• No results found

RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE BASISSCHOOL DE KIEL

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE BASISSCHOOL DE KIEL"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

 

VVE-RAPPORT RAPPORT VAN HET

ONDERZOEK IN HET KADER VAN

DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE BASISSCHOOL DE KIEL

Locatie :De Kiel

Brinnr. :05KZ

Plaats :7849 PC Coevorden (De Kiel)

(2)

1. INLEIDING

Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar de kwaliteit van de vroegschoolse educatie (VVE). VVE is bedoeld voor jonge kinderen die onvoldoende zijn toegerust voor een soepele instroom in groep 3 van het basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken.

In dit rapport worden de volgende onderwerpen besproken:

 De voorwaarden van VVE

 De ouders

 De kwaliteit van de educatie

 Het VVE-programma, zoals dat wordt aangeboden

 Het pedagogisch klimaat

 Het educatief handelen

 De ontwikkeling, zorg en begeleiding

 De kwaliteitszorg

 De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool

 De resultaten van VVE

Elk van de VVE-kwaliteitsaspecten is uiteengelegd in indicatoren. Als een indicator beoordeeld wordt, gebeurt dat doorgaans met de volgende oordelen:

1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig

Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden.

2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk

Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt.

3. Voldoende

4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen

Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren.

Opbouw van het rapport

Hoofdstuk 2 beschrijft het totaalbeeld van het onderzoek. De beoordeelde onderwerpen (indicatoren) staan in hoofdstuk 3, met eerst de oordelen en daarna een toelichting als dat nodig is. Als er op basis van dit onderzoek afspraken gemaakt zijn, staan die in hoofdstuk 4.

Groepsinformatie kleutergroepen:

Aantal kleuters in groep 1-2: 10, waarvan 4 doelgroepkleuters.

Context

Basisschool de Kiel telt 37 leerlingen. Aan ongeveer 25% van de leerlingen is een leerling- gewicht toegekend. In de combinatiegroep 1- 2 zitten 10 kleuters, waarvan vier

doelgroepkleuters. Nagenoeg alle kleuters hebben de peuterspeelzaal (psz) of het kinderdagverblijf (kdv) bezocht. Deze voorschoolse voorziening is op een paar kilometer afstand van de school gehuisvest in Schoonoord. Deze VVE-locatie is eveneens in het kader van de bestandsopname door de inspectie van het onderwijs bezocht.

De directeur van de school is begin dit schooljaar benoemd en heeft twee basisscholen onder zijn verantwoordelijkheid. De school heeft zich in het verleden niet als VVE-school

gekenmerkt.

(3)

2. HET TOTAALBEELD

Op basisschool De Kiel staat voor- en vroegschoolse educatie (VVE) in de kinderschoenen. De school heeft zich tot dusver niet als VVE-school geprofileerd. Wel zijn er op basis van de kenmerken van de leerlingenpopulatie een aantal ontwikkelingen in gang zijn gezet die passen bij een VVE-school. Dit is herkenbaar in de gezamenlijke stappen die zijn gezet tussen de school, peuterspeelzaal 4-min en kinderdagverblijf Koekeloere De contacten zijn gericht op toenemende samenwerking en inhoudelijke afstemming. Daarbij is het team van basisschool De Kiel is gemotiveerd om de kwaliteit en samenhang van VVE te verhogen.

Het aangetroffen kwaliteitsprofiel is als volgt weer te geven.

De inspectie heeft op meerdere indicatoren van de vroegschoolse educatie voldoende kwaliteit aangetroffen. Het betreft hier met name de condities, het pedagogisch klimaat, de externe zorg en onderdelen van de doorgaande lijn. Ontwikkelpunten liggen vooral op de domeinen Aanbod, Ouders, Zorg en begeleiding, Educatief handelen en Kwaliteitszorg.

Tijdens het bezoek heeft de inspectie gesproken met enkele ouders van VVE-kinderen. Deze ouders geven aan tevreden te zijn over basisschool De Kiel. Zij waarderen de laagdrempelige contacten en de hulp die zij van de school krijgen wanneer zij daar een beroep op doen. Dat de school de betrokkenheid van de ouders van belang vindt, blijkt uit de wijze waarop De Kiel ouders informeert over de ontwikkeling van hun kind en over de aan te bieden (VVE-)thema’s.

Aandachtspunten in het ouderbeleid liggen in de uitwerking van een gericht ouderbeleid en in de informatievoorziening bij de intake.

