VVE-RAPPORT
DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN
DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE
PEUTERGROEP KIBEO KUYPERLAAN BASISSCHOOL DE TWEEMASTER
Locatie peutergroep Kibeo Kuyperlaan
basisschool De Tweemaster
Brinnr. 14FX Plaats Goes Onderzoeksnummer 11372 + 11373
Documentnummer 3488331 Datum onderzoek 14 november 2012 Datum vaststelling rapport 24 januari 2013
Odin: 128033 Onderzoeksdatum: 14-11-2012 Pagina 1 van 10
1. INLEIDING
Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE). VVE is bedoeld voor jonge kinderen die
onvoldoende zijn toegerust voor een soepele instroom in groep 3 van het basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken.
Dit rapport maakt onderdeel uit van de bestandsopname in de gemeente Goes. In deze gemeente hebben alle voor- en vroegscholen die te maken hebben met VVE een vragenlijst ingevuld waarin zij de stand van zaken op hun (voor)school weergeven. Alle locaties krijgen automatisch een zelfrapportage.
Enkele locaties zijn vervolgens bezocht door de Inspectie van het Onderwijs ter verificatie van deze zelfevaluaties. Alle bezochte locaties ontvangen een rapportage met de bevindingen van de Inspectie. Het definitieve rapport wordt gepubliceerd op de website van de Inspectie:
http://www.onderwijsinspectie.nl/onderwijs/Voor-+en+vroegschoolse+educatie
De uitkomsten van alle zelfevaluaties en de bevindingen van de Inspectie van het Onderwijs naar aanleiding van de locatiebezoeken worden samengevat in een gemeentelijk rapport. Dit geeft een totaalbeeld weer van VVE in de gemeente Goes. Dit rapport wordt, als het definitief is vastgesteld, samen met de locatierapporten, gepubliceerd op de website van de Inspectie:
http://www.onderwijsinspectie.nl/onderwijs/Voor-+en+vroegschoolse+educatie Werkwijze onderzoek
Peutergroep Kibeo Kuyperlaan en basisschool De Tweemaster zijn (voor)scholen die bezocht zijn door de Inspectie van het Onderwijs. Daarbij hebben de volgende activiteiten plaatsgevonden:
groepsbezoeken
gesprekken met leidsters en/of leerkrachten
gesprekken met ouders
gesprekken met locatieleiding, coördinatie en directie
Dit rapport geeft de bevindingen van de Inspectie over de kwaliteit van VVE op deze locatie weer.
Inhoud rapport
In dit rapport worden de volgende onderwerpen besproken:
De voorwaarden van VVE
De ouders
De kwaliteit van de educatie
Het VVE-programma, zoals dat wordt aangeboden
Het pedagogisch klimaat
Het educatief handelen
De ontwikkeling, zorg en begeleiding
De kwaliteitszorg
De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool
De resultaten van VVE
Elk van de VVE-kwaliteitsaspecten is uiteengelegd in indicatoren. Als een indicator beoordeeld wordt, gebeurt dat doorgaans met de volgende oordelen:
1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig
Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden.
2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk
Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt.
3. Voldoende
4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen
Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren.
Dit rapport is gebaseerd op het VVE-toezichtkader (zie de internetsite van de onderwijsinspectie).
Odin: 128033 Onderzoeksdatum: 14-11-2012 Pagina 3 van 10
Hoofdstuk 2 beschrijft het totaalbeeld van het onderzoek. De beoordeelde onderwerpen
(indicatoren) staan in hoofdstuk 3, met eerst de oordelen en daarna een toelichting als dat nodig is. Daarbij kunnen de overeenkomsten en verschillen tussen de zelfevaluatie van de locatie en de bevindingen van de Inspectie eveneens worden geduid.
Als er op basis van dit onderzoek afspraken gemaakt zijn, staan die in hoofdstuk 4.
