VVE-RAPPORT
DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN
DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE
PEUTERSPEELZAAL DE RAKKERTJES BASISSCHOOL DE PALSTER
Locaties : De Rakkertjes
: De Palster
Brinnummer : 09WU
Plaats : Culemborg
Registratienummer : 3246140
Onderzoeksnummer : 15405 + 15404 Datum onderzoek : 28-11-2011 Datum vaststelling rapport : 27-02-2012
1. INLEIDING
Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE). VVE is bedoeld voor jonge kinderen die
onvoldoende zijn toegerust voor een soepele instroom in groep 3 van het basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken.
In dit rapport worden de volgende onderwerpen besproken:
De voorwaarden van VVE
De ouders
De kwaliteit van de educatie
Het VVE-programma, zoals dat wordt aangeboden
Het pedagogisch klimaat
Het educatief handelen
De ontwikkeling, zorg en begeleiding
De kwaliteitszorg
De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool
De resultaten van VVE
Elk van de VVE-kwaliteitsaspecten is uiteengelegd in indicatoren. Als een indicator beoordeeld wordt, gebeurt dat doorgaans met de volgende oordelen:
1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig
Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden.
2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk
Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt.
3. Voldoende
4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen
Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren.
Opbouw van het rapport
Hoofdstuk 2 beschrijft het totaalbeeld van het onderzoek. De beoordeelde onderwerpen
(indicatoren) staan in hoofdstuk 3, met eerst de oordelen en daarna een toelichting als dat nodig is. Als er op basis van dit onderzoek afspraken gemaakt zijn, staan die in hoofdstuk 4.
Groepsinformatie peutergroepen
Aantal peuters in groep a: 16, waarvan 8 doelgroeppeuters.
Groepsinformatie kleutergroepen
Aantal kleuters in groep a: 27, waarvan 9 doelgroepkleuters.
Aantal kleuters in groep b: 26, waarvan 9 doelgroepkleuters.
2. HET TOTAALBEELD
De Rakkertjes
Peuterspeelzaal De Rakkertjes is gehuisvest in het gebouw van De Palster - pal naast de
kleutergroepen - in Culemborg-oost. De Rakkertjes valt onder het bevoegd gezag van de Stichting RK Peuterspeelzalen, pendant van de Stichting RK Primair Onderwijs bevoegd gezag waar De Palster onder valt. De aansturing van voor- en vroegschool is in handen van de directeur van De Palster.
De Rakkertjes telt acht doelgroeppeuters, geïndiceerd volgens de 'oude'' regeling, zoals dat ook het geval is bij de overige VVE-peuterspeelzalen in Culemborg. Dit kalenderjaar zal De Rakkertjes voor de laatste doelgroeppeuters de tijd uitbreiden tot de vereiste vier dagdelen.
Dit komt omdat de nieuwe regeling (twee dagdelen voor reguliere peuters en vier voor doelgroeppeuters) pas in de loop van 2011 is ingegaan.
In september 2011 is een tweede leidster in de groep gestart. Een aantal zaken wordt dit schooljaar meer systematisch aangepakt, zoals de uitvoering van Piramide en observatie en begeleiding van peuters. Eén van de leidsters is tevens onderwijsassistent in groep 1-2.
Dit komt de doorgaande lijn ten goede. Er is regelmatig contact en overleg tussen de leraren en de leidsters.
De Palster
De Palster is al een aantal jaren VVE-locatie en had een ‘schakelklas’. Op basis van het aantal leerlingen met een extra formatiegewicht in de onderbouw is De Palster opnieuw aangemerkt als VVE-locatie: op de gemeentelijke peildatum mei 2011 behoorde 44% van de kleuters tot de doelgroep (leerlingengewicht en kleuters met een D- of E-score).
Dit schooljaar is en wordt aan VVE verder vorm en inhoud gegeven. Zo werken de leraren structureel en planmatig met Piramide, is de tutoring uitgewerkt en zijn er aanzetten voor het ouderbeleid. Het educatief en pedagogisch handelen van de leraren is in orde.
Ontwikkelpunten voor de voor- en vroegschool liggen vooral op het terrein van de kwaliteitszorg en het ouderbeleid. Kansen liggen er op het gebied van zorg en begeleiding ter ondersteuning van en afstemming met de voorschool.
3. DE OORDELEN MET EEN TOELICHTING ALS DAT NODIG IS
Naam gemeente De Rakkertjes : Culemborg
De Palster : Culemborg
A CONDITIES De
Rakkertjes De Palster
A0.1 Er is een recent GGD-rapport beschikbaar 2 nvt
A0.2 In het rapport zijn de basisvoorwaarden voor voorschoolse educatie getoetst
2 nvt A1 Een integraal VVE-programma
A3 Leidster - kind ratio ("dubbele bezetting") 3 3 A4 Voldoende VVE-tijd
A4.1 De peuters bezoeken de voorschool gedurende voldoende tijd (per
week) 3 nvt
A4.2 Wat is doorgaans de beginleeftijd voor VVE? De Rakkertjes: 2,5 A5 Kwaliteit beroepskrachten
A5.2 Alle beroepskrachten zijn toereikend gekwalificeerd (opleiding) 3 3 A5.3 Alle beroepskrachten spreken voldoende Nederlands 3 3 A5.4 Alle beroepskrachten zijn toereikend geschoold (voor het VVE-
programma) 3 3
A5.5 Er is een jaarlijks VVE-opleidingsplan 3 3
De Rakkertjes
(A0.1) Het GGD-rapport dateert van januari 2009 en is dus verouderd. Inmiddels is bekend dat de GGD in 2012 inspecties zal uitvoeren op de peuterspeelzalen in Culemborg.
(A0.2) Omdat de GGD destijds alleen de algemene voorwaarden heeft getoetst, beoordeelt de inspectie in dit rapport de VVE-voorwaarden A1 tot en met A5. Deze zijn alle in orde.
(A3) Met ingang van dit schooljaar is de dubbele bezetting gerealiseerd.
(A4.1) De afspraken rond uitbreiding naar vier dagdelen voor doelgroeppeuters zijn recent gemaakt in Culemborg. Op De Rakkertjes zijn nog enkele doelgroeppeuters waarvoor uitbreiding aan de orde is zodra er ruimte vrijkomt. Dit kalenderjaar is voor alle doelgroeppeuters vier dagdelen beschikbaar.
De Palster
(A3) De onderwijsassistent verzorgt vier dagdelen tutoring; zij is tevens peuterleidster op De Rakkertjes.
(A5.4) De leraren en de leidsters hebben tijdens een opfriscursus Piramide een scholing rond het observatie-instrument gevolgd. Daarnaast worden zij dit schooljaar door een externe instantie begeleid in het werken met Piramide.
B OUDERS De
Rakkertjes De Palster
B1 Gericht ouderbeleid 2 2
B2 Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd 2 2
B3 Intake 3 3
B4 Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen 2 2 B5 Participatie in VVE-activiteiten in de voor/vroegschool 2 2
B6 Informeren over de ontwikkeling van hun kind 3 3
B7 Rekening houden met de thuistaal 3 3
De Rakkertjes
(B1) Via onder meer een speciale gids worden ouders geïnformeerd over de werkwijze in de peuterspeelzalen De Rakkertjes en Augustinus. In deze gids staan algemene zaken (inschrijving, aantal dagdelen, e.d.) maar ook gegevens over VVE, waaronder de doorgaande lijn. Hoewel ouders er in de gids op wordt gewezen dat zij een belangrijke taak hebben in de begeleiding van hun kind met (risico op) taalachterstand, is specifiek beleid voor de ouders van de
doelgroepleerlingen nog in de opstartfase. Op dit moment is onduidelijk in hoeverre de peuterspeelzaal deze ouders daadwerkelijk bereikt en op welke wijze ze gerichte acties onderneemt om deze ouders (nog) meer bij de peuterspeelzaal te betrekken.
(B2) Nog dit kalenderjaar wordt een speciale bijeenkomst georganiseerd voor doelgroepouders (voor- en vroegschool) en krijgen zij uitleg over VVE. Dat is positief. Voor een voldoende oordeel op dit onderdeel is het echter nodig dat ouders geïnformeerd worden over het ambitieniveau van de voor- en vroegschool en ook over de doelen ten aanzien van de ouders.
(B4) Naast een algemene nieuwsbrief op schoolniveau met onder andere informatie over het thema (die in de peuterspeelzaal en in de groepen 1-2 hetzelfde zijn) krijgen de ouders speciale themafolders. Hierin staan suggesties voor de ouders en de woorden die in het thema aan de orde komen. Er zijn dus maatregelen genomen om de ouders te stimuleren thuis
ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen. Voor een voldoende oordeel op dit onderdeel geldt echter ook als criterium dat een substantieel deel van de ouders dat daadwerkelijk doet. Daar is nog geen zicht op.
(B5) Hoewel er incidenteel activiteiten zijn voor ouders, ontbreekt beleid op dit punt.
