Amsterdam, maart 2012 bestuur De Jonge Akademie
VERANTWOORDING
Conform het reglement van De Jonge Akademie (DJA), zoals vastgesteld door de KNAW, presenteert het bestuur van De Jonge Akademie hierbij het jaarverslag 2011 van De Jonge
Akademie, inclusief financiële verantwoording. Dit jaarverslag 2011 is besproken en goedgekeurd in de algemene ledenvergadering van de DJA, gehouden op 16 maart 2012.
INHOUD
1 Inleiding 5
2 Algemeen 7
2.1 Doelstellingen van De Jonge Akademie 7
2.2 Verwezenlijking doelstellingen in 2011 7
2.3 Ledenvergaderingen 9
2.4 Tracés 10
2.5 Permanente en tijdelijke commissies 10
2.6 Bestuur 10
2.7 Organogram 12
3. Tracé wetenschapsbeleid 13
3.1 Geen innovatie zonder wetenschap 13
3.2 Promotierecht en loopbaanbeleid jonge onderzoekers 13 3.3 Commissie Veerman en reactie strategische agenda OCW 14
3.4 Parlement en Wetenschap 14
3.5 Agenda voor 2012 15
4. Tracé wetenschap & maatschappij 16
4.1 De Jonge Akademie on Wheels 16
4.2 De Jonge Akademie Online 17
4.3 Relevatiewijzer en valorisatieparade 17
4.4 Chemiedialogen 17
4.5 Deelname diverse publieksbijeenkomsten 18
4.6 Onderwerpen in 2012 19
5. Tracé inhoud en interdisciplinariteit 20
5.1 Publicatietradities
20
5.2 Symposia: Controle, Islam & Kunst en Praktijk van het
delen van onderzoekgegevens 20
5.3 Samenwerking KNAW 21
5.4 Wereldbeeld/Mensbeeld 21
5.4 Nieuwe onderwerpen in 2012 en later 21
6. Commissies van De Jonge Akademie 23
6.1 DJA Beurzencommissie 23 6.2 Selectiecommissie 23 6.3 Commissie Internationalisering 24 7. Financiële verantwoording 26 Bijlagen: 1. DJA ledenoverzicht 2011 28
2. DJA Alumni, overzicht 2011 32
3. DJA nieuwe leden 2012 33
4. Wetenschappelijke voordrachten tijdens ledenvergaderingen 35 5. Samenstelling bestuur, tracés en commissies 2011 37
6. Besteding DJA Beurzen 2011 38
7. Besteding DJA Beurzen 2010 42
8. Besteding DJA Beurzen 2009 46
9. Hoogleraarbenoemingen, persoonsgebonden subsidies en prijzen, 51 deelname aan raden, commissies, jury’s & beoordelingscommissies van de KNAW in 2011
1 INLEIDING
De Jonge Akademie is een dynamisch, creatief en innovatief platform van jonge
topwetenschappers met visie op wetenschap en wetenschapsbeleid. De Jonge Akademie
organiseert inspirerende en uitdagende activiteiten voor verschillende doelgroepen op het gebied van wetenschapsbeleid, interdisciplinariteit en wetenschap en maatschappij.
De Jonge Akademie is een platform dat naar een breed publiek een realistisch beeld van wetenschap uitdraagt als interessant, zinvol en uitdagend.
De Jonge Akademie is een uniek gezelschap, niet alleen vanwege de dynamiek en creativiteit die tot uitdrukking komt in haar activiteiten, maar ook vanwege haar evenwichtige samenstelling – De Jonge Akademie herbergt mannelijke en vrouwelijke wetenschappers die actief zijn op alle terreinen van de wetenschap. Deze wetenschappers vinden in De Jonge Akademie een bijzonder forum om (interdisciplinaire) contacten te leggen, een kader waarbinnen zij hun
wetenschappelijke ideeën naar de samenleving kunnen uitdragen, en een raamwerk waarbinnen zij kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van het wetenschapsbeleid.
Binnen dit algemene kader heeft De Jonge Akademie in 2011 een groot aantal activiteiten ontplooid. Zij heeft dit vooral gedaan vanuit het organisatorische raamwerk van de drie “tracés”: Inhoud & Interdisciplinariteit (I&I), Wetenschapsbeleid (WB) en Wetenschap & Maatschappij (W&M). Hiernaast vonden er diverse activiteiten plaats via het Beurzenprogramma van De Jonge Akademie. In het kader van het Beurzenprogramma van De Jonge Akademie kunnen twee of meer leden van De Jonge Akademie gezamenlijk een beurs aanvragen voor een samenwerkingsactiviteit die aansluit bij de genoemde doelstellingen. De doelstelling van het Beurzenprogramma is om het ontstaan van kleinere samenwerkingsverbanden of werkgroepen binnen De Jonge Akademie te stimuleren die de grenzen tussen de tracés en van de wetenschappelijke disciplines overstijgen. Het jaar 2011 is voor De Jonge Akademie een actief en bewogen jaar geweest, waarbij onder andere onderwerpen op het terrein van wetenschapsbeleid, zoals het beleid rondom topsectoren in relatie tot fundamenteel onderzoek een prominente rol hebben gespeeld. In 2011 had De Jonge Akademie de eerste vijf jaar van haar bestaan achter de rug. De eerste lichting leden van De Jonge Akademie is uitgestroomd. Hiermee is een nieuw tijdperk ingegaan voor De Jonge Akademie, waarbij onder andere het alumnibeleid een rol is gaan spelen. Ook moest worden bekeken hoe we met vijftig leden zo goed mogelijk De Jonge Akademie vorm konden blijven geven (ledenbeleid). Om hieromtrent verdere plannen te ontwikkelen hebben de nieuwe leden uit 2010 onder andere een evaluatie (enquête) gehouden en in juni 2011 een retraitebijeenkomst georganiseerd
In de eerste vijf jaren van haar bestaan is De Jonge Akademie erin geslaagd een bijzondere positie te verwerven binnen (wetenschappelijk) Nederland. Deze positie willen wij in de volgende jaren consolideren en verder uitbouwen. Binnen de wetenschappelijke wereld is nu breed bekend wat De Jonge Akademie is, maar nog niet iedereen is goed op de hoogte van onze activiteiten. Om dit te verbeteren heeft De Jonge Akademie in 2011 onder andere bezoeken gebracht aan diverse Colleges van Bestuur van universiteiten. Thema’s die bij deze bezoeken werden besproken zijn onder andere: zichtbaar maken van De Jonge Akademie ten behoeve van verbetering van het nominatiebeleid, aandacht voor interdisciplinariteit en ondersteuning van individuele leden bij activiteiten van De Jonge Akademie vanuit hun universiteit. Hiernaast heeft De Jonge Akademie in 2011 voor het eerst een e-zine uitgebracht om De Jonge Akademie en haar activiteiten onder de aandacht te brengen. Hiernaast is De Jonge Akademie haar activiteiten actief onder de aandacht gaan brengen via sociale media, waarbij vooralsnog is gekozen voor Twitter en Facebook.
Ook buiten de wetenschappelijke wereld wilde De Jonge Akademie graag haar gezicht laten zien door twee grote zichtbare projecten verder vorm te geven: De Jonge Akademie on Wheels en De Jonge Akademie Online. In 2010 en 2011 is het project De Jonge Akademie on Wheels voor
scholieren uit 2008 in de eerste klassen van het middelbaar onderwijs opnieuw vormgegeven en uitgevoerd. Een groot succes is daarbij geweest de ontwikkeling van het wetenschapsspel Expeditie Moendoes voor het voorprogramma van De Jonge Akademie on Wheels. Hiermee kunnen docenten in de onderbouw van het voortgezet onderwijs hun leerlingen laten ervaren hoe wetenschappers te werk gaan. Het project is in de nieuwe vorm financieel mogelijk gemaakt door SNS REAAL fonds.
De Jonge Akademie Online betreft het samen met FastFacts produceren van korte heldere video’s voor internet. In 2011 is een serie van 22 filmpjes gemaakt over onderzoek van leden van De Jonge Akademie, uitgebracht met een aankondiging via De Volkskrant en inmiddels
beschikbaar op vele andere websites. Deze video’s hebben een goed bereik, naar de meeste video’s keken meer dan 2000 mensen. Met de video’s bereikten we media, maar ook
beleidsmedewerkers, studenten, leerlingen, patiënten, bedrijfsleven en andere geïnteresseerden in de wetenschap. Belangrijkste doel is een brug te slaan naar de samenleving, door wetenschap op een aantrekkelijke en vernieuwende wijze te presenteren.
In dit jaarverslag geeft De Jonge Akademie aan op welke manier zij in 2011 uitdrukking heeft gegeven aan haar doelstellingen en welke activiteiten zij in dit kader heeft ontplooid. In hoofdstuk 2 vindt u allereerst een algemene verslaglegging, waarin de belangrijkste activiteiten en
gebeurtenissen worden besproken. In de hoofdstukken daarna (hoofdstukken 3 t/m 6) komen de activiteiten van de drie tracés (wetenschapsbeleid (WB), wetenschap & maatschappij (W&M) en inhoud & interdisciplinariteit (I&I)) en de verschillende commissies aan de orde. In hoofdstuk 7 staat de financiële verantwoording over het boekjaar 2011.
2 ALGEMEEN
2.1
Doelstellingen van De Jonge Akademie
De KNAW heeft in 2005 een genootschap opgericht voor jonge onderzoekers – De Jonge Akademie – waarbij de KNAW in het bijzonder de volgende vier doelstellingen nastreefde:
1. Jonge onderzoekers actief in aanraking brengen met vakgebieden buiten het eigen specialisme en met de mogelijkheden van interdisciplinair onderzoek.
