• No results found

Bevelen dat de getuigen, welke de verzoeker voornemens is tot bewijs der bij voormeld vonnis vermelde daadzaken te doen hooren,

In document BURGERLIJKE BEGTSVOBDEBING (pagina 136-159)

zullen worden gedagvaard om voor ons te verschijnen op 98)

Gedaan te . . . den . . . 1800 . . .

(Bandteekening van den recjÉer-commissaris.)

N°. 79.

BETEEKENING VAN HET BEVEL, BEPALENDE PLAATS, DAG EN DDK, WAAROP DE s N ^ GETUIGEN ZULLEN WOBDEN GEDAGVAARD, MET OPGAVE

( \ \ HUNNER NAMEN EN WOONPLAATSEN.

{ 4 I

\ / (Art. 200 B. R.)

Meester . . ., advocaat en procureur bij deii raad van justitie te . . ., handelende voor en namens . . ., wonende te . . ., eischer (of: gedaagde) bij exploit van dagvaarding, op . . . 1800 . . . uit gebragt door {buitengewoon) deurwaarder . . . te . . ., doet betee-kenen aan zijn ambtgenoot . . , handelende voor en namens . . ., wonende te . . ., gedaagde (of eischer) bij gemeld exploit :

98) Dag, uur en plaats van het verhoor. Omtrent de plaats is niets voorgeschreven. Uit art. 194 blijkt m. i. dat de regter-coxnmissaris of het hoofd van plaatselijk bestuur zich op elke plaats in zijn ressort tot het hooren van getuigen kan begeven,

Afschrift van een request, door hem gediend aan meester . . ., lid in gezegden raad van justitie, met diens daarop den . . . 1800 . . . verleend bevel, houdende bepaling van plaats, dag en uur, waarop de getuigen, weite declarant zich voorstelt tot bewijs der daadzaken, vermeld in het vonnis door den raad van justitie voor-noemd, op . . . 1800 . . . in het bij gemeld exploit voor denzelven tusschen genoemde hunne principalen aanhangig gemaakte regtsgeding uitgesproken, te doen hooren, tot dat einde zullen worden gedag-vaard ; en zeggen dat hij voornemens is, alsdan zijnerzijds te doen hooren 99)

{Handteekening van den procureur.) AANT.

a

6

. Deze beteekening moet, op straffe van nietigheid, ten minste acht dagen vóór den tot het verhoor bepaalden dag geschieden; dat het niet noodig zou zijn, daarvoor 8 vrije dagen te nemen, ben ik met H. niet eens.

Indien de wederpartij geen procureur heeft, vervalt m. i. de betee-kening. Trouwens, bij verstek neemt de Indische jurisprudentie de feiten als niet betwist aan, zelfs in zaken van echtscheiding enz.

H°. 80.

BETEEKENING VAN N A M E N EN WOONPLAATSEN VAN GETUIGEN, W E L K E M E N WIL DOEN HOOEEN.

(Art. 201 B. E.)

Meester A., advocaat en procureur bij den raad van justitie te . . ., in regten verschenen voor D., wonende te . . ., eischer (of

gedaagde) bij exploit van dagvaarding, op . . . 1800 . . . uitgebragt

door (buitengewoon) deurwaarder . . . te . . . ; doet zeggen aan zijn ambtgenoot E., in regten verschenen voor B., wonende te . . ., gedaagde (of eischer) bij gemeld exploit van dagvaarding ; dat krachtens bevel van meester N., lid in en regter-commissaris uit den raad van justitie te . . ., plaats, dag en uur zijn bepaald, waarop de getuigen, welke de principaal van geïnsinueerde zich voorstelt tot bewijs der daadzaken, vermeld in 's raads vonnis van . . .

1800 . . ., in het tusschen gezegde hunne lastgevers voor denzelven

9») De namen en woonplaatsen ; vermelding der voornamen is niet voorgeschreven,

108

aanhangige geding uitgesproken, te doen hooren, tot dat einde zullen worden gedagvaard, en het tegenbewijs van regtswege is vrijgelaten, hij voornemens is, tot dat einde zijnerzijds als getuigen te doen hooren, de personen van . . . Waarvan acte.

