• No results found

DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL DE KEIZEL BASISSCHOOL DE KEIZEL

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL DE KEIZEL BASISSCHOOL DE KEIZEL"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

VVE-RAPPORT

DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN

DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE

PEUTERSPEELZAAL DE KEIZEL BASISSCHOOL DE KEIZEL

Locatie : psz De Keizel

: bs De Keizel

Brinnr. : 16JK

Plaats : Zaandam

Registratienummer : 3018844 Onderzoeksnummer : 12831 + 12832 Datum onderzoek : 02-09-2010 Datum vaststelling rapport : 25-10-2010

(2)

1. INLEIDING

Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE). VVE is bedoeld voor jonge kinderen die

onvoldoende zijn toegerust voor een soepele instroom in groep 3 van het basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken.

In dit rapport worden de volgende onderwerpen besproken:

• De voorwaarden van VVE

• De ouders

• De kwaliteit van de educatie

− Het VVE-programma, zoals dat wordt aangeboden

− Het pedagogisch klimaat

− Het educatief handelen

• De ontwikkeling, zorg en begeleiding

• De kwaliteitszorg

• De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool

• De resultaten van VVE

Elk van de VVE-kwaliteitsaspecten is uiteengelegd in indicatoren. Als een indicator beoordeeld wordt, gebeurt dat doorgaans met de volgende oordelen:

1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig

Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden.

2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk

Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt.

3. Voldoende

4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen

Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren.

Opbouw van het rapport

Hoofdstuk 2 beschrijft het totaalbeeld van het onderzoek. De beoordeelde onderwerpen

(indicatoren) staan in hoofdstuk 3, met eerst de oordelen en daarna een toelichting als dat nodig is. Als er op basis van dit onderzoek afspraken gemaakt zijn, staan die in hoofdstuk 4.

Groepsinformatie peutergroepen:

Aantal peuters in groep a: 15 , waarvan 10 doelgroeppeuters Groepsinformatie kleutergroepen:

Aantal kleuters in groep a: 25 , waarvan 6 doelgroepkleuters

(3)

2. HET TOTAALBEELD

De Voorschool locatie De Keizel en CBS De Keizel bestaat uit één peutergroep-plus en één kleutergroep. De locatie ligt in de Rosmolenwijk in Zaandam. De peutergroep- plus bestaat ongeveer voor tweederde deel uit doelgroepkinderen. Op de basisschool is dat percentage wisselend per jaar, maar toch geringer dan op de peutergroep- plus. De samenwerking dateert vanaf 2006 en is goed ontwikkeld. Er is sprake van een duidelijke doorgaande lijn in de uitvoering van het aanbod, de zorg en de wijze waarop met ouders wordt omgegaan. Op de hele locatie heerst een positief klimaat. Deze zaken vormen een stevige basis om de kinderen goed toe te rusten voor de start in groep 3.

Op De Keizel peutergroep-plus kunnen meerdere onderdelen van het pedagogisch- en educatief handelen van de leidsters gezien worden als een voorbeeld voor anderen. Sterke punten hierbij zijn het respectvol meespelen en praten van de leidsters met de peuters en de natuurlijke wijze waarop zij ingaan op initiatieven van de kinderen. Daarnaast is de afstemming tussen de leidsters een sterk punt. Verbeteringspunten zijn er ook. Zo kan er planmatiger gewerkt worden aan de verschillende onderdelen van de taalverwerving en aan de woordenschatontwikkeling. Ook kunnen de activiteiten nog meer afgestemd worden op de behoeften van de peuters.

Op de school is de uitvoering van het programma op veel punten in orde. De school volgt de themaplanning en houdt de ontwikkeling van de kinderen nauwgezet bij. Mede doordat op dit moment geen tutor aanwezig is, komt de extra begeleiding onder druk te staan. De intern begeleider neemt een deel van de tutoring op zich, maar het lukt nu niet om, met name bij taal, de extra begeleiding te realiseren.

De oudercomponent krijgt voldoende aandacht, maar op de hele locatie is nog geen gericht ouderbeleid. Zo’n beleid zou zich met name kunnen richten op het verhogen van de participatie van de VVE-ouders. De deelname aan de georganiseerde activiteiten valt niet altijd mee. Er is nog steeds een groep ouders die weinig zichtbaar is op de hele locatie.

De kwaliteitszorg op zowel de peuterspeelzaal als op de school vraagt nog om verdere

ontwikkeling. De locatie is er nog niet aan toegekomen toetsbare en meetbare doelen te stellen voor de kwaliteit van de VVE-uitvoering en deze te evalueren.

3. DE OORDELEN MET EEN TOELICHTING ALS DAT NODIG IS A CONDITIES

A0.1 Er is een recent GGD-rapport beschikbaar 2

A0.2 In het rapport zijn de basisvoorwaarden voor voorschoolse educatie getoetst

n.v.t A1 Een integraal VVE-programma

A1.1 Naam/namen van programma(s) De Keizel: Piramide De Keizel: Piramide

A1.2 Wat is de kwaliteit van het programma? Ja Ja

A2 De groepsgrootte voldoet aan de lokale maximumeisen Ja

A3 Leidster - kind ratio ("dubbele bezetting") Ja Nee A4 VVE-tijd

A4.1 De peuters bezoeken de voorschool gedurende voldoende tijd (per week) Ja A4.2 Wat is doorgaans de beginleeftijd voor

VVE?

De Keizel: 2 jaar A5 Kwaliteit beroepskrachten

A5.2 Alle beroepskrachten zijn toereikend gekwalificeerd (opleiding) Ja Ja A5.3 Alle beroepskrachten spreken voldoende Nederlands Ja Ja A5.4 Alle beroepskrachten zijn toereikend geschoold (voor het vve-programma) Ja Ja

(4)

A5.5 Er is een jaarlijks VVE-opleidingsplan Ja B OUDERS

B1 Gericht ouderbeleid 2 2

B2 Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd 3 3

B3 Intake 3 3

B4 Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen 3 3

B5 Participatie in VVE-activiteiten in de voorschool 2 2

B6 Informeren over de ontwikkeling van hun kind 3 3

B7 Rekening houden met de thuistaal 3 3

C KWALITEIT VAN DE UITVOERING VAN VVE (= PROCESKWALITEIT) De Keizel

De Keizel C1 Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma

C1.1 Een integraal VVE-programma 3 3

C1.2 Werken met een doelgerichte planning 3 3

C1.3 Het aanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend 3 3 C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd 2 2 C2 Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat

C2.1 Het pedagogisch handelen van de leidsters is respectvol 4 3 C2.2 De leidsters hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen 3 3 C2.3 De leidsters stimuleren de sociale vaardigheden en competenties van de

kinderen

3 3

C2.4 De leidsters stimuleren de zelfstandigheid van de kinderen 3 3 C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taal-

uitlokkend

3 3

C3 Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen

C3.1 Het educatief handelen van beide leidsters is goed op elkaar afgestemd 4 2 C3.2 Er worden effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling

uitgevoerd

2 2

C3.3 De leidsters bevorderen de interactie met en tussen kinderen 3 3 C3.4 De leidsters stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en

verrijken het spelen en werken

3 3

C3.5 De leidsters bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen

3 3

C3.6 Het gedrag van de leidsters met de kinderen is responsief 4 3 C3.7 De leidsters stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling

van het individuele kind

3 2

D ONTWIKKELING, BEGELEIDING EN ZORG De

Keizel De Keizel D1 Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep

D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen 3 3 D1.2 Bepalen van de begeleiding voor: de hele groep, de kleine/ tutor groep,

het individuele kind

3 3

D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg 2 3 D2 Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen

D2.1 Kinderen die zorg nodig hebben die de voorschool niet kan leveren, zijn bij de leidsters bekend

3 3

D2.2 Leidsters melden kinderen aan voor externe zorg, wanneer de voorschool de gewenste zorg niet kan leveren

3 3

D2.3 De leidsters blijven de ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden

3 3

E Kwaliteitszorg binnen de voor- c.q. vroegschool

E1 Er is VVE-coördinatie in de voor- c.q. vroegschool 3 3 E2 De voor- c.q. vroegschool evalueert de kwaliteit van haar VVE 2 2 E3 De voor- c.q. vroegschool evalueert de opbrengsten van alle kinderen 2 2 E4 De voor- c.q. vroegschool formuleert op basis van evaluaties

verbetermaatregelen en voert die aantoonbaar en planmatig uit

3 2

(5)

E5 De voor- c.q. vroegschool borgt de kwaliteit van haar educatie 3 3

E6 Ook VVE in de kwaliteitszorg van de school 2

F Doorgaande lijn

F1 Er is VVE-coördinatie tussen de voor- en vroegschool 3 3 F2 Voldoende kinderen stromen door naar de bijbehorende vroegschool 3 3

F3 De voorschool zorgt voor een warme overdracht 3 3

F4 Het aanbod van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd 3 3 F5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de voor- en

vroegschool is op elkaar afgestemd

3 3

F6 De voor- en vroegschool gaan op een vergelijkbare manier met ouders om 3 3 F7 De interne begeleiding en zorg zijn op de voor- en vroegschool op een

gelijke wijze georganiseerd

3 3

G OPBRENGSTEN VAN VVE

G1 De resultaten worden gemeten conform de afspraken geen waardering

G2 De resultaten zijn van voldoende niveau geen waardering

G3 Er zijn weinig kinderen met een verlengde kleuterperiode 3

Toelichting bij de oordelen:

Peuterspeelzaal- plus De Keizel:

A0.1 Voor heel Zaanstad is geen recent GGD rapport beschikbaar.

A5.4 Eén leidster is gecertificeerd voor Triple P.

B1 Zowel de voorschool als de vroegschool hebben nog geen gericht ouderbeleid. De Stichting Welsaen heeft in haar kwaliteitshandboek een algemeen ouderbeleid geformuleerd. Hierin staat kort de algemene visie van de welzijnsorganisatie van waaruit zes kwaliteitskenmerken het begrip samenwerking inhoud geven. Wat ontbreekt, is een locatiespecifieke analyse van de kenmerken van de ouderpopulatie. Met deze analyse, de eigen uitgangspunten en de wensen van ouders kan psz-plus De Keizel het algemene beleid dan vertalen naar haar eigen situatie en vastleggen in haar werkplan. Van belang daarbij is de nagestreefde doelen van ouderbetrokkenheid meer kwantitatief in te vullen, omdat de verhoging van de deelname aan de georganiseerde activiteiten juist een belangrijk doel is. Zowel individueel als gezamenlijk organiseren de voor- en vroegschool tal van activiteiten; zo staan de themabijeenkomsten voor ouders al aangegeven in het boekje bij de start van het nieuwe schooljaar.

B5 Ondanks alle moeite die de leidsters doen, blijft het lastig om de participatie te verhogen. Er blijft een groep ouders over die nauwelijks meedoet met de activiteiten bij de inloop en niet komt bij de afsluiting of start van een thema.

C1.4 Uit de planning komt niet duidelijk naar voren hoe de activiteiten opklimmen in

moeilijkheidsgraad. Onderscheid maken tussen absolute beginners, oudere en jongere kinderen is een ontwikkelpunt.

C2.1 Een mooi voorbeeld was te zien in de wijze waarop de leidsters de kinderen hielpen met het toiletbezoek. Dit komt in het thema Welkom aan de orde en een aantal kinderen had extra begeleiding gehad in de tutorhoek. Bij het toiletritueel toont de leidster heel veel geduld en praat open met de kinderen. De kinderen doen vervolgens erg hun best en laten merken ook open te staan voor de leidster.

C3.1 De leidsters zijn zo op elkaar ingespeeld dat zij op een 'natuurlijke wijze' elkaars taken overnemen of elkaar aanvullen als dat nodig is. Ook de kinderen weten dit, waardoor er erg veel rust is bij het spelen.

