• No results found

I. NATTE ECOLOGISCHE VERBINDINGSZONES LANGS DE BARNEVELDSE BEEK

4. W ATERWETGEVING EN WATERSCHAPSBELEID

4.3. Waterbeleid waterschap Vallei en Eem

4.3.1. Inrichtingsvisies waterschap

Op grond van de Kaderrichtlijn Water (KRW) moeten alle Nederlandse watersystemen uiterlijk in 2015 in een ‘goede ecologische toestand’ verkeren, tenzij daarvoor uitzonderingen gelden. De provincie en het waterschap beschouwen de voor dit onderzoek relevante wateren

als kunstmatig of sterk veranderd102, hetgeen betekent dat voor deze wateren in 2015 een ‘goed ecologisch potentieel’ moet zijn bereikt. Het bereiken van een goed ecologisch potentieel in 2015 is een van de belangrijkste KRW-doelen die de provincie in de Provinciale Waterplannen heeft vastgelegd, en waarnaar het waterschap in het Waterbeheersplan 2010-2015 streeft. Het bereiken van de goede ecologische toestand in 2015 is niet mogelijk. Voor het bereiken van die toestand wordt de termijn met twee periodes van zes jaar verlengd, zodat deze toestand in 2027 zal zijn bereikt.103

Het realiseren van natte ecologische verbindingszones draagt in sterke mate bij aan het uiteindelijk bereiken van een goede ecologische toestand, en is dus al geruime tijd een aandachtspunt van het waterschap. Het waterschap is sinds 2001 dan ook bezig geweest om voor de afzonderlijke stroomgebieden (waaronder Stroomgebied Barneveldse Beek) inrichtingsvisies op te stellen. In die inrichtingsvisies wordt de toekomstige (door het waterschap) gewenste situatie (in 2027) op hoofdlijnen beschreven. Daarbij worden Inrichtingsbeelden (zie paragraaf 4.3.2) vastgesteld, waarin wordt aangegeven welke inrichting in 2015 nodig is om in de daarop volgende periode een goede ecologische toestand te kunnen bereiken.

De inrichtingsvisies voorzien met betrekking tot de Barneveldse Beek in een optimale inrichting als (natte) ecologische verbindingszone met inrichting van de oevers, om zo meer ruimte voor vegetatieontwikkeling en fauna mogelijk te maken. De aanwezige stuwen zullen worden gehandhaafd, maar moeten passeerbaar worden gemaakt voor vissen. Verder worden de meanders geoptimaliseerd om de robuuste verbinding tussen de Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug te realiseren. De inrichtingsvisies bestrijken een lange termijn, namelijk de periode vanaf de vaststelling tot 2027. De inrichtingsvisies hebben geen formele juridische status, maar geven sturing aan de Inrichtingsbeelden 2015 en het Waterbeheersplan van het waterschap.

4.3.2. Inrichtingsbeelden en het (ontwerp) Waterbeheersplan waterschap Vallei en Eem 2010-2015 Na het sluiten (en naar aanleiding) van de Overeenkomst Waterthema’s in 2006 (zie paragraaf 3.1) is het Project Inrichtingsbeelden104 van start gegaan, hetgeen is uitgevoerd door het waterschap in samenwerking met beide provincies. Dit heeft geleid tot het vaststellen van de Inrichtingsbeelden 2015 voor de afzonderlijke stroomgebieden.105 Deze inrichtingsbeelden zijn op 21 februari 2008 vastgesteld door het Algemeen Bestuur van het waterschap en gelden als advies aan de betrokken provincies en het Rijk bij de vorming van relevante plannen op

102 Zie bijvoorbeeld Ontwerp Waterbeheersplan 2010-2015, versie 23 oktober 2008, p. 54. Zie ook het Ontwerp-Waterplan Gelderland 2010-2015, verzie 9 december 2008, p. 21; van de tien oppervlaktewaterlichamen binnen het beheersgebied van waterschap Vallei & Eem zijn er drie als kunstmatig en zeven als sterk veranderd aangewezen. De Barneveldse Beek is een sterk veranderd waterlichaam.

103 Zo wordt in het ontwerp Provinciaal Waterplan 2010-2015 als doelstelling opgenomen dat alle

oppervlaktewaterlichamen in Gelderland uiterlijk in 2027 in een ecologisch goede toestand verkeren. Het doel voor 2015 is dat zo veel mogelijk oppervlaktewaterlichamen voor wat betreft de ecologische kwaliteit voldoen aan het goede ecologische potentieel, met de mogelijkheid om de uitvoering hiervoor te faseren tot 2027. Zie ontwerp Provinciaal waterplan 2010-2015, versie 9 december 2008, p. 28.

104 De Inrichtingsvisie 2027 en de Inrichtingsbeelden 2015 vormen tezamen het resultaat van het Project Inrichtingsbeelden, dat dient ter ondersteuning van de besluitvorming over de KRW-nota Waterschap Vallei &

Eem.

105 De Inrichtingsbeelden 2015 Barneveldse Beek en Esvelderbeek zijn te raadplegen op http://www.wve.nl/actueel/lopende_projecten/kaderrichtlijn_water/stroomgebied_0.

provinciaal en centraal niveau, zoals de provinciale en nationale waterplannen.106 Door middel van deze Inrichtingsbeelden worden de KRW-doelen van het waterschap gekoppeld aan de natuurdoelen van de provincie.