(Handteekening van den procureur.)

AANT. 66. Deze getuigen mogen niet worden gehoord, indien deze acte niet ten minste vier en twintig uren vóór den bepaalden dag is betee-kend. Als de beteekening den laatsten dag geschiedt, moet dus de deurwaarder het uur vermelden.

e6. Een termijn van 4 dagen en het formulier N°. 79 zijn toepas-selijk, ingeval de wederpartij ten gevolge van het getuigen-verhoor nog nadere getuigen tot tegenbewijs wil doen hooren. Zij moet daartoe verzoek hebben gedaan vóór den afloop van het verhoor, welk verzoek en de beschikking daarop in het proces-verbaal worden ingelascht.

Art. 206 B. R. Hetzelfde geldt voor het geval, dat aan de partij, die het getuigen-verhoor heeft gevraagd, indien daartoe, volgens Art. 207, termen zijn, nog een nadere dag wordt toegestaan. In alle andere gevallen kan de regter-commissaris het verhoor wel verdagen, maar geene oproeping van nieuwe getuigen toelaten.

N°. 8 1 .

BETEEKENING VAN PROOESSEN-VERBAAL VAN GETUIGEN-VERHOOR EN , -. OPKOEPING TOT VOORTZETTING DER ZAAK.

/ 1 \

O j (Art, '208 B. R.)

Meester C , advocaat en procureur bij den raad van justitie te . . ,, handelende voor en namens . . ., wonende te . . ., eischer (of gedaagde) bij exploit van dagvaarding, gedaan door (buitengewoon) deurwaarder B. te . . ., op . . . 1800 . . . ; doet beteekenen aan zijn ambtgenoot E., occuperende voor D., gedaagde bij voormeld exploit van dagvaarding,

En bij deze afschrift overleveren van :

1". een proces-verbaal, door meester N . , regter-commissaris uit den raad voornoemd, op . . . 1800 . . . opgemaakt, bevattende het ver-hoor der getuigen, welke voornoemde D. heeft doen ver-hooren, tot bewijs der daadzaken, vermeld in het vonnis, door den raad voor-noemd op . . . 1800 , . . in het voor denzelven tusschen hunne

principalen bij gemeld exploit aanhangig gemaakte geding uitgespro-ken : en

2". een proces verbaal, door voornoemden regter-commissaris op 1800 . . . opgemaakt, bevattende het verhoor der getuigen, tot tegenbewijs der voormelde daadzaken gehoord; en sommeren

O m te verschijnen op . . . dag, den . . ., des . . . middags te ure ter teregtzitting van voornoemden raad van justitie ; Ten einde alsnu in het, bij voormeld exploit van dagvaarding aanhangig gemaakte geding, wat de hoofdzaak betreft, conclusion te nemen en des noods een dag van pleidooi te zien bepalen ; waar-van acte,

[Handteekening van den procureur.)

De beteekening geschiedt als vermeld bij formulier N". 2.1.

AANT. d(\ »De beteekening en sommatie om voort te procederen zijn alleen voorgeschreven, wanneer het getuigen-verhoor voor een regter-commissaris plaats heeft, Art. 208. Bij analogie ook in het geval van Art. 190 lid 2 en 3. Na een verhoor op de teregtzitting blijft de zaak-op de rol, hetzij partijen dadelijk concluderen, of een anderen dag tot het nemen van conclusion of het doen van voordragt bepaald worde".

Aldus H. — Als gezegd, vorderde de R. v. .1. te Samarang betee-kening van het proces-verbaal, zelfs al had het verhoor op de teregt zitting plaats gehad. — Conclusies na getuigen-verhoor zijn niet verboden, doch in Indië weinig gebruikelijk.

N°. 82.