De tevredenheid van de ouders is tevens herkenbaar in het pedagogisch klimaat. Er is sprake van een respectvolle benadering en duidelijke pedagogische gedragsgrenzen.

Het aanbod gericht op taalontwikkeling is voldoende dekkend. Desondanks heeft de inspectie het aanbod als ontwikkelpunt aangemerkt omdat voor het aanbod motorische ontwikkeling geen leerlijnen en tussendoelen zijn uitgewerkt. Ook vraagt de planning en de differentiatie in het aanbod nadere aandacht.

Ter ondersteuning van het aanbod zijn meerdere hoeken ingericht. De inrichting van de hoeken vraagt een kritische reflectie op de mate waarin kleuters hun spelervaringen kunnen verbreden en verdiepen.

In de educatieve vaardigheden van de leerkracht is een responsieve houding herkenbaar en stimuleert het gebruik van het planbord de zelfstandigheid van de kleuters. Ook is in het klassenmanagement zichtbaar dat kleuters kunnen omgaan met uitgestelde aandacht van de leerkracht en dat het werken met kleine subgroepen gebruikelijk is.

Het bevorderen van interactie tussen kinderen, het plegen van gerichte spelinterventies, het aanleren en ondersteunen van strategieën en het aanbrengen van planmatige differentiatie zijn vaardigheden die nog aan kracht kunnen winnen.

In de zorg en begeleiding van de kleuters is sprake van een vroegtijdige signalering Daarbij is dit jaar gestart met het opstellen van groepsplannen. Het aangetroffen plan geeft inzicht in de samenstelling van de groep en in de behaalde resultaten. De uitwerking van de daarop

volgende extra begeleiding en het evalueren van de effecten van de geboden zorg vormen nog ontwikkelpunten

(4)

inhoudelijke afstemming te realiseren op aspecten als het aanbod, het pedagogisch klimaat, het educatief handelen, het ouderbeleid en de zorg en begeleiding.

De directie en het bevoegd gezag herkennen zich in het geschetste kwaliteitsprofiel hetgeen een gunstig perspectief is voor de verdere verbetering van VVE.

(5)

3. DE OORDELEN MET EEN TOELICHTING ALS DAT NODIG IS

Naam gemeente Coevorden

A CONDITIES De Kiel

A1 Een integraal VVE-programma

A1.1 Naam/namen van programma(s) Schatkist en bronnenboeken

A1.2 Wat is de kwaliteit van het programma? 2

A3 Leidster - kind ratio ("dubbele bezetting") - A5 Kwaliteit beroepskrachten

A5.2 Alle beroepskrachten zijn toereikend gekwalificeerd (opleiding) 3 A5.3 Alle beroepskrachten spreken voldoende Nederlands 3 A5.4 Alle beroepskrachten zijn toereikend geschoold (voor het VVE-

programma) -

Basisschool de Kiel maakt voor het VVE-aanbod gebruik van een integrale methode. Daarmee is het aanbod dekkend voor drie van de vier ontwikkelingsgebieden. Nadere aanvulling is noodzakelijk op het gebied van de motorische ontwikkeling. Omdat de school geen

aanvullende leerlijnen en tussendoelen heeft geformuleerd voor de motorische ontwikkeling is de indicator als ontwikkelpunt benoemd (A1.2).

Er is geen aanvullende scholing gevolgd voor een VVE-programma omdat de school geen VVE- programma hanteert. De inspectie heeft deze indicator daarom niet beoordeeld (A5.4).

Wel geeft de leerkracht aan, veel steun te ervaren in het onderbouwoverleg dat binnen de Vereniging voor P. C. Basis Onderwijs Coevorden structureel plaats vindt.

B OUDERS De Kiel

B1 Gericht ouderbeleid 2

B2 Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd 2

B3 Intake 2

B4 Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen 3 B5 Participatie in VVE-activiteiten in de vroegschool 2

B6 Informeren over de ontwikkeling van hun kind 3

B7 Rekening houden met de thuistaal -

Op het gebied van het ouderbeleid liggen enkele aandachtspunten. Het betreft het gericht informeren van ouders over het VVE-beleid van de school, de uitwerking van een ouderbeleid en het stimuleren van participatie in ontwikkelingsstimulerende activiteiten in de vroegschool.

Het perspectief op verbetering van deze aspecten is gunstig, de directeur is van zins, in samenspraak met de schoolkring, een notitie Educatief Partnerschap op te stellen. Een analyse van de kenmerken van de ouderpopulatie en een inventarisatie van de wensen van ouders is een aanvullende stap om een gericht ouderbeleid meer schoolspecifiek te kunnen formuleren (B1).

Een tweede ontwikkelpunt is de informatie voor ouders die zij bij inschrijving ontvangen. De school heeft haar doelen en ambities op het gebied van VVE en ouderbeleid nog niet in het schoolbeleid opgenomen. Dit betekent ook dat de school haar ambities omtrent participatie van ouders nog niet in beeld heeft gebracht (B2 en B5).

(6)

bezoeken van de biebbus, het organiseren van een wekelijkse spelletjesochtend waarbij ouders met hun kind kunnen blijven spelen, informatie over taalactiviteiten bij het huisbezoek en de informatie in de nieuwsbrief. Hierop vermeldt de leerkracht welke thema’s, begrippen en letters worden aangeboden. De activiteiten staan nu nog min of meer op zich. Er zijn op schoolniveau geen afspraken hoe ouders te informeren over de wijze waarop zij de activiteiten kunnen uitvoeren (B4).

C KWALITEIT VAN DE UITVOERING VAN VVE De Kiel C1 Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma

C1.1 Een integraal VVE-programma 2

C1.2 Werken met een doelgerichte planning 2

C1.3 Het aanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend 3 C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd 2 C2 Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat

C2.1 Het pedagogisch handelen van de leerkrachten is respectvol 3 C2.2 De leerkrachten hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen 3 C2.3 De leerkrachten stimuleren de sociale vaardigheden en de persoonlijke

competenties van de kinderen 3

C2.4 De leerkrachten tonen respect voor de autonomie van het kind 3 C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taal-

uitlokkend 2

C3 Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen

C3.1 Het educatief handelen van beide leidsters/leerkrachten is goed op

elkaar afgestemd -

C3.2 Er worden effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling

uitgevoerd 3

C3.3 De leidsters/leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen

kinderen 2

C3.4 De leerkrachten stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en werken

2 C3.5 De leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag

(strategieën) bij de kinderen

2 C3.6 Het gedrag van de leerkrachten met de kinderen is responsief 3 C3.7 De leerkrachten stemmen de activiteiten af op verschillen in de

ontwikkeling van de individuele kinderen 2

Basisschool de Kiel werkt met een integraal programma dat voldoende dekkend is voor het aanbod gericht op taalontwikkeling en inhouden biedt voor de rekenontwikkeling en sociaal- emotionele ontwikkeling. Er is geen beredeneerd aanbod voor de motorische ontwikkeling.

Daarom is deze indicator als ontwikkelpunt aangemerkt (C1.1).

De aanbieding van het aanbod vindt plaats in thema’s. De themaplanning is globaal uitgewerkt waarbij het accent ligt op de uitwerking van activiteiten en minder op de te realiseren doelen gericht op de groep en op individuele kleuters. De doelgerichtheid van de planning kan dan ook aangescherpt worden en zal daarmee bijdragen aan planmatige differentiatie aansluitend aan de onderwijsbehoefte van de kleuter. Op dit moment is de differentiatie in het aanbod onvoldoende zichtbaar (C1.2, C1.4).

Het aanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend; naast het taalaanbod uit het integrale programma, wordt structureel gewerkt met de map fonemisch bewustzijn en is er sprake van een aanvullend aanbod op het gebied van de woordenschatontwikkeling. Daarbij merkt de inspectie op dat nog geen referentiekader aanwezig is voor de keuze van de aan te bieden woorden (C1.3).

Het pedagogisch klimaat is op vrijwel alle aspecten als voldoende beoordeeld. Eén aspect vraagt om versterking: de leerkracht draagt zorg voor de inrichting van de speelwerkruimte.

Dit is herkenbaar in bijvoorbeeld de thematafel. Tegelijkertijd stelt de inspectie vast dat de

(7)

inrichting van de overige hoeken vrij basaal is en weinig mogelijkheden biedt om

spelervaringen te verbreden en te verdiepen. Daarbij ontbreken essentiële materialen voor de sensomotorische ontwikkeling zoals een zand-watertafel (C2.5).

In het educatief handelen is zichtbaar sprake van een responsieve houding van de leerkracht.