Groepsinformatie peutergroepen:
Aantal peuters in groep a: 62, waarvan 22 doelgroeppeuters Groepsinformatie kleutergroepen:
Aantal peuters in groep a: 27, waarvan 10 doelgroeppeuters
2. HET TOTAALBEELD
Ten tijde van het inspectiebezoek is de invulling van de formatie in de onderbouw van tijdelijke aard. Door omstandigheden zijn in de groepen 1 en 2 invallers ingezet die (nog) geen VVE opleiding hebben genoten. In de nabije toekomst zal, naar zeggen van de directeur, ingezet worden op leerkrachten met de benodigde VVE opleiding. Ten tijde van de uitval van een van de leerkrachten van de groepen 1 en 2 werd na verloop van tijd duidelijk dat dit forse consequenties had voor de kwaliteit van uitvoering van VVE. Aangezien de specifieke kennis van VVE
voornamelijk bij deze leerkrachten aanwezig was, verdween hiermee de kennis en know how uit de school. Daarbij valt het op dat de directeur snel heeft geschakeld en voornemens is de kwaliteit van VVE op korte termijn beter te gaan borgen. Dit gegeven maakt dat de kwaliteit van VVE op de uitvoering, zoals het pedagogisch en educatief handelen in de vroegschool nog niet altijd op orde is. Op het terrein van ouders weet de school overwegend voldoende kwaliteit te bieden. Met name de contractjes met ouders, in welke afspraken worden vastgelegd over wederzijdse verwachtingen, getuigen van inzicht in wat er voor VVE in de school in afstemming met thuis nodig is. Dit laat de school nogmaals zien door in te zetten op een vroege signalering, enkele weken na binnenkomst van een kleuter in groep 1, door het afnemen van de Tak toets voor alle kinderen. De school sluit tevens het tweede jaar af met een Tak toets.
In de voorschool is op pedagogisch en educatief terrein overwegend voldoende kwaliteit
geconstateerd met zelfs enkele uitschieters naar een zeer goede kwaliteit. Zo weten de leidsters met een bijna vanzelfsprekend gemak op ieder moment kinderen te boeien. Vervolgens sluiten de leidsters perfect aan op dat wat kinderen initiëren en geven zij de kinderen de ruimte die ze nodig hebben en moedigen iedere nieuwe verworvenheid van kinderen aan. Regels en ritme worden spelenderwijs bijgebracht en worden dan ook door de kinderen als een klein ‘feestje’ ervaren.
De voorschool heeft de condities voor voorschoolse educatie voldoende op orde. Op de overige terreinen heeft de voorschool stichtingsbreed al stappen gezet die nog om een verdere uitwerking en implementatie vragen.
Opvallend is het aantal doelgroepkinderen dat de school instroomt en geen voorschoolse
voorziening heeft bezocht. Het aantal leerlingen dat een voorschool heeft bezocht, ligt gemiddeld bezien over twee jaar op 21%. Daarbij dient rekening gehouden te worden dat de scholen niet eenzelfde doelgroepbepaling hanteren als de voorscholen. Het is voor scholen nu niet altijd duidelijk op basis van welke kenmerken peuters wel of niet worden geïndiceerd. Inmiddels is de gemeente in gesprek met de toeleidende organisatie om tot een verbetering te komen in het bereik van de doelgroeppeuters.
Odin: 128033 Onderzoeksdatum: 14-11-2012 Pagina 5 van 10
3. DE OORDELEN MET EEN TOELICHTING ALS DAT NODIG IS
Nb. De indicatoren die de inspectie anders heeft beoordeeld dan de voor- of vroegschool in hun zelfevaluatie, zijn gemerkt met een *.
