VVE-RAPPORT
DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN
DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE
PEUTERSPEELZAAL DE TOVERFLUIT BASISSCHOOL DE TROUBADOUR
Locatie : De Toverfluit
: De Troubadour
Brinnr. : 15EJ
Plaats : 3122 TA Schiedam
Reg.nr. : 2960015
Onderzoeksnummer : 12248 + 12247 Datum onderzoek : 27-5-2010 Datum vaststelling rapport : 21-9-2010
1. INLEIDING
Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE). VVE is bedoeld voor jonge kinderen die
onvoldoende zijn toegerust voor een soepele instroom in groep 3 van het basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken.
In dit rapport worden de volgende onderwerpen besproken:
De voorwaarden van VVE
De ouders
De kwaliteit van de educatie
Het VVE-programma, zoals dat wordt aangeboden
Het pedagogisch klimaat
Het educatief handelen
De ontwikkeling, zorg en begeleiding
De kwaliteitszorg
De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool
De resultaten van VVE
Elk van de VVE-kwaliteitsaspecten is uiteengelegd in indicatoren. Als een indicator beoordeeld wordt, gebeurt dat doorgaans met de volgende oordelen:
1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig
Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden.
2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk
Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt.
3. Voldoende
4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen
Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren.
Opbouw van het rapport
Hoofdstuk 2 beschrijft het totaalbeeld van het onderzoek. De beoordeelde onderwerpen
(indicatoren) staan in hoofdstuk 3, met eerst de oordelen en daarna een toelichting als dat nodig is. Als er op basis van dit onderzoek afspraken gemaakt zijn, staan die in hoofdstuk 4.
Groepsinformatie peutergroepen:
Aantal peuters in groep 1: 15, waarvan 9 doelgroeppeuters Aantal peuters in groep 2: 14, waarvan 11 doelgroeppeuters
Groepsinformatie kleutergroepen:
Aantal kleuters in groep 1/2:28 waarvan 24 doelgroepkleuters
2. HET TOTAALBEELD
Basisschool De Troubadour en peuterspeelzaal De Toverfluit werken met het VVE-programma Startblokken/Basisontwikkeling. In de afgelopen periode heeft er een revitalisering van het VVE- beleid plaatsgevonden op de basisschool, waarbij het team van de peuterspeelzaal zich heeft aangesloten. Een enthousiast schoolteam heeft zijn schouders eronder gezet om een
verdiepingsslag te maken in het lesgeven volgens het thematisch onderwijs. Uitgangspunt is het spelend leren in een pedagogisch klimaat waar respect voor elkaar is, de gedragsregels duidelijk worden gehanteerd en de kleuters zichtbaar plezier hebben in hun opdrachten. De ontwikkeling van de kleuters die bijna allemaal tot de doelgroep behoren, is in lijn met de
ontwikkelingsleerlijnen, die voor de verschillende ontwikkelingsgebieden zijn opgesteld. De taalontwikkeling binnen de peuterspeelzaal verdient aandacht en kan verder ontwikkeld worden door middel van werkvormen, die het jonge kind uitdagen en uitnodigen tot actief taalgebruik.
Het ouderbeleid dat als doel heeft zoveel mogelijk ouders te bereiken is creatief te noemen en passend bij deze tijd en ouderpopulatie.
Via het VVE-jaarverslag/jaarplan maakt de school duidelijk dat VVE goed geëvalueerd wordt en dat aan de hand daarvan verbeterplannen voor het nieuwe schooljaar opgesteld worden.
Daarmee is de kwaliteitszorg binnen de peuterspeelzaal en de school goed op orde en kan gelden als een voorbeeld voor anderen.
