• No results found

Zeemanshuizen en Nederlandsche Kolonies in den vreemde

In document Neerlandia. Jaargang 11 · dbnl (pagina 86-89)

Verslag van de Boeken-Commissie over 1906

I. Zeemanshuizen en Nederlandsche Kolonies in den vreemde

Het getal adressen van Zeemanshuizen en Nederlandsche Kolonies in den vreemde, waarheen boeken gezonden zijn of worden, wekelijks couranten gaan of maandelijks een tijdschrift gestuurd wordt, bedraagt reeds 46. Onder deze bevinden zich 22, die elke week een pak couranten ontvangen. Om ze daarvan te voorzien, ontvangen wij geregeld van tal van staden landgenooten hun dag- of weekbladen, voor welke geregelde toezending wij hun hier onzen hartelijken dank betuigen. Gelukkig ontvangen wij steeds enkele couranten te veel, daar soms een enkele courant ontbreekt of te onvolledig is om verzonden te kunnen worden. Daarenboven hebben wij nog een aantal couranten in reserve, d.w.z. wij hebben den vriendelijken gevers verzocht hun bladen voorloopig niet te zenden, maar ons te veroorloven ze later zoonoodig te mogen opvragen.

Behalve de dagbladen ontvangen wij wekelijks nog andere en wel geïllustreerde bladen, bovendien 5 exemplaren van Boon's Magazijn, voor al welke giften wij zeer erkentelijk zijn. Zonder de krachtige en belangelooze medewerking ook van deze vrienden van onze Commissie, ware het ons niet mogelijk aan onze belangrijke verplichtingen te voldoen.

Zoowel van de Bestuurders der Zeemanshuizen, van de consulaire ambtenaren, als van enkele schepelingen, mochten wij voortdurend de beste berichten ontvangen omtrent onze kranten-zendingen. Hetzelfde is het geval met de verzendingen naar Nederlandsche Kolonies in den vreemde. Bij alle wordt de band met het moederland aldus krachtig aangetrokken en dit deel van ons werk geeft ons niet het minst voldoening! Intusschen zijn de werkzaamheden hiervoor zoodanig vermeerderd, dat wij iemand moesten aanstellen, om dat werk voor ons wekelijks te verrichten. Hiermede verviel ook het bezwaar, dat de verzending des zomers weken lang door uitstedigheid onzer Commissieleden niet kon plaats vinden. Een woord van dank zij hier gebracht aan H.H. Consuls-Generaal, Consuls, Directeuren en Commandanten der Marine hier te lande en in Nederlandsch-Indië, Waterschouten, Reederijen, Directies van Zeemanshuizen en ten slotte aan de Ministers van Buitenlandsche Zaken en van Marine, voor hun welwillende medewerking. Voorts moet hier met dankbaarheid vermeld worden wijlen de heer Arnold Holthaus, in leven Consul te Elberfeld, die ook door geldelijken steun den Nederlanders aldaar de gelegenheid verschafte, Hollandsche boeken te vinden in de Stadsbibliotheek. Een andere Duitscher, die voor de Hollanders in zijn omgeving optreedt, is Ds. P. Bomfleur te Schüttorff bij Bentheim, wien wij daarvoor onzen dank betuigen willen. Ook vermelden wij met erkentelijkheid de bemoeiingen van mevrouw de wed. Gauw, door wier bemiddeling wij Nederlandsche Kolonies in Zuid- en Noord-Amerika, en wel te Buenos Aires en te Kalamazoo (Michigan) van boeken en tijdschriften konden gaan voorzien.

Dat de couranten, die wij naar de Zeemanshuizen zenden, groote diensten bewijzen, kan ook hieruit blijken, dat verschillende directies de gelezen exemplaren aan weer vertrekkende Nederlandsche schepelingen als reis-lectuur meegeven.

II. Zuid-Afrika.

Zooals ook uit de (later te plaatsen) lijst der verzonden kisten blijken kan, vorderde ook dit jaar Zuid-Afrika onze meeste krachten. Meer dan ooit mogen wij intusschen de belangstelling en de dankbaarheid roemen, die ons van de zijde onzer

Stamgenooten ginds ten deel valt - zooals onze mededeelingen in Neerlandia telkens bewezen hebben. Hoe langer hoe meer wordt ons van daar - en den laatsten tijd niet 't minst uit Kaapland - om raad, voorlichting en steun verzocht bij het verkrijgen of aankoopen van geschikte Nederlandsche boeken. Meer en meer getroost men zich daar ook geldelijke opofferingen om zulke boeken te krijgen. Ofschoon wij in dezen altoos zoo voorzichtig mogelijk geweest waren, gaf onze handelwijze op dit punt een Nederlandsche boekhandelaars-firma aanleiding, zich dit jaar bij ons te beklagen, omdat zij van meening was, dat wij de belangen der in Z.-A. gevestigde

boekhandelaars benadeelden. Ofschoon overtuigd van het tegendeel - zooals ook in Neerlandia van September '06 betoogd werd - meenden wij in deze kwestie een geschikte aanleiding te vinden, om een reeds vroeger opgekomen gedachte te verwezenlijken. Wij lieten een ‘Raadgeving’ drukken (zie Neerlandia van Jan. '07,

kist boeken melden, mede. Tot ons genoegen was het eerste gevolg van deze onze handelwijze, dat de bedoelde firma haar geschil met ons voor volkomen opgelost verklaarde.

Een ander bewijs van de groote belangstelling, die ons werk - en in het algemeen dat van het A.N.V. - in Z.-A. ondervindt, is de navraag naar de van wege het Perskantoor verzonden metalen wandborden (met de spreuken: ‘Afrikaner, wees u zelf!’ en ‘Mijne moedertaal is de schoonste taal!’), die wij in onze kisten meepakken. In den betrekkelijk korten tijd, die er sedert de eerste verzending van die

bor-33

den verloopen is, mocht het Perskantoor door onze bemiddeling reeds driemaal een bestelling ervan ontvangen.

Trouwens, van waardeering onzer B.-C. gaf ook adv. F.S. Malan, lid van de W.V. der K.-K. en Hoofdredacteur van ‘Ons Land’, op den eere-maaltijd, den 15en December j.l. hem te Amsterdam aangeboden - en waartoe ook onze Commissie in den persoon van haar 1en Secretaris was uitgenoodigd - een welsprekend bewijs, door het werk der B.-C. te vermelden als een der krachtigste middelen om het Nederlandsch Stambewustzijn in Z.-A. te verlevendigen...

Wat de naar Z.-A. gezonden kisten betreft, ruim 80 er van waren bestemd voor onderwijzers en vereenigingen en wel verdeeld als volgt:

A. Onderwijzers. Dezen ontvingen een veertig-tal kisten, bestemd voor de schoolbibliotheken en eigen gebruik;

B. Vereenigingen. Ook voor deze maakten wij een veertigtal kisten klaar. Hiervan waren 25 bestemd voor vereenigingen (bijna zonder uitzondering in Kaapland), die hun aanvragen gedaan hadden of hun kist ontvingen door tusschenkomst van onzen correspondent in de K.-K., den heer W. Hovy Jr. te Steynsburg. In den afgeloopen zomer hadden wij het genoegen eenige besprekingen met onzen correspondent te houden, toen deze zich voor eenige maanden in ons land bevond. Zijn bezoek was uitteraard voor ons en ook voor hemzelven zeer nuttig, daar wij mondeling onze wederzijdsche belangen gemakkelijk konden bespreken. Een onzer besluiten was o.a., dat de heer Hovy voortaan alle aanvragen van vereenigingen zou behandelen en ze ons daarna zou opzenden. Wij gaven hem dan ook bij zijn vertrek een officiëele aanstelling als vertegenwoordiger of correspondent mede. Hem zijn wij grooten dank verschuldigd voor de moeite, die hij, de oud-Nederlander, zich voortdurend voor ons werk geeft.

Tien andere kisten waren bestemd voor even zoovele takken van de A.C.V.V., de bekende vrouwenvereeniging in Kaapland. Enkele andere voor takken van den Afrikaander Bond. Ook voorzagen wij wederom een Publieke Bibliotheek (in den Vrijstaat) van boeken.

De jaarverslagen van onderwijzers en vereenigingen, die wij bij tientallen

ontvangen, bewijzen overtuigend, dat, in het algemeen genomen, onze boeken ‘met graagte’ gelezen worden door jong en oud, vaak besproken, uitgeleend als ze worden in wijden omtrek. Merkwaardig is het ook te vernemen, hoe onze boeken soms aanleiding geven tot bijzondere gebeurtenissen. Zoo leidde eenmaal een bezending boeken tot de eerste opvoering van een Hollandsch tooneelstuk (Van Nouhuys' ‘Eerloos’!) in zeker Transvaalsch dorp. Nooit waren er andere dan Engelsche tooneelstukken opgevoerd - en evenals elders tegenwoordig vaak geschiedt: de opvoering was een waar succes!

Dank zij onze abonnementen op de Wereld-Bibliotheek, tijdschriften en zangstukken (Boon's Magazijn, de uitgaven van het Willemsfonds en van het Vlaamsche Lied) waren wij in staat om behalve de gewone rubrieken nog andere lectuur en tal van zangstukken te verzenden.

In document Neerlandia. Jaargang 11 · dbnl (pagina 86-89)