2. Jonge onderzoekers aanmoedigen visies te ontwikkelen en uit te dragen op de toekomst van het eigen vakgebied en de samenwerking met andere vakgebieden, evenals op het te voeren wetenschapsbeleid.
3. Jonge onderzoekers stimuleren hun wetenschappelijke inzichten in de maatschappij uit te dragen.
4. Jonge onderzoekers steunen in hun eigen ontwikkeling als wetenschapsbeoefenaar. De Jonge Akademie heeft haar activiteiten nauw toegesneden op deze vier hoofddoelen.
De Jonge Akademie:
• brengt onderzoekers actief in aanraking met vakgebieden buiten het eigen specialisme, en stimuleert op deze manier interdisciplinair onderzoek.
• vraagt leden actief bij te dragen aan de toekomst van het eigen vakgebied en aangrenzende vakgebieden en visie te ontwikkelen op het te voeren wetenschapsbeleid.
• overlegt met en geeft advies op het gebied van wetenschapsbeleid aan wetenschappelijke organisaties en ministeries.
• draagt fascinatie voor wetenschap en wetenschappelijke inzichten uit naar samenleving en onderwijs, en heeft aandacht voor valorisatie in de breedste zin van het woord.
• heeft een beurzenprogramma om onderzoekers van De Jonge Akademie financieel te ondersteunen binnen de in het kader genoemde doelstellingen van De Jonge Akademie. In 2011 zijn talrijke activiteiten en acties ondernomen om bovenstaande doelstellingen te realiseren. In paragraaf 2.2 geven wij een overzicht van de realisatie van de doelstellingen uit het werkplan 2011 (par. 2.2). De verschillende activiteiten komen meer uitgebreid aan de orde in de hoofdstukken 3 tot en met 6. In de paragrafen 2.3 – 2.7 gaan wij nader in op de
organisatiestructuur van De Jonge Akademie.
2.2 Verwezenlijking van de doelstellingen in 2011
Evaluatie na 5 jaar Jonge Akademie en ledenbeleid
In 2010 vierde De Jonge Akademie haar vijfjarig jubileum. In vijf jaar tijd heeft De Jonge Akademie zich ontplooid tot een platform voor jonge wetenschappers dat bekend staat om haar
vernieuwende ideeën (vooral met betrekking tot interdisciplinariteit en communicatie naar de samenleving) en dat wordt gezien als serieuze en informatieve gesprekspartner voor externe instanties (VSNU, NWO, ministeries). In 2010 had De Jonge Akademie voor het eerst de
aanvankelijk beoogde 50 leden. Hiermee is een vast ritme gestart met jaarlijkse in- en uitstroom van 10 leden. Bij het uitstromen van de eerste generatie van 40 leden van De Jonge Akademie is een alumnibeleid opgezet.
In 2011 wilden De Jonge Akademie leden evalueren hoe de eerste vijf jaren zijn verlopen en wat zou kunnen worden verbeterd. Dit heeft De Jonge Akademie gedaan in een
retraiteweekend in Woudschoten met als thema duurzaamheid, als activiteit van de lichting leden uit 2010. Als voorbereiding voor het retraiteweekend is een enquête over De Jonge Akademie
gehouden waaraan 39 leden hebben meegedaan. Hieruit zijn vier thema’s naar voren gekomen die in het weekend verder zijn besproken en waarover stellingen zijn geformuleerd voor
discussie. De thema’s waren: inhoud van het DJA-lidmaatschap; de vorm van de vergaderingen en de organisatiestructuur; prioriteiten en de relatie met de alumni en de KNAW. Er zijn hieruit een aantal verbeterpunten naar voren gekomen, zoals het vaker willen spreken namens De Jonge Akademie aan de hand van stemmingen; het verder verbeteren van het introductietraject van nieuwe leden; ledenvergaderingen verbeteren door slechts twee tracés parallel te laten lopen en het opstellen van een Manifest (visiedocument) om de uitgangspunten van De Jonge Akademie duidelijk te maken. Met alle punten is De Jonge Akademie aan de slag gegaan, en enkele punten zijn ook al uitgevoerd. Zo lieten we in 2011 al vaker onze stem horen namens De Jonge Akademie als geheel; vinden er slechts 2 van de 3 tracés parallel plaats en is het introductieprogramma van nieuwe leden verbeterd. Aan andere punten zoals het Manifest wordt nog hard gewerkt, alsook aan het realiseren van een volgend retraiteweekend samen met de alumni.
Wetenschap en Maatschappij
Aan de doelstellingen rondom Wetenschap en Maatschappij is in 2011 via twee grote projecten gewerkt, De Jonge Akademie online en De Jonge Akademie on Wheels. Voor De Jonge Akademie online is er een serie van 22 korte, heldere en enthousiastmerende video’s gemaakt over onderzoek van leden van De Jonge Akademie. Deze video’s zijn online te bekijken via diverse websites en aangekondigd via De Volkskrant. Doel van De Jonge Akademie on Wheels, dat in 2008 een succesvolle formule bleek, is laten zien dat wetenschap draait om nieuwsgierigheid naar de wereld om je heen. Vragen stellen en samen zoeken naar een antwoord is dan ook de kern van alle onderdelen van het onderwijsproject De Jonge Akademie on Wheels, dat in deze uitgebreide versie mogelijk is gemaakt door SNS REAAL Fonds. Voor de uitvoering van het project wordt
samengewerkt met het bureau De Praktijk. Het project wordt voortgezet in 2012.
Hiernaast zijn er veel lezingen gegeven bij onder andere Kennis op Zondag, Discovery, Wetenschapcafés, de Balie, Spui26 en TED Amsterdam. Maar ook is De Jonge Akademie vaak verschenen in de media, onder andere: de Nationale Wetenschapsquiz, Labyrint en Hoe?Zo! Radio. In het najaar van 2011 heeft De Jonge Akademie een bijdrage geleverd aan de
Valorisatieparade voor de jubileumbijeenkomst op 1 november van het Rathenau instituut, zo is er onder andere een relevantiewijzer gepresenteerd en zijn een aantal leden panelleden bij een interactieve discussie.
Wetenschapsbeleid
Begin 2011 hebben we een bijdrage geleverd aan de discussie rondom de Commissie Veerman. De standpunten van De Jonge Akademie zijn ingebracht bij de hoorzitting op 1 maart 2011 in een gesprek met de werkgroep Profilering en Bekostiging. Hierbij zijn ook de standpunten vanuit De Jonge Akademie meegegeven op de Kabinetsreactie rapport commissie-Veerman.
Op 14 juni is het artikel ‘Geen innovatie zonder wetenschap’ verschenen. Dit artikel is dezelfde dag verkort gepubliceerd in NRC Handelsblad. De NOS heeft op 13 juni 2011 een nieuwsitem aan dit onderwerp gewijd. Er is vervolgens veel aandacht geweest voor dit
onderwerp, van nu.nl tot Trouw en De Groene Amsterdammer. Het opinieartikel geeft een reactie op het topsectorenbeleid in relatie tot fundamentele wetenschap. Een belangrijke rol speelt de innovatieparadox. Oplossing van deze paradox ligt volgens De Jonge Akademie niet in het eenzijdig overhevelen van middelen van fundamenteel naar toepassingsgericht onderzoek, maar eerder in het creëren van vruchtbare koppelingen tussen wetenschap en bedrijfsleven.
In september heeft De Jonge Akademie het opinieartikel ‘Bezwaren rondom het ius promovendi, promotierecht aan herziening toe’ gepubliceerd, naar aanleiding van een vraag van Staatsecretaris Zijlstra in een kennismakingsgesprek met De Jonge Akademie. Het ius promovendi (promotierecht), is naar de mening van De Jonge Akademie aan een herziening toe. Deze column is tot stand gekomen door alle leden van De Jonge Akademie te vragen hun bezwaren over de huidige invulling van het ius promovendi in te brengen.
Naast bovenstaande onderwerpen, zijn er diverse andere onderwerpen aan bod gekomen en besproken, zoals de discussie over bursalen.
Inhoudelijke uitwisselingen & Interdisciplinairiteit
Op het gebied van inhoud en interdisciplinariteit hebben we in 2011 activiteiten ontplooid met een heel divers karakter. Op 11 februari 2011 heeft er een symposium plaatsgevonden
over controle. Controle is een onderwerp waar vanuit verschillende disciplines naar gekeken kan worden, zoals recht, psychologie, natuurkunde, maar ook vanuit een beleidsperspectief. Als afsluiting heeft het onderdeel ‘Out of Control! Plaatsgevonden. Op 31 mei en 1 juni 2011 vond er onder leiding van Ashgar Seyed-Gohrab een symposium Islam & Kunst plaats, waarbij uit heel verschillende tijden en disciplines lezingen werden gegeven. Hiernaast heeft de KNAW in samenwerking met De Jonge Akademie de bijeenkomst Praktijk van het delen van
onderzoekgegevens georganiseerd op 12 december 2011. Deze bijeenkomst was nuttig, vanuit verschillende vakgebieden werden visies gedeeld en ook controverses opgezocht.
In 2011 is verder gewerkt aan het project Publicatietradities. Het doel van het project is de verschillen in publicatiecultuur tussen disciplines in kaart te brengen aan de hand van de bevindingen, ervaringen en visies van DJA leden.
Tijdens ledenvergaderingen gaven leden diverse inspirerende lezingen. Ook is succesvol een nieuw format uitgeprobeerd om ideeën bekostigd met fondsen uit het Beurzenprogramma van De Jonge Akademie naar voren te brengen, Ideaslab. Bij dit format brengt een lid binnen 5 minuten en met een beperkt aantal PowerPoint slides een idee naar voren, waarover hierna in groepjes wordt gediscussieerd.
In 2011 is verder vorm gegeven aan het stimuleren van samenwerking tussen De Jonge Akademie en de KNAW. Zo zijn er onder andere presentaties ter kennismaking geweest vanuit De Jonge Akademie bij de halfjaarlijkse vergaderingen van de besturen van de secties van de KNAW, er zijn twee dispuutsavonden geweest, waarbij over thema’s is gediscussieerd, ingeleid door een koppel van een KNAW-lid en een lid van De Jonge Akademie. Op 2 november 2011 is de eerste Leeskring gehouden, een nieuw format waarbij een spraakmakende schrijver wordt uitgenodigd in het Trippenhuis om in intieme kring aan leden van de KNAW en De Jonge Akademie over haar of zijn boek te vertellen en hierover van gedachten te wisselen. De eerste gast was James Gleick met zijn boek over Informatie. Hiernaast zijn er Chemielezingen gehouden tijdens het jaar van de Chemie 2011. Een lid van De Jonge Akademie en een lid van de KNAW uit verschillende
vakgebieden hebben op Middelbare scholen gezamenlijke lezingen gegeven.
2.3
Ledenvergaderingen
DJA heeft in 2011 vier ledenvergaderingen gehouden. De vergaderingen vonden plaats op 17 maart (voorafgaand aan de installatiebijeenkomst), 20 en 21 mei (retraiteweekend duurzaamheid in Woudschoten), 22 september bij de Vrije Universiteit en op 15 november 2011 in het
Trippenhuis bij de KNAW.
De ledenvergaderingen van De Jonge Akademie bestaan steeds uit verschillende
onderdelen. Zij hebben een plenair gedeelte om DJA-breed de strategie uit te zetten, inhoudelijke discussies te voeren en beslissingen te nemen. Daarnaast zijn er parallelle sessies voor de
verschillende tracés. Ook zijn er waar mogelijk inhoudelijke lezingen, verzorgd door leden van De Jonge Akademie. Verder is er ruimte voor informele contacten, tijdens de borrel of de lunch. Na afloop van de ledenvergadering wordt steeds een etentje georganiseerd.
De installatiebijeenkomst van 10 nieuwe leden vond plaats op 17 maart en had als thema De Waarde van Wetenschap. Het programma opende met een tweegesprek over dit onderwerp tussen Louise Fresco, universiteitshoogleraar duurzame ontwikkeling aan de Universiteit van Amsterdam en Emmo Meijer, senior vicepresident Unilever, en hoogleraar aan de Technische Universiteit Eindhoven. Het gesprek werd geleid worden door Martijn van Calmthout, chef wetenschap van de Volkskrant.
Op 20 en 21 mei is een retraiteweekend georganiseerd door de leden uit 2010. Rondom het thema duurzaamheid is in Woudschoten een programma georganiseerd, waarbij de evaluatie van De Jonge Akademie centraal stond. Als voorbereiding op het retraiteweekend met als titel Duurzaamheid, is een enquête over De Jonge Akademie gehouden waaraan 39 leden hebben meegedaan. Hieruit zijn vier thema’s gedistilleerd waarover stellingen zijn opgesteld voor de toekomst van De Jonge Akademie. Het idee van een retraite is erg goed bevallen. Er waren 32 van de 49 leden aanwezig en een alumnilid was erbij.
van de Vrije Universiteit. Er waren labbezoeken op locatie onder de titel ‘Van cel tot planeet’, verzorgd door Gijs Wuite & Wim van Westrenen. Er was
een lunchoverleg met leden van het College van Bestuur van de Vrije Universiteit in de Basket, met onder andere rector Lex Bouter met als onderwerpen: De universiteit als bedrijf / valorisatie, het Rapport Veerman (in het bijzonder het stellen van prioriteiten van universiteiten) en het promotierecht. Voor het eerst heeft het tracé Wetenschapsbeleid plenair plaatsgevonden. Dit is een
belangrijk tracé waar veel leden bij willen zijn. Hiernaast zijn de tracés Inhoud en Interdisciplinariteit en Wetenschap en Maatschappij parallel gehouden.
Op 15 november is een ledenvergadering gehouden in het Trippenhuis en voor het eerst gebruik gemaakt van het format Ideaslab om ideeën uit projecten die worden gefinancierd vanuit het beurzenprogramma onder de aandacht te brengen en hier verder over te brainstormen.
2.4 Tracés
Binnen de tracés wordt het leeuwendeel van het werk verricht aan de verschillende thematische activiteiten waar De Jonge Akademie zich sterk voor maakt. De Jonge Akademie heeft drie interdisciplinair samengestelde tracés: Inhoud en Interdisciplinariteit (I&I); Wetenschapsbeleid (WB) en Wetenschap en maatschappij (W&M). Elk lid van De Jonge Akademie is actief in tenminste één tracé. Het is mogelijk om gedurende het lidmaatschap van DJA van tracé te wisselen. De drie tracés waarbinnen activiteiten worden verricht, sluiten aan bij de hiervoor kort samengevatte doelstellingen van DJA (zie de inleiding van dit hoofdstuk). De activiteiten van de verschillende tracés zullen worden toegelicht in hoofdstuk 3, 4 en 5.
De tracé indeling is voor De Jonge Akademie nog steeds de best mogelijke. Gezorgd wordt echter dat er ook ruimte is voor activiteiten die niet per se binnen één tracé te vallen, zoals bijvoorbeeld op het gebied van onderwijs. Naast de tracés is er de mogelijkheid om in kleinere groepen activiteiten op te zetten, waarbij financiering aangevraagd kan worden via het DJA Beurzenprogramma.
2.5 Permanente en tijdelijke commissies
De Jonge Akademie beschikte in 2011 over twee permanente commissies: de selectiecommissie die nieuwe leden uit de genomineerden selecteert (bestaande uit: voorzitter DJA (technisch voorzitter), twee leden van de Jonge Akademie en twee leden van de KNAW) en de
DJA-Beurzencommissie. Hiernaast is er een commissie internationalisering, daar De Jonge Akademie wordt benaderd door internationale, Europese en Jonge Akademies (in oprichting) in andere landen en er ook vraagstukken spelen op internationaal niveau.
De werkzaamheden van de DJA-Beurzencommissie, de selectiecommissie en de commissie internationalisering worden besproken in hoofdstuk 6.
2.6 Bestuur 2011
Binnen het bestuur is de voorzitter verantwoordelijk voor coördinatie en algemene zaken; ook is de voorzitter technisch voorzitter van de selectiecommissie. De overige bestuursleden zijn aanspreekpunt voor een tracé en voor de andere permanente en tijdelijke commissies. Het DJA-bestuur legt verantwoording af aan de algemene ledenvergadering van DJA en aan het KNAW-bestuur. Het bestuur heeft zich tot doel gesteld primair een faciliterend bestuur te zijn. Het gaat er vooral om de ideeën en activiteiten die vanuit de leden worden geïnitieerd in goede banen te leiden en te coördineren. Daarnaast is het bestuur het eerste aanspreekpunt voor externe partijen en voor de KNAW.
Het bestuur van De Jonge Akademie is in 2011 ongeveer één keer per maand bij elkaar gekomen. Daarnaast heeft het bestuur een aantal keren telefonisch vergaderd. Daarnaast heeft het bestuur
van De Jonge Akademie tweemaal per jaar vergaderd met de president van de KNAW, Robbert Dijkgraaf, de directeur van de KNAW Hans Chang, het hoofd van de afdeling Genootschap Koen Hilberdink. Ook zijn er ontmoetingsbijeenkomsten geweest met de sectievoorzitters en
secretarissen van KNAW Letterkunde en Natuurkunde. Tijdens de vergaderingen was regelmatig ook Marja van der Putten aanwezig als contactpersoon voor de afdeling Communicatie van de KNAW.
Het bestuur heeft in 2011 contacten onderhouden met het Ministerie van OCW, NWO, VSNU, diverse Jonge Akademies, The Global Young Academy, diverse Colleges van Bestuur van universiteiten en een veelheid aan andere functionarissen en partijen.
Het bestuur werd tot 1 april gevormd door:
- Eveline Crone (voorzitter, technisch voorzitter selectiecommissie, coördinatie en algemene zaken)
- Asghar Seyed-Gohrab (vicevoorzitter, coördinatie en algemene zaken, tracé Wetenschapsbeleid) - Wim van Westrenen (tracé Wetenschapsbeleid; DJA-Beurzencommissie)
- Maarten Kleinhans (tracé Wetenschap & Maatschappij)
- Sarah Durston (tracé Inhoud en Interdisciplinariteit, Commissie Internationalisering).
Na 1 april zijn drie nieuwe bestuursleden aangetreden: Peter-Paul Verbeek, Marie-José Goumans en Arianna Betti en bestond het bestuur uit:
- Peter-Paul Verbeek (voorzitter, technisch voorzitter selectiecommissie, coördinatie en algemene zaken)
- Marie-José Goumans (vicevoorzitter, coördinatie en algemene zaken) - Wim van Westrenen (tracé Wetenschapsbeleid; DJA-Beurzencommissie) - Maarten Kleinhans (tracé Wetenschap & Maatschappij)
- Arianna Betti (tracé Inhoud en Interdisciplinariteit, Commissie Internationalisering). Het bestuur, de commissies en de tracés met hun activiteiten zijn ondersteund door Iris
Koopmans (beleidsmedewerker/secretaris) en Jeffrey Muskiet (secretariële en organisatorische ondersteuning). De afdeling Communicatie van de KNAW heeft DJA op het gebied van
communicatie ondersteuning geboden, in het bijzonder in de persoon van Marja van der Putten. Ook andere afdelingen, waaronder Financiën en Bureau Directie Ondersteuning hebben
3 TRACÉ WETENSCHAPSBELEID
Een van de doelen van De Jonge Akademie is het aanmoedigen van jonge onderzoekers om “visies te ontwikkelen (…) op het te voeren wetenschapsbeleid”. De Jonge Akademie wil discussies over het nationale wetenschapsbeleid beïnvloeden door constructief te zijn. Zij zal steeds proberen om niet alleen met kritiek te komen, maar ook met verrassende en bruikbare oplossingen. De Jonge Akademie wordt regelmatig gevraagd als formele of informele gesprekspartner of informant bij de bespreking van beleidsvoornemens of de voorbereiding van beleidsevaluaties. Specifieke aspecten van wetenschapsbeleid die De Jonge Akademie tijdens deze gesprekken naar voren heeft gebracht zijn onder meer: loopbaanbeleid en positie jonge onderzoekers,
onderzoeksfinanciering (en pleidooi voor open competitie en uitbreiding persoonsgebonden subsidies), internationalisering, innovatie, en valorisatie.
De Jonge Akademie heeft zich in 2011 intensief bezig gehouden met verschillende actuele discussies over wetenschapsbeleid, met name de discussies omtrent innovatie in relatie tot (fundamentele) wetenschap (par. 3.1), promotierecht en loopbaanbeleid van jonge onderzoekers (par. 3.2) en Commissie Veerman (par. 3.3). De Jonge Akademie heeft zich verder in 2011 ingezet voor het project Parlement en Wetenschap, een project van de Tweede kamer, KNAW, NWO, VSNU en De Jonge Akademie (par. 3.4).
3.1 Geen innovatie zonder wetenschap
In juni heeft De Jonge Akademie aandacht gevraagd voor de bezwaren rondom het beleid van de topsectoren in relatie tot (fundamenteel nieuwsgierigheids gedreven) onderzoek in alle
wetenschapsgebieden. Dit via een verkort artikel in de NRC en via een uitzending van de NOS een dag eerder. De column is uitgebracht onder de titel: Geen innovatie zonder wetenschap. Er is veel aandacht voor dit onderwerp geweest vanuit de media, van NU.nl, de Groene Amsterdammer, De Volkskrant, Erasmus Magazine Online, Univers, Bionieuws tot Trouw. Op 15 juni heeft Minister Verhagen een reactie op het standpunt van De Jonge Akademie gegeven in de NRC,
“Fundamenteel onderzoek moet aansluiten bij de economie” . In 2011 zijn er hiernaast over dit onderwerp diverse gesprekken gevoerd met diverse parlementariërs door leden van De Jonge Akademie.
In februari 2012 heeft De Jonge Akademie opnieuw aandacht voor dit onderwerp gevraagd aan de hand van een column in de NRC op 6 februari met als titel: ‘’Bezuinigingen op onderzoek zijn juist verkeerd tijdens een crisis’’. Dit opiniestuk Stop de uitverkoop van de wetenschap is uitgebracht naar aanleiding van feiten en cijfers over onderzoeksfinanciering van Rathenau. Ook zijn er twee radio interviews gegeven voor radio 1 door Peter-Paul Verbeek (Goedemorgen Nederland) en Tjerk Oosterkamp (Tros Nieuwsuur).
3.2 Promotierecht en loopbaanbeleid jonge onderzoekers
Door alle leden te vragen naar de bezwaren ten opzichte van de huidige invulling van het ius promovendi in te brengen, zijn de bezwaren tegen het Ius Promovendi op een rijtje gezet. In september 2011 is de column gepubliceerd: Bezwaren rondom het ius promovendi, promotierecht aan herziening toe. Deze column is opgesteld naar aanleiding van een gesprek met Staatsecretaris Zijlstra van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Het ius promovendi, oftewel het promotierecht, is naar de mening van De Jonge Akademie aan een herziening toe. In de dagelijkse onderzoekspraktijk wordt een aanzienlijk deel van het
begeleidingswerk van promovendi en het verwerven van onderzoeksgelden waarmee promovendi worden aangesteld niet door hoogleraren gedaan, maar door andere universitair medewerkers.
Leden van De Jonge Akademie vinden de discussie rondom hervormingen van het promotierecht belangrijk. Het onderwerp staat vanaf het begin van De Jonge Akademie op de agenda en is ook naar voren gekomen in het rapport over loopbaanbeleid van De Jonge Akademie Rendement van Talent uit 2010. In 2012 is opnieuw aandacht besteed aan de bezwaren rondom het
promotierecht door het blad Resource van de WUR, in het artikel: Het laatste privilege - Alleenrecht van hoogleraren op promoties ligt onder vuur.
Ook is in 2011 een gesprek geweest met de Inspectie van het Onderwijs. De inspectie is een verkenning gestart met als vraag hoe de kwaliteitsborging van promotietrajecten in Nederland werkt. Dit gesprek is gevoerd door Peter-Paul Verbeek, met input vanuit alle leden van De Jonge Akademie.
3.3 Commissie Veerman en reactie strategische agenda OCW
Begin 2011 hebben we vanuit De Jonge Akademie een bijdrage geleverd aan de discussie rondom de uitvoering van het advies van de Commissie Toekomstbestendig Hoger Onderwijs (Commissie Veerman), Differentiëren in drievoud van april 2010. De Jonge Akademie heeft op 1 maart 2011 in een hoorzitting met de werkgroep Profilering en Bekostiging haar visie ingebracht. Hierbij zijn ook de standpunten vanuit De Jonge Akademie meegegeven aan de werkgroep ten aanzien van de Kabinetsreactie rondom het rapport Commissie Veerman.
In juli 2011 heeft De Jonge Akademie een reactie uitgebracht op de Strategische Agenda van OCW, waarin onder andere standpunten van De Jonge Akademie rondom de uitvoering van Commissie Veerman en de standpunten rondom onderzoek en innovatie naar voren zijn gebracht.
De Jonge Akademie heeft in deze reactie onder andere aandacht gevraagd voor “Evidence based profilering”. Profilering van universiteiten is volgens De Jonge Akademie in principe een wenselijke ontwikkeling. Daarbij zou echter centraal moeten staan dat universiteiten en instellingen zich uitsluitend kunnen profileren op terreinen waarbinnen zij over aantoonbare kwaliteit beschikken, m.a.w. waar afgaande op internationale peer review het beste onderzoek wordt gedaan. Het belangrijkste criterium voor keuzes in profilering zou dan ook de kwaliteit van de aanwezige onderzoekers moeten zijn, en niet de wisselende aandachtsgebieden die op een bepaald moment in de (politieke) belangstelling staan.
Nederland onderscheidt zich in de internationale ranglijsten op dit moment niet door topposities van universiteiten, maar doet het juist prima op het niveau van individuele toponderzoekers, die met vernieuwing de wetenschap versterken. Juist op het niveau van onderzoeksgroepen en -afdelingen zit de kwaliteit: daar worden de nationale en internationale wetenschappelijke topsubsidies binnengehaald en daar wordt volgens internationale peer review het beste onderzoek uitgevoerd. Om een duurzame basis te verschaffen aan excellente
onderzoeksgroepen zou De Jonge Akademie dus willen kiezen voor ‘evidence-based’ profilering van universiteiten.
3.4 Parlement en Wetenschap
In 2011 zijn de voorbereidingen getroffen om van start te gaan met de pilot Parlement en Wetenschap, waarin KNAW, VSNU, NWO en DJA samenwerken met de Tweede Kamer om goede wetenschappelijke informatie zo effectief mogelijk bij het parlement te brengen. Veel leden en alumnileden zijn in 2010 actief geweest bij het pilotproject Science Buddies, met dezelfde
doelstelling. De ervaringen uit dit project zijn meegenomen bij het opstarten van het nieuwe pilot-project . Bij de aftrap in de vorm van een korte ontbijtbijeenkomst heeft Peter-Paul Verbeek in november 2011 een korte beschouwing gegeven en aanzet tot discussie, een openingswoord door
Gerdi Verbeet en Jos Engelen. De bijeenkomst werd afgesloten door Sijbolt Noorda. In 2012 zal de pilot van start gaan bij twee vaste Kamercommissies. Zij zullen aankloppen voor een beperkt aantal factsheets en ontbijtbijeenkomsten. Daarnaast ontvangen ze een maandelijkse
(wetenschaps)nieuwsbrief en kunnen ze vragen 'aan de wetenschap' stellen via het intranet van de Tweede Kamer. De coördinatie van de samenwerking wat betreft de wetenschap zal de eerste maanden in 2012 berusten bij de KNAW.
3.5 Agenda voor 2012
Loopbaanbeleid is een onderwerp dat blijvend op de agenda van De Jonge Akademie zal staan, waarbij er steeds zal worden gekozen voor meer omlijnde subonderwerpen. In 2012 zal vanuit De Jonge Akademie het onderwerp kwaliteit van promotietrajecten nog verder worden uitgediept. Vanuit het advies van Commissie Veerman is de profilering van universiteiten een onderwerp dat er voor leden van De Jonge Akademie uitspringt. In 2012 wanneer de plannen rondom profilering naar buiten komen, zal De Jonge Akademie een bijdrage leveren aan de discussie hieromtrent. De discussie rondom topsectoren in relatie tot (fundamenteel onderzoek), willen wij in 2012 onder andere voeren aan de hand van gesprekken met betrokken ministeries, tezamen met (jonge) opinieleiders vanuit verschillende gremia. Verder zullen wij ons in 2012 vanuit De Jonge Akademie inzetten voor de pilot Wetenschap en Parlement.
4 TRACÉ WETENSCHAP & MAATSCHAPPIJ
Een van de doelstellingen van DJA is jonge onderzoekers te stimuleren hun wetenschappelijke inzichten in de maatschappij uit te dragen. Een belangrijke doelstelling van De Jonge Akademie is om wetenschap uit te dragen naar een breed publiek als interessant, zinvol en uitdagend
“mensenwerk”.
In 2011 heeft De Jonge Akademie deze doelstelling gerealiseerd via het opzetten van De Jonge Akademie on Wheels voor de schooljaren 2010/2011 en 2011/2012 (par. 4.1) en door de ontwikkeling van een nieuwe serie van maar liefst 22 korte aansprekende video’s over actueel onderzoek van leden van De Jonge Akademie (par. 4.2). De Jonge Akademie heeft in het najaar meegewerkt aan de valorisatieparade van het Rathenau in de vorm van de ontwikkeling van de relevatietest en diverse bijdragen op de bijeenkomst zelf (par. 4.3). De Jonge Akademie heeft hiernaast diverse publiekslezingen en mediapresentaties verzorgd (par. 4.4). In de laatste paragraaf geven wij een blik naar de toekomst.
4.1 De Jonge Akademie on Wheels
In 2011 heeft De Jonge Akademie gewerkt aan het opzetten van het vervolg van De Jonge Akademie on Wheels. In de voorafgaande jaren is door De Jonge Akademie het grote project De Jonge Akademie on Wheels opgezet, waarbij een bus vol leden van De Jonge Akademie,
wetenschappers en promovendi de eerste klassen van scholen voor voortgezet onderwijs bezoekt, van vmbo tot vwo. Rondom het thema eten dagen de wetenschappers de leerlingen uit om na te denken, vragen te stellen, te twijfelen, nee te zeggen, te onderzoeken, samen te werken, te experimenteren en uit te leggen. Workshops, live experimenten, een estafette en echte koeien, geven de leerlingen een onvergetelijke kijk in de wereld van de wetenschap.
Doel van De Jonge Akademie on Wheels, dat in 2008 een succesvolle formule bleek, is laten zien dat wetenschap draait om nieuwsgierigheid naar de wereld om je heen. En dan gaat het niet alleen om kleine wetenschappers in de dop maar om alle leerlingen. De Jonge Akademie wil dat het enthousiasme voor de wetenschap verder reikt dan het vwo. De Jonge Akademie on Wheels is in deze uitgebreide versie mogelijk gemaakt door SNS REAAL Fonds. Voor de uitvoering van het project wordt samengewerkt met het bureau De Praktijk. Voor het nieuwe schooljaar zullen een paar onderdelen worden aangescherpt.
Expeditie Moendoes
Voor het voorprogramma is een wetenschapsspel ontwikkeld, Expeditie Moendoes. Dit spel is een groot succes en door dit succes hebben we de oplage
sterk moeten uitbreiden. Om leerlingen letterlijk spelenderwijs te laten ervaren 'hoe wetenschap werkt', en tegelijkertijd te oefenen voor de prijsvraag, kunnen docenten op www.dejongeakademieonwheels.nl gratis het spel bestellen of downloaden. Het opdrachtenspel draait om het in kaart brengen van een onbekende
planeet. Leerlingen moeten daarvoor informatie verzamelen, gegevens uitwisselen en conclusies publiceren: kortom te werk gaan als een team wetenschappers. Het spel, dat in één lesuur te spelen is, kan in alle vakken gebruikt worden.
Van 1 december 2010 tot eind april 2011 konden eerste en tweede klassen in de onderbouw van het voortgezet onderwijs elke maand meedoen met een prijsvraag op de
website www.dejongeakademieonwheels.nl om een bus vol wetenschappers op school te winnen. De vraag word dit schooljaar 2011/2012 gekoppeld aan het spelen van het spel: Bedenk een
nieuwe onderzoeksvraag voor Expeditie Moendoes. De winnaars worden maandelijks op de website bekendgemaakt.
Aan dit project hebben alle leden van De Jonge Akademie heel hard meegewerkt door deel te nemen aan de dagen van De Jonge Akademie op scholen. Hiernaast heeft een projectteam met als leden Marie-José Goumans, Appy Sluijs, Eveline Crone en Tamara van Gog en als projectleider Maarten Kleinhans gezorgd voor de ontwikkeling van het spel, doorontwikkeling van het busprogramma, jurering en leiding op de dagen zelf.
4.2 De Jonge Akademie Online: serie korte boeiende video’s over onderzoek
Het uitbrengen van korte bondige video’s over het onderzoek van leden van De Jonge Akademie op internet in samenwerking met FastFacts is in 2011 voortgezet. Ook is er van veel video’s een Engelse vertaling beschikbaar gekomen, zodat zij ook bekeken kunnen worden door buitenlandse doelgroepen. Belangrijkste doel is het slaan van een brug naar de samenleving, door wetenschap op een aantrekkelijke wijze te presenteren.
Er zijn in het totaal 22 video’s gepubliceerd en gepresenteerd in de Volkskrant. De doelgroep is breed, van journalist, beleidsmedewerker, bedrijfsleven, tot student of patiënt. De video’s zijn bereikbaar en begrijpelijk voor iedereen via veel verschillende websites. Het project komt de zichtbaarheid van de wetenschapper, maar ook de zichtbaarheid en naamsbekendheid van De Jonge Akademie, ten goede. Naar de meeste video’s keken meer dan 2000 mensen.
4.3 Relevantiewijzer en valorisatieparade
Het Rathenau Instituut heeft met medewerking van De Jonge Akademie De Relevantiewijzer ontwikkeld: een zelftest voor wetenschappers om te ontdekken hoe zij omgaan
met valorisatie. Vind je het vanzelfsprekend om wetenschappelijke kennis te verspreiden en jouw bevindingen ook buiten de universiteit bruikbaar te maken? Of vind je valoriseren -het toepasbaar maken van kennis- geen taak van wetenschappers en besteed je je tijd liever aan onderzoek? Met de
relevantietest kunnen wetenschappers binnen 10 minuten erachter komen wat
voor valorisatietype zij zijn. Bij de valorisatieparade op 1 november heeft Peter-Paul Verbeek de resultaten gepresenteerd. De test kon vier types opleveren: liefhebbers, welwillenden,
bedachtzamen en onderzoekers pur sang. De meeste respondenten bleken liefhebbers van valorisatie. Opvallend was vooral dat de verschillen in werkelijke valorisatie tussen de groepen niet zo groot waren. Naast een bijdrage aan de relevatiewijzer, hebben Kofi Makinwa en Ingrid Robeyns een bijdrage geleverd aan het interactieve debat.
4.4 Chemiedialogen
De Chemiedialogen zijn georganiseerd in het kader van het Jaar van de Chemie 2011 en zijn een initiatief van de KNAW, De Jonge Akademie en Stichting C3. Een lid van De Jonge Akademie en een lid van de KNAW vanuit verschillende richtingen gaan met elkaar in debat op een middelbare school, waarbij ouders en leerlingen welkom zijn.
Dinsdagavond 8 november vond de eerste Chemiedialoog plaats op het Isendoorn College in Warnsveld. Het was de eerste in een reeks van drie evenementen waarbij leden van De Jonge Akademie en de KNAW een middelbare school bezoeken om aan leerlingen, ouders en docenten vanuit hun eigen vakgebied chemie rondom een maatschappelijk thema te belichten.
Appy Sluijs en Rutger van Santen hebben een inspirerende ontmoeting gehad op het Isendoorn College over chemische technologie en de maatschappij. Er werd enthousiast gereageerd door zowel leerlingen als ouders en er werden interessante vragen gesteld. Appy vertelde over zijn onderzoek naar klimaatveranderingen in het verleden om het klimaat van nu
beter te begrijpen. Rutger van Santen, hoogleraar katalyse Technische Universiteit Eindhoven en lid van de KNAW, sprak over technologische ontwikkelingen en hun invloed op ons leven.
De derde Chemiedialogen zijn op 15 november op het Christelijk Lyceum in Delft met Marie-José Goumans en Sef Heijnen en op 22 november op het Zaanlands Lyceum in Zaandam met Bert Weckhuijsen en Andries Meijerink. Marie-José en Sef Heijnen, hoogleraar biotechnologie
Technische Universiteit Delft en lid van de KNAW, vertellen over de cel als chemische fabriek. Bert Weckhuijsen, onlangs ook lid geworden van de KNAW, en Andries Meijerink, hoogleraar vaste stof chemie Universiteit Utrecht en lid van de KNAW, zullen het thema chemie, energie en duurzaamheid behandelen. Een samenvatting van hun lezingen is hier te lezen.
4.5 Deelname diverse publieksbijeenkomsten en bijdragen in de media
Via aanwezigheid in de media, maar ook via deelname aan grote en kleine publieksbijeenkomsten wil De Jonge Akademie een groter algemeen publiek bereiken. Dit is slechts een beperkte
opsomming. Leden van De Jonge Akademie zijn heel actief op dit terrein, een volledige opsomming van publiekspresentaties en mediaoptredens van leden van De Jonge Akademie is niet te geven.
Lezingen, onder andere:
- Beatrice de Graaf sprak over waarom de angst regeert bij Felix & Sofie op 18 januari 2011 met als onderwerp veiligheid en populisme: twee handen op dezelfde buik?
- Brenda Penninx ( 21 januari 2011, Groningen) en Ingrid Robeyns (6 maart 2011 Amsterdam) en Elies van Sliedregt (17 december), namen deel aan edities van ‘Mevrouw de professor on tour’, een samenwerkingsverband van het Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren in samenwerking met ésta, Women Inc. en Fast Facts de talkshow Spitsuur op het Women Inc. Festival.