Met deze inrichtingsbeelden wordt voor de korte termijn (tot 2015) per stroomgebied nauwkeurige invulling gegeven aan de wijze waarop de ‘waterdoelen’ uit het Reconstructieplan Gelderse Vallei/Utrecht-Oost (zie paragraaf 2.5) en de KRW zullen worden nagestreefd.107 Voor de verschillende trajecten binnen het Stroomgebied Barneveldse Beek zijn nauwkeurige inrichtingsbeelden met bijbehorende inrichtingsmaatregelen en uitvoeringsprogramma’s vastgesteld. Het vóór 2015 aanbrengen van natuurvriendelijke oevers (i.e. het aanleggen van natte ecologische verbindingszones) wordt binnen nagenoeg elk traject van de Barneveldse Beek als passende inrichtingsmaatregel voorzien.

De Inrichtingsbeelden 2015 zijn eind 2008 verwerkt in het huidige Waterbeheersplan en in de provinciale waterhuishoudings- en natuurgebiedsplannen. Ook in het ontwerp Waterbeheersplan 2010-2015 wordt uiteraard rekening gehouden met deze inrichtingsbeelden.

In het ontwerp Waterplan Gelderland 2010-2015 is geen apart beleid voor natte ecologische verbindingszones geformuleerd, aangezien de realisatie van deze verbindingszones, aldus het ontwerpplan, plaatsvindt op vrijwillige basis. Dit betekent dat het waterschap inrichtingsvisies opstelt voor de natte ecologische verbindingszones, waarna de ecologische verbindingszones concreet kunnen worden begrensd in het streekplan (structuurvisie) en toekomstige herzieningen daarvan.108 De provincie stelt binnen het kader van de bestuursovereenkomst ILG financiering beschikbaar voor de realisatie van natte ecologische verbindingszones. Zowel het plan van het waterschap als het provinciale plan treden vermoedelijk eind 2009 in werking.

De betrokken waterschappen dienen in hun waterbeheersplannen rekening te houden met het Waterplan Gelderland 2010-2015. Zo moeten zij in hun waterbeheerplannen onder meer een programma van maatregelen en voorzieningen opnemen, in aanvulling op en ter uitwerking van hetgeen in het provinciale plan over maatregelen is opgenomen.109 Nu in het Provinciaal Waterplan 2010-2015 geen concrete maatregelen zijn opgenomen, kan worden gesteld dat het waterschap veel vrijheid toekomt bij het vaststellen van het maatregelenprogramma, zolang met deze maatregelen de KRW-doelen die zijn vastgesteld in het Provinciaal Waterplan maar worden nagestreefd.

In de onderhavige casus voert het waterschap aan dat de KRW-doelen die de provincie heeft vastgesteld in het ontwerp Waterplan Gelderland 2010-2015 zijn gebaseerd op de realisering van meer dan 32 ha. natte ecologische verbindingszone. Hoewel de provincie al tijdens het vaststellen van het ontwerp Waterbeheersplan 2010-2015 te kennen heeft gegeven dat er mogelijkerwijs te weinig geld beschikbaar is om alle natte ecologische verbindingszones aan te leggen (namelijk slechts 26 van de 32 ha.)110, is het waterschap in de begroting toch

106 Daarin wordt ook verwezen naar het Reconstructieplan, de Overeenkomst Waterthema’s en het Natuurgebiedsplan.

107 De uit het Reconstructieplan voortvloeiende projecten die op het Gelderse grondgebied zijn voorzien, zijn opgenomen in het Provinciaal Meerjarenprogramma 2007-2013.

108 Zie ontwerp Provinciaal Waterplan Gelderland 2010-2015, versie 9 december 2008, pp. 64-65.

109 Vgl. art. 4.6 lid 1 en 2 Waterwet.

110 Ook in het Ontwerp Waterplan Gelderland 2010-2015 (pp. 63-64) wijst de provincie erop dat voor de aanleg van natte ecologische verbindingszones in de planperiode mogelijkerwijs geen geld beschikbaar zal zijn. In dat

uitgegaan van de ambitie om tot 2015 32 ha. ecologische verbindingszones aan te leggen. Wel heeft het waterschap voor de periode tot 2015 alleen de 26 realiseerbare hectaren opgenomen in het KRW-maatregelenprogramma, een en ander in afwachting van de uitkomsten van een haalbaarheidsanalyse die ten tijde van het opstellen van het Ontwerp Waterbeheersplan 2010-2015 door de provincie werd uitgevoerd. Mocht het aantal mogelijk aan te leggen hectaren ecologische verbindingszone groter blijken te zijn dan de genoemde 26 ha., dan zal het waterschap het aantal tot 2015 aan te leggen hectaren in het definitieve waterbeheersplan aanpassen. De uitkomsten van de haalbaarheidsanalyse zijn verwerkt in de herziening van het Streekplan Gelderland 2005 (zie paragraaf 2.8). Daaruit blijkt dat er definitief minder ruimte wordt gereserveerd voor de aanleg van ecologische verbindingszones, en dat er dus slechts provinciale middelen beschikbaar zullen zijn voor de aanleg van 26 ha. natte ecologische verbindingszone. Het waterschap zal daarom bij de definitieve vaststelling van de KRW-maatregelenprogramma’s dienen uit te gaan van de realisering van deze 26 ha. natte verbindingszones met provinciale subsidie. Indien het waterschap op (volledig) eigen kