• No results found

eersten aanleg

In document BURGERLIJKE BEGTSVOBDEBING (pagina 90-102)

N

u

. 37.

SOMMATIE EN DAGVAARDING IN EENE PERSOONLIJKE KEGTSVORDEKING.

i 2 / ( A H-1 0 2' le m>B- E->

Tn den jare 1800 . . . en tachtig, op . . . dag den . . ., heb ik . . ,, {buitengewoon) deurwaarder bij den raad van justitie te . . , wonende ter hoofdplaats . . . 'm de residentie . . ., ten verzoeke van A., van beroep . . ., wonende te . . ., ten deze woonplaats kiezende ten kantore van meester . . ., advocaat en procureur bij den raad van justitie te . . ., in de . . . straat aldaar, nummer . . , gesom-meerd 68) B., wonende te . . ., exploit doende te zijner woonplaatse en aldaar sprekende met . . . (klasgenoot)., aan wien afschrift is gelaten van dit exploit, om :

aangezien hij aan mijn requirant wel en deugdelijk schuldig is een bedrag van . . . gulden . . . cents, wegens . . . ; onmiddellijk aan mij (buitengewoon) deurwaarder op te leveren en te voldoen gezegde somme van . . . gulden . . . cents ; doch geene betaling ontvan-gende, heb ik gezegden B. deswege uitdrukkelijk gesteld in verzuim.

Wijders heb ik (buitengewoon) deurwaarder, ten verzoeke van meester . . , advocaat en procureur bij den raad van justitie, nende te . . , handelende voor en namens . . . voornoemd, wo-nende te . . ., gedagvaard B., wowo-nende te . . ., om bij procureur te verschijnen ter openbare teregtzitting van den raad van justitie te

68) Er bestaan vonnissen, uitmakende dat dergelijke sommatie onnoodig is.

De meest algemeen geldende leer is dat de dagvaarding in gebreke stelt. Hoe dit zij, vooraf te sommeren is altijd voorzichtig. Maar — die op de sommatie betaalt, heeft hoegenaamd geen geregtskosten. te voldoen,

• • -, gehouden wordende in deszelfs gebouw ter hoofdplaats . aan

• - , op . . . dag . . 1800 . . ., des morgens te . . . u r e; om te hooren eisch doen en concluderen :

aangezien eischer van gedaagde te vorderen heeft blijkens . . . de som van . . . gulden . . . cents, wegens . . . ; {aangezien minnelijke aanmaning en zelfs geregtelyke sommatie zijn vruchteloos gebleven) ; aangezien het hier geldt eeue zaak van koophandel, daar . . . ; het oen raad behage, den gedaagde bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad 69), zonder borglogt en zelfs bij hjfsdwang, te veroordeelen om aan eischer tegen behoorlijke kwijting te voldoen de som van . . . gulden

• • cents, met de interessen tegen . . . ten honderd in het jaar

van af den dag dezer dagvaarding 70) tot de volle voldoening t o e ; en in de kosten des gedings

^ Jin heb ik deurwaarder, exploit doende en sprekende als boven, gelaten afschrift van . . . en van dit exploit, kostende aan zegels / 0,90, aan uitschotten / . . ( . . . p a al van mijne woonplaats) en aan verdiend loon f . . .

{Handteelening van den deurnaarder.)

N

0

. 38.

DAGVAARDING IN EENE ZAKELIJKE REGTSVOKDERING.

(Art. 102, 2e lid, B. R.)

In den jare 1800 . ., den . . ., ten verzoeke van meester

a vocaat en procureur bij den raad van justitie te . . „ wonende te

• •> ten deze handelende voor en namens A., wonende te

ÜS! B R ' ^d""""> huliea d e vordering valt in een der termen omschreven in Art. 580 er.

2 ten'hei, l e t t e d a a r b" °P d e u i t z o n d e i i nS e n daargesteld in Art, 580 lid 2 en 581 lid

«Hari«J V e V a n0™ " **> geen koopvrouwen zijn, in Art. 580 lid 3 ten behoeve van niet t e r "1' T 5 8 1 N° ' 8 t e n b e h 0 0 v e v a n n i e t handeldrijvende personen, die orderbriefjes aanve- . ^ k o o p h a n d e l h e t b e n onderteekend, en in Art. 582 ten behoeve van bloed- en aanverwanten in de opgaande linie.

A j »onraad, ingeval de vordering berust op een authentieken titel, een erkend handschrift verder ™ °r a f g a a n d e '«''"•oordeeling bij een vonnis, voor geen verzet of hooger beroep vatbaar;

of,,-«, V a l ZlJ b e'r e f t d r i ü g e n d e reparatien, ontruiming van hot gehuurde, jaargelden _ utkeenngen tot levensonderhoud, provisioneele toewijzingen of zaken van

koophau-"61. Artt. 54, 55, 403 B. R.

van' f* i u t e r e s s e n z«n wettelijk 6 pOt. ; !) p e t . bij geprotesteerd handelspapier, berekend bed- a a g V a n h e t P r 0 t e S t I n a i t g e v a l m aS m« > ook vorderen 2./. pCt. van het

hoofd-rag voor onkosten, tenzij men, wat bij kleine stukken voordeelig kan zijn, de werkelijke

tosten opgeeft en vordert. >erKeii,ne

62

beb ik C , (buitengewoon) deurwaarder bij den raad van justitie te . . ., wonende te . . . ; gedagvaard

B., wonende te . . . te zijner woonplaatse exploit, doende aan en sprekende met . . .

Om op . . . den . . . bij procureur te verschijnen ter gewone teregtzitting van den raad van justitie te . . . in zijn gebouw op . . . te . . ., des morgens te . . . ure ;

Ten einde :

Aangezien de eischer is eigenaar van een perceel 71) ten Zuiden begrensd door een perceel, toebehoorende aan gedaagde ;

aangezien eischer bij acte, op . . . 1800 . . . verleden voor regter-commissaris uit en griffier van genoemden raad van justitie (of resident en secretaris van . . , te gelijk met bovengemeld perceel heeft gekocht alle heerschende erfdienstbaarheden van hetzelve, waaronder met name eene van weg, loopende over het perceel boschland van den gedaagde, kadaster . . ., verpondingsnum-mer . . . . zooals dit is gevestigd bij acte van deeling der nalaten-schap van wijlen R , welke was eigenaar van beide perceelen, op , . , 1800 . . . onder nummer . . voor den te . . . residerenden notaris S. en getuigen verleden ; en dit regt mitsdien berust op een authen-tieken titel ;

Aangezien de gedaagde de uitoefening van dat regt van weg sedert eenigen tijd heeft belemmerd door het stellen van twee hekken (enz.) en des aangemaand heeft geweigerd die belemmeringen weg te nemen, zeggende van geen erfdienstbaarheid te weten ;

mitsdien, bij vonnis van vaak genoemden raad van justitie, uit-voerbaar bij voorraad, de eischer worde verklaard geregtigd tot een weg ter breedte van . . . Nederlandsche ellen over het perceel van den gedaagde en zulks in de rigting van het perceel des eischers 71), naar den grooten weg van . . . naar . . . en terug, ten behoeve van het perceel enz. en dat gedaagde worde veroordeeld liet gebruik van dien weg ten voorschreven einde door eischer, zijne huisgenooten, bedienden, karren, wagens, rijtuigen en vee te gehengen en te ge-doogen ; alsmede om binnen 3 dagen na beteekening van dit vonnis

71) Aanwijzing van liet. onroerend goed met opgave van kadastraal- en verpondingsnummer;

de afmetingen alleen in zoo verre deze iets tot het onderwerp des gesehils kunnen afdoen;

de bijzondere naam, aard en ligging in allen gevalle.

de geplaatste hekken weg te nemen, bij gebreke waarvan eisclier geregtigd zal zijn dezelve te doen wegnemen op kosten van gedaagde;

alles met veroordeeling van gedaagde in de kosten van het proces.

En heb ik, deurwaarder, den gedaagde, exploit doende aan en spre-kende als boven, gelaten afschrift van de voormelde bewijzen van eigendom, mitsgaders van dit exploit, kostende aan zegels f 0,90 en aan loon f . . .

{Handteekening van den deurwaarder.)

N°. 39.

D A G V A A R D I N G I N E E N E G E M E N G D E R E G T S V O R D E R I N G .

(Art. 102, 3de lid, B . R.)