REQUEST AAN DEN BENOEMDEN BEGTEB OF DE BENOEMDE REGTERS, VOOR

x EENE GEREGTELIJKE PLAATS-OPNEMING, TOT HET

P.EPA-\ P.EPA-\ LEN VAN DAG, PLAATS EN "DUR.

2

(Art. 211, 2e lid, B. E.)

Aan den heer (of de heeren) N . N . regter(*)-commissaris^?) uit den raad van justitie te . . . (of readmit, of assistent-resident van . . .) ;

geeft eerbiedig te kennen meester . . ., advocaat en procureur bij den/elven, ten deze handelende voor en namens A., wonende te . . , eischer (of gedaagde) bij exploit van dagvaarding, op . . . 1800 . . . uitgebragt door {buitengewoon) deurwaarder . . . te . . • ;

dat bij vonnis, door gezegden raad van justitie op . . . 1800 . , .

Mo

in het voor denzelven bij gezegd exploit aanhangig gemaakte geding uitgesproken, is bevolen, dat alvorens daarin regt te doen, TJEd.

Achtbare, vergezeld van den griffier, zich zoude (of zouden) begeven op de plaats, betrekking hebbende op het geschil, ten einde deze in oogenschouw te nemen, haar staat en gelegenheid op te nemen, en daarvan eene acte van bevinding uit te brengen ;

Dat voormeld vonnis op . . . 1800 . . . a a n den advocaat en procureur meester E., als in regten verschenen voor den gedaagde (of eücher) D. is beteekend ; redenen waarom hij UEA. eerbiedig-verzoekt, dag, plaats en uur te bepalen, waarop de bij voormeld vonnis bevolen opneming zal plaats hebben.

't Welk doende, enz.

{Handteekening van den procureur.)

Dit verzoek geschiedt door de meest gereede partij.

Wij regier-commissaris (of regters-commissarissen.) of {assislent)resident;

Gezien bovenstaand door A. aan ons gediend request

-Gezien het vonnis daarbij vermeld, benevens de beteekeuing daarvan ;

Bepalen dat de daarbij bevolen opneming door ons, vergezeld van den griffier, zal geschieden op . . . dag, den . . . 1800 . . . des . . . middags te . . . ure, ter plaatse . . .

Gedaan te . . . den . . . 1800 . . .

(Handteekening van den benoemden regier (of de benoemde regten).)

N°. 83.

BETEEKENING VAN VORENSTAAND BEVELSCHRIFT.

(Art. 211, Xe lid, B. E.)

Meester C , advocaat en procureur bij den raad van justitie te

• . ., handelende voor en namens A., wonende te . . ., eischer bij exploit van dagvaarding, op . . . 1800 . . . uitgebragt door

(buiten-100) Volgens Art. 211 lid 1 is de plaats, die moet worden opgenomen, reeds in het vonnis bepaald. Desniettemin schrijft de wet voor, dat eene bepaling van plaats aan den regter-commissaris wordt ' gevraagd. Misschien wordt hier bedoeld de plaats waar partijen desverkiezende tot bijwoning der plaatsopneming kunnen verschijnen, het rendez-vous, of wel die van waar de plaats in geschil het best kan worden waargenomen, b. v. indien deze met water bedekt of ontoegankelijk is.

©

gewoon) deurwaarder B. te . . ., doet beteekenen aan zijn ambtgenoot E., als zoodanig occuperende voor D., gedaagde bij voormeld exploit van dagvaarding,

En bij deze afschrift overleveren van een door eischer (of gedaagde) aan den heer {de heeren) meester(s) . . . regter(#)-commissaris(*e«) uit

voornoemden raad van justitie, ingediend request, en van het daarop door Zijn (of Hun) Edel Achtbare(«), op . . . 1800 . . . ver-leende bevelschrift, houdende bepaling van dag, plaats en uur der geregtelijke plaatsopneming, bevolen bij vonnis, op . . . 1800 . . . door voornoemden raad van justitie in het voor denzelven tusschen gezegde hunne principalen bij gemeld exploit aanhangig gemaakte geding. Waarvan acte.