(B6) Tot nu toe voerde de leidster informele gesprekken met ouders, op incidentele basis. Dit schooljaar (twee leidsters) is gestart met een systematische aanpak. De inspectie beoordeelt dit onderdeel daarom als voldoende, met de kanttekening dat de uitvoering goeddeels nog moet gebeuren.
De Palster
(B1) Via onder meer de schoolgids en nieuwsbrieven worden ouders geïnformeerd over de werkwijze in de kleutergroepen. De schoolgids maakt melding van samenwerking met peuterspeelzaal De Rakkertjes en van het belang van actieve betrokkenheid van de ouders.
Specifiek beleid voor de ouders van de doelgroepleerlingen is - in samenwerking met de
peuterspeelzaal - in de opstartfase. Plan is om binnenkort een bijeenkomst te beleggen voor de doelgroepouders en informatie te geven over VVE.
Ontwikkelpunt is om ouderbeleid te formuleren aan de hand van een analyse van de
ouderpopulatie en daarbij onder andere aandacht te besteden aan de volgende zaken: de doelen ten aanzien van de ouders in de vroegschool, het ambitieniveau van de vroegschool, de manier waarop de school ouders betrekt bij VVE-activiteiten in de vroegschool, en de manier waarop ouders worden gestimuleerd om thuis activiteiten met hun kind uit te voeren. Ook de manier waarop de feitelijke participatie wordt gevolgd, hoort bij het ouderbeleid.
(B2) Nog dit kalenderjaar wordt een speciale bijeenkomst georganiseerd voor doelgroepouders en krijgen zij onder andere uitleg over VVE. Dat is positief. Voor een voldoende oordeel op dit onderdeel is het ook nodig dat ouders geïnformeerd worden over het ambitieniveau van de voor- en vroegschool en ook over de doelen ten aanzien van de ouders.
(B4) Dit schooljaar is men gestart met speciale themafolders. Hierin staan suggesties voor de ouders en de woorden die in het thema aan de orde komen. Er zijn dus maatregelen genomen om de ouders te stimuleren thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen. Voor een voldoende oordeel op dit onderdeel geldt echter ook als criterium dat een substantieel deel van de ouders dat daadwerkelijk doet. Daar is nog geen zicht op.
(B5) Behalve de dagelijkse inloop zijn er vrijwel geen gerichte activiteiten voor ouders. Beleid op dit punt is gewenst.
C KWALITEIT VAN DE UITVOERING VAN VVE De Rakkertjes De
Palster C1 Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma
C1.1 Een integraal VVE-programma 3 3
C2.1 Het pedagogisch handelen van de leidsters/leerkrachten is respectvol 3 3 C2.2 De leidsters/leerkrachten hanteren duidelijke pedagogische
gedragsgrenzen
3 3 C2.3 De leidsters/leerkrachten stimuleren de sociale vaardigheden en de
persoonlijke competenties van de kinderen 3 3
C2.4 De leidsters/leerkrachten tonen respect voor de autonomie van het
kind 3 3
C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taal-
uitlokkend 3 3
C3 Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen
C3.1 Het educatief handelen van beide leidsters/leerkrachten is goed op
elkaar afgestemd 3 3
C3.2 Er worden effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling
uitgevoerd 3 3
C3.3 De leidsters/leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen kinderen
2 3 C3.4 De leidsters/leerkrachten stimuleren actieve betrokkenheid van de
kinderen en verrijken het spelen en werken
3 3 C3.5 De leidsters/leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van
aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen 3 3
C3.6 Het gedrag van de leidsters/leerkrachten met de kinderen is responsief 3 3 C3.7 De leidsters/leerkrachten stemmen de activiteiten af op verschillen in
de ontwikkeling van de individuele kinderen
3 3
De Rakkertjes
(C1.4) Met ingang van dit schooljaar gebeurt de uitvoering van Piramide planmatig, op basis van voorbereiding van de thema’s en een weekplanning. Hierdoor is er voldoende structuur - ook voor de tutoring - en kan erop worden vertrouwd dat de verschillende tussendoelen voor de brede ontwikkeling - waaronder de taalontwikkeling - systematisch aan bod komen. De afstemming op verschillen tussen peuters is echter nog tamelijk impliciet; de meeste activiteiten worden in de 'grote kring' aangeboden. Gerichte differentiatie naar leeftijd (jongste en oudste peuters) en/of ontwikkelingsniveau moet nog van de grond komen.