A CONDITIES peutergroep Kibeo
Kuyperlaan De
Tweemaster
A0.0 Samenwerking met voor/vroegschool Ja ja
A0.1 Er is een recent GGD-rapport beschikbaar 3 nvt
A0.2 In het rapport zijn de basisvoorwaarden voor voorschoolse educatie getoetst
3 nvt A1 Een integraal VVE-programma
A1.1 Naam/namen van programma(s) Puk en Ko
Ik en Ko
A2 De groepsgrootte voldoet aan de maximumeisen (voorschool) 3 nvt A3 Leidster - kind ratio ("dubbele bezetting") 3 3 A4 Voldoende VVE-tijd
A4.1 De peuters bezoeken de voorschool gedurende voldoende tijd
(per week) 3 nvt
A4.2 Wat is doorgaans de beginleeftijd voor VVE?
Twee jaar
A5 Kwaliteit leidsters/leerkrachten
A5.2 Alle leidsters/leerkrachten zijn toereikend gekwalificeerd
(opleiding) 3 nvt
A5.3 Alle leidsters spreken voldoende Nederlands 3 3 A5.4 Alle leidsters zijn toereikend geschoold (voor het VVE-
programma)
4 2
A5.5 Er is een jaarlijks VVE-opleidingsplan 3 nvt
Toelichting:
De voorschool werkt samen met drie scholen in de omgeving. Veel peuters stromen door naar basisschool De Tweemaster, waarvan een groot aantal doelgroeppeuters. De school voorziet in een schakelklas, waarbinnen de kleuters extra ondersteuning krijgen in hun (taal) ontwikkeling. Over het geheel genomen hebben de voor- en vroegschool de condities op orde. Met de verwachtte komst van de nieuwe vaste leerkrachten mag verwacht worden dat het onderdeel ‘VVE-scholing’
grotendeels op orde zal zijn, aangezien de leerkrachten hierin zijn opgeleid volgens de directeur.
B OUDERS peutergroep Kibeo
Kuyperlaan De
Tweemaster
B1 Gericht ouderbeleid 2 2
B2 Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd 2 3
B3 Intake 3 3
B4 Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te
doen 2 3
B5 Participatie in VVE-activiteiten in de voor/vroegschool 2 3
B6 Informeren over de ontwikkeling van hun kind 3 3
B7 Rekening houden met de thuistaal 3 3
Toelichting:
De school heeft het onderdeel 'ouders' redelijk op orde. Ouders weten zich goed geïnformeerd, kennen het programma en in grote lijnen de bedoeling hiervan. Bovendien maakt de school afspraken met de ouders van de kinderen in de schakelklas wat vervolgens in een contract wordt vastgelegd. Dit geeft ouders inzicht wat er van hun verwacht wordt in de ondersteuning ten aanzien van hun kind en de samenwerking hierin met de school. De voorschool heeft nog een
Odin: 128033 Onderzoeksdatum: 14-11-2012 Pagina 7 van 10
gemeente. Hierin zijn zij voornemens het nog te ontwikkelen gerichte ouderbeleid als leidraad te nemen om de overige onderdelen doelgericht per locatie verder vorm te geven.
C KWALITEIT VAN DE UITVOERING VAN VVE peutergroep Kibeo
Kuyperlaan De
Tweemaster C1 Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma
C1.1 Een integraal VVE-programma 3 3
C1.2 Werken met een doelgerichte planning 3 2
C1.3 Het aanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende
dekkend 3 2
C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt
gedifferentieerd 3 3
C2 Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat C2.1 Het pedagogisch handelen van de leidsters/leerkrachten is
respectvol 3 3
C2.2 De leidsters/leerkrachten hanteren duidelijke pedagogische
gedragsgrenzen 3 3
C2.3 De leidsters/leerkrachten stimuleren de sociale vaardigheden
en de persoonlijke competenties van de kinderen 3 3
C2.4 De leidsters/leerkrachten tonen respect voor de autonomie van het kind
4 3 C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel-
en taal-uitlokkend
2 3 C3 Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen
C3.1 Het educatief handelen van beide leidsters/leerkrachten is goed op elkaar afgestemd
3 3 C3.2 Er worden de hele 'dag' effectieve en gerichte activiteiten voor
de taalontwikkeling uitgevoerd
3 2 C3.3 De leidsters/leerkrachten bevorderen de interactie met en
tussen kinderen
3 2 C3.4 De leidsters/leerkrachten stimuleren actieve betrokkenheid van
de kinderen en verrijken het spelen en werken 4 3
C3.5 De leidsters/leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van
aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen 3 3
C3.6 Het gedrag van de leidsters/leerkrachten met de kinderen is
responsief 3 3
C3.7 De leidsters/leerkrachten stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van de individuele kinderen
3 2
Toelichting:
De voorschool werkt met weekformulieren die voldoende inzicht geven in de planning en de beoogde doelen. Het pedagogisch en educatief handelen van de leidsters is voldoende tot zeer goed van kwaliteit. Alleen de inrichting van de ruimte kan meer aandacht krijgen. De leidsters laten een goed voorbeeld zien van hoe de zelfstandigheid van de peuters kan worden bevorderd.
