ver-meld exploit gedane eisch tot vrijwaring worde ontzegd en hij veroordeeld in de kosten van dat incident.
{Handteekening van den procureur.)
De conclusie wordt op de teregtzitting genomen of beteekend, als vermeld is bij formulier N°. 21.
AANT. XS.
Het geschil over de gehoudenheid tot vrijwaring kan niet afzonderlijk worden uitgewezen, indien de principale zaak nog niet voldongen is ; zoo deze voldongen is en de vordering in vrijwaring niet, heeft de principale eischer regt om te vorderen, dat de principale zaak vooraf worde uitgewezen ; beide te gelijk voldongen zijnde, worden te gelijk beslist. Een vonnis van voeging komt dus nimmer te pas. Art. 75.
N°. 26.
CONCLUSIE V A N D E N W E G E N S ZAKELIJKE R E G T E N TOT
VRIJWARING GEROEPENE, WAARBIJ DEZE D E ZAAK V A N D E N G E W A A R B O R G D E
~~"\ OVERNEEMT.
(Art. 72, Ie lid, B. R.)
Conclusie van antwoord incidenteel in zake F., gedaagde in vrijwaring bij exploit van deurwaarder C. te . . . , van
procureur G.
46
tegen
1°. A., oorspronkelijk gedaagde bij exploit van (buitengewoon) deur-waarder C. te . . , van . . . en eischer tot vrijwaring bij eerstgemeld exploit, procureur D ;
2°. B., oorspronkelijk eischer bij laatstgenoemd exploit, procu-reur E.
De procureur van gedaagde in vrijwaring zegt :
Aangezien gedaagde tot vrijwaring als verkooper van het (onroe-rend goed, waarover het proces gevoerd wordt) erkent gehouden te zijn, den eischer tot vrijwaring, gedaagde ten principale, te waarborgen tegen zoodanige vordering als bij eisch ten principale ingesteld en bereid is, aan deze verpligting te voldoen ;
Aangezien dien ten gevolge de gedaagde in vrijwaring zijne ver wering tegen den principalen eisch kaïi doen gelden ;
Aangezien de oorspronkelijk eischer niet ontvankelijk is in zijne bij voormeld exploit tegen oorspronkelijk gedaagde gedane vordering, waarvoor de oorspronkelijk gedaagde hem tot vrijwaring heeft ge-roepen, terwijl die vordering in allen gevalle is ongegrond en zulks omdat .
Aangezien
(de redenen van •niet-ontvankelijkkeid) Dat aan gedaagde in vrijwaring worde verleend acte, dat hij de zaak in verwering voor den oorspronkelijk gedaagde overneemt, en dat bij vonnis worde verklaard, dat hij daarmede kan volstaan, en wijders de raad, regtdoende op de hoofdzaak, den oorspron-kelijk eischer daarin verklare niet ontvanoorspron-kelijk, immers en in allen gevalle hem den eisch ontzegge, met veroordeeling in de kosten, zoowel op de oorspronkelijke vordering als op die tot vrij-waring gevallen.
{Handteekening van den procureur.)
Dit verzoek wordt beteekend als vermeld bij formulier N". 21 Na deze beteekening heeft de oorspronkelijk gedaagde het regt te verzoeken, dat hij buiten het geding worde gesteld ; dit geschiedt als bij het volgend formulier vermeld.
N°. 27.
C O N C L U S I E VAN D E N O O R S P R O N K E L I J K G E D A A G D E , B I S C H E R T O T V R I J W A R I N G , OM B U I T E N H E T R E G T S G E D I N G T E W O R D E N G E S T E L D ,
(Art. 72, I e lid, IS. R.)
Conclusie in zake A., wonende te . . ., oorspronkelijk gedaagde bij exploit van deurwaarder C. van . . ., mitsgaders eischer tot vrij-waring bij exploit van deurwaarder C. van . . . , en einde-lijk verweerder op het verzoek van tussclienkomst van den gedaagde tot vrijwaring, procureur D.
tegen
1°. B., oorspronkelijk eischer bij eerstgenoemd exploit en mede-verweerder op voormeld verzoek van tussclienkomst, procureur E.,
Rti tegen X jök
P-, gedaagde tot vrijwaring bij laatstgenoemd exploit, en tus-schenkomende partij in de hoofdzaak, procureur G. ;
De procureur van gedaagde ten principale concludeert :
Aangezien de gedaagde tot vrijwaring bij acte, beteekend den . . , heeft verklaard de zaak voor gedaagde ten principale, eischer tot vrijwaring, over te nemen, en verwering ten principale heeft gedaan ;
mitsdien de gedaagde ten principale, eischer tot vrijwaring, worde gesteld buiten het proces, met veroordeeling van den gedaagde tot vrijwaring in de kosten zijnerzijds gemaakt, behoudens eventueel verhaal dier kosten op den eischer ten principale, indien deze op de hoofdzaak mögt worden in het ongelijk gesteld, maar ingeval van tegenspraak met veroordeeling van eischer in de kosten.
[Handteekening van den procureur.)
Dit verzoek wordt beteekend als vermeld bij formulier No. 2 1 ; vóór dat eenig vonnis in de hoofdzaak is gewezen.
AANT. y/3. De eischer ten principale kan de overneming der zaak-door gedaagde in vrijwaring, als waarborg, niet tegenspreken ; hij heeft daarbij ook geen belang ; wel echter de conclusie van oorspron-kelijk gedaagde om buiten het proces te worden gesteld. Hij heeft een wettig belang om zich daartegen te verzetten :
lo. wanneer hij, behalve het betwiste zakelijke regt, nog een vorde-ring tegen den oorspronkelijk gedaagde heeft ingesteld, waarvoor de gedaagde tot vrijwaring geen waarborg is ;
48
2o. wanneer hij van een bewijsmiddel wil gebruik maken, zooals erkentenis, eed, verhoor op vraagpunten, dat hij tegen den gedaagde tot vrijwaring niet kan doen gelden ;
3o. wanneer de gedaagde tot vrijwaring kennelijk onvermogend is om de kosten te dragen. Arg. Art. 72 lid 2, 73 lid 4.
N°. 28.
A N T W O O R D VAN D E N O O R S P R O N K E L I J K B I S C H E R O P D E T Ü S S C H E N K O M S T VAN E E N G E D A A G D E T O T V R I J W A R I N G , M I T S G A D E R S OP H E T V E R Z O E K VAN D E N
OOR-S P R O N K E L I J K G E D A A G D E OM B U I T E N H E T G E D I N G T E W O R D E N G E OOR-S T E L D .
(Art. 72, 2e Uil, B . R.)
Conclusie in zake B , oorspronkelijk eischer bij exploit van (bui-tengewoon) deurwaarder C , van . . ., mitsgaders verweerder op het verzoek van den oorspronkelijk gedaagde, om buiten het geding te worden gesteld, procureur E.,
tegen
1°. A., oorspronkelijk gedaagde bij voormeld exploit, mitsgaders eischer tot vrijwaring bij exploit van deurwaarder C , van . . ., procureur D. ; en
2o. F , gedaagde tot vrijwaring bij laatstgenoemd exploit, hebbende de verwering overgenomen in de hoofdzaak; procureur G. ;
De procureur des eischers zegt voor antwoord op de incidenteele vordering :
Dat de oorspronkelijk gedaagde den gedaagde tot vrijwaring in dit regtsgeding geroepen heeft, welke dan ook als zoodanig heeft ver-klaard de zaak als waarborg voor den oorspronkelijk gedaagde over te nemen ;
Dat, hoezeer hij zich tegen die tusschenkomst niet verzet, hij echter belang heeft dat de oorspronkelijk gedaagde niet buiten het geding worde gesteld ;
Dat . . . (volgen de redenen van het beweerde belang).
Weshalve de oorspronkelijk eischer verzoekt en concludeert, dat hem worde verleend acte, dat bij zich niet verzet tegen de toelating van den gedaagde tot vrijwaring als waarborg in het regts-geding, tusschen hem en den oorspronkelijk gedaagde voor dezen
raad van justitie aanhangig, en dat de oorspronkelijk gedaagde zal worden verstaan, in de zaak te blijven ; met veroordeeliag in de kosten, ingeval van tegenspraak.
(Nandieekening van den procureur.)
Dit antwoord wordt beteekend als vermeld bij formulier No. 2 1 . Op deze vordering van oorspronkelijk eischer volgt een vonnis, waarvan het dispositief is :
De raad verleent den gedaagde tot vrijwaring acte, dat hij de ver-dediging der zaak voor den oorspronkelijk gedaagde op zich neemt;
verstaat, dat deze niettemin in de zaak blijve, beveelt partijen op de hoofdzaak voort te procederen; reserveert de kosten tot het eindvonnis.
Of wel :
De raad verleent den gedaagde tot vrijwaring acte, dat hij de ver-dediging der zaak voor oorspronkelijk gedaagde op zich neemt ;
Stelt den oorspronkelijk gedaagde buiten proces en veroordeelt den oorspronkelijk eischer in de kosten van het incident. —
Indien de oorspronkelijk eischer toestemt in het buiten proces stellen van den oorspronkelijk gedaagde :
De raad verleent acte aan den gedaagde tot vrijwaring, dat hij de verdediging der zaak voor den oorspronkelijk gedaagde op zich neemt;
Verleent acte aan oorspronkelijk eischer, dat hij toestemt, dat de oorspronkelijk gedaagde buiten proces worde gesteld;
Stelt den oorspronkelijk gedaagde buiten het proces : gelast de overblijvende partijen voort te procederen; veroordeelt den gedaagde tot vrijwaring in de kosten van zijde oorspronkelijk gedaagde gemaakt, behoudens zijn regt om die op den oorspronkelijk eischer te verhalen, indien deze op de hoofdzaak in het ongelijk mögt wor-den gesteld.