(C3.3) Hoewel de leidsters volop meedoen aan spel van de peuters en hen ook stimuleren door vragen te stellen, stellen zij over het algemeen gesloten vragen en zijn zij te veel zelf aan het woord. Hierdoor is er weinig interactie en wordt de taalproductie van peuters onvoldoende
gestimuleerd. Het is dan ook van belang om het handelingsrepertoire uit te breiden zodat peuters actief worden gestimuleerd om te communiceren, zowel met de leidsters als met elkaar.
De Palster
(C1.1) Het aanbod in de kleutergroepen wordt vanaf dit schooljaar geheel gebaseerd op Piramide.
Ook werken de leraren nu volgens de richtlijnen van Piramide. Er is een duidelijke planning en structuur, inclusief voorbereiding van het thema, en uitwerking van de weekplanning en van de tutoractiviteiten.
(C1.4) Omdat de leraren Piramide systematisch gebruiken mag worden verwacht dat alle ontwikkelingsgebieden, waaronder de taalontwikkeling, systematisch aan de orde komen. In de groepsplannen en de lesobservaties is zichtbaar dat zij rekening houden met verschillen tussen (groepen) leerlingen. De tutor verzorgt preteaching en houdt bij of de doelgroepkleuters de
woorden - actief of passief - beheersen. De tutoring gebeurt frequent, namelijk vier keer per week.
(C2.5) De inrichting met hoeken is - evenals op de peuterspeelzaal - aantrekkelijk en uitdagend.
De talige inrichting, met name 'labeling' kan worden versterkt.
D ONTWIKKELING, BEGELEIDING EN ZORG De Rakkertjes
De Palster D1 Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep
D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen 3 3 D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine (tutor)groep
en het individuele kind 2 3
D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg 2 3 D1.4 Specifieke aandacht bij de begeleiding en zorg voor de taalontwikkeling 3 3 D2 Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen
D2.1 Leidsters/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voor- resp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg
3 3
D2.2 Leidsters/leerkrachten melden kinderen aan voor externe zorg wanneer
de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren 3 3 D2.3 De leidsters/leerkrachten blijven de ontwikkeling van kinderen met
extra zorg bijhouden 2 3
De Rakkertjes
(D1.2) De leidsters volgen de ontwikkeling met behulp van Piramidetoetsen en sinds kort ook met behulp van een observatie-instrument (Kijk). Een aanpak waarbij - op basis van de beschikbare gegevens - de begeleiding wordt bepaald voor de hele groep, subgroepen of individuele peuters moet nog gebeuren. Daarom is dit onderdeel als ontwikkelpunt gewaardeerd.
Positief is dat de tutor sinds kort handelingsplannen opstelt en uitvoert. Deze hebben vooral betrekking op het vergroten van de woordenschat, en zijn zowel preventief (voorafgaand aan de Piramide-activiteiten in de groep) als remediërend. De tutor houdt tevens de beheersing van de woorden per thema bij. Verdere uitbreiding is mogelijk door doelen te stellen voor het aantal woorden dat de peuters passief of actief moeten beheersen, en daarbij ook te letten op correcte uitspraak van de klanken. De frequentie van de tutoring is met vier keer 15 minuten per week, hoog.
(D1.3) Er is op dit moment nog geen sprake van gerichte evaluatie van de extra begeleiding.
(D2.3) Hoewel de inspectie het beeld heeft dat de leidsters peuters ondersteunen die externe zorg krijgen, is de begeleiding in de groep niet transparant: registratie van gesprekken met ouders en de manier waarop de leidsters de peuters begeleiden die externe zorg krijgen, moet nog gebeuren.
De Palster
(D1.1) De school volgt de ontwikkeling van de kleuters met behulp van landelijk genormeerde toetsen en observatie-instrumenten (Memelink; SCOL). De groepsplannen zijn gebaseerd op de uitkomsten van het observatie-instrument Memelink.
(D1.2) Vanaf dit najaar verzorgt de tutor een deel van de remediëring aan kleuters die uitvallen op de taaltoets en zij stelt daarvoor individuele handelingsplannen op. Aandachtspunt hierbij is om de remediëring te preciseren door niet alle 'foutencategorieën' tegelijkertijd ter hand te nemen, begeleidingstrajecten uit te werken voor veel voorkomende foutencategorieën, en deze ook uit te voeren in de 'kleine kring' door de groepsleraar.
