• No results found

II Ontwikkelingen en kansen

2 Algemene bespreking van de ontwikkelingen P.J Rijk (LEI)

2.7.9 Zuid-Beveland

De afgelopen jaren was in Zuid-Beveland sprake van een lichte achteruitgang van de totale land- en tuinbouwproductie. Bijna alle sectoren gingen in omvang achteruit, behalve de glastuinbouw. De glastuinbouw groeide zeer sterk. Dit kwam vooral de vestiging van glastuinbouw nabij Kapelle. De akkerbouw bleef ongeveer op hetzelfde niveau. Zij neemt twee vijfde van de productie in. De opengrondstuinbouw op Zuid- Beveland (bijna 3600 ha) neemt een derde van de totale productie van de land- en tuinbouw voor haar rekening. In alle andere deelgebieden binnen de Zuidwestelijke Delta is de opengrondstuinbouw van minder belang.

Binnen de opengrondstuinbouw is vooral de fruitteelt van belang. Een derde van alle bedrijven op Zuid-Beveland heeft fruitteelt. Van alle fruit in Nederland wordt 15% op Zuid-Beveland geteeld. Specifiek naar bepaalde teelten gekeken is dit nog hoger: 21% van alle peren en circa 90% van alle zwarte bessen (machinale pluk). Het totale areaal fruitteelt (in 2004 2845 ha) is ongeveer hetzelfde gebleven. Binnen het totale areaal fruitteelt is het areaal appelen teruggelopen en het areaal peren en kleinfruit toegenomen. De fruitbedrijven op Zuid-Beveland zijn gemiddeld iets groter dan elders in het land. Ze hebben gemiddeld 13 ha fruit (landelijk 11 ha).

Naast de fruitteelt wordt er ook nog groente geteeld. Dit areaal is de afgelopen jaren hetzelfde gebleven (432 ha). Bonen, witlofwortelen en peen zijn de belangrijkste groenten. Het areaal bloembollen is de afgelopen jaren toegenomen (met 63 ha tot 183 ha). Het areaal buitenbloemen nam met 23 ha toe tot 49 ha. Het areaal boomkwekerijgewassen verminderde zeer sterk met bijna 80 ha tot 53 ha.

Op het gebied van verbredende activiteiten scoort Zuid-Beveland iets onder het gemiddelde van de Delta.

Men beregent in Zuid-Beveland relatief veel. Dit heeft vooral met de fruitteelt te maken. De helft van de te beregenen oppervlakte wordt met behulp van

druppelbevloeiing gedaan. Op een totaal van 13% van de totale oppervlakte cultuurgrond kan in droge tijden beregend worden. Opvallend hierbij is dat niet alleen veel gebruikgemaakt wordt van leidingwater (ruim een kwart) maar ook relatief veel van grondwater (bijna 40% en van oppervlaktewater van buiten het bedrijf (bijna een kwart). Blijkbaar is lokaal de kwaliteit van het bevloeiingswater uit deze bronnen goed genoeg om het te kunnen gebruiken. (Meestal zijn dit zoete bellen op hogergelegen, zandiger voormalige kreekruggen of zandkoppen van vroegere eilandrestanten.)

De omvang van de akkerbouwbedrijven komt gemiddeld overeen met het gemiddelde in de gehele Zuidwestelijke Delta. Er zijn relatief veel opvolgers op de akkerbouwbedrijven. Van de bedrijfshoofden boven 50 jaar heeft bijna de helft een opvolger. Op de fruitbedrijven is het opvolgingspercentage lager, namelijk een derde. Op Zuid-Beveland bevinden zich relatief ook veel land- en tuinbouwproducten verwerkende en toeleverende bedrijven. De producten komen niet alleen uit Zuid- Beveland maar ook uit vele andere regio’s. Er zijn onder meer aardappelverwerkende industrieën (McCain-Lewedorp en Lamb-Weston/Meijer-Kruinigen), uienverwer- kende industrieën (’s-Gravenpolder, Baarland) en uienverpakkende bedrijven (Kruiningen, Nieuwdorp), groente- en fruitconserven (Kapelle). Ook is er een fabriek van aardappelrooiers (AMAC-’s-Heerenhoek) en het wereldwijd opererende zaadbedrijf Advanta (Kapelle met proefvelden in Rilland Bath). In Kapelle bevindt zich ook een vestiging van veiling/afzetbedrijf The Greenery en een aanvoerpunt voor fruit van Fruitmasters uit Geldermalsen.

Met betrekking tot de watersituatie: Zuid-Beveland is vrijwel volledig omgeven door de Wester- en de Oosterschelde (zoute omgeving; dit zal zo blijven). Alleen in het noordwesten (Veerse meer) en uiterste oosten (Zoommeer, Schelde Rijnkanaal) is er sprake van een ander watermilieu. Door het zouter geworden Veerse meer en het mogelijk zouter worden van het Zoommeer kan er lokaal zoute kwel gaan optreden. Voor de toekomst wordt verwacht dat de akkerbouwbedrijven die nu gemiddeld 58 ha groot zijn veel groter zullen zijn. Dit zal nodig zijn om de concurrentie met andere akkerbouwgebieden aan te kunnen.

De fruitteeltsector in ons land heeft in toenemende mate last van grote importen van fruit uit andere delen van de wereld en Europa (Zuid-Afrika, Zuid-Amerika voor appels, Polen voor zwarte bessen). Ook binnen Europa is de concurrentiepositie moeilijk: elders zijn bijvoorbeeld de lonen en administratieve lasten daar omheen (seizoensarbeid) voor het plukken van fruit veel lager. De fruitteeltsector op Zuid- Beveland heeft echter een klimatologisch voordeel op andere gebieden in Nederland en daarbuiten. Er is minder nachtvorst in de bloeiperiode van het fruit dan elders. Het is vooralsnog de vraag hoe in hoeverre de fruitteeltsector de concurrentie op de wat langere termijn aan zal blijven kunnen. Toekomstig hogere transportkosten (energie wordt veel duurder) kan echter in het voordeel van de Zuid-Bevelandse fruitteeltsector werken.

60 Alterra-rapport 1132 2.7.10 Zeeuws-Vlaanderen

In Zeeuws-Vlaanderen ging de totale land- en tuinbouwproductie de afgelopen jaren iets omlaag. Dit kwam vooral doordat de intensieve veehouderij terugliep.

De akkerbouwsector is in omvang nog steeds de belangrijkste sector. Zij neemt ruim tweederde van alle land- en tuinbouwproductie voor haar rekening. De akkerbouw- bedrijven zijn met gemiddeld 52 ha en 77 nge zo’n 10% kleiner dan gemiddeld in de Delta. Het opvolgingspercentage op de akkerbouwbedrijven ligt niettemin op hetzelfde niveau als elders.

De melkveehouderij nam door de vestigingen van nieuwe melkveebedrijven verder toe. Het totale melkquotum in heel Zeeuws-Vlaanderen nam de afgelopen 5 jaar met meer dan 50% toe. De melkveebedrijven in het gebied zijn gemiddeld een vijfde groter dan gemiddeld in het land. Gemiddeld heeft men in Zeeuws-Vlaanderen 77 melkkoeien op 47 ha cultuurgrond.

Het areaal tuinbouwgewassen is de afgelopen jaren met 350 ha teruggelopen tot 1450 ha. De totale afname was het resultaat van minder groenteteelt (-271 ha tot 620 ha; vooral minder peen, sluitkool en witlofwortelen), minder fruit (- 119 ha tot 267 ha (minder appels, meer peren, meer ander grootfruit, meer kleinfruit), meer bloembollen (+ 71 ha tot 195 ha), meer bloemkwekerijgewassen (+7 ha tot 15 ha), veel minder zaadteelt (-69 ha tot 12 ha), minder boomkwekerijgewassen en vaste planten (-13 ha tot 27 ha). Het areaal glastuinbouw nam met 2 ha af tot 4 ha.

Aan bedrijfsverbredende activiteiten doet men gemiddeld net zo veel als in de gehele Zuidwestelijke Delta. Aan de kust van West-Zeeuws-Vlaanderen doet men hieraan echter veel meer. Er zijn nabij de kust vele minicampings en er worden accommodaties en stallingsruimten voor caravans verhuurd. Aan beregenen doet men in Zeeuwsch-Vlaanderen vrij weinig: slechts op 3% van de oppervlakte cultuurgrond beregent men in potentie. Men gebruikt hier vooral grondwater voor. Het waterregime in Zeeuwsch-Vlaanderen zal in de toekomst waarschijnlijk hetzelfde blijven.

Er wordt verwacht dat de ontwikkelingen zoals die in het recente verleden in de land- en tuinbouwsector hebben plaatsgevonden ook in de toekomst zullen plaatsvinden: er zullen waarschijnlijk dan ook nieuwe melkveehouders komen. Zij zullen akkerbouwbedrijven zonder een opvolger opkopen en deze omvormen tot melkveebedrijven. De blijvende akkerbouwbedrijven zullen gemiddeld fors groter zijn. Sommige zullen zo mogelijk meer tuinbouwgewassen in het bouwplan opnemen (bijvoorbeeld meer bloembollen, als de markt en productieomstandigheden zoals lichte grond en een goede watervoorziening dit toelaten).

Nabij de kust zullen bedrijven, als daar voldoende mogelijkheden toe zijn, proberen in toenemende mate bedrijfsverbredende activiteiten te ontplooien. De gemeente Sluis wil voor sommige delen van de kust echter geen groei van het aantal minicampings.

Voor de toekomstige ontwikkeling van de land- en tuinbouw komen er vestigingmogelijkheden voor glastuinbouwbedrijven op het industrieterrein ‘Axelse Vlakte’ nabij Terneuzen.

3

Perspectiefrijke bedrijfsmodellen voor de toekomst