- André Aleman (14 april) sprak in het Kenniscafé Groningen over de denkbeeldige wereld van de mens, Peter-Paul Verbeek in Enschede op 20 april over de ‘grens van de mens’.
- In SPUI25 spraken Elke Geraerts (17 mei) over kindermisbruik en Asghar Seyed-Gohrab over Islam poezie en wetenschap (25 mei).
- Beatrice de Graaf gaf een lezing in de Balie over ‘Geen enkel risico en André Aleman sprak over Hersenschimmen in de Balie, het brein als fantast op 10 november 2011.
- Nynke Dekker gaf op 29 mei een Paradiso lezing over dynamische moleculaire machientjes. - Discovery Festival met 20 PK lezingen van Peter-Paul Verbeek & Appy Sluijs op 23 september - Bij Kennis op Zondag in het Museon (9 oktober) sprak Iris Sommer.
- Nieuwsgierige kinderen van de basisschool ontdekten zelf hoe het werkt en wat je eraan kan doen. Dat deden ze door deze processen na te bootsen in een eigengemaakte zandbak in de klas met Maarten Kleinhans.
- Debat Nederland zonder kennis op 10 november 2011, een door de KNAW en Tegenlicht georganiseerd debat, met Peter-Paul Verbeek.
- Ariana Betti gaf een presentatie over taal en werkelijkheid, logica en slapstick, zwarte gaten en pudding in Felix Meritis op woensdag 30 november in Amsterdam.
- Begrijpend leren met water en zand, lunchlezing Universiteit Utrecht, 9 juni 2011
Media, onder andere:
- In de NRC op 7 januari, deed Claes de Vreese voorspellingen voor 2012
- Er is een BNR-zomerserie geweest met bijdragen van Wilfred van der Wiel, Gijs Wuite, Pieter Rein ten Wolde, Wim van Westrenen, Lieven Vandersypen, Appy Sluijs en Iris Sommer
- ‘We hollen maar door, SER-interview met Ingrid Robeyns
- Eveline Crone en David Lentink bij TEDxAmsterdam op 25 november - Alexander Brinkman en David Lentink in BNR Denktank, 6 april 2011
4.5 Nieuwe onderwerpen en doelgroepen vanaf 2012
In 2012 zullen we een advies uitbrengen rondom wetenschapscommunicatie, met adviezen voor de doelgroepen: wetenschappers, wetenschapsbestuurders, journalistiek en communicatie en het primair en voortgezet onderwijs. We zullen zelf het advies binnen De Jonge Akademie gebruiken om nieuwe ideeën en initiatieven te ontwikkelen.
Het succes en de toepasbaarheid van Moendoes wil De Jonge Akademie uitbreiden door het spel ook uit te brengen voor het primair onderwijs en hiervoor een extra set vragen te maken, afgestemd op groepen 5 tot en met 8.
De Jonge Akademie wil zich richten op lerarenopleidingen, waaronder de PABO, waarbij het materiaal dat is ontwikkeld voor De Jonge Akademie on Wheels kan worden ingezet, wellicht in aangepaste vorm. Het idee is dat daarmee de opleiders van de opleiders worden bereikt. De Jonge Akademie wil zowel de wetenschappelijke houding als de houding jegens wetenschap van toekomstige leerkrachten en docenten helpen verbeteren. Daarbij zal nadruk komen te liggen op het proces van wetenschap, met daarbij het zelf onderzoeken van zelf verzonnen vragen. Daarbij worden zowel primair als voortgezet onderwijs als doelgroep gezien om de werking en waarden van wetenschap te laten ervaren, en om beroepen in de wetenschap in brede zin, in techniek en R&D in beeld te brengen.
Hiernaast willen de leden van De Jonge Akademie aandacht schenken aan de mens achter de wetenschapper. Veel wetenschappers zijn zwaar belast met de combinatie van onderzoek doen, doceren, besturen en hebben daarnaast vaak een jong gezin dat veel tijd vergt. Een onderzoek onder de leden naar hoe dit wordt ervaren zou kunnen leiden tot een advies, en kan wellicht een steun in de rug zijn voor andere wetenschappers in vergelijkbare situaties.
5 TRACÉ INHOUD & INTERDISCIPLINARITEIT
Het tracé inhoud en interdisciplinariteit is een platform voor inhoudelijke uitwisseling en samenwerking. Een van de centrale doelen van DJA is om jonge onderzoekers actief in aanraking te brengen met vakgebieden buiten hun eigen specialisme en met de mogelijkheden van
interdisciplinair onderzoek. Maatschappelijke én wetenschappelijke vraagstukken vragen tenslotte om interdisciplinaire verbinding van kennis en inzichten en om samenwerking tussen wetenschappers uit uiteenlopende vakgebieden. Daarom buigt het tracé zich over
interdisciplinaire thema’s die vragen om wetenschappelijke reflectie en maatschappelijke vragen die interdisciplinaire input behoeven.
In de volgende vier paragraven wordt ingegaan op de hoofdactiviteiten in 2011. In de laatste paragraaf 5.5 een vooruitblik naar onderwerpen voor 2012.
5.1 Publicatietradities
Het doel van het project is de verschillen in publicatiecultuur tussen disciplines in kaart te brengen aan de hand van de bevindingen, ervaringen en visies van DJA leden. De analyse van de publicatielijsten en de statistische uitwerking hiervan is afgerond. Momenteel worden DJA leden geïnterviewd door wetenschapsjournaliste Marion de Boo. In 2012 zal op basis van de
bevindingen een handzaam boek worden uitgegeven over de verschillen in publicatietradities tussen wetenschapsgebieden, met daarin de volgende onderdelen:
1. Een beschouwing van literatuur omtrent dit thema
2. Een analyse van publicatietradities op basis van publicatielijsten van DJA leden
3. Interviews met een aantal DJA leden waarin kenmerkende/afwijkende/markante fenomenen worden belicht
4. Aanbevelingen ter overweging bij het beoordelen van publicatielijsten
5.2 Symposia: Controle, Islam & Kunst en Praktijk van het delen van onderzoekgegevens
Op 11 februari 2011 heeft er een symposium plaatsgevonden over controle. Controle is een
onderwerp waar vanuit verschillende disciplines naar gekeken kan worden, zoals recht, psychologie, natuurkunde, maar ook vanuit een beleidsperspectief. Het programma werd onderverdeeld in de thema's Controle en Vrije wil, Controle en Risicosamenleving en Controle en Bestuur.Er was een paneldiscussie met
Hans Nieuwenhuis, burgerlijk recht (Universiteit Leiden); Victor Lamme, neurowetenschappen (Universiteit van Amsterdam) en Gert-Jan Lokhorst, filosofie (Technische Universiteit Delft). De trekker en dagvoorzitter van het symposium was Elies van Sliedregt. Peter-Paul Verbeek heeft het symposium ingeleid. Er is een workshop Controle en Risicosamenleving georganiseerd met als inleiders Beatrice de Graaf en Ybo Buruma, strafrecht, (Radboud Universiteit Nijmegen). Daarnaast is er een workshop Controle en Bestuur geweest met als inleiders: Claes de Vreese en Bé Breij. Ook was er een onderdeel speeddating rondom onderzoek ten aanzien van controle met als opdracht: ontwikkel ter plekke een idee voor onderzoek met controle als
onderwerp/invalshoek samen met twee andere onderzoekers. Als afsluiting heeft het onderdeel ‘Out of Control! plaatsgevonden met kunst in samenwerking met de Rijksakademie van
Beeldende Kunsten en verrassingen, waaronder een bijdrage van een goochelaar en Silent Disco. Er is geëxperimenteerd met een nieuwe vorm van uitnodigen voor het symposium: via email met een video.
Op 31 mei en 1 juni 2011 vond er onder leiding van Ashgar Seyed-Gohrab een symposium Islam & Kunst plaats, waarbij uit heel verschillende tijden en disciplines lezingen werden
gegeven.
De bijeenkomst Praktijk van het delen van onderzoekgegevens die door de KNAW werd georganiseerd in samenwerking met De Jonge Akademie op 12 december 2011 was nuttig. Vanuit verschillende vakgebieden werden visies gedeeld over dit onderwerp, en ook controverses werden opgezocht. Frank van Tubergen en Ysbrand van der Werf hebben lezingen gegeven. Leden van De Jonge Akademie zullen de werkzaamheden van de Commissie Schuyt over de omgang met onderzoekdata verder volgen.
5.3 Samenwerking met de KNAW
In 2011 is verder vorm gegeven aan het stimuleren van samenwerking tussen De Jonge Akademie en de KNAW. De halfjaarlijkse vergaderingen van de besturen van de secties van de KNAW (10 oktober 2011 secties Letterkunde en 27 juni 2011 secties Natuurkunde) stonden dit jaar deels in het teken van een nadere kennismaking met de activiteiten van De Jonge Akademie. Hiervoor zijn het bestuur van De Jonge Akademie en de voorzitters van de verschillende tracés uitgenodigd. Op 24 maart 2011 heeft de jaarlijkse bijeenkomst tussen de Sectie Natuur- en Sterrenkunde en leden van De Jonge Akademie in deze vakgebieden plaatsgevonden. Op 14 maart 2011 en 14 november 2011 hebben de dispuutsavonden in het Trippenhuis plaatsgevonden, waarbij tijdens een buffetdiner over verschillende thema’s werd gediscussieerd. Elk thema werd ingeleid door een koppel van een KNAW-lid en een lid van De Jonge Akademie.
Op 2 november 2011 is de eerste Leeskring gehouden, een nieuw format waarbij een
spraakmakende schrijver wordt uitgenodigd in het Trippenhuis om in intieme kring aan leden van de KNAW en De Jonge Akademie over haar of zijn boek te vertellen en hierover van gedachten te wisselen. De eerste gast was James Gleick.