C3.2 De activiteiten kunnen nog meer gericht worden op de ontwikkeling van de woordenschat.

Meer nadruk op de woorden van het thema en ook op eerder geleerde woorden kan een startpunt zijn om bewuster bezig te zijn met taal.

C3.6 De leidsters laten in hun houding en antwoorden aan de kinderen zien dat ze er voor hen zijn. Deze ochtend was er ook nog een vrijwilliger aanwezig, waardoor alle kinderen ruim aandacht krijgen en de leidsters meespelen en luisteren naar de kinderen.

(6)

D1.3 De leidsters maken observaties van het gedrag van de kinderen en gebruiken de

instrumenten van Piramide om de ontwikkeling te volgen. Al snel maken ze een handelingsplan en geven daarin doelen aan waarop ze de kinderen gaan begeleiden. Deze doelen zijn vaak te

algemeen gesteld en ook de evaluatie is erg summier. Het aantal handelingsplannen beperken en ze alleen gebruiken voor kinderen die aantoonbaar een hulpvraag hebben, kan de zorg meer werkbaar maken. Juist voor die kinderen kan dan de doelstelling veel concreter geformuleerd worden, zodat ook de evaluatie concreter wordt.

E2 Bij zowel de psz-plus als bij de school kan de kwaliteit van VVE een prominente plaats krijgen binnen de kwaliteitszorg. De hele locatie kan de doelen die met VVE beoogd worden meer specifiek formuleren. Bij de evaluatie kan dan gerichter gezien worden wat het effect is van VVE. Juist nu de overgang start naar de nieuwe thema's van Piramide kan de locatie dit punt snel oppakken.

E3 Sinds juni 2009 zijn alle peuterspeelzalen van Welsaen voorzien van het HKZ-keurmerk.

Daarnaast toetsen de peuterspeelzalen jaarlijks de tevredenheid bij ouders en houden zij exitgesprekken als het kind naar de basisschool gaat.

Maar de kwaliteitszorg kan meer specifiek gericht worden op VVE. Nu ontbreekt bijvoorbeeld een evaluatie van de effectiviteit van Piramide en van de effecten van de extra inspanningen bij het verbeteren van de woordenschat.

Toelichting bij de oordelen:

Basisschool De Keizel:

A3 Op dit moment is er geen tutor. De nieuwe directeur is net in dienst en gaat de vacature zo snel mogelijk invullen. De intern begeleider heeft één dagdeel van haar tijd beschikbaar voor de tutorkinderen. Voor tutoring is dit te weinig tijd en daarom richt zij zich vooral op taal.

B1 De vroegschool heeft nog geen gericht ouderbeleid vastgelegd. Van belang daarbij is de nagestreefde doelen van ouderbetrokkenheid meer kwantitatief in te vullen, omdat de verhoging van de deelname aan tal van activiteiten steeds een belangrijk doel is.

B5 Zowel individueel als gezamenlijk organiseren de voor- en vroegschool tal van activiteiten, themabijeenkomsten en de cursus ‘Opvoeden zó’ om meer ouders bij de opvoeding te

ondersteunen en bij het onderwijs te betrekken. Bij de start of afsluiting van een thema nodigt de school ouders uit. Echter, het blijft lastig om meer dan de helft van de ouders te betrekken bij de activiteiten.

C1.4 Uit de planning blijkt dat de leerlingen in de groep daadwerkelijk extra aanbod voor rekenen krijgen. Voor taalactiviteiten is dat nog niet het geval. Omdat de intern begeleider maar beperkt extra begeleiding geeft aan de tutorkinderen, komt de overige extra taalondersteuning niet uit de verf.

C3.1 De samenwerking tussen de leraar en de intern begeleider verloopt goed. Het blijft wel een gemis dat er geen tutor is.

C3.2 Tijdens de les kan de taalverwerving nog een meer prominente plaats krijgen. Dat kan bijvoorbeeld ook door bij spontane gebeurtenissen direct nadruk te leggen op de taal- en woordenschatontwikkeling.

