• No results found

VVE-RAPPORT DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL DE MIEREN BASISSCHOOL OCTOPUS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "VVE-RAPPORT DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL DE MIEREN BASISSCHOOL OCTOPUS"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

VVE-RAPPORT

DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN

DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE

PEUTERSPEELZAAL DE MIEREN BASISSCHOOL OCTOPUS

Locatie peuterspeelzaal De Mieren

basisschool Octopus

Brinnr. 11PT Plaats Boekel Onderzoeksnummer 11115 + 11116

Documentnummer 3497207 Datum onderzoek 9 oktober 2012 Datum vaststelling rapport 20 februari 2013

(2)

Odin: 128109 Onderzoeksdatum: 09-10-2012 Pagina 2 van 11

(3)

1. INLEIDING

Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE). VVE is bedoeld voor jonge kinderen die

onvoldoende zijn toegerust voor een soepele instroom in groep 3 van het basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken.

Dit rapport maakt onderdeel uit van de bestandsopname in de gemeente Boekel. In deze gemeente hebben alle voor- en vroegscholen die te maken hebben met VVE een vragenlijst ingevuld waarin zij de stand van zaken op hun (voor)school weergeven. Alle locaties krijgen automatisch een zelfrapportage.

Enkele locaties zijn vervolgens bezocht door de Inspectie van het Onderwijs ter verificatie van deze zelfevaluaties. Alle bezochte locaties ontvangen een rapportage met de bevindingen van de Inspectie. Het definitieve rapport wordt gepubliceerd op de website van de Inspectie:

http://www.onderwijsinspectie.nl/onderwijs/Voor-+en+vroegschoolse+educatie

De uitkomsten van alle zelfevaluaties en de bevindingen van de Inspectie van het Onderwijs naar aanleiding van de locatiebezoeken worden samengevat in een gemeentelijk rapport. Dit geeft een totaalbeeld weer van VVE in de gemeente Boekel. Dit rapport wordt, als het definitief is

vastgesteld, samen met de locatierapporten, gepubliceerd op de website van de Inspectie:

http://www.onderwijsinspectie.nl/onderwijs/Voor-+en+vroegschoolse+educatie Werkwijze onderzoek

Peuterspeelzaal De Mieren en basisschool Octopus zijn (voor)scholen die bezocht zijn door de Inspectie van het Onderwijs. Daarbij hebben de volgende activiteiten plaatsgevonden:

 groepsbezoeken

 gesprekken met leidsters en/of leerkrachten

 gesprekken met ouders

 gesprekken met locatieleiding, coördinatie en directie

Dit rapport geeft de bevindingen van de Inspectie over de kwaliteit van VVE op deze locatie weer.

Inhoud rapport

In dit rapport worden de volgende onderwerpen besproken:

 De voorwaarden van VVE

 De ouders

 De kwaliteit van de educatie

 Het VVE-programma, zoals dat wordt aangeboden

 Het pedagogisch klimaat

 Het educatief handelen

 De ontwikkeling, zorg en begeleiding

 De kwaliteitszorg

 De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool

 De resultaten van VVE

Elk van de VVE-kwaliteitsaspecten is uiteengelegd in indicatoren. Als een indicator beoordeeld wordt, gebeurt dat doorgaans met de volgende oordelen:

1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig

Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden.

2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk

Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt.

3. Voldoende

4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen

Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren.

Dit rapport is gebaseerd op het VVE-toezichtkader (zie de internetsite van de onderwijsinspectie).

(4)

Opbouw van het rapport

Hoofdstuk 2 beschrijft het totaalbeeld van het onderzoek. De beoordeelde onderwerpen

(indicatoren) staan in hoofdstuk 3, met eerst de oordelen en daarna een toelichting als dat nodig is. Daarbij kunnen de overeenkomsten en verschillen tussen de zelfevaluatie van de locatie en de bevindingen van de Inspectie eveneens worden geduid.

Als er op basis van dit onderzoek afspraken gemaakt zijn, staan die in hoofdstuk 4.

Groepsinformatie peutergroepen:

Het totaal aantal peuters is 74, verdeeld over zeven groepen. Uit de informatie blijkt dat 5 peuters een derde en/of vierde dagdeel komen, 21 kinderen worden door de spelleidster intern begeleid en 5 kinderen krijgen externe begeleiding.

Groepsinformatie kleutergroepen:

Aantal kleuters in groep a: 30,waarvan 4 doelgroepkleuters Aantal kleuters in groep b: 30,waarvan 6 doelgroepkleuters Aantal kleuters in groep c: 30,waarvan 3 doelgroepkleuters Aantal kleuters in groep d: 26,waarvan 4 doelgroepkleuters Aantal kleuters in groep e: 27,waarvan 5 doelgroepkleuters Aantal kleuters in groep f: 26,waarvan 5 doelgroepkleuters

Odin: 128109 Onderzoeksdatum: 09-10-2012 Pagina 4 van 11

(5)

2. HET TOTAALBEELD

Voorschool De Mieren en vroegschool Octopus vormen formeel geen VVE-koppel, conform het beleid in de gemeente Boekel/Venhorst. Er is wel sprake van intensieve samenwerking op het gebied van VVE. Peuterspeelzaal De Mieren valt sinds 2012 onder Fides, waartoe ook

kinderdagverblijven en buitenschoolse opvang horen.

Op zowel de voorschool als de vroegschool is het algemene beeld dat op een aantal van de op VVE gerichte aspecten sprake is van een voldoende kwaliteit. Daar tegenover liggen verbeterpunten bij de aspecten ouderbetrokkenheid, kwaliteitszorg, zorg en begeleiding en de doorgaande lijn.

Voor het grootste deel van de door de voor- en vroegschool gegeven scores en de toelichtingen daarop geldt dat de inspectie het eens is, met die waarderingen. Beiden hebben een realistisch beeld van de huidige stand van zaken als het gaat om de organisatie en uitvoering van VVE.

Omdat de gemeente geen prestatieafspraken in de zin van minimale opbrengsten met de VVE- instellingen heeft gemaakt, kan de inspectie geen oordeel geven over de opbrengsten van het VVE-beleid.

(6)

Odin: 128109 Onderzoeksdatum: 09-10-2012 Pagina 6 van 11

(7)

3. DE OORDELEN MET EEN TOELICHTING ALS DAT NODIG IS

Nb. De indicatoren die de inspectie anders heeft beoordeeld dan de voor- of vroegschool in hun zelfevaluatie, zijn gemerkt met een *.

A CONDITIES De

Mieren Octopus

A0.0 Samenwerking met voor/vroegschool ja ja

A0.1 Er is een recent GGD-rapport beschikbaar 3 nvt

A0.2 In het rapport zijn de basisvoorwaarden voor voorschoolse educatie getoetst

3 nvt A1 Een integraal VVE-programma

A1.1 Naam/namen van programma(s) Basisontwikkeling (voorschool)

Kleuterplein

A2 De groepsgrootte voldoet aan de maximumeisen (voorschool) 3 nvt A3 Leidster - kind ratio ("dubbele bezetting") 3 3*

A4 Voldoende VVE-tijd

A4.1 De peuters bezoeken de voorschool gedurende voldoende tijd (per

week) 3 nvt

A4.2 Wat is doorgaans de beginleeftijd voor VVE?

2,5 jaar

A5 Kwaliteit leidsters/leerkrachten

A5.2 Alle leidsters/leerkrachten zijn toereikend gekwalificeerd (opleiding) 3 3

A5.3 Alle leidsters spreken voldoende Nederlands 3 3

A5.4 Alle leidsters zijn toereikend geschoold (voor het VVE-programma) 4 4*

A5.5 Er is een jaarlijks VVE-opleidingsplan 3* nvt

Toelichting:

Beide VVE-locaties voldoen nagenoeg aan de voorwaarden die gesteld zijn aan VVE. Alle pedagogisch medewerkers en leerkrachten zijn zelfs gecertificeerd voor het VVE-programma Basisontwikkeling en hebben daarnaast VVersterk als verdiepingscursus gevolgd. Dit vindt de inspectie een goed voorbeeld voor anderen. De vroegschool heeft echter besloten om een ander programma dan Basisontwikkeling te gaan hanteren, zodat dit beter aansluit bij hun visie op onderwijs en ontwikkeling.

In de Wet Kinderopvang is geregeld dat de GGD als toezichthouder alle geregistreerde kindcentra inspecteert. Dit heeft op peuterspeelzaal De Mieren in 2012 plaats gevonden, conform de

gemeentelijke afspraken met de GGD. Hierbij zijn de basisvoorwaarden voor de voorschoolse educatie (het zogenaamde achtste domein) getoetst.

Ook bij de doelgroepkinderen op vroegschool Octopus is er sprake van een ‘dubbele bezetting’ in groep 1 en 2. Er is een tutor (of IB-er) die op bepaalde vaste momenten in de week structureel met deze kinderen werkt.

Peuterspeelzaal De Mieren heeft geen jaarlijks VVE-opleidingsplan voor de pedagogisch

medewerkers kunnen overleggen. Wel is een overzichtslijst met de gevolgde cursussen aanwezig, waaruit blijkt dat van 2002 tot en met 2012 structureel (bij)scholing is gevolgd. Pedagogisch medewerkers hebben dit jaar workshops gevolgd in het teken van het Jonge Kind. Leerkrachten van basisschool Octopus zijn onlangs geschoold in het vroegtijdig signaleren van

taal/spraakproblemen. De inspectie heeft hierdoor een beeld gekregen van de gerealiseerde cursussen, zowel in de voor- als in de vroegschool. De lijst met de gevolgde scholingen zou wel meer vooraf beredeneerd, dus expliciet gepland, opgesteld kunnen worden ten behoeve van de kwaliteit van VVE.

(8)

B OUDERS De

Mieren Octopus

B1 Gericht ouderbeleid 2 2

B2 Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd 3 3*

B3 Intake 3* 3*

B4 Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen 3 3*

B5 Participatie in VVE-activiteiten in de voor/vroegschool 3 2

B6 Informeren over de ontwikkeling van hun kind 4 4

B7 Rekening houden met de thuistaal nvt 3

Toelichting:

Een gericht ouderbeleid, op basis van een analyse van de ouderpopulatie, ontbreekt zowel op de voor- als op de vroegschool.

Ouders van de voor- en vroegschool waarmee de inspectie een gesprek heeft gevoerd, konden duidelijk aangeven welke activiteiten hun kinderen krijgen aangeboden in het kader van voor- en vroegschoolse educatie. Minder duidelijk is om welke doelen het gaat. Op dit punt kunnen beide locaties nog winst boeken. Voor elke nieuwe peuter en kleuter is een ingevuld intakeformulier aanwezig. Dit formulier wordt in de komende periode aangepast, omdat betrokkenen de gegevens rond de thuissituatie missen bij de intake.

De spelleidster heeft als taak om ouders onder andere te stimuleren en te adviseren om thuis met hun peuter activiteiten te doen, die goed zijn voor de ontwikkeling.

Ouders van kleuters ontvangen een nieuwsbrief waarin bijvoorbeeld in een bijlage de aangeleerde

‘kapstokwoorden’ staan aangegeven, zodat ouders die woorden met hun kind kunnen herhalen.

Ook wordt ouderbetrokkenheid gerealiseerd door middel van de verteltas en/of de logeerbeer.

Terwijl de voorschool al structureel ouderactiviteiten in het kader van VVE organiseert, is dit voor de vroegschool nog een ontwikkelpunt. Basisschool Octopus gaat hieraan spoedig invulling geven, door onder meer een informatieavond te organiseren rond het thema spraak/taalontwikkeling. Dat doen ze in samenwerking met een extern deskundige.

Omdat alle ouders periodiek (tenminste twee keer per jaar) geïnformeerd worden over de ontwikkeling van hun peuter of kleuter op basis van observatie- (en toets)gegevens, vindt de inspectie dit een voorbeeld voor anderen, wat tot uiting komt door de waardering “4”.

De vroegschool heeft een overzicht waarop de thuistaal van de kinderen staat vermeld. Hierover is beleid geformuleerd: De Taalklas. Zo is er onder andere een Poolse tolk en onderhoudt de school tevens nauwe contacten met medewerkers van Vluchtelingenwerk die indien nodig

thuistaalondersteuning bieden.

C KWALITEIT VAN DE UITVOERING VAN VVE De Mieren Octopus

C1 Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma

C1.1 Een integraal VVE-programma 3 3*

C1.2 Werken met een doelgerichte planning 2 3

C1.3 Het aanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend 2 3 C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd 2 3 C2 Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat

C2.1 Het pedagogisch handelen van de leidsters/leerkrachten is respectvol 3 3 C2.2 De leidsters/leerkrachten hanteren duidelijke pedagogische

gedragsgrenzen 3 3

C2.3 De leidsters/leerkrachten stimuleren de sociale vaardigheden en de persoonlijke competenties van de kinderen

3 3 C2.4 De leidsters/leerkrachten tonen respect voor de autonomie van het

kind

3 3 C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en

taal-uitlokkend 3 3

Odin: 128109 Onderzoeksdatum: 09-10-2012 Pagina 8 van 11

(9)

 

C3 Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen

C3.1 Het educatief handelen van beide leidsters/leerkrachten is goed op elkaar afgestemd

3 3 C3.2 Er worden de hele 'dag' effectieve en gerichte activiteiten voor de

taalontwikkeling uitgevoerd

3 4 C3.3 De leidsters/leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen

kinderen 2 2

C3.4 De leidsters/leerkrachten stimuleren actieve betrokkenheid van de

kinderen en verrijken het spelen en werken 3 3

C3.5 De leidsters/leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van

aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen 3 3

C3.6 Het gedrag van de leidsters/leerkrachten met de kinderen is responsief 3 3 C3.7 De leidsters/leerkrachten stemmen de activiteiten af op verschillen in

de ontwikkeling van de individuele kinderen 3 3

Toelichting:

Er is VVE-aanbod in de vroegschool met een vrijwel nieuwe eigentijdse methode.

Daar waar dit aanbod duidelijk zichtbaar in doelen tot uiting komt in het groepsplan, ten behoeve van de verschillende onderwijsbehoeften van de kleuters, komt dit nog niet zo helder in beeld bij de voorschool. Daar staan de activiteiten slechts in grote lijnen aangegeven en vindt differentiatie naar ontwikkeling nog vooral impliciet plaats.

De inspectie heeft in de bezochte lessen kunnen waarnemen dat pedagogisch medewerkers en leraren respectvol omgaan met hun peuters en kleuters. Ze tonen oprecht belangstelling in het wel en wee van het kind.

De wijze waarop in de vroegschool in de Taalklas gericht gewerkt wordt aan de taaldoelen bij kleuters, vindt de inspectie dit een voorbeeld voor anderen. Binnenkort start in de school ook een Schakelklas.

Het bewust regisseren van situaties waarbij interactie tussen kinderen onderling plaats vindt, kan op beide VVE-locaties nog winst boeken. De waargenomen interactie richt zich nu nog vooral op die tussen volwassene en kind. Dat dit een aandachtspunt is, blijkt verder ook uit het ‘Werkplan VVE’ van de voorschool.

D ONTWIKKELING, BEGELEIDING EN ZORG De Mieren Octopus

D1 Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep

D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen 2* 3 D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine (tutor)groep

en het individuele kind 2* 3

D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg 3 3 D1.4 Specifieke aandacht bij de begeleiding en zorg voor de

taalontwikkeling 3 3

D2 Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen D2.1 Leidsters/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voor- resp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg

3 3

D2.2 Leidsters/leerkrachten melden kinderen aan voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren

3 3 D2.3 De leidsters/leerkrachten blijven de ontwikkeling van kinderen met

extra zorg bijhouden

3 3

Toelichting:

Het ‘Kindvolgsysteem voor observatie en overdracht’ van peuterspeelzaal De Mieren brengt de ontwikkeling van het driejarige kind op drie belangrijke onderdelen in kaart: de sociaal-emotionele ontwikkeling, taal- en speelleerontwikkeling en de motoriek. Omdat de ontwikkeling van de ontluikende gecijferdheid (rekenen) niet in dit systeem is opgenomen, is het volgen van de brede ontwikkeling nog een ontwikkelpunt voor de voorschool. Verder hanteert de voorschool het protocol ‘Vroegsignalering Spraak/taalstoornissen’. Rond het derde jaar wordt het kind gescreend aan de hand van taalkaarten. De bevindingen uit de screening worden genoteerd en vervolgens

(10)

met de ouders doorgesproken. Pedagogisch medewerkers stellen bij het observeren naar eigen inzicht vast of de ontwikkeling van een kind naar wens verloopt. Deze gegevens worden vervolgens met de ouders besproken. Indien het een zorgkind betreft wordt een

besprekingsformulier ingevuld en wordt actie ondernomen. Deze hulp is echter alleen op

hoofdlijnen vastgelegd, en verder niet uitgewerkt. Op het terrein van planmatige begeleiding en zorg is dit voor peuterspeelzaal De Mieren dan ook nog een ontwikkelpunt.

De vroegschool hanteert een leerlingvolgsysteem en een gestandaardiseerd observatie-instrument waarmee de brede ontwikkeling gevolgd kan worden. Voor de hele groep werkt de vroegschool met een groepsplan Taal en voor de kinderen met extra zorg is de planmatige hulp vastgelegd in een individueel handelingsplan.

De onderwijsbehoeften van de tutorkinderen zijn vastgelegd in een overzicht. Met dit laatste is basisschool Octopus overigens pas gestart.

Peuterspeelzaal De Mieren en basisschol Octopus blijven zelf ook de ontwikkeling volgen van de kinderen die (ook) externe zorg krijgen.

E KWALITEITSZORG BINNEN DE VOOR- C.Q. VROEGSCHOOL De Mieren Octopus E1 Er is VVE-coördinatie in de voor- c.q. vroegschool 4* 4*

E2 De voor- c.q. vroegschool evalueert de kwaliteit van VVE regelmatig 3 3*

E3 De voor- c.q. vroegschool evalueert de opbrengsten van alle kinderen 2 3 E4 De voor- c.q. vroegschool formuleert op basis van evaluaties

verbetermaatregelen en voert die aantoonbaar en planmatig uit 3 3 E5 De voor- c.q. vroegschool borgt de kwaliteit van haar educatie 3 3

E6 In de kwaliteitszorg van de basisschool wordt ook specifiek naar VVE gekeken

nvt 3

Toelichting:

Zowel op voorschool De Mieren als op vroegschool Octopus is er iemand, die tot taak heeft om de voorschoolse educatie te coördineren. Beide coördinatoren vormen op hun beurt samen met de coördinator van de gemeente Boekel/Venhorst de ‘coördinatiegroep Onderwijsachterstanden’. Uit de verslaglegging en de toelichting daarop blijkt dat deze groep een lange tijd niet bij elkaar is geweest, maar door diverse ontwikkelingen is er weer nieuw leven ingeblazen. De uitkomsten uit dit overleg bundelt de groep tot een notitie, die vervolgens besproken wordt in het overleg met College van B en W. De inspectie vindt de wijze waarop betrokkenen belang geven aan het uitvoeren van VVE, dan ook een voorbeeld voor anderen.

De betrokkenen in zowel de voor- als de vroegschool bespreken structureel de effecten die VVE opleveren. Dit blijkt uit onder meer de verslagen, zoals de recente ‘Terugblik op

onderwijsachterstandenbeleid’ en de opzet van de Taal(schakel)klas.

In het kader van het onderwijsachterstandenbeleid worden de resultaten van alle kinderen uit groep 1-2 regelmatig geëvalueerd. Dit blijkt uit de overzichten waarop de kinderen, met hun leerlingengewicht en score staan vermeld. De inspectie wijst hierbij op de mogelijkheid om uit de lijst van gegevens de kinderen met een VVE-achtergrond, nader uit te lichten en te relateren in het belang van VVE.

De uitkomsten hiervan kunnen als effecten van de vroegschoolse educatie opgenomen worden in de schoolgids. Dit is nu nog niet het geval.

F DOORGAANDE LIJN De Mieren Octopus

F1 Er is VVE-coördinatie tussen de voor- en vroegschool 3 3 F2 Er is concreet beleid om zoveel mogelijk kinderen te laten doorstromen

naar een vroegschool

3* 3 F3 De voor- en vroegschool zorgen voor een warme overdracht 4 4*

F4 Het aanbod van de voor- en de vroegschool zijn op elkaar afgestemd 2 2 F5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de voor- en

vroegschool is op elkaar afgestemd 2 2

F6 De manier om met ouders om te gaan op de voor- en de vroegschool is

op elkaar afgestemd 2 2

F7 De interne begeleiding en zorg op de voor- en vroegschool zijn op elkaar

afgestemd 2 2

Odin: 128109 Onderzoeksdatum: 09-10-2012 Pagina 10 van 11

(11)

Toelichting:

Er is op gemeentelijk niveau geen beleidsafspraak om zoveel mogelijk kinderen te laten

doorstromen naar een vroegschool waar VVE aangeboden wordt. De pedagogisch medewerkers van peuterspeelzaal De Mieren stimuleren ouders echter wel om dit te doen, om zo een

doorgaande lijn te kunnen borgen. Ouders met wie de inspectie heeft gesproken blijken die doorgaande lijn ook belangrijk te vinden voor hun kind.

Net voor het derde en het vierde levensjaar registreert peuterspeelzaal De Mieren op een

overdrachtsformulier de gegevens rondom de ontwikkeling van de peuter en overlegt hierover met de vroegschool. Dit gebeurt voor alle kinderen en niet alleen de zorgkinderen. De inspectie

waardeert deze wijze van warme overdracht dan ook met een ‘4 ‘.

Er zijn tussen de voor- en vroegschool nog geen concrete afspraken gemaakt over de doorgaande lijn in het aanbod (bijvoorbeeld door met elkaar de te behandelen thema’s vast te leggen) en over het pedagogisch klimaat (bijvoorbeeld over de manier waarop leerkrachten de kinderen

aanspreken).

Dit geldt eveneens voor het ouderbeleid (hoe ouders te betrekken bij VVE) en het zorgbeleid (interne begeleiding en zorg) waar nog geen afspraken gemaakt zijn.

De bereidheid daartoe is bij de VVE-partners groot en het zal slechts een kwestie van tijd zijn om deze afspraken formeel op te nemen in het VVE-beleid.

G OPBRENGSTEN VAN VVE De Mieren

Octopus G1 De resultaten worden gemeten conform de gemeentelijk afspraken nvt nvt

G2 De resultaten zijn van voldoende niveau nvt nvt

G3 Verlengde kleuterperiode nvt 3

Toelichting:

Op gemeentelijk niveau zijn slechts in algemene zin afspraken gemaakt over de te bereiken

resultaten met VVE. De VVE-locaties hebben dan ook nog geen resultaten die bereikt zijn met VVE kunnen overleggen aan de inspectie. De opbrengsten heeft de inspectie daarom niet kunnen beoordelen.

Het percentage kleuters dat afgelopen schooljaar kleutergroepverlenging had ligt onder de landelijke norm.

4. VERVOLGAFSPRAKEN

Het bezoek heeft geen aanleiding gegeven voor het maken van vervolgafspraken.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze kan worden verstevigd door nog meer gericht en beleidsmatig aan te geven wat de kwaliteit van VVE moet zijn voor Roots en De Horizon en dit te vertalen in een

Voor de betreffende peuters die tussen de zomer- en kerstvakantie instromen in groep 1 wordt de tutorbegeleiding in groep 1 niet op dezelfde wijze doorgezet. De tutorbegeleiding

De locatie is er nog niet aan toegekomen toetsbare en meetbare doelen te stellen voor de kwaliteit van de VVE uitvoering,zoals bijvoorbeeld het woordenschataanbod en deze te

Voor een voldoende oordeel op dit onderdeel is het echter nodig dat ouders geïnformeerd worden over het ambitieniveau van de voor- en vroegschool en ook over de doelen ten aanzien

F1 Er is VVE-coördinatie tussen de voor- en vroegschool 2 2 F2 Voldoende kinderen stromen door naar de bijbehorende vroegschool 3 -. F3 De voorschool zorgt voor een

1 Er is VVE-coördinatie tussen de voor- en vroegschool 4 2 Voldoende kinderen stromen door naar de bijbehorende vroegschool 3 3 De voorschool zorgt voor een warme overdracht 4

De inspectie concludeert dat in peuterspeelzaal De Rolwip en basisschool De Eiber de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie op meerdere aspecten van voldoende niveau is..

Alle ouders van zowel de voor- als de vroegschool worden periodiek (tenminste twee keer per jaar) geïnformeerd over de ontwikkeling van hun kind op basis van observatie- (en toets-)