3. BEOORDELING VAN DE KWALITEITSASPECTEN
A CONTEXT EN CONDITIES PSZ- De
Toverfluit OBS- De Troubadour 0.1 Er is een recent GGD-rapport beschikbaar 3
0.2 De voorschool voldoet aan de VVE-subsidievoorwaarden 3 3 1 Goedgekeurd VVE-programma
1.1 Naam/namen van programma(s) PSZ: Startblokken
OBS: Basisontwikkeling
1.2 Wat is de kwaliteit van het programma? 3 3
2 De groepsgrootte voldoet aan de lokale maximumeisen 3 - 3 Leidster - kind ratio ("dubbele bezetting") 3 3 4 VVE-tijd
4.1 De peuters bezoeken de voorschool gedurende voldoende tijd (per
week) 3 -
4.2 De totale, geplande VVE-periode van de kinderen is van voldoende
duur 3 3
5 Beroepskrachten: kwaliteit en aantal
5.2 Alle beroepskrachten zijn toereikend gekwalificeerd (opleiding) 3 3 5.3 Alle beroepskrachten spreken voldoende Nederlands 3 3 5.4 Alle beroepskrachten zijn toereikend geschoold (voor het vve-
programma) 3 3
B OUDERS
1 Gericht ouderbeleid 2 2
2 Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd 3 3
3 Intake 3 3
4 Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen 2 3 5 Participatie in VVE-activiteiten in de voorschool 3 -
6 Informeren over de ontwikkeling van hun kind 3 3
7 Rekening houden met de thuistaal 2 2
C KWALITEIT VAN DE UITVOERING VAN VVE (=
PROCESKWALITEIT)
PSZ- De Toverfluit
OBS- De Troubadour 1 Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma
1.1 Een goedgekeurd VVE-programma 3 3
1.2 Werken met een doelgerichte planning 3 3
1.3 Het aanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend 2 3 1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt
gedifferentieerd 2 3
2 Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat
2.1 Het pedagogisch handelen van de leidsters is respectvol 3 3 2.2 De leidsters hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen 3 3 2.3 De leidsters stimuleren de sociale vaardigheden en competenties van
de kinderen 3 3
2.4 De leidsters stimuleren de zelfstandigheid van de kinderen 2 3 2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en
taal-uitlokkend 2 3
3 Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen 3.1 Het educatief handelen van beide leidsters is goed op elkaar afgestemd
3 3 3.2 Er worden effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling
uitgevoerd 2 2
3.3 De leidsters bevorderen de interactie met en tussen kinderen 2 3 3.4 De leidsters stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en
verrijken het spelen en werken
2 3 3.5 De leidsters bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag
(strategieën) bij de kinderen 3 3
3.6 Het gedrag van de leidsters met de kinderen is responsief 2 3 3.7 De leidsters stemmen de activiteiten af op verschillen in de
ontwikkeling van het individuele kind
3 3
D ONTWIKKELING, BEGELEIDING EN ZORG PSZ- De
Toverfluit OBS- De Troubadour 1 Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep
1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen 3 3 1.2 Bepalen van de begeleiding voor: de hele groep, de kleine/ tutor
groep, het individuele kind 2 3
1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg 3 3 1.4 Specifieke aandacht voor de taalontwikkeling 3 3 2 Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen
2.1 Kinderen die zorg nodig hebben die de voorschool niet kan leveren,
zijn bij de leidsters bekend 3 3
2.2 Leidsters melden kinderen aan voor externe zorg, wanneer de voorschool de gewenste zorg niet kan leveren
3 3 2.3 De leidsters blijven de ontwikkeling van kinderen met extra zorg
bijhouden
3 3
E Kwaliteitszorg binnen de voor- c.q. vroegschool
1 Er is VVE-coördinatie in de voor- c.q. vroegschool 3 4 2 De voor- c.q. vroegschool evalueert de kwaliteit van haar VVE 3 4 3 De voor- c.q. vroegschool evalueert de opbrengsten van alle kinderen - - 4 De voor- c.q. vroegschool formuleert op basis van evaluaties
verbetermaatregelen en voert die aantoonbaar en planmatig uit 3 4 5 De voor- c.q. vroegschool borgt de kwaliteit van haar educatie 3 4
1 Er is VVE-coördinatie tussen de voor- en vroegschool 4 2 Voldoende kinderen stromen door naar de bijbehorende vroegschool 3 3 De voorschool zorgt voor een warme overdracht 4 4 Het aanbod van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd 4 5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de voor- en
vroegschool is op elkaar afgestemd 2
6 De voor- en vroegschool gaan op een vergelijkbare manier met ouders
om 3
7 De interne begeleiding en zorg zijn op de voor- en vroegschool op een
gelijke wijze georganiseerd 3
G OPBRENGSTEN VAN VVE
1 Er zijn weinig kinderen met een verlengde kleuterperiode 3 2 De resultaten worden gemeten conform de afspraken -
3 De resultaten zijn van voldoende niveau -
Toelichting B. Ouders
De peuterspeelzaal en de basisschool werken actief samen met de ouders. In de jaarplanning staan de verschillende thema’s genoemd en bij de voorbereiding en uitwerking worden de ouders door een brief geïnformeerd. Zij krijgen de woordenlijsten van het thema, suggesties voor
taalspelletjes en knutselideeën vooraf en tijdens het thema. De leidsters kunnen bij het geven van de schriftelijke informatie aan de ouders mondeling toelichten hoe zij de activiteiten kunnen doen en vervolgens om een terugkoppeling vragen aan de ouders. Een aandachtspunt is, dat de ouders de communicatie niet altijd als optimaal ervaren en dat de schriftelijke informatie niet wordt begrepen. Leidsters kunnen informeren of het is begrepen en inspelen op de thuistaal om de communicatie tussen ouders en leidsters te versterken (B 6.4/6.7).