(Handteehentng van den procureur.)

De beteekening geschiedt op de wijze, vermeld bij formulier N°.

2 1 , en geldt als oproeping.

AANT. e6. Indien de wederpartij geen procureur heeft, wordt het bevelschrift niet beteekend. Van hetgeen bij de geregtelijke plaats-opneming geschiedt, maakt de griffier proces-verbaal op, waarin de bevinding van den regter of de regters wordt ingevoegd. Indien er deskundigen worden gehoord, wordt ook dit verhoor, voorafgegaan van hunne beëediging, geverbaliseerd, maar hunne verklaringen strekken alleen tot voorlichting van den regter. Zelve maken ze geen rapport.

Art. 212 coll. 211. Het proces-verbaal wordt door de meest gereede partij geligt en beteekend (zie form. N". 81) bij procureurs-acte, met sommatie om op de rol voort te procedeeren.

N°. 84.

VERZOEK TOT H E T BEVELEN VAN EEN ONDERZOEK OF EENE OPNEMING DOOR DESKUNDIGEN. 101)

(Art. 215, Ie lid, in verband met Art. 241 B. R.)

Conclusie van eisch incidenteel, den raad van justitie te . . . eer-biedig overgeleverd in zake D., gedaagde bij exploit van dagvaarding, gedaan door {buitengewoon) deurwaarder B., den . . . 1800 . . . ; procureur E. ; tegen

101) Deze geheelo procedure geldt niet voor

onteigenings-zaken-112

A., eischer bij gezegd exploit, van dagvaarding; procureur C.

De procureur van gedaagde (of eischer) heeft de eer te neggen voor eisch incidenteel :

Aangezien (enz.)

Het mitsdien den raad van justitie te . . . behage, om alvorens in het tusschen partijen aanhangige regtsgeding op de hoofdzaak uit-spraak te doen, te bevelen, dat 102) zal worden onderzocht (of opge-nomen) door deskundigen, door partijen onderling, of anderzins door den raad te benoemen ; ten einde, nadat voormeld onderzoek (of opneming) op de wijze bij de wet bepaald, zal hebben plaats gehad, en daarvan door de deskundigen berigt zal zijn uitgebragt, door partijen worde geconcludeerd en door den raad uitspraak gedaan.

Waarvan acte.

{Handteekening van den procureur)

De beteekening geschiedt als vermeld bij formulier N°. 2 1 . AANT. f6. Partijen kunnen, te zamen verzoeken, dat het onderzoek door één deskundige geschiede. Art. 215, lid 3. Dit verzoek kan ook

mondeling ter rolle worde gedaan. Zoo neen, moeten er 3 worden benoemd. Bijaldien zij omtrent de te benoemen deskundigen overeen komen, geven de procureurs de namen mondeling ter rolle op ; dit niet geschied zijnde, benoemt het vonnis 3 deskundigen, voor het geval dat partijen binnen 3 dagen na de beteekening van het vonnis geene verklaring van benoeming hebben uitgebragt. Art. 21P>, lid 3.

N°. 85.

VERKLARINÖ VAN PARTIJEN TOT BENOEMINO VAN DESKUNDIOEN.

(Art. 216, 3e lid B. R.)

Op heden den . . . 1800 . . ., zijn ter griffie van den raad van justitie te . . . verschenen :

Meesters C en E., advocaten en procureurs bij denzelven, als zoodanig in na te noemen geding respectively k verschenen voor A.

en voor D. ; verklarende: dat genoemde hunne principalen, krachtens 's raads vonnis van . . . 1800 . . . in het voor denzelven tusschen gezegde hunne principalen aanhangige regtsgeding uitgesproken, en

102) Het voorwerp of onderwerp van onderzoek of opneming.

op . 1800 . . beteekend, waren overeengekomen, dat tot de bij dat vonnis bevolen verrigting zoude worden overgegaan door 103) welke zij verklaren, namens hunne voornoemde principalen, daartoe bij deze te benoemen. Waarvan deze acte, door voornoemde procu-reurs en den griffier onderteekend.