Daarbij laten kleuters zien dat zij om kunnen gaan met uitgestelde aandacht en dat de leerkracht een daarop afgestemd klassenmanagement schept. Dit biedt goede voorwaarden om een inhoudelijke afstemming van activiteiten te realiseren, afgestemd op de verschillen in ontwikkeling van de kleuters. Dit is op dit moment nog onvoldoende zichtbaar en vooral gericht op leeftijd en minder op ontwikkelingsbehoefte (C3.7).

Ontwikkelpunten binnen het educatief handelen liggen eveneens op de interactie tussen kinderen, het stimuleren van de actieve betrokkenheid en op het bevorderen van het aanpakgedrag. Tijdens de werkactiviteiten geeft de leerkracht positieve begeleiding naar de kinderen en benoemt wat goed gaat. Er worden echter weinig open vragen gesteld waardoor kleuters in beperkte mate worden uitgedaagd om zelf te praten en ontstaat er nauwelijks interactie tussen de kleuters (C3.3).

Tijdens de werkactiviteiten heeft de leerkracht oog voor organisatorische aspecten en is er overzicht over de groep. Het plegen van bewuste spelinterventies waarmee aangesloten kan worden bij de zone van de naaste ontwikkeling is minder tot niet zichtbaar in het educatief handelen(C3.4).

Dit geldt ook voor het bewust en regelmatig samen met het kind terugkijken hoe de taak is aangepakt en het samen reflecteren op de handelingen en oplossingen (C3.5).

D ONTWIKKELING, BEGELEIDING EN ZORG De Kiel D1 Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep

D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen 3 D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine (tutor)groep

en het individuele kind 2

D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg 2 D1.4 Specifieke aandacht bij de begeleiding en zorg voor de taalontwikkeling 2 D2 Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen

D2.1 Leidsters/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voor- resp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg

3

D2.2 Leidsters/leerkrachten melden kinderen aan voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren

3 D2.3 De leidsters/leerkrachten blijven de ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden

3

Op basisschool De Kiel is in de groepen 1-2 sprake van een vroegtijdige signalering met de inzet van landelijk genormeerde toetsen en een kleuterobservatieinstrument (D1.1).

Op basis van de beschikbare informatie en de gesignaleerde risico’s is een groepsplan opgesteld. Dit geeft inzicht in de samenstelling van de groep en in de noodzakelijke

zorgbehoefte van kleuters. De school heeft met het groepsplan een eerste evaring opgedaan.

Uit de uitwerking van het groepsplan blijkt dat de analyse nog te weinig diepgaand is en de geformuleerde doelen nog niet zijn omschreven in te behalen tussendoelen. Dit betekent dat de effecten van de geboden zorg niet geëvalueerd kunnen worden (D1.2, D1.3).

Daarbij is in de registratie van de leerkracht onvoldoende waar te nemen in hoeverre de zorgactiviteiten zich richten op de deelsaspecten van de taalontwikkeling. Daarom is deze

(8)

E2 De vroegschool evalueert de kwaliteit van VVE regelmatig 2 E3 De vroegschool evalueert de opbrengsten van alle kinderen 2 E4 De vroegschool formuleert op basis van evaluaties verbetermaatregelen en

voert die aantoonbaar en planmatig uit 2

E5 De vroegschool borgt de kwaliteit van haar educatie 2 E6 In de kwaliteitszorg van de basisschool wordt ook specifiek naar VVE

gekeken

2

In de reguliere kwaliteitszorg van basisschool De Kiel is (nog) geen specifieke plaats voor VVE ingeruimd (E6). Systematische evaluatie van het VVE-proces en van de VVE-resultaten is tot op heden niet gebruikelijk (E2, E3). Wel is de directeur voornemens de voor- en vroegschoolse educatie meer zichtbaar te maken in het schoolproces en de taken daaromtrent te gaan coördineren (E1).

Met de planning en inzet van een quickscan in de loop van dit schooljaar en met het opstellen van een verbeterplan 2011-2014 heeft de directie eerste stappen gezet. Dit biedt

mogelijkheden om hieraan VVE-gerelateerde onderwerpen toe te voegen. In het licht van VVE wil de directie accent gaan leggen op het taalleesonderwijs en de contacten met ouders. Dit is een gunstig perspectief.

Over het geheel genomen constateert de inspectie dat kwaliteitszorg in het kader van VVE op alle indicatoren nog de nodige aandacht vraagt (E1 tot en met E6).