Zo laten zij peuters beslissingen nemen en vervolgens nadenken over wat de consequenties zijn van de beslissing. Ook vragen de leidsters na welke hulp of ondersteuning een peuter wil en bieden vervolgens alleen dat aan wat er is gevraagd. Wat opvalt, is de consequente houding van beide leidsters is deze. Gedurende de kring, tijdens de toiletronde en tijdens het opruimen, ten allen tijde worden kinderen gestimuleerd in hun zelfstandigheid en autonomie. Hiermee zijn de leidsters een voorbeeld voor anderen. Vervolgens komt het educatief handelen volledig tot zijn recht door de inventieve wijze waarop de leidsters de actieve betrokkenheid van de peuters stimuleren. En juist nu geldt dat dit zich zeker niet beperkt tot de VVE activiteit maar ook tijdens de verzorgingsmomenten. Hiermee is de tijd in de peuterspeelzaal een feest voor kinderen waar zij maximaal kunnen leren. De leidsters weten heel goed de aandacht van de peuter te krijgen en vervolgens verrijkend spel aan te bieden dat past binnen de ontwikkeling van het kind. Hiermee
Voor de school geldt dat zowel het planmatig en doelgericht handelen als het educatief handelen nog aandacht vraagt. Daarbij moet opgemerkt worden dat beide leerkrachten als invalkracht werkzaam zijn in de school en nog maar recent de opleiding hebben afgerond. Bovendien heeft geen van beiden een gerichte VVE-opleiding genoten.
D ONTWIKKELING, BEGELEIDING EN ZORG peutergroep Kibeo
Kuyperlaan De
Tweemaster D1 Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep
D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen 3 4 D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine
(tutor)groep en het individuele kind 2 2
D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg 2* 2*
D1.4 Specifieke aandacht bij de begeleiding en zorg voor de taalontwikkeling
2 2 D2 Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen
D2.1 Leidsters/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voor- resp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg
3 3
D2.2 Leidsters/leerkrachten melden kinderen aan voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren
3 3
D2.3 De leidsters/leerkrachten blijven de ontwikkeling van kinderen
met extra zorg bijhouden 3* 3
Toelichting:
De vroegschool observeert de kinderen met een breed observatie systeem en maakt gebruik van een landelijke genormeerd toetssysteem. Daarnaast worden alle doelgroepkinderen, en in het bijzonder de kinderen die niet naar een voorschool zijn geweest, extra getoetst met de TAK toets in de eerste weken dat zij starten in de school. Bovendien wordt bij deze kinderen nogmaals de TAK toets afgenomen voordat zij overgaan naar groep 3. Hiermee heeft de school een zeer volledig signaleringssysteem en zijn zij een voorbeeld voor anderen.