{Handleelzeninfj van de procureurs en van den griffer.)

N°. 86.

BETEEKENING VAN EEN VONNIS, HOUDENDE BENOEMING VAN DESKUNDIGEN, MET OPROEPING TOT HET AFLEGGEN VAN DEN EED.

1

/ J (Art. 217 B. B.)

In den jare 1800 . . , den . . . 1 0 4 ) , ten verzoeke van meester . . ., advocaat en procureur bij den raad van justitie te . . ., wonende te . . . . handelende voor en namens A , heb ik B. [bui-tengewoon) deurwaarder bij den raad van justitie te . . , wonende te . . .

Aan

G., wonende te . .. te zijner woonplaatse exploit doende aan en sprekende met . . .

H., wonende te . . , te zijner woonplaats« exploit doende aan en sprekende met . . .

-1., wonende te . . ., te zijner woonplaatse exploit doende aan en sprekende met . . .

Beteekend

En bij deze afschrift overgeleverd van een vonnis, door den raad van justitie te . . ., op . . . 1800 . . ., in het voor dezen tusschen des requirants lastgever als eischer en ü . als gedaagde aanhangige geding-uitgesproken, waarbij is bevolen, dat 102) zal worden onderzocht (of opgenomen) door geinsinueerden, daartoe benoemd bij opgeweld vonnis (of: bij acte door partijen ter griffie gepasseerd op • • • 1800

• . .) met bepaling, dat de geinsinueerden, alvorens tot gemeld onder-zoek (of opneming) over te gaan, ter teregtzitting van den raad van justitie voornoemd, van . . . dag . . . 1800 . , des . . . middags te . . . ure, den bij de wet gevorderden eed zullen afleggen.

103) Namen, voornamen en woonplaatsen der deskundigen.

104) Minstens drie vrije dagen vóór de eedsaflegging.

Hi

En heb ik, deurwaarder, wijders ten verzoeke van en exploit doende als boven,

Gedagvaard Yoornoemde G., H. en .ƒ.

O m op voormelde plants, dag en uur tot bovenvermeld einde te verschijnen.

En heb ik, ieder der geinsinueerden afzonderlijk, exploit doende en sprekende als boven, behalve-van voormeld vonnis, mede gelaten afschrift dezes, kostende aan zegels f 1.50 en aan loon _/ . . .

{Handtpckeninfi van den deurwaarder.)

N°. 87.

ACTE VAN WRAKING VAN AMBTSHALVE BENOEMDE DESKUNDIGEN.

(Art. 219 B. R.)

Meester C , advocaat en procureur bij den raad van justitie te . . ., handelende voor en namens A , wonende te . . ., eischer bij exploit van dagvaarding, gedaan door {buitengewoon) deurwaarder B., te . . ., op . . . 1800 . . ., doet zeggen aan zijn ambtgenoot E., in regten verschenen voor D., wonende te . . ., gedaagde bij voor-meld exploit van dagvaarding ;

dat, vermits bij vonnis, door den raad van justitie te . . ., op . . . 1800 . . ., in het voor denzelven tusschen voorzegde hunne principalen, aanhangige regtsgeding uitgesproken, is bevolen, dat 102) zal worden onderzocht (of opgenomen) door G., H. en J., daarbij ambtshalve tot deskundigen benoemd, de eischer (of gedaagde) de daarbij benoemde deskundigen 105) als zoodanig wraakt.

Dat deze wraking hierop gegrond is, dat 106); en sommeren, onder aanbod om deze redenen met getuigen te staven,

O m te verschijnen op . . . dag . . . 1800 . . ., des . . . middags te . . . ure, ter teregtzitting van den raad van justitie voornoemd.

1C5) De namen van die deskundigen, weite men wil wraken.

10G) De redenen van wraking ; de wet laat dezelfde toe, als bij getuigen. Indien de deskundigen door partijen zijn benoemd, moeten de redenen van wraking ontstaan zijn na benoeming, en dit in de acte van wraking worden vermeld. Art. 218.