In den jare 1800 . , den . . . ten verzoeke van meester . . ., advocaat en procureur bij den raad van justitie te . . ., wonende te

• handelende voor en namens . , wonende te . , heb ik C , deurwaarder bij den raad van justitie te . . ., wonende te . . ., gedagvaard :

de weeskamer te . . , aldaar gevestigd, in hoedanigheid als van regtswege belast met het beheer over de nalatenschap van wijlen P . ,

°P • • • te . . . overleden ; exploit doende ten haren lokale en aldaar .sprekende met haar president, den WelEdelGestrengen Heer . . . :

Om op . . . dag . . . 1800 . . . bij procureur te verschijnen ter openbare teregtzitting van gezegden raad van justitie, gehouden wordende in deszelfs gebouw te . . . aan de . . ., om te hooren eischen :

Aangezien gedaagde in hare voormelde hoedanigheid onder zich heeft onderscheidene effecten, gelden en meubelen uitmakende de voorzegde nalatenschap ;

Aangezien eisclier, blijkens testament op . . . 1800 . . . verleden voor den te . . . residerenden notaris R. en getuigen onder num-mer . . ., met den dood bekrachtigd, ter weeskanum-mer te . . . geregis-treerd en door den ontvanger van het regt van successie aldaar van omslagzegel voorzien, is eenig en universele erfgenaam van wijlen P-, zijnde alleen uit onbekendheid van de huisgenooten van P . met

dit testament, diens nalatenschap als onbeheerd beschouwd ;

Mitsdien de eisclier bij vonnis van meergemelden raad van justitie,

u

uitvoerbaar bij voorraad zonder borgtogt, worde verklaard eenig en alleen geregtigde tot de nalatenschap van wijlen P., en de gedaagde veroordeeld, hem eischer te doen rekening en verantwoording van haar beheer, en uitkeering van de goederen, gelden en geldswaarden, tot die nalatenschap behoorende, en zulks binnen 4 weken na beteeke-ning van het vonnis, hetzij in der minne of ten overstaan van een daartoe te benoemen regter-commissaris, en daarna tot uitkeering van het batig saldo tegen behoorlijke quitantie van den eischer en onder korting van haar loon voor administratie, met veroordeeling van de gedaagde ingeval van tegenspraak in de kosten.

En heb ik deurwaarder, exploit doende en sprekende als boven, aan het college gelaten afschrift van voren gezegd testament, met acten van registrering en omslagzegel, en van dit exploit, kostende aan zegels f 0,90 en aan loon f . , .

(Handteekenïnr/ van den deurwaarder.)

AANT. O4. Het is onnoodig een afzonderlijk formulier te geven over eene vordering betreffende bezitregt ; deze is eene zakelijke regtsvorde-ring ; het Formulier N°. 38 kan daarvoor dus tot handleiding dienen.

Men houde in het oog, dat bij do dagvaarding betreffende bezitregt nooit eene declaratieve uitspraak van eigendoms- of ander zakelijk regt wordt gevraagd, maar alleen handhaving of herstelling in het bezit of beide, en voorts de veroordeeling tot die praestatie, verrigting of gedooging als daartoe in iedere bijzondere omstandigheid noodig is. Art. 103 B. R. Echter kan, te gelijk met de vordering over bezitregt, evenzeer als met andere zakelijke vorderingen, een eiseh tot vergoeding van kosten, schaden en interessen, of eene andere per-soonlijke vordering worden ingesteld. In zaken van bezitregt kan de voorloopige uitvoerbaar verklaring worden gevraagd, overeenkomstig noot 69, lid 2.

Zie omtrent de formele en materiële gevolgen van de dagvaarding vooral het werk van Mr. R. VAN BONEVAL FAHRE, Het Ned. Burg.

Procesrecht, 2e deel § 60.

N°. 40.

P R O C t l R E T T R S T E L L I N G VOOR E E N G E D A A G D E .

(Art. 107, Ie lid, B . R.)

Meester A., advocaat en procureur bij den raad van justitie te ., verklaart aan zijn ambtgenoot meester B., dat hij zich

procu-rettr stelt en in regten verschijnen zal voor D. 72), wonende te . . , en zulks op de dagvaarding, ten verzoeke van dien ambtgenoot han-delende voor en namens C , wonende te . . ., op . . . 1800 . . . uitgebragt door deurwaarder E. te . . . Waarvan acte.

(Handteekening van den procureur.)

AANT. pi. De beteekening geschiedt, als bij form. no. 21 vermeld.

Aannemende dat de regtdag aanvangt met het regtuur, besliste de R- v. J. te Samarang, overeenkomstig de meening, geopperd door VAN BONEVAL FATJRE, dat men nog op den dag van regten zelve deze beteekening kon doen geschieden. Trouwens, in casu was daags te

•voren eene (zij het dan nietige) procureurstelling geschied.

Is de eisch ingesteld op korten termijn, dan vervalt vorenstaande acte, en stelt men zich mondeling, ter rolle, procureur, (lid 1, art.

