• No results found

A Algemene trendinformatie 2000-2005: inkomsten en ontvangsten EU, bijdragen nationale rekenkamers van EU-lidstaten

In document EU-trendrapport 2006 (pagina 98-106)

Figuur 9

Kerncijfers EU-lidstaten*

Rechtmatigheid en doeltreffendheid: bijdragen nationale rekenkamers EU

Trendindicator Ontwikkeling sinds 2000 en stand van zaken 2003-2005

In 2001: € 80,7 miljard, in 2002 € 77,7 miljard, 2003

€ 83,6 miljard, 2004 € 95,0 miljard (bron: jaarverslagen Europese Rekenkamer).

In 2001: € 80,0 miljard, in 2002 € 85,1 miljard, 2003

€ 90,6 miljard, 2004 € 100,1 miljard (bron: jaarversla-gen Europese Rekenkamer).

De nationale rekenkamers van de meeste lidstaten hebben op EU-terrein controlebevoegdheden die vergelijkbaar zijn met de Europese Rekenkamer.

De meeste nationale rekenkamers van EU-lidstaten publiceren (volgens eigen opgave) een aantal rappor-ten over EU-beleid in eigen land, inclusief de reken-kamers in de onlangs toegetreden lidstaten. Sommige rekenkamers voeren certificeringsaudits uit, bijvoor-beeld met het oog op het afsluiten van de pre-toetredingssteun die de lidstaten ontvingen.

Het beschikbare materiaal geeft enig inzicht in de rechtmatigheid van de uitgaven, maar de dekkings-graad van dit inzicht kan nog niet worden vastgesteld.

Meer nationale rekenkamers uit diverse lidstaten en toetredende landen hebben stappen gezet om te komen tot nationale rapporten over EU-financieel management. De EU-werkgroep structuurfondsen is na een eerste onderzoek naar ‘audit trail’ en ‘5%-contro-les’ nu bezig met een tweede onderzoek naar ‘onregel-matigheden’.

Afdrachten EU-lidstaten aan eigen middelen EU

Feitelijke ontvangsten EU-lidstaten

Ontwikkeling in onder- zoeks-mandaat nationale rekenkamers EU-onderzoek nationale rekenkamers

Samen-werking nationale rekenkamers bij EU-onderzoek

'01 '02 '03 '04

'01 '02 '03 '04

'02 '03 '04 '05

'02 '03 '04 '05

'02 '03 '04 '05

* De hier gegeven trendinformatie loopt niet verder dan 2004 in verband met de publicatiedatum van de bron: het jaarverslag van de Europese Rekenkamer.

In figuur 9 is algemene informatie opgenomen over de trendindicatoren voor de onderwerpen «afdrachten EU-lidstaten», «feitelijke ontvangsten EU-lidstaten», «ontwikkeling onderzoeksmandaat nationale rekenkamers,

«EU-onderzoek nationale rekenkamers» en «samenwerking nationale rekenkamers».

In onderstaand overzicht geven we daarnaast specifieke informatie over de trendindicatoren voor de onderwerpen «rechtmatigheid» en «doeltref-fendheid».

Overzicht 33. Specifieke trendinformatie 2004–2005 EU-lidstaten: rechtmatigheid en doeltreffendheid

Hoofdstuk Onderdeel Indicatoren

(geaggre-geerd niveau)

Mate van inzicht in 2003–2004

Beperkt Twee van de acht DG’s geven lidstaatvergelij-kende informatie. Eén DG noemt één lidstaat in een voorbehoud.

Per lidstaat aantal en financieel belang gemelde onregelma-tigheden

Deels Er is inzicht bij het landbouwbeleid, het structuur-beleid en de traditionele eigen middelen. Aantal meldingen en financieel belang is in 2004 toege-nomen. Er is geen inzicht bij BTW- en BNI-afdrachten en intern beleid. Twijfel aan kwaliteit en vergelijkbaarheid gegevens.

Per lidstaat aantal en financieel belang correcties

Deels Er is inzicht bij twee van de zeven begrotings-hoofdstukken, en beperkt bij de ontvangsten.

Aantal correcties en financieel belang in 2004 toegenomen.

Per lidstaat aantal en financieel belang fraudemeldingen

Hoog Aantal meldingen met 20% toegenomen.

Financieel belang lopende fraudezaken in 2004 is circa€ 5,8 miljard.

Informatie Europese Rekenkamer

Algemeen beeld lidstaten

Geen, maar is geen taak Europese Reken-kamer

Er is geen informatie over lidstaten.