(±)

Ten einde op voormelde wraking conclusion te nemen, en des noods een',dag van pleidooi te zien bepalen; waarvan acte.

(Handteelcem'nff van den wraker.) [Haiidteelteninq van den procureur.]

De beteekening geschiedt, als vermeid bij formulier N°. 2 1 . AANT. (f\ «De wraking moet worden voorgesteld binnen 3 dagen na de acte van benoeming, of na de beteekening van het vonnis van benoeming, op straffe van nietigheid; daarenboven bepaalt Art. 218, dat zij moet gedaan worden vóór de eeds-afiegging. Waarschijnlijk achtte de wetgever dit voorschrift noodig, omdat het niet op straffe van nietigheid is voorgeschreven, de deskundigen minstens 3 dagen te voren tot de eeds-aflegging op te roepen. Wanneer echter die oproeping geheel verzuimd en de tot eeds-aflegging bepaalde dag voorbij is, kan het vonnis, waarbij onderzoek van deskundigen is bevolen, niet meer ten uitvoer worden gelegd. VAN DEN HONERT (lste uitgave bl. 229) meent, dat in dit geval bij request een nieuwe dag kan worden gevraagd en verleend voor de eeds-aflegging; wanneer partijen gezamenlijk zoodanig request indienen, kan daartegen geen bezwaar bestaan ; maar bij tegenspraak of weigering van eene dei-partijen kan de regter niet wel zijn eigen interlocutoir vonnis ver-anderen."

Aldus H. Ik koester twijfel aangaande de juistheid dezer gevolg-trekking.

Het 2e lid van art. 220, houdende bepalingen omtrent de vergoeding-van schaden en interessen, ingeval de wraking verworpen wordt, is ingetrokken bij SM. 1872, n°. 13.

N°. 88.

^ x PROCES-VERBAAL VAN EEDSAFLEGGING VAN DESKUNDIGEN.

( M

l ö I (Art. 221, lste lid en 225, B R.)

vv

Op heden den . . . 1800 . . ., des . . . middags te . . . ure.

is ter teregtzitting van den raad van justitie te . . ., zamengesteld uit de heeren meesters K., president, L. en M., leden, en O., (sub-stituut) griffier, verschenen :

Meester C , advocaat en procureur bij denzelven, als zoodanig in regten verschenen voor A., wonende te . . ., eischer bij exploit van dagvaarding, gedaan door (buitengewoon) deurwaarder B. te , . ., den

116

. . . 1800 . . ., jegens D., gedaagde bij voormeld exploit van dag-vaarding, tot procureur hebbende E.

Te kennen gevende :

Dat bij vonnis van dezen raad van justitie, op . . . 1800 . . in het geding uitgesproken, bij gezegd exploit van dagvaarding aan-hangig gemaakt, is bevolen, dat 102) zal worden onderzocht (of op-genomen) door G., H . en J., over welker heus partijen zijn overeen-gekomen (of welke daarbij ambtshalve zijn benoemd) ;

dat dit vonnis op . . . jongstleden aan gemelden ambtgenoot is beteekend ;

dat hij bij exploit van {buitengewoon) deurwaarder . . . te . . . op . . . 1800 . . ., met beteekening van voormeld vonnis, gezegde deskundigen heeft doen dagvaarden, om op heden te dezer teregtzitting te verschijnen, tot het afleggen van den bij de wet gevorderden eed.

En vermits de voornoemde deskundigen alhier tegenwoordig waren, ver-zocht voornoemde procureur, namens eischer, dat daartoe alsnu mögt worden overgegaan ; 106)

Verscheen verder meester E. voornoemd, in regten verschenen voor gedaagde; zeggende zich tegen het gedaan verzoek niet te verzetten.

Verder zijn verschenen de voornoemde G., H en J.

Te kennen gevende, bereid te zijn tot de aanvaarding van den in voege voormeld aan hen opgedragen last, en tot het alleggen van den bij de wet gevorderden eed.