Zowel de voor –als de vroegschool is zelf kritisch op de planmatige en doelgerichte aanpak in de zorg en begeleiding. De intern begeleider van de school heeft goed voor ogen wat er nog nodig is om de zorg te verbeteren. Zo heeft zij gedurende een aantal jaren analyses gemaakt van de opbrengsten van de doelgroepkinderen en is zij voornemens om de leerresultaten van alle kinderen te gaan analyseren om zo een volledig beeld te krijgen en vergelijkingen te kunnen maken. Aangezien de planmatige en doelgerichte begeleiding nog onvoldoende op orde is, is ook de evaluatie van de aangeboden zorg en begeleiding nog niet mogelijk. De leidsters van de voorschool maken gebruik van een observatie programma waarmee zij alle kinderen volgen. Ook na of tijdens dat de peuters extra zorg ontvangen, blijven zij de ontwikkeling van de kinderen volgen.
E KWALITEITSZORG BINNEN DE VOOR- C.Q. VROEGSCHOOL peutergroep Kibeo
Kuyperlaan De
Tweemaster E1 Er is VVE-coördinatie in de voor- c.q. vroegschool 3 3 E2 De voor- c.q. vroegschool evalueert de kwaliteit van VVE
regelmatig
3 2*
E3 De voor- c.q. vroegschool evalueert de VVE-resultaten van alle kinderen
2 2 E4 De voor- c.q. vroegschool werkt planmatig aan VVE-
verbetermaatregelen 3 2
E5 De voor- c.q. vroegschool borgt de kwaliteit van haar VVE-
educatie 2 2*
E6 In de kwaliteitszorg van de basisschool wordt ook specifiek naar
VVE gekeken - 2
Odin: 128033 Onderzoeksdatum: 14-11-2012 Pagina 9 van 10
Zowel de voor- als de vroegschool heeft een voorbeeld van een evaluatie van de kwaliteit van VVE, die of door henzelf of door een ondersteunende instelling is gedaan. Wat nog aandacht vraagt in de vroegschool is het met enige regelmaat (jaarlijks) evalueren en het meer specifiek maken naar VVE.
Daarbij kan in de school nog aandacht uitgaan naar het borgen van het onderwijs in de groepen 1 en 2. De directeur van de school werkt met een plan van aanpak, waarbij het op orde brengen van de organisatie de eerste prioriteit heeft en vervolgens het inzetten van verbetertrajecten in het onderwijs. De aandacht voor het specifieke terrein van VVE ligt in de nabije toekomst waarbij de inspectie evenals de directeur de borging van de kwaliteit van VVE als eerste aandachtspunt zien.
F DOORGAANDE LIJN peutergroep Kibeo
Kuyperlaan De
Tweemaster F1 Er is VVE-coördinatie tussen de voor- en vroegschool 3 3 F2 Er is concreet beleid om zoveel mogelijk kinderen te laten
doorstromen naar een vroegschool
2 nvt F3 De voor- en vroegschool zorgen voor een warme overdracht 3 3
F4 Het aanbod van de voor- en de vroegschool zijn op elkaar
afgestemd 3 3
F5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd
2 2 F6 De manier om met ouders om te gaan op de voor- en de
vroegschool is op elkaar afgestemd
2 2 F7 De interne begeleiding en zorg op de voor- en vroegschool zijn
op elkaar afgestemd 2 2
Toelichting:
Over het geheel van de doorgaande lijn zijn de voor- en vroegschool zich bewust van de
ontwikkeling die zij nog door moeten maken. Met de inzet van de werkgroep op de doorgaande lijn is een eerste stap gezet om tot een verdergaande samenwerking te komen op
onderwijsinhoudelijke thema’s.
G OPBRENGSTEN VAN VVE peutergroep Kibeo
Kuyperlaan De
Tweemaster G1 De resultaten worden gemeten conform de gemeentelijk
afspraken
- -
G2 De resultaten zijn van voldoende niveau - -
G3 Verlengde kleuterperiode - 3
Toelichting:
Van heldere afspraken in de te behalen resultaten binnen VVE is op gemeentelijk niveau nog geen sprake. Daarmee is het meten van deze resultaten op locatieniveau nog niet mogelijk.
4. VERVOLGAFSPRAKEN
Het bezoek heeft geen aanleiding gegeven voor het maken van vervolgafspraken.