N°. 29.
ACTE VAN VOEGING VAN BEN TOT GEWONE VRIJWARING GEROEPENE.
(Art. 74 B. R.)
Meester G., advocaat en procureur bij den raad van justitie te . . ., bandelende voor en namens P., wonende te . . , gedaagde tot vrij-waring bij exploit van deurwaarder B. van . . . 1800 . . ., doet zeggen aan zijne ambtgenooten :
i
50
D., in regten versehenen voor A., wonende te . . , oorspronkelijk gedaagde bij exploit van [buitengewoon) deurwaarder C , van . . . 1800 . . . en eischer tot vrijwaring bij voormeld exploit; mitsgaders E., in regten verschenen voor B., wonende te . . ., oorspronkelijk eischer bij laatstgenoemd exploit.
Dat zijn lastgever, door oorspronkelijk g-edaagde tot vrijwaring geroepen zijnde, op de tegen hem door oorspronkelijk eischer ingestelde vordering, zich in het daarover aanhangig regtsgeding wil voegen ; genoemde ambtgenooten mitsdien
Sommerende
om te verschijnen op . . . dag, . . . 1800 . . ., des . . . middags te . . . ure, ter teregtzitting van voornoemden raad
Ten einde aan hem te hooren verleenen acte, dat hij zich voegt als partij in het voor den raad tusschen oorspronkelijk eischer en oorspronkelijk gedaagde hangende geding, en partijen te gelasten hetzelve gezamenlijk met hem gedaagde tot vrijwaring te vervolgen en voort te zetten. Waarvan acte.
[Handteekening van den procureur.)
Deze acte wordt beteekend als gezegd bij formulier No. 2 1 . Dit verzoek op de wet gegrond en alzoo aan geene tegenspraak onderhevig' zijnde, is het dispositief van het daarop te wijzen vonnis overeenkomstig liet slot der bovenstaande acte.
N°. 30.
VONNIS BIJ VERSTEK TEGEN EEN NIET-VERSCHENEN EISCHER.
(Art. 77 B. R.)
Tn zake A. 59), eischer bij exploit van dagvaarding door [buiten-gewoon) deurwaarder . . . te . . . op . . . 1800 . . uitgebragt ; procureur meester . , niet verschenen ; tegen
B. 60), gedaagde bij gezegd exploit van dagvaarding; procureur meester . . .
De procureur des gedaagden legt over het afschrift der dagvaarding, in hoofde dezes gemeld, waarbij hij ten verzoeke van meester . . ,
59) Voornaam en naam of' benaming, en woonplaats van eischer (Art. 61 No. 1 B, R.)
<>0j Naam of benaming en woonplaats van tien gedaagde.
voor en namens eischer, is gedagvaard tegen heden, om te worden veroordeeld om 6 J ) .
En vermits procureur . . . niet is verschenen, wordt door dien des gedaagden verzocht, dat tegen eischer worde verleend verstek, en hij gedaagde van de instantie ontslagen, met verwijzing van eischer in de kosten.
De raad van justitie te . . , overwegende dat het blijkt, dat de gedaagde ten verzoeke van eischer tegen heden te dezer teregtzittmg is gedagvaard, en dat laatstgenoemde in gebreke is gebleven aldaar te verschijnen ;
Overwegende, dat de conclusie van gedaagde op de wet is gegrond ;
Gezien art. 77 der burgerlijke regtsvordering ;
Verleent tegen eischer verstek ; verklaart gedaagde van de instantie ontslagen ; veroordeelt eischer in de kosten.
Aldus gewezen op . . . dag . . . 1800 . . ., door de beeren meesters X , president, I J . en Z. leden, en in het openbaar uitge-sproken tenzelf'den dage door dezelfde beeren, in tegenwoordigheid van 's raads . . . griffier meester . . .
{Handteekening van president en griffier.)
AANT. 03. Het vonnis wordt door den griffier op het audientieblad gebragt en door hem en den president uiterlijk binnen tweemaal vier en twintig uren onderteekend. Art. 62.
a4. Indien beide partijen afwezig blijven, wordt de zaak geroijeerd ten koste van den opbrenger ; art. 27 B. R.
£>4. Is er tegen eischer verstek verleend, zoo moet hij, om de zaak op nieuw aan te brengen, de kosten, waarin hij jegens zijne weder-partij veroordeeld is, vooraf betalen. Art. 77. (Men doet wel, in de tweede dagvaarding te vermelden, dat dit geschied is.)
Partijen kunnen evenwel eenstemmig verzoeken, dat zij, zonder nieuwe dagvaarding, weder op de rol worde gebragt. Dit geschiedt bv.
wanneer de procureur des eischers te laat is gekomen, zonder een confrère te hebben gewaarschuwd, om voor hem te occuperen.
01) l»o aard der vordering, zoo als die in de dagvaarding voorkomt.
iVJ
N°. 3 1 .
V O N N I S B I J V E R S T E K T E G E N E E N G E D A A G D E .
(Art. 78 B. E.)