Diens volgens hebben genoemde deskundigen, de een na den ander, in handen van den voorzitter, naar de wijze hunner godsdienstige gezindheid, den eed afgelegd, dat zij getrouw en naar hun beste weten, in de verrigting, in deze bedoeld, zullen te werk gaan.

Genoemde deskundigen zijn vervolgens overeengekomen, om zich op . . . dag den . . , 1800 . . . naar . . . te begeven, om aldaar des . . . middags te . . . ure tot voormelde verrigting over te gaan ; en heeft de Raad bepaald, dat hun proces-verbaal voor . . . 1800 . . . ter griffie zoude worden overgebragt.

100) Indien een benoemde deskundige ter aflegging van den eed niet verschijnt, zullen partijen, tegenwoordig zijnde, dadelijk overeenkomen, om een ander in zijne plaats te benoemen ; bij gebreke van dien, kan de regter dat ambtshalve doen, Art. 222 B. R. ; zulks wordt dan alhier in plaats van do woorden : en vermits, enz. vermeld, en tevens een nadere dag tot het afleggen van den eed door dien nieuwen deskundige bepaald.

Van al hetwelk is opgemaakt dit proces-verbaal, door den voorzitter en den griffier onderteekend, ten tijde en plaatse in hoofde dezes

vermeld. 107)

{Handteekening van den voorzitter.) [Handteekening van den griffer.)

AANT. ft6. De eedsaflegging pleegt in Indie vaak buiten de procureurs om te geschieden, na oproeping door den griffier. — De Raad kan haar ook hebben opgedragen aan het hoofd van plaatselijk bestuur. -Art. 217, al. 2 en 'S, B. R.

N°. 89.

OPROEPING EENER PARTIJ OM BIJ DE WERKZAAMHEDEN VAN DESKUNDIGEN TEGENWOORDIG TE ZIJN.

(Art. 221, 3do lid, U. R.)

Meester C , advocaat en procureur bij den raad van justitie te . . ., handelende voor en namens A., wonende te . . ., eischer bij exploit van dagvaarding, nitgebragt door {buitengeivoon) deurwaarder B. te . . . den . . . 1800 . . . ; doet zeggen aan zijn ambtgenoot E., in regten verschenen voor D.j wonende te . . ., gedaagde bij voormeld exploit van dagvaarding,

Dat, G., H . en J., over welker heus partijen zijn overeengekomen (of ambtshalve benoemd) tot het doen van het onderzoek (of de opne-ming), bevolen bij het vonnis door den raad van justitie voornoemd, op . . . 1800 . . . in het bij voormeld exploit tusschen hunne principalen aanhangig gemaakte geding uitgesproken, op . . . 1800

• . . den eed bij de wet gevorderd hebben afgelegd, en dat zij ver-volgens zijn overeengekomen om zich op . . . dag den . . . 1800

• . ., naar . . . te begeven, om aldaar des , . . middags te . . . ure tot de aan hen opgedragen verrigting over te gaan.

Wordende dien ten gevolge voornoemde E. opgeroepen om op voormelden dag en uur te dier plaatse te verschijnen, ten einde bij de aldus bevolen verrigting tegenwoordig te zijn. Waarvan acte.

[Handteekening van den procureur.)

De beteekening geschiedt, als gezegd bij formulier N°. 2 1 .

107) De wederpartij behoeft bij de eeds-aflegging niet tegenwoordig te zijD, en daartoe ook niet te worden opgeroepen. Indien zij tegenwoordig is, moet dit echter in het proces-verbaal worden vermeld, omdat daardoor de oproeping tot het bijwonen van de werkzaamheden

107) De wederpartij behoeft bij de eeds-aflegging niet tegenwoordig te zijD, en daartoe ook niet te worden opgeroepen. Indien zij tegenwoordig is, moet dit echter in het proces-verbaal worden vermeld, omdat daardoor de oproeping tot het bijwonen van de werkzaamheden

In document BURGERLIJKE BEGTSVOBDEBING (pagina 136-159)