E KWALITEITSZORG BINNEN DE VOOR- C.Q. VROEGSCHOOL De Rakkertjes De
Palster E1 Er is VVE-coördinatie in de voor- c.q. vroegschool 3 3 E2 De voor- c.q. vroegschool evalueert de kwaliteit van VVE regelmatig 2 2 E3 De voor- c.q. vroegschool evalueert de opbrengsten van alle kinderen 2 2
gekeken
De Rakkertjes en De Palster
Omdat de situatie voor De Rakkertjes en De Palster grotendeels hetzelfde is, zijn de aspecten
‘kwaliteitszorg’ en ‘doorgaande lijn’ niet apart beschreven.
(E2) Duidelijk is dat dit schooljaar veel VVE-activiteiten in gang zijn gezet of worden geactualiseerd (Piramide; inrichting lokalen; uitbreiding materialen; tutorprogamma;
ondersteuning door een externe instantie; observatie-instrument voorschool).
De kwaliteitszorg, gericht op VVE, is een ontwikkelpunt (E2 tot en met E6). Het VVE-beleid (doelen, uitgangspunten en werkwijzen) zal nader moeten worden uitgewerkt om een basis te vormen voor de borging, en voor de periodieke evaluatie van de kwaliteit en van de effecten.
(E3) De school heeft groepsoverzichten van de toetsresultaten van de leerlingen. De monitoring in het kader van de gemeentelijke afspraken is in de opstartfase. De leerwinst in relatie tot de startsituatie en in relatie tot (te formuleren) streefdoelen, mogelijke verschillen met de resultaten van niet-doelgroepleerlingen, zijn aandachtspunten voor de school bij de evaluatie van de
resultaten.
(E4) Omdat VVE-beleid nauwelijks is uitgewerkt is het vrijwel onmogelijk dit beleid te evalueren en op grond van de bevindingen gerichte verbetermaatregelen te nemen.
Zoals gezegd is wel duidelijk dat dit schooljaar verschillende maatregelen zijn en worden genomen om VVE-beleid verder gestalte te geven.
(E5) Beschrijving van de gewenste praktijken in het kwaliteitshandboek en borging daarvan moeten nog gebeuren.
F DOORGAANDE LIJN De Rakkertjes De
Palster F1 Er is VVE-coördinatie tussen de voor- en vroegschool 3 3 F2 Voldoende kinderen stromen door naar een vroegschool 3 3 F3 De voor- en vroegschool zorgen voor een warme overdracht 3 3 F4 Het aanbod van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd 3 3 F5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de voor- en
vroegschool is op elkaar afgestemd 3 3
F6 De manier om met ouders om te gaan op de voor- en de vroegschool is op elkaar afgestemd
2 2 F7 De interne begeleiding en zorg zijn op de voor- en vroegschool op elkaar
afgestemd
2 2
De Rakkertjes en De Palster
(F2) De meeste kleuters die een VVE-peuterspeelzaal hebben bezocht, komen van de Rakkertjes.
De voorschool en de vroegschool werken al een aantal jaren samen op het gebied van de thema’s en overdracht van peuters. Het pedagogisch klimaat is op een informele manier op elkaar
afgestemd.
(F6 en F7) Er is op verschillende terreinen samenwerking en afstemming tussen de voor- en de vroegschool. Ontwikkelpunt is om de zorg en begeleiding en de omgang met ouders op eenzelfde manier te organiseren.
G OPBRENGSTEN VAN VVE De Rakkertjes De
Palster G1 De resultaten worden gemeten conform de afspraken nvt 3
G2 De resultaten zijn van voldoende niveau nvt --
G3 Verlengde kleuterperiode nvt 3
De Palster
(G1) De gemeentelijke monitor is in de opstartfase. Zie ook bij onderdeel E3.
(G2) Aan het einde van leerjaar 1 heeft een aanzienlijk deel van de kleuters een achterstand blijkens de taaltoets (mei 2011: 38% D- en E-scores). In groep 2 ligt het percentage in mei 2011 met 11% D- en E-scores beduidend lager.
Gezien het beperkt aantal kleuters waaraan een leerlinggewicht is toegekend heeft de inspectie geen vergelijking gemaakt tussen de resultaten van de doelgroep- en de niet
doelgroepkleuters. Ook een vergelijking naar al of niet VVE-voorschool heeft de inspectie niet gemaakt.
(G3) Het aantal leerlingen dat circa een jaar langer doet over de kleuterperiode is hoger dan het richtpercentage van 12%. Omdat de school richtlijnen heeft voor kleuterverlenging en er
bovendien een extern onderzoek loopt voor vrijwel alle kleuters die langer over de kleuterperiode doen, beoordeelt de inspectie dit onderdeel als voldoende.
4. VERVOLGAFSPRAKEN
Het bezoek heeft geen aanleiding gegeven voor het maken van vervolgafspraken.