H l , B. R.)

Eigenlijk gezegde inlanders (art. 108 B. R.) kunnen zelve verschij-nen. De president voegt hen dan toe : »misti pigi sama procureur, misti pakéj procureur" en geeft daartoe 8 dagen uitstel. Vroeger kwam dit ook met inlanders gelijk gestelden ten goede. Daarvan werd mis-bruik gemaakt.

Hoe het gaan moet, wanneer het geval van art. 108 B. R. zamen-treft met dat van 81 B. R , is niet duidelijk.

2 • Thans volgen bij II. conclusies voor een eischer tegen een ge-daagde, die verzuimd heeft procureur te stellen, of wiens gestelde pro-cureur ten dienenden dage niet verschijnt, en voor een gedaagde tegen een eischer, wiens gestelde procureur ten dienenden dage niet verschijnt.

Beiden worden in Indië mondeling genomen: men verzoekt verstek tegen gedaagde ; neemt conclusie van eisch ; dient de stukken onder inventaris en verzoekt vonnis ; »indien het den raad gelegen komt, nog heden". Ook liet verzoek om verstek tegen eischer wordt monde-ling gedaan.

) Naam en woonplaats des gedaagden, zooals die in de dagvaarding voorkomen. H. noemt voorzigtig, den voornaam daarbij te voegen, hoezeer dit geene verpligting is. Ik raad Un Indiè) af; er bestaat trouwens in Nederland een voorbeeld, dat door die bijvoeging, aarbij de volgorde der voornamen was omgekeerd, de procureur in de kosten werd rwezen. — Wanneer gedagvaard zijn de gezamentlijke erfgenamen van iemand of de (Art. G en 7 no. 7) moet de procureur, die zich voor de zoodanigen voor een hunner stelt de voornamen, namen en woonplaatsen opgeven

66

N°. 44.

Voor de / / H E R R O E P I N G V A N E E N A A N G E S T E L D E N P R O -CUREUR E N A A N S T E L L I N G V A N E E N A N D E R E N " geeft H.

een formulier, volgens hetwelk dit bij enkele procureursacte zou ge-schieden Voor Indië komt mij een afzonderlijk exploit noodigvoor:

0 T e n verzoeke van A., wonende te . . ., eischer bij exploit van dagvaarding, op . . . 1S00 . . . uitgebragt door B., (buitengewoon) deurwaarder bij den raad van justitie te . . ., wonende te . . ., heb ik Q , deurwaarder bij den raad van justitie te . . ., wonende aldaar, aangezegd aan :

1°. meester C , procureur bij laatstgenoemden raad van justitie, wonende te . . ., als procureur voor mijn requirant in regten ver-schenen in het geding, bij gezegd exploit aanhangig gemaakt tegen . . ., wonende te . . . ; mijn exploit doende ter zijner woonplaatse en aldaar sprekende met . . . :

dat requirant de lastgeving intrekt, op geinsinueerde als zijn pro-cureur in gemeld geding verstrekt; en aan

2°. E., mede-procureur bij vaak genoemden raad van justitie, als zoo-danig in regten verschenen voor D., wonende te . . .. gedaagde bij gemeld exploit ; mijn exploit doende ter zijner woonplaatse, en aldaar sprekende m e t . . . ; dat hij in plaats van gezegden C , tot procureur stelt diens ambtgenoot E., om verder voor hem in voormeld geding optetreden.

En heb ik deurwaarder, exploit doende aan en sprekende met, als boven gezegd, aan elk der geinsinueerden gelaten afschrift van dit exploit, kostende aan zegels ƒ 1,20 en aan loon f . . .

AANT. ii4. Indien gedaagde zijn procureur herroept kan dit formulier met de noodige wijzingen mede worden gevolgd.

N°. 42.

CONCLUSIE VAN F.TRCH TN SUMMIERE ZAKEN EN DIE OP KORTEN TERMIJN.

(Art. 111. 2o lid en 113 B. R.)

Conclusie van eisch, den raad van justitie te . . . eerbiedig' over-geleverd in zake A., wonende te . . ., eischer bij exploit van dagvaar-ding, op . . . 1800 . . . uitgebragt door (buitengewoon) deurwaarder B . te . . ;

D , gedaagde bij voormeld exploit van dagvaarding, procureur B.

O., als procureur van den eischer, concludeert voor eisch, dat Aangezien 7 3 ) ;

Het mitsdien den raad van justitie te . . . behage, den gedaagde te veroordeelen 74)

{Handteekming van den procureur.)

AANT. S4. Deze conclusie, die in zaken van gewone behandeling niet te pas komt, wordt in zaken op korten termijn en in summiere op den eersten dag, waarop de zaak dient, door den procureur des eisehers voorgedragen, en bij afschrift aan dien des verweerders medegedeeld.

(In zeer buitengewone gevallen zou men daarvoor eenig uitstel kunnen krijgen, doch bezwaarlijk. Mij is slechts één geval voorgeko-men, dat uitstel noodig was. Eenvoudige, zelfs mondelinge referte aan de dagvaarding, evenals b.v. het overnemen en bloc van regterlijke motieven in appel, behoorde geoorloofd te zijn. Dit schijnt echter niet het geval.)

De procureur des verweerders draagt daarna, ten zelfden dage of op een nader daartoe te bepalen dag, zijne verwering voor, bij eene met redenen omkleede conclusie van antwoord, als bij bet volgende for-mulier vermeld.

Zie over de onderscheiding der zaken met betrekking tot hare be-handeling Prof. VAN RONEVAL FAURE 1.1. § 63.

M°. 43.

CONCLUSIE VAN ANTWOORD.

(Art. l i l , 8e lid en Art. 1H I!. B.)

Conclusie van antwoord in zake D , gedaagde bij exploit van dagvaarding, gedaan door (buitengewoon) deurwaarder B.. den . . . 1800 . . . ; procureur E.

tegen

A., eischer bij voormeld exploit van dagvaarding, procureur C.

73) De middelen, waarop de vordering berust; waarbij do dagvaarding niet letterlijk behoeft te worden gevolgd, wat do redactie betreft. In de meeste gevallen editor is dit 'iet gemakkelijkst en veiligst.

74) Het conclusum, woordelijk overeenkomende met de dagvaarding, indien de eisch onveranderd blijft; indien die gewijzigd of verminderd wordt, alsdan bepaaldelijk uitdruk-ken, waarin die wijziging of vermindering bestaat.

68

Ë., als procureur van den gedaagde, concludeert voor antwoord, dat Aangezien 75)

Het mitsdien den raad van justitie te . . . behage, om eischer zijn eisch en genomen conclusie te ontzeggen, met veroordeeling van eischer in de kosten van dit regtsgeding, ofwel hem daarin te verkla-ren niet ontvankelijk, met gelijke veroordeeiing in de kosten. 76)

Tot staving der gronden, bij deze ter verwering aangevoerd, worden overgelegd de navolgende stukken, te weten (enz.)

[Handteekeniur/ van den procureur.)

AANT . U Deze conclusie wordt insgelijks bij afschrift, met bijvoeging van afschrift der stukken, waarvan de gedaagde zich te zijner verwering wil bedienen, door den procureur van verweerder aan dien van eischer medegedeeld ; vervolgens, of op een nader daartoe te bepalen dag, worden partijen tot de pleidooijen toegelaten. Het verleenen van ter-mijnen voo)' conclusion van re- en dupliek in summiere zaken, een Hollandsch misbruik, is in Indic niet ingeslopen. Zoodra er van ant-woord gediend is, heeft iedere partij het regt een dag van voordragt te vragen, behalve wanneer de conclusie van antwoord eene recon-ventie of een incidenteelen eisch bevat : alsdan heeft de oorspronkelijk eischer weder regt op één termijn van antwoord.

u4. In zaken van gewone behandeling is geene conclusie van eisch nooclig. De conclusie of schriftuur van antwoord heeft denzelfden vorm als in summiere. Zij wordt niet ter rolle genomen en bij afschrift medegedeeld, maar dooi' den deurwaarder beteekend aan den procureur van partij evenals bij form. 21. De termijn om te antwoorden is van 14 dagen na de procureurstelling. Art. 119. Daarna heeft eischer een termijn van acht dagen voor repliek, en na dezen de gedaagde even zooveel voor dupliek. Art. 120. De wisseling van deze stukken sluit niet uit het nemen van conclusion ter rolle, elke partij ééne, vóór de pleidooijen. Artt. 121, 123.

75) De middelen van verwering.

76) Wanneer de verdediging blijkbaar exceptief is, b. v. een gemis van qualiteit betreft, wordt alleen tot niet-ontvankelijkheid geconcludeerd; bij verdediging op de hoofdzaak is het niet altijd duidelijk, of deze tot niet-ontvankelijkheid of tot ontzegging moet leiden;

daarom concluderen voorzigtige procureurs alternatief tot het een of ander ; altoos moet ontzegging van den eisch voorop worden gesteld, als het voordeeligst voor gedaagde.

N°. 44.

BEPLIEK (IN ZAKEN VAN GEWONE BEHANDELING.) (Art. 120 B. E,)

Conclusie van repliek, den raad van justitie te . . . eerbiedig overgeleverd i. z.

A., eischer bij exploit van dagvaarding, dd°. . . . 1800 . . . uit-gebragt door (buitengewoon) deurwaarder B. te . . . ; procureur ü . ; tegen

D., gedaagde bij voormeld exploit van dagvaarding; procureur E.

C , als procureur van den eischer, zegt voor repliek : Dat 77)

Weshalve wordt volhard bij de gedane vordering 78). Eischer doet bij deze aanbod van een afschrift der stukken, door hem tot staving der voormelde gronden van repliek overgelegd, nl. : (enz.

{tiandteekening van den procureur.)

AANT. VK Voor dupliek kan hetzelfde formulier gevolgd worden.

indien de verweerder zijn antwoord of zijne verwering niet binnen de veertien dagen heeft beteekend, kan de eischer, en na verloop dei-overige hierboven vermelde termijnen, zoo mede, wanneer binnen deze geen repliek of dupliek respectievelijk is beteekend, de meest gereede partij de zaak vervolgen, door middel eener oproeping tegen een bepaal-den regtsdag om conclusion ter audiëntie te nemen, (zie Art. 122 en 123 B. R.)

N°. 45.

OPHOEPING VAN GEDAAGDE, NAMENS DEN EISOHEK, OM C0NCLUS1EN

^- ^ TE NEMEN TER AUDIËNTIE.

' 4

(Art. 123 B. E.)

Meester C , advocaat en procureur bij den raad van justitie te . . ., handelende voor en namens A., eischer bij exploit van dagvaarding, op . . . 1800 . . . gedaan door (buitengewoon) deurwaarder B. te . . .,

17) Invullen de wederlegging van liet bij antwoord beweerde, en de nieuwe feiten of regts-gronden, tot staving der vordering dienende.

78) Indien er aanleiding bestaat om den eisoh to verminderen of te wijzigen, moet dio vermindering of wijziging hierbij duidclyk omschreven worden: b. v. met uitzondering van tie gevorderde interessen à zes procent in het jaar, welke de eischer verklaart slechts ten bedrage van vijf procent te willen vorderen.

7(1

sommeert zijn ambtgenoot meester E., in regten verschenen voor D., gedaagde bij voormeld exploit.

Om te verschijnen op . . . dag, . . . 1800 . . . des . . . middags te . . . ure, op de teregtzitting van voornoemden raad van justitie.

Ten einde in het bij voormeld exploit van dagvaarding tusschen partijen voor dezen aanhangig gemaakte regtsgeding conclusion te nemen en een dag van pleidooi te zien bepalen; waarvan acte.

{Handteekening van den procureur.)

Deze acte wordt beteekend als bij formulier No. 2 1 .

AANT. W*. Indien de oproeping namens gedaagde aan eischer geschiedt, kan dit formulier met de noodige veranderingen worden gevolgd.

Ten dienenden dage worden conclusiën genomen, door ieder ééne, ingerigt als de formulieren No. 42 en 43. W a t het conclusum betreft, komen ze overeen met de gewisselde schrifturen. De raad bepaalt een dag van pleidooi, tenzij partijen, daarvan afziende, op de overge-legde stukken regt verzoeken (zie Art. 123 B. R..).

N°. 46.

VOBDEBING TOT HET DOEN VAN MEDEDEELING VAN STUKKEN, IN ZAKEN VAN GEWONE BEHANDELING.

(Art. 124 B. E.)

Meester E., advocaat en procureur bij den raad van justitie te . . ., gedaagde bij exploit van dagvaarding, gedaan door (buitengewoon) deurwaarder B. te . . ., op . . . 1800 . . . . sommeert, alvorens op de hoofdzaak te antwoorden, en onder voorbehoud van alle middelen

Meester E., advocaat en procureur bij den raad van justitie te . . ., gedaagde bij exploit van dagvaarding, gedaan door (buitengewoon) deurwaarder B. te . . ., op . . . 1800 . . . . sommeert, alvorens op de hoofdzaak te antwoorden, en onder voorbehoud van alle middelen

In document BURGERLIJKE BEGTSVOBDEBING (pagina 90-102)