• No results found

Werkzaamheden nationale rekenkamers .1 Publicaties nationale rekenkamers

In document EU-trendrapport 2006 (pagina 89-92)

A Aantal meldingen van onregelmatigheden voor traditionele eigenmiddelen, gemeenschappelijk landbouwbeleid en structuurbeleid

10.3 Werkzaamheden nationale rekenkamers .1 Publicaties nationale rekenkamers

Wij zijn op basis van openbaar beschikbare informatie voor de periode 2004–2005 nagegaan welke nationale rekenkamers van de lidstaten van de EU rapporten hebben uitgebracht over de besteding van EU-gelden en de toepassing van EU-regelgeving in eigen land. Ter aanvulling zijn hiervoor vragen uitgezet bij de rekenkamers. Onderstaand overzicht laat zien hoeveel rapporten door de nationale rekenkamers openbaar zijn gepubli-ceerd.105

Overzicht 31. Aantal gepubliceerde rapporten nationale rekenkamers van EU-lidstaten (2004–2005)*

Land Aantal openbare rapporten per EU-beleidsterrein

Landbouw Structurele

Verenigd Koninkrijk 2 4

Zweden 1 1 1

* Deze gegevens zijn volgens opgave van de nationale rekenkamers. De meeste publicaties zijn alleen beschikbaar in de eigen taal.

Het overzicht laat zien dat de nationale rekenkamers van de meeste EU-lidstaten enig onderzoek uitvoeren en publiceren op EU-terrein. In sommige landen, zoals Oostenrijk, ligt de nadruk sterk op de landbouw terwijl in andere landen, zoals Portugal, juist veel onderzoek wordt gedaan naar het structuurbeleid. Verder, zoals verwacht mocht worden, zijn de meeste werkzaamheden van de nationale rekenkamers van de nieuwe

104 Zie Nico Groenendijk, Member States’

performances in managing EU finances, Public Administration Vol. 82 No. 3, 2004 (701–725). Centre for European Studies, University of Twente, The Netherlands.

105 Dit overzicht geeft geen inzicht in even-tuele rapporten op EU-terrein aan regeringen en/of parlementen die niet openbaar zijn. Zie bijlage 6 voor titels van de gepubliceerde rapporten.

lidstaten vooral gericht op de ontvangen pre-accessiesteun. Daarbij worden door een aantal rekenkamers, zoals van Litouwen en Slowakije, ook certificeringswerkzaamheden uitgevoerd.

De nationale rekenkamers van een klein aantal landen – Denemarken, Italië, Nederland – publiceren algemene overzichtsrapportages over de besteding van EU-gelden in het eigen land. De nationale rekenkamer van het Verenigd Koninkrijk publiceert elk jaar een rapport waarin het meest recente jaarverslag van de Europese Rekenkamer wordt geïnterpreteerd voor het Verenigd Koninkrijk.

De onderzoeken van de nationale rekenkamers geven geen gestructureerd en volledig beeld van de rechtmatigheid van de besteding van EU-gelden in eigen land. Een totaalbeeld kan op basis van deze werkzaamheden nog niet worden samengesteld.

10.3.2 Participatie in Contactcomité

Op 6 en 7 december 2004 is het Contactcomité, waarin de presidenten van alle nationale rekenkamers in de EU-landen en die van de Europese Rekenkamer zitting hebben, bijeengekomen in Luxemburg. Tijdens deze bijeenkomst vergaderde het comité over onder meer de volgende onderwerpen:

• de samenwerking tussen de Europese Rekenkamer en de nationale rekenkamers van de lidstaten van de EU op het gebied van verbetering van de organisatorische kader voor de samenwerking;

• recente rapporten van nationale rekenkamers van de lidstaten van de EU gerelateerd aan financieel management, zoals het eind 2004 gepubliceerde rapport van de Algemene Rekenkamer Aandacht voor financiële gevolgen van Europees beleid;106

• resultaten van werkgroepen van rekenkamers, zoals de werkgroep Structuurfondsen, de werkgroep Samenwerking en de werkgroep Rapporten van nationale rekenkamers over financieel management van EU-geldstromen;

• het ontwikkelen en onderhouden van relaties met rekenkamers van kandidaat-lidstaten en andere externe partners.