C3.7 Sinds kort werkt de school met groepsplannen, maar deze richten zich vooral op rekenen.

Extra begeleiding voor taal en woordenschatontwikkeling, zowel in de groep als ook bij de tutor is een ontwikkelpunt voor de school.

E2 Bij zowel psz-plus als bij de school kan de kwaliteitszorg meer specifiek gericht worden op VVE.

De doelen en uitvoering van het Piramide-programma worden nog niet systematisch meegenomen in de kwaliteitszorgcyclus.

E3 In Zaanstad moeten alle VVE-scholen de Cito-toets Taal voor Kleuters midden groep 2 afnemen. Over de opbrengsten van VVE zijn in Zaanstad geen afspraken gemaakt. Er zijn geen streefdoelen gesteld over het percentage D- en E-leerlingen. De school kan ook niet direct

aangeven wat de resultaten zijn van de doelgroepleerlingen. De school brengt de opbrengsten van de leerlingen in de kleuterbouw nog niet systematisch in kaart.

(7)

E4 De school heeft de afgelopen tijd veel geïnvesteerd in haar schoolontwikkeling. Sinds 2006 werken de psz-plus en De Keizel samen met Piramide. Na de gezamenlijke certificering is de evaluatie van VVE niet opgenomen als apart onderdeel in de kwaliteitszorgcyclus. De nieuwe directeur gaat VVE oppakken en dan krijgt VVE een plaats binnen de kwaliteitszorg van de school, zodat planmatig verbeteringen uitgevoerd kunnen worden. De nieuwe Piramide-thema's kunnen daarbij als aanknopingspunt gebruikt worden.

E6 zie hiervoor punt E4.

G1 De inspectie geeft geen oordeel over de opbrengsten van VVE. Op dit moment is door de gemeente, noch door de voor- en vroegschool aangegeven wat de resultaten van VVE moeten zijn.

De enige afspraak betreft het verplicht afnemen van de Citotoets Taal voor Kleuters midden groep 2. De Keizel neemt naast Taal voor Kleuters ook de Citotoetsen Ordenen af op alle toetsmomenten conform de handleiding van Piramide.

G2 Omdat streefdoelen ontbreken, kan in principe geen uitspraak gedaan worden over de resultaten van de doelgroepkinderen. Uit de opbrengstgegevens die De Keizel heeft toegestuurd blijkt, dat het aantal VVE-kinderen nogal wisselend is per jaar. Daarbij komt dat het lastig is om uitspraken te doen omdat het aantal kinderen vaak klein is.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

F1 Er is VVE-coördinatie tussen de voor- en vroegschool 2 2 F2 Voldoende kinderen stromen door naar de bijbehorende vroegschool 3 -. F3 De voorschool zorgt voor een

1 Er is VVE-coördinatie tussen de voor- en vroegschool 4 2 Voldoende kinderen stromen door naar de bijbehorende vroegschool 3 3 De voorschool zorgt voor een warme overdracht 4

Hiermee wordt een belangrijke stap in hun ontwikkeling op de motoriek overgeslagen en slaat de activiteit ook zichtbaar voor enkele kinderen niet aan. D ONTWIKKELING, BEGELEIDING

De inspectie concludeert dat in peuterspeelzaal De Rolwip en basisschool De Eiber de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie op meerdere aspecten van voldoende niveau is..

Alle ouders van zowel de voor- als de vroegschool worden periodiek (tenminste twee keer per jaar) geïnformeerd over de ontwikkeling van hun kind op basis van observatie- (en toets-)

De kwaliteit van de ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep is voor verbetering vatbaar. De ontwikkeling (taal, rekenen, motoriek, sociaal-emotionele ontwikkeling) van

Op de vroegschool blijkt de kwaliteit van de uitvoering op alle onderdelen van voldoende niveau, waarbij de inspectie vindt dat enkele onderdelen zelfs als voorbeeld voor anderen

Peuterspeelzaal Dribbel en basisschool De Noord zijn twee van de (voor)scholen die bezocht zijn door de Inspectie van het Onderwijs.. Daarbij hebben de volgende