Leden en alumni van De Jonge Akademie nemen verder deel in diverse commissies en jury’s van prijzen van de KNAW, waaronder bijvoorbeeld de Commissie voor Basis- en Voortgezet
Onderwijs en de Onderwijsprijs, zie bijlage 8 voor een uitgebreid overzicht.
5.4 Wereldbeeld/mensbeeld
Tijdens het ledenweekend in mei 2011 hebben koppels van leden al wandelend door het bos gediscussieerd over het thema wereldbeeld/mensbeeld. Er werd na een bepaald aantal minuten gewisseld van gesprekspartner.
5.5 Nieuwe onderwerpen in 2012 en later
In de herfst zal mogelijk een symposium worden georganiseerd over interdisciplinariteit. Er zal eerst een enquête worden uitgezet onder de leden om te inventariseren wat men onder
interdisciplinariteit verstaat, welke vormen er bestaan en hoe dit in de praktijk werkt. Hoe definieer je interdisciplinariteit, wat zijn de verschillende vormen, is het wenselijk, hoe organiseer je het? Interdisciplinair onderzoek vs. interdisciplinair onderwijs. Als output wordt gedacht aan een praktisch advies over wat wel en niet werkt. Maar ook vragen als hoe financier je
interdisciplinariteit? Hoe organiseer je interdisciplinariteit? Hoe leid je mensen op?
Op basis van de uitkomst van de enquête zal gekeken worden of en welke externen eventueel kunnen worden betrokken bij het symposium.
In 2012 zal worden gewerkt aan samenwerking met de leden van de KNAW. Naast voorzetting van het nieuwe format van de leeskring en de succesvolle dispuutsavonden, leven er ideeën als
een bijeenkomst over Wetenschap en Poëzie en samenwerking rondom minisymposia, genoemd is het onderwerp Europa. KNAW-leden hebben de wens geuit om op locatie bijeenkomsten te organiseren, bijv. in Maastricht en Groningen. Ook hier zullen leden van De Jonge Akademie graag hun bijdrage leveren.
6 COMMISSIES VAN DE JONGE AKADEMIE
Er zijn twee permanente commissies actief binnen DJA: de DJA Beurzencommissie en de selectiecommissie. Hiernaast is er de commissie internationalisering. In dit hoofdstuk volgt een kort overzicht van de activiteiten binnen deze drie commissies.
6.1 DJA Beurzencommissie
Een belangrijke doelstelling van De Jonge Akademie is om de eigen ontwikkeling van de leden als wetenschappers te stimuleren. Naast de hierboven genoemde en hierna nog te bespreken activiteiten gebruikt De Jonge Akademie ook DJA-beurzen om deze doelstelling te bereiken. De hoofddoelstelling van DJA beurzen is om het voor leden van De Jonge Akademie mogelijk te maken om in onderlinge samenwerking plannen en ideeën uit te werken die passen binnen de doelstellingen van DJA, zoals deze naar voren zijn gebracht in het missiestatement van DJA (zie inleiding hoofdstuk 2). Plannen van de leden van De Jonge Akademie waarbij één of meer van de DJA-doelen gerealiseerd worden, kunnen voor financiering in aanmerking komen. Het project of de activiteit hoeft niet voor alle leden van De Jonge Akademie relevant te zijn (en is daarmee dus anders dan projecten gefinancierd uit algemene middelen van De Jonge Akademie). Het DJA-beurzensysteem bevat ook de mogelijkheid voor individuele leden om een individuele
internationaliseringbeurs aan te vragen. Deze beurzen hebben tot doel onderzoekers te steunen in hun eigen ontwikkeling als wetenschapsbeoefenaar, bijvoorbeeld om een buitenlands symposium te bezoeken of een gastdocentschap in het buitenland te vervullen.
De DJA beurzencommissie is verantwoordelijk voor het toekennen van een gelimiteerd aantal beurzen (budget 100.000 € per jaar). De DJA Beurzencommissie en het bestuur hebben in 2011 de mogelijkheden van het DJA-beurzenprogramma steeds actief bij haar leden onder de aandacht gebracht. Op verzoek van de DJA Beurzencommissie hebben er in 2010 drie belangrijke
wijzigingen plaatsgevonden. Alumni van De Jonge Akademie kunnen mee blijven doen bij het DJA Beurzenprogramma, waarbij zij dan geen penvoerder kunnen zijn. Het aan te vragen budget per lid voor gezamenlijke DJA activiteiten is per lid verhoogd naar 4000 Euro om projecten mogelijk te maken van een iets grotere omvang. Niet uit het oog is verloren dat het hierbij vaak zal gaan om een eerste budget om projecten op te starten (‘seed money’). Als voorwaarde is verder
toegevoegd dat de activiteit 1 ½ jaar na de toekenning van de beurs moet zijn gestart. In 2011 zijn twee rondes gehouden. In mei is € 56.546,00 aangevraagd en € 50.546,00 toegekend. In november is € 47.800,00 aangevraagd. Dit bedrag is in totaal toegekend.
In het jaarverslag worden de toegekende projecten binnen het DJA Beurzenprogramma over de afgelopen drie jaar 2011 (bijlage 4), 2010 (bijlage 5) en 2009 (bijlage 6).
Leden DJA-Beurzencommissie:
Wim van Westrenen (voorzitter en bestuursverantwoordelijke), Mirjam Ernestus, Dolf Weijers, Kofi Makinwa, Marie-José Goumans.
6.2 Selectiecommissie
De selectiecommissie van De Jonge Akademie bestaat uit vier leden, twee leden afkomstig uit DJA en twee leden afkomstig uit de KNAW (afdelingen natuurkunde en letterkunde). De
selectiecommissie selecteert ieder jaar tien nieuwe leden voor De Jonge Akademie. In 2011 zijn er in totaal 96 nominaties binnengekomen, waarbij 9 kandidaten dubbel zijn
kandidaten op gesprek geweest (6 vrouwen en 14 mannen). Van de uiteindelijke tien kandidaten zijn er 3 vrouw en 7 man.
Tijdens de eerste selectieronde is een aantal criteria gehanteerd voor de beoordeling, zoals opgenomen in het Selectiereglement DJA:
• Kwaliteit publicaties blijkend uit tijdschriften, impactscore of uitgever • Externe waardering blijkend uit invited lectures
• Externe waardering blijkend uit prijzen, NWO-subsidies, KNAW-fellowhips etc. • Vernieuwendheid en belang van het onderzoek
• Wetenschappelijke zelfstandigheid, ontwikkeling eigen onderzoekslijn
• Verbreding wetenschappelijke ideeën na promotie, niet beperkt tot één onderwerp • Internationale oriëntatie -> weggeweest tijdens of na promotie
• Interdisciplinariteit (bewust)
• Outreach (spin off, bedrijfjes, populariseringactiviteiten) • Bestuursactiviteiten
Op basis van deze criteria hebben de leden van de selectiecommissie eerst zelfstandig een
becijfering toegepast. Tijdens een eerste bespreking zijn de individuele becijferingen van de leden van de selectiecommissie geanalyseerd. De becijfering van de grote middengroep is daarbij uitgebreid besproken en duidelijke afwijkingen tussen de leden van de selectiecommissie zijn nader onder de loep genomen. De cijfers daarvan optellend is men gekomen tot een definitieve rangorde van uit te nodigen kandidaten. Ten aanzien van deze lijst is bekeken of daarbij sprake was van een evenredige verdeling naar bèta/non-bèta en m/v.
Op basis van de schriftelijke ronde zijn twintig kandidaten uitgenodigd voor een gesprek met de selectiecommissie. Gelet op de criteria in de eerste selectieronde, staat de wetenschappelijke kwaliteit van alle kandidaten in deze ronde buiten kijf. In de gespreksronde mag, conform het Selectiereglement, dan ook rekening worden gehouden met aspecten die specifiek voor De Jonge Akademie van belang zijn: een aanstekelijke fascinatie en passie voor wetenschappelijk
onderzoek; daarover goed kunnen praten; actief willen zijn voor De Jonge Akademie en daarover interessante ideeën hebben; enthousiasme tonen voor onderwerpen als wetenschapsbeleid, wetenschap en maatschappij en interdisciplinaire samenwerking.
De uiteindelijk gemaakte selectie voor 2012 was gebaseerd op unanimiteit, waarbij speciale aandacht werd gegeven aan criteria als wetenschappelijke kwaliteit, verdeling tussen mannen en vrouwen, of verdeling over de wetenschapsgebieden. In bijlage 7 wordt een overzicht gegeven van de in 2011 geselecteerde leden van De Jonge Akademie voor 2012.
Leden selectiecommissie kandidaten 2011:
Peter-Paul Verbeek (technisch voorzitter), Bé Breij (DJA), Pieter Rein ten Wolde (DJA), Corien Prins (KNAW, afd. letterkunde), Marijn Franx (KNAW, afd. natuurkunde).
6.3 Commissie Internationalisering
In 2009 is de commissie internationalisering opgestart. Deze commissie is opgericht in
aansluiting op het groeiend aantal internationale initiatieven om bijvoorbeeld jonge akademies te verbinden. De commissie heeft als doelstelling De Jonge Akademie een internationaal gezicht te geven. Hierbij zijn onder andere de volgende activiteiten relevant:
- het ontwikkelen van een wereldwijd netwerk van jonge wetenschappers (al dan niet via andere jonge akademies);
- het ontwikkelen van gezamenlijke projecten met internationale wetenschappers;
- het ontwikkelen van een grotere internationale lobby, waarmee ook bijvoorbeeld de Europese Unie of de Verenigde Naties kunnen worden benaderd.
Leden commissie internationalisering 2011:
Arianna Betti (voorzitter vanaf 1 april), Beatrice de Graaf, Bettina Speckmann, Gijs van den Brink, Roberta d’Alessandro, Sarah Durston (voorzitter tot 1 april), Kofi Makinwa, Brenda Penninx en Mihai Netea.
Nieuws internationalisering uit 2011:
- Bettina Speckmann en Wilfred van der Wiel zijn gekozen tot lid van de Global Young Academy. Bettina Speckmann is tevens lid van de executive committee van de Global Young Academy. - Arianna Betti en Wilfred van der Wiel hebben in september 2011 deelgenomen aan de IAP Young
Scientists Conference tijdens het World Economic Forum in Dalian, China.
- In oktober 2011 hebben Bettina Speckmann en Iris Koopmans de Junges Kolleg in Düsseldorf bezocht om contacten te onderhouden en informatie uit te wisselen.
Overige organisaties:
Global Young Academy. De Global Young Academy heeft als doelstelling het versterken van en mobiliseren van jonge wetenschappers wereldwijd om zich bezig te houden met zaken die van belang zijn voor hun carrière als wetenschappers. Het is de bedoeling dat een aantal leden van de commissie internationalisering in de Global Young Academy zitten. Momenteel zijn dat Arianna Betti en Bettina Speckmann. Andere DJA leden in de Global Young Academy zijn: Hans
Hilgenkamp (alumnus), Mihai Netea, Tjerk Oosterkamp en Wilfred van der Wiel. Young ERAB (European Research Area Aboard). Dit is een niet-officiële groep van jonge
wetenschappers met adviesfunctie over EU-onderzoeksbeleid. Vanuit De Jonge Akademie zitten Arianna Betti en Gijs van den Brink hierin.
KNAW-commissie ‘International Policy’ (CIP). Twee alumni van De Jonge Akademie, Janet van Hell en Brenda Penninx zijn lid van de CIP.
7 FINANCIËLE VERANTWOORDING
De bijdrage vanuit de KNAW voor De Jonge Akademie is € 267,000 Euro in 2011. De Jonge Akademie heeft in 2011 een bedrag van 296.100 Euro begroot. Er is in het totaal 263.173 Euro besteed. Aanvankelijk werd gedacht dat bestemmingsreserves zouden moeten worden
aangesproken, maar dit is niet nodig gebleken. Voor het project De Jonge Akademie on Wheels is een aparte begroting en verantwoording beschikbaar, vanwege financiering via SNS REAAL fonds. Ten aanzien van de post symposia/workshops is te zien dat kosten veel lager zijn uitgevallen dan gedacht, hoewel alle activiteiten zijn gerealiseerd, zoals het organiseren van een congres over Controle en een retraiteweekend met als onderwerp duurzaamheid, waarin onder andere een evaluatie heeft plaatsgevonden en Chemiedialogen.
Publicatiekosten zijn in 2011 ongeveer 20.000 Euro hoger uitgevallen dan gebudgetteerd. In het najaar is besloten het project De Jonge Akademie Online voort te zetten, het uitbrengen van 10 korte boeiende video’s over actueel onderzoek van leden van De Jonge Akademie. Hiernaast is er gekozen om een keer per jaar rondom de installatievergadering een e-zine uit te brengen, waarin De Jonge Akademie kan laten zien wat De Jonge Akademie is en doet en wie haar nieuwe leden zijn. In de plaats van het ledengidsje is gekozen voor een meer eenvoudige ledenfolder, waardoor kosten voor offline publicaties zijn teruggedrongen.
Onder de post reis- en verblijfsubsidies vallen de DJA Beurzen en de standaardbeurzen. Ten aanzien van de DJA Beurzen, waarvoor elk jaar 100.000 Euro is begroot in de post reis- en verblijfsubsidie, kan worden aangegeven dat in 2010 twee rondes hebben plaatsgevonden en het bedrag van 100.000 Euro bijna geheel is toegekend. In de eerste ronde in mei is een bedrag van 50.546 Euro toegekend en in de tweede ronde in november een bedrag van€ 47.800 Euro. In 2011 is een aanzienlijk bedrag van beurzen uit voorgaande jaren vervallen. Sommige activiteiten van DJA Beurzen zijn niet uitgevoerd en bij andere beurzen zijn de kosten lager uitgevallen. Er is vanuit het secretariaat op gestuurd om beurzen uit voorgaande jaren steeds zo veel mogelijk uit te voeren of af te sluiten.
Voor de standaardbeurzen is per lidmaatschapsjaar 2000 Euro per lid beschikbaar. Deze gelden worden door een lid van De Jonge Akademie besteed aan wetenschappelijke doeleinden, zoals het organiseren van een congres of symposium, aanschaf van literatuur, gastbezoek aan een buitenlandse universiteit, et cetera. In 2011 zijn standaardbeurzen van de veertig leden uit 2006 vervallen, voor zover deze niet waren besteed.
Begroting/Realisatie 2011 Begroot Gerealiseerd
Symposia/Workshop (incl. vergaderkosten) € 44.800 € 20.459
Publicatiekosten € 33.600 € 53.057
Overige beheerkosten € 6.300 € 6.287
Representatiekosten € 1.200 € 1.464
Reis- en verblijfkosten € 10.200 € 10.404
DJA Beurzen en standaardbeurzen € 200.000 € 171.464
Bijlage 1: De Jonge Akademie ledenoverzicht 2011 (leden 2006 -2011)
Naam Roepnaam (Hoofd)vakgebied Univ/Org Faculteit
1. Agami
prof. dr. R. Reuven Moleculaire biologie
NKI
Antoni van Leeuwenhoekziekenhuis
2. Aleman
prof. dr. A. André Neurowetenschappen
UMCG
Onderzoekschool Behavioral and Cognitive Neurosciences
3. Betti,
dr. A. Arianna Logica, metafysica en hun geschiedenis
VU
Faculteit der Wijsbegeerte
4. Breij,
dr. B.M.C Bé (Latijnse) Retorica / Antieke retorica
RU
Afdeling Latijn, Middeleeuws Latijn en Neolatijn
5. Brink,
dr. G. van den Gijs Maag-darm-leverziekten AMC
6. Brinkman,
prof.dr.ir. A. Alexander Kwantumtransport in materie
UT
MESA+ Instituut voor Nanotechnologie
7. Claes,
prof. dr. Monica
Europees en vergelijkend constitutioneel recht
UM
Faculteit der Rechtsgeleerdheid
8. Cremer,
prof. dr. D. de David Sociale psychologie
UvT
Vakgroep sociale en economische psychologie
9. Crone,
prof. dr. E. A.M. Eveline Psychologie
UL /UvA
Faculteit der Sociale Wetenschappen (UL) Leiden Institute for Brain and Cognition
Faculteit Maatschappij en Gedragswetenschappen (UvA) 10. D’Alessandro,
prof.dr. R. Roberta Italiaanse taalkunde
UL
Leiden University Centre for Linguistics
11. Dekker,
prof dr. N.H. Nynke Natuurkunde en biologie
TUD
Afdeling Technische Wetenschappen
12. Durston,
prof. dr. S. Sarah Biopsychologie
UMC Utrecht Rudolf Magnus Instituut voor Neurowetenschappen, Afdeling Kinder- en
Jeugdpsychiatrie, Neuroimaging Lab
13. Elzinga,
Prof. dr. B. Bernet Klinische psychologie en neurobiologie
UL
Faculteit der Sociale Wetenschappen
14. Ernestus
Prof. dr. M.T.C. Mirjam Taalwetenschap
RU
15. Gelderblom,
dr. O.C. Oscar Economische geschiedenis
UU Instituut Geschiedenis
16. Geraerts,
dr. E. Elke Klinische cognitie, forensische psychologie
EUR Instituut voor Psychologie
17. Geurts
dr. ir. R. René Moleculaire biologie
WUR
Laboratorium voor Moleculaire Biologie
18. Gog,
dr. T.A.J.M. van Tamara Onderwijspsychologie
EUR
Faculteit der Sociale Wetenschappen
19. Goumans,
prof. dr. M.J.Th.H. Marie-José Celbiologie/ontwikkelingsbiologie
UL
Leids Universitair Medisch Centrum
20. Graaf,
prof.dr. B. de Beatrice
(Geschiedenis van) veiligheid, terrorisme, intelligence
UL
Centre for Terrorism and Counterterrorism
21. Groot
prof. dr. P.J. Paul Sterrenkunde
RU Afdeling Sterrenkunde
22.
Gzella,
prof dr. H. Holger Semitische talen UL
Faculteit der Geesteswetenschappen
23. Hanson,
dr. ir. R. Ronald Nano-electronica / Quantuminformatie
TU Delft
Kavli Institute of Nancoscience
24. Heiden, dr. G.J.
van der Gert-Jan Wijsbegeerte, metafysica en kenleer
RU
Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen 25. Helmi
prof. dr. A. Amina Sterrenkunde
RUG
Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen 26. Hoenderop
prof. dr. J.G.J. Joost Moleculaire nierfysiologie
RU Medische faculteit
27. Hoogenraad,
prof.dr. C. Casper Moleculaire neurobiologie
UU Faculteit Bètawetenschappen 28. Kleinhans dr. M.G. Maarten Aardwetenschap UU Faculteit Geowetenschappen 29. Koenderink
prof. dr. G.H. Gijsje Biofysica FOM-AMOLF / VUA
30. Lentink, dr.ir. D. David Biologische stromingsleer WUR Experimentele Zoölogie
31. Makinwa
prof. dr. K.A.A. Kofi Elektrotechniek
TU Delft
Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica
32. Mansvelder,
prof. dr. H.D. Huib Neurowetenschappen VU