Bij de school is de ouderparticipatie sterk in ontwikkeling met als doel zoveel mogelijk ouders te bereiken. De ouderkamer wordt onder de aandacht gebracht bij de ouders van de peuters en kleuters. Ouders worden gericht betrokken bij de verschillende VVE-activiteiten en persoonlijk uitgenodigd voor de verschillende ouderbijeenkomsten. Ook de deelname van ouders bij de verschillende VVE-activiteiten neemt toe, zoals bij het gezamenlijk afsluiten van een thema. Het ontbreekt echter nog aan een beschrijving/verantwoording van deze praktische aanpak (B 6.1).
C. Kwaliteit van de uitvoering
Het taalaanbod kan in de peuterspeelzaal gevarieerder worden gemaakt. De peuters komen tot weinig actief taalgebruik in de groep. Taal is nabootsing en door middel van opzegversjes, rijmpjes, aftelspelletjes en in een gevorderd stadium kwelspreuken, kan met de peuters de spreektaal worden geactiveerd. Belangrijk is dat de peuters plezier in de taal hebben.
(C1.3/1.4/2.5).
Zo kan ook de inrichting van de ruimte rijker en uitdagender voor de peuters worden gemaakt, zodat deze meer spel- en taaluitlokkend wordt. Het spelmateriaal kan worden aangevuld met levensechte materialen die voor jonge kinderen uitnodigend zijn om tot spel te komen. Vervolgens kan het jonge kind in dit spel met taal begeleid worden en de handelingen van het kind door de leidster worden benoemd (C2.4/2.5).
Het educatief handelen is een belangrijk aspect van VVE. Door kansrijke momenten te herkennen en te benutten kunnen de leidsters en leerkrachten actief de ontwikkeling van de kinderen stimuleren. Dit aspect is op sommige onderdelen - en met name in de peuterspeelzaal - nog een ontwikkelpunt. Ook tijdens het spel kunnen de leidsters – maar ook de leerkrachten - nog meer bewust met taal bezig zijn door handelingen te benoemen, open vragen te stellen, woorden te herhalen, enz. (C3.2/3.3/3.4/3.6).
D. Ontwikkeling, begeleiding en zorg
Het volgen van ontwikkeling van de peuters is een belangrijk punt van aandacht binnen VVE. Het gaat om het opsporen van knelpunten in de ontwikkeling van kinderen. Dit wordt gedaan met behulp van het observatiesysteem Horeb en de kinderdagboeken. De tutoring kan in de
peuterspeelzaal nog verder benut worden. De informatie uit het individuele volgsysteem wordt op dit moment nog niet volledig benut voor een planmatig en op maat gesneden aanbod aan kleine groepjes peuters, afhankelijk van de ontwikkelingsfase (D1.2).
E. Kwaliteitszorg
Er zijn twee VVE-coördinatoren voor de voor- en vroegschool, die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering en de kwaliteit van de VVE. Het VVE-jaarverslag/jaarplan dragen bij aan een
systematische evaluatie, een planmatige aanpak en de borging van verbeteringen. Er is een voortdurende aandacht voor de professionaliteit van de leerkrachten en de kwaliteit van het programma. Om de kwaliteit te waarborgen voeren de VVE-coördinatoren groepsbezoeken uit per groep.
Het evalueren van de opbrengsten wordt nog niet beoordeeld omdat er vanuit de gemeente met de schoolbesturen nog geen concrete opbrengsten geformuleerd zijn (E3.1/3.2/3.4/3.5/3.6).
F. Doorgaande lijn
De peuterspeelzaal en de school hebben structureel overleg over de uitvoering van VVE en hebben een gezamenlijke planning. De coördinatoren zorgen ervoor dat de taken worden uitgevoerd en verder ontwikkeld en bewaken de doorgaande lijn.
Niet alle peuters van De Toverfluit stromen door naar de basisschool De Troubadour, omdat er ook met de basisschool De Regenboog locatie Groenoord wordt samengewerkt. Echter de inhoudelijke samenwerking van De Toverfluit is met De Troubadour, mede omdat zij in één gebouw zijn gehuisvest.
Niet alleen de zorgleerlingen, maar alle leerlingen worden besproken bij de overdracht van gegevens van de kinderen. Door de afstemming sluit de basisschool met haar aanbod goed aan met haar aanbod waardoor de doorgaande lijn wordt gewaarborgd.
De doorgaande lijn kan nog een extra impuls krijgen wanneer de leidsters en leraren hun
pedagogisch en educatief handelen op elkaar afstemmen. Bijvoorbeeld door vaker bij elkaar in de groepen te kijken en afspraken te maken over de hanteren regels en rituelen in de groepen.
(F4.1/4.2/4.3/4.4/4.5).
G. Opbrengsten
De leerresultaten worden niet beoordeeld omdat er noch door de gemeente en schoolbesturen, noch door de voor- en vroegschool concrete doelen voor VVE gesteld zijn.