F DOORGAANDE LIJN De Kiel

F1 Er is VVE-coördinatie tussen de voor- en vroegschool 3 F2 Voldoende kinderen stromen door naar een vroegschool 3 F3 De voor- en vroegschool zorgen voor een ‘warme’ overdracht 2 F4 Het aanbod van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd 2 F5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de voor- en

vroegschool is op elkaar afgestemd 2

F6 De manier om met ouders om te gaan op de voor- en de vroegschool is op elkaar afgestemd

2 F7 De interne begeleiding en zorg zijn op de voor- en vroegschool op elkaar afgestemd

2

Op Schoonoord niveau is er jaarlijs vier keer gepland overleg tussen de peuterspeelzaal, kinderdagverblijf en de basisscholen. Tot nog toe is dit overleg vooral op organisatorische aspecten gericht. De coördinatie is belegd bij de voorschool.

Op dit moment is nog niet voor alle instromende peuters een ‘warme’ overdracht gerealiseerd.

Wel ontvangt de vroegschool, mits er toestemming van de ouders is, een peuter- observatielijst (Peuterestafette) van de voorschool (F3).

Verbeterpunten liggen in de inhoudelijke afstemming tussen de vroeg- en voorschool. Het peuter-kleuteroverleg biedt goede voorwaarden om de doelen te richten op de realisatie van een doorgaande lijn op het gebied van het aanbod, het pedagogisch en educatief handelen, het ouderbeleid en de interne zorg en begeleiding (F4, F5, F6 en F7).

G OPBRENGSTEN VAN VVE De Kiel

G1 De resultaten worden gemeten conform de afspraken -

G2 De resultaten zijn van voldoende niveau -

G3 Verlengde kleuterperiode -

De school meet de opbrengsten met landelijk genormeerde toetsen: Taal voor kleuters en Rekenen. Voor het merendeel van de leerlingen zijn gegevens van vier meetmomenten aanwezig.

Op gemeentelijk niveau zijn echter geen afspraken gemaakt over de resultaten. Daarom beoordeelt de inspectie deze opbrengstindicatoren niet (G1,G2).

(9)

Vanwege de zeer kleine aantallen in de onderbouw, doet de inspectie geen uitspraak over het aantal leerlingen met een verlengde kleuterperiode. Wel is vastgesteld dat het percentage leerlingen met een verlengde kleuterperiode afwijkt van het landelijk beeld. De school voert echter wel een zorgvuldig beleid ten aanzien van dit aspect (G3).

(10)

4. VERVOLGAFSPRAKEN.

Het bezoek heeft geen aanleiding gegeven voor het maken van vervolgafspraken.

 

 

 

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

F1 Er is VVE-coördinatie tussen de voor- en vroegschool 2 F2 Voldoende kinderen stromen door naar de bijbehorende vroegschool - F3 De voorschool zorgt voor een warme overdracht 3

Beatrix F1 Er is VVE-coördinatie tussen de voor- en vroegschool nvt nvt F2 Voldoende kinderen stromen door naar een vroegschool 2 nvt F3 De voor- en vroegschool zorgen voor

F1 Er is VVE-coördinatie tussen de voor- en vroegschool 2 2 F2 Voldoende kinderen stromen door naar de bijbehorende vroegschool 3 -. F3 De voorschool zorgt voor een

obs De Fontein F1 Er is VVE-coördinatie tussen de voor- en vroegschool 3 3 F2 Voldoende kinderen stromen door naar een vroegschool 3 -- F3 De voor- en vroegschool zorgen

1 Er is VVE-coördinatie tussen de voor- en vroegschool 4 2 Voldoende kinderen stromen door naar de bijbehorende vroegschool 3 3 De voorschool zorgt voor een warme overdracht 4

F DOORGAANDE LIJN Bs De Kindervriend F1 Er is VVE-coördinatie tussen de voor- en vroegschool 2 F2 Voldoende kinderen stromen door naar een vroegschool 2 F3 De basisschool

F1 Er is VVE-coördinatie tussen de voor- en vroegschool 3 3 F2 Voldoende kinderen stromen door naar de bijbehorende vroegschool 3 -. F3 De voorschool zorgt voor een

3 F3 De voor- en vroegschool zorgen voor een warme overdracht 4 F4 Het aanbod van de voor- en de vroegschool zijn op elkaar afgestemd 2 F5 Het pedagogisch klimaat en het