Op 5 en 6 december 2005 is het Contactcomité bijeengekomen in Stockholm.

De vergadering van het Contactcomité wordt voorbereid door de «liaison officers» van de nationale rekenkamers en de Europese Rekenkamer.

Zowel in 2004 als in 2005 zijn de liaison officers tweemaal bijeengekomen.

10.3.3 Werkgroepen

Onder de vlag van het Contactcomité opereren vier werkgroepen:

• de werkgroep Structuurfondsen (Duitsland voorzitter, «core group»

met Nederland, Polen en het Verenigd Koninkrijk);

• de werkgroep Rapporten van nationale rekenkamers over financieel management van EU-geldstromen (Nederland voorzitter);

• de werkgroep EU-aanbestedingen (Ierland voorzitter);

• de werkgroep BTW (roulerend voorzitterschap).

De twee eerstgenoemde werkgroepen zijn gericht op de uitvoering van onderzoek. De werkgroep Rapporten van nationale rekenkamers over financieel management van EU-geldstromen (ook wel bekend als de

106 Zie Tweede Kamer, vergaderjaar 2003–

2004, 29 751, nrs. 1–2.

werkgroep EU-trendrapport) is in 2004 opgestart. In 2005 is de werkgroep tweemaal bijeengekomen.

De werkgroep houdt zich vooral bezig met stimuleren van nationale rekenkamers om zelf onderzoek te gaan doen en rapportages te publi-ceren over het financieel management van EU-gelden in de eigen lidstaat.

Dat de werkgroep hier in toenemende mate in slaagt, blijkt uit het feit dat de bijeenkomst in Den Haag van 28 en 29 april 2005 bezocht is door 22 nationale rekenkamers van EU-lidstaten en de Europese Rekenkamer.

De werkgroep Structuurfondsen is sinds 2000 actief. Eind 2004 presen-teerde deze werkgroep zijn eerste rapport aan het Contactcomité, over de stand van zaken rond de «audit trail» (de verplichte aanwezigheid van documentatie waarmee een transactie kan worden gevolgd) en de

«5%-controles» (de controle die lidstaten moeten uitvoeren op het beheer van minimaal 5% van de ontvangen structuurfondsgelden). De resultaten van het Nederlandse aandeel in dit onderzoek zijn opgenomen in het EU-trendrapport 2005.

Tijdens de bijeenkomst van het Contactcomité in december 2004 is besloten de werkgroep Structuurfondsen te continueren. Als onderwerp voor het volgende onderzoek is gekozen voor «onregelmatigheden».

Vanaf begin 2005 werkt een groep van veertien nationale rekenkamers plus de Europese Rekenkamer aan dit project. De resultaten voor het deel dat Nederland betreft zullen worden gepubliceerd in het EU-trendrapport 2007.

De werkgroep Structuurfondsen is in 2005 tweemaal bijeengekomen.

10.4 Conclusie

Er is voor de jaren 2003 en 2004 beperkt inzicht in de rechtmatigheid van de besteding van EU-gelden in de EU-lidstaten.

Sommige activiteitenverslagen van directoraten-generaal van de

Europese Commissie geven enige informatie op het niveau van lidstaten, zoals de directoraten-generaal Regionaal Beleid en Werkgelegenheid.

Deze informatie is echter niet extern gecontroleerd en dat betekent dat de betrouwbaarheid niet per definitie vaststaat.

OLAF publiceert landenvergelijkende informatie over onregelmatigheden en fraude. Aan de kwaliteit en vergelijkbaarheid van de – door lidstaten aangeleverde informatie – kan worden getwijfeld.

Nationale rekenkamers publiceren nog weinig overkoepelende en onderling vergelijkbare informatie over de rechtmatigheid van de besteding van EU-gelden in eigen land. Een totaalbeeld kan op basis daarvan nog niet worden samengesteld.

De Europese Rekenkamer geeft nauwelijks informatie op het niveau van individuele lidstaten, en hoeft dat op grond van haar taak ook niet te doen.

Niet de lidstaten vormen haar controleobject, maar de Europese Commissie.

11 DOELTREFFENDHEID UITVOERING EU-BELEID IN DE

In document EU-trendrapport 2006 (pagina 89-92)