Beeld per lidstaat, per begrotings-hoofdstuk

Beperkt, maar is geen taak Europese Reken-kamer

Er is incidenteel lidstaatinformatie, met name bij landbouwbeleid. Er is geen kwantitatief beeld per lidstaat, per begrotingshoofdstuk.

Aantal fouten per lidstaat, per begro-tingshoofdstuk

Beperkt, maar is geen taak Europese Rekenkamer

Alleen voor onder het geïntegreerd beheer- en controlesysteem vallende uitgaven van het landbouwbeleid is er kwantitatief inzicht (op basis informatie Europese Commissie). Percentages fouten zijn sterk verschillend per onderdeel.

Geen Er is geen doeltreffendheidsinformatie op lid-staatniveau in de activiteitenverslagen opgeno-men.

Inzicht lidstaten op basis evaluaties

Beperkt Landbouwbeleid heeft na toetreding nieuwe lidstaten in 2004 effect gehad in termen van inkomensgroei. Er is geen doeltreffendheidsin-formatie op lidstaatniveau voor andere onderde-len van het landbouwbeleid, het structuurbeleid en het interne beleid.

DEEL 3 NEDERLAND

13 INLEIDING DEEL 3

In deel 3 van het EU-trendrapport 2006 staat het financieel management van EU-gelden in Nederland centraal. Ook gaan we in op de rechtma-tigheid en doeltreffendheid van de besteding van EU-gelden in Nederland, en op de rechtmatigheid van de afdrachten van Nederland aan de EU.

Onderstaand schema geeft aan welke onderwerpen in dit verband aan de orde komen.

Zoals het schema laat zien gaat deel 3 van het EU-trendrapport 2006 over Nederland. Voor de aspecten rechtmatigheid en doeltreffendheid

formuleren we enkele indicatoren. Op basis van eigen onderzoek en openbaar beschikbare informatie kennen we daaraan vervolgens waarden toe.

De recente ontwikkelingen op het terrein van financieel management in de EU – uitgebreid behandeld in deel 1 van dit EU-trendrapport – hebben implicaties voor Nederland, en voor de eisen die in Nederland gesteld kunnen (gaan) worden aan de beschikbaarheid en kwaliteit van informatie over het financieel management. We plaatsen onze beoordeling van de Nederlandse situatie waar mogelijk binnen de context van deze recente ontwikkelingen.

De indeling van deel 3 is als volgt:

• Hoofdstuk 14: kerncijfers over de afdrachten van Nederland aan de EU-begroting en de ontvangsten in Nederland vanuit de EU.

• Hoofdstuk 15: beleidsontwikkelingen die implicaties hebben voor het financieel management van EU-geldstromen in Nederland.

• Hoofdstuk 16: beschrijving van de financieel-managementsystemen in

Nederland voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid, het structuur-beleid en intern structuur-beleid.

• Hoofdstuk 17: beoordeling van het inzicht in en de mate van de rechtmatigheid van de bestedingen van EU-gelden in Nederland, per hoofdstuk van de EU-begroting.

• Hoofdstuk 18: beoordeling van de (meetbaarheid van de) doelen en de resultaten van het EU-beleid in Nederland, aan de hand van evaluaties van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, het structuurbeleid en het intern beleid.

• Hoofdstuk 19: conclusies en trends bij deel 3.

14 NEDERLAND: KERNCIJFERS

Dit hoofdstuk geeft om te beginnen een overzicht van de ontvangsten in Nederland uit de EU (§ 14.1) en van de Nederlandse afdrachten aan de EU (§ 14.2), inclusief de betalingen aan het Europees Ontwikkelingsfonds (§ 14.3). Vervolgens beschrijven we het verschil tussen ontvangsten en afdrachten, oftewel de nettopositie van Nederland (§ 14.4).

14.1 Ontvangsten Nederland van de EU

Figuur 10 (zie volgende pagina) geeft een overzicht van de bedragen die betrokken instanties in Nederland in de begrotingsperiode 2001–2004 vanuit de EU hebben ontvangen in de vorm van EU-subsidies. In 2004 ontvingen Nederlandse instanties ruim€ 2 miljard. Dat is € 100 miljoen meer dan in 2003. Vooral de ontvangsten uit de structuurfondsen en het intern beleid zijn toegenomen.

O Ontvangsten EU-gelden door Nederlandse instanties

In document EU-trendrapport 2006 (pagina 98-106)