en resultaten. Om deze reden is geen waardering gegeven voor G1 en G2.
4. VERVOLGAFSPRAKEN.
Het bezoek heeft geen aanleiding gegeven voor het maken van vervolgafspraken.