• No results found

Winti als verzetsvorm en overlevingsstrategie

Hoofdstuk 2 Slavernij en Winti 1700-1863

2.4 De tot slaaf gemaakte in Paramaribo

2.6.1 Winti als verzetsvorm en overlevingsstrategie

In de voorgaande paragrafen is gebleken dat Afrikaanse vormen van godsbediening niet bestand zijn geweest tegen de psychologische druk van de Afro-Surinamers. Die zijn als gevolg van de integratie en syncretisme verworden tot winti. De stedelijke reacties van witten op het praktiseren van winti hadden echter geresulteerd in verscherping van de maatregelen en straffen voor het overtreden van het wintiverbod. Dit heeft op zijn beurt geresulteerd in het ontstaan van overlevingsstrategieën die bedacht waren om winti desondanks te kunnen praktiseren. Alle primaire en secundaire bronnen als Staal en Steinberg (1930:112,116), Van Lier (1977) en Lamur et al (2011: IV) hebben het over het feit dat het wintiverbod herhaaldelijk overtreden werd. Deze overtredingen vallen in de categorie van actief verzet. De koloniale overheid en het Hof van Politie werden volgens Hartsinck (1974:909-910) geconfronteerd met een stroom van klachten van witten in Paramaribo. Deze klachten handelden over de ontelbare overtredingen (heimelijk of openbaar) van het wintiverbod. De koloniale overheid liet met goede regelmaat plakkaten en notificaties betreffende het verbod op het praktiseren van winti publiceren. Deze verscherpte plakkaten hadden als doel het praktiseren van winti in te dammen. Maar dit heeft echter geresulteerd in een tweede syncretisch proces waar bedachte overlevingsstrategieën diverse cultuurdoelen hadden.

Het bronnenonderzoek en de overleveringen uit de orale traditie leren dat dumannen en duvrouwen met volle medewerking van hun volgelingen, overlevingsstrategieën hebben bedacht om winti te kunnen praktiseren. Volgens Mba Patakrudu werden er op banyapreys, rituelen uitgevoerd waar kabra’s36, winti’s en obia’s middels godsverschijningen (theofanie), hun nakomelingen en dragers met raad, daad en kracht bijstonden. Het betreft hier het aspect van de rituele dimensie van winti, want er werden rituelen uitgevoerd om a. troost en kracht te bieden, b. gevangenneming te voorkomen en c. bescherming tegen de pijn van straffen te bieden. Men praktiseerde ook winti om zich staande te kunnen houden in een door witten gedomineerde stedelijke maatschappij. In het volgend onderdeel worden achtereenvolgend behandeld: het voortschrijdend syncretisch proces en het flexibel karakter van de wintigelovigen, hun innovatieve handelingen en de bijdrage van de Inheemsen in dit geheel.

De tweede fase van het syncretische proces

Het bronnenonderzoek en de overleveringen uit de orale traditie leren dat de slavernij, het wintiverbod en de negatieve stedelijke reacties op het praktiseren van winti, de tweede fase van het syncretisch proces geïnitieerd hebben.

36

38 De stedelijke Afro-Surinamers waren zich namelijk zeer bewust van het feit dat de

koloniale overheid en vele witten het praktiseren van winti verwerpelijk vonden. Verklaart dit waarom winti aangevuld werd met concepten, voorstellingen en rituelen van andere religies?

Weridu (1998), Wooding (1979), Smart (2007), Rotgans (2013) Marshall (2007) en anderen hebben beschrijvingen gedaan van de ontwikkeling van winti. Marshall (2007) stelt dat winti een Afro-Surinaamse religie is die door haar adaptief karakter steeds meer aan het verwateren is. Het fenomenologisch onderzoek leert dat de tweede fase van het syncretisch proces binnen winti reeds in de 17de eeuw begonnen is. De Inheemsen waren namelijk de eerste tot slaaf gemaakten op de plantages. Sommigen woonden zelfs in de omgeving van de plantages. Volgens de overleveringen uit de orale traditie hebben Inheemse en Afrikaanse en Afro-Surinaamse spirituele leiders de tweede fase geleid. De obia Pa Fransi van duman Wielingen stelde hierover het volgende:

“Afrikanen hebben vanaf hun aankomst op de plantages, hulp gehad van de piai-winti van de tot slaaf gemaakte piai-mannen. De inheemsen hebben vele groepen tot slaaf gemaakte Afrikanen onderwezen in de kruiden- of plantenleer, het toepassen van kruiden en het houden van rituelen. Na de afschaffing van de slavernij van de inheemsen, waren de tot slaaf gemaakte Afrikanen al in staat om met behulp van het toeziend oog van hun duman, Surinaamse planten te gebruiken voor diverse doeleinden. De rituele dimensie van winti heeft veel te danken aan de hulp van de inheemsen.” Winti is in deze tweede fase rijkelijk aangevuld met concepten en rituelen uit de natuurgodsdienst van de Inheemsen. Volgens de obia Pa Fransie en de respondent Kruin heeft dit syncretisch proces zich niet alleen op het gebied van het tastbare afgespeeld, maar ook op geestelijk gebied. Kruin stelde het volgende:

“Er werden tussen de piai’s en de Afrikaanse obia’s en winti’s van de dumannen en duvrouwen, zeer belangrijke afspraken of beloftes gemaakt. Die moesten de Inheemse en de Afrikaanse tot slaaf gemaakten beschermen tegen de slavernij. Degenen die de plantages wilden ontvluchten, werden van tevoren geprepareerd door de duman of duvrouw. Zij zouden tijdens de vlucht door piai’s en obia’s worden bijgestaan. En wanneer zij hun weg in het bos had weten te vinden, konden zij zich na geruime tijd aansluiten bij een marrongroep. De piai’s en andere inheemse winti’s en obia’s hebben toen beloofd om de beschermelingen te worden van de nakomelingen van de tot slaaf gemaakte Afrikanen.”

39 Deze overlevering komt overeen met datgene wat Wooding (1981:220) over de

tussenkomst van Inheemse geesten stelt. Volgens deze hebben vele Afrikaanse winti’s een indiaanse obia geadopteerd die samenwerkt met de Nengre Kondre obia37. De methode van data-triangulatie is hier ook toegepast. Het amateuristisch onderzoek van voor 2011 en later het fenomenologisch onderzoek (2011-2013) leren dat de obia Pa Fransie, de piai-man Artist en Wooding (1979) in dezelfde bewoordingen spreken over de invloed van de Inheemsen binnen de ontwikkeling van Winti. Op wintipreys is namelijk gebleken dat er Afro-Surinamers zijn die in trance geraakten en bevangen werden door Inheemse winti’s en obia’s. Deze specifieke theofanie bewijst dat de verklaring over de gedane belofte van de Inheemse spirituele leiders waar is.

38

Figuur 2.7 Inheemse winti (2008),

door Samson J.M.

De tot slaaf gemaakte Afrikanen en Afro-Surinamers waren flexibel. De stadse tot slaaf gemaakten hebben in de periode 1700-1863 ook innovaties gepleegd in de hoop dat de witten en de koloniale overheid deze nieuwe vorm van winti wel zou accepteren.Zij hebben religieuze aspecten van dominante groepen in de koloniale maatschappij overgenomen. Van de Joodse cultuur werden concepten39, symbolen en/of rituelen geïncorporeerd in winti.

37. Sommige mensen noemen hem de Nengre Kondre Ampuku, een obia die de gave van genezing bezit en afkomstig is uit Afrika.

38

Dit wetenschappelijk onderzoek tracht overleveringen uit de orale traditie en oral history, in zoverre dat mogelijk is, te ondersteunen met foto’s. Het betreft hier een wintiprey van de informant Kruin waar er een moment is vastgelegd van de rituele dimensie van winti. Het gaat in deze om een beleving van een Inheemse winti.

39 Concepten als trefu of treef waren ook aangetroffen bij de Joden. Spijzen als varkensvlees en gladde vis worden niet genuttigd. Menstruerende vrouwen mogen niet koken, omdat het voedsel als onrein of niet kosher beschouwd wordt.

40 Dit is merkbaar bij sommige dumannen zoals de respondent Bijlhout die in zijn

werk gebruik maakt van concepten uit de Joodse Kaballah-leer. Afrikaanse concepten en voorstellingen (de doctrinaire dimensie) werden echter behouden. Deze werden langs de weg van de traditie, generaties lang mondeling overgeleverd. Deze ontwikkelingen kenmerken de derde fase van het syncretisch proces. Maar het syncretisch proces was nog niet beëindigd want er volgden nog meerdere fases. In de volgende paragraaf wordt de vierde fase van het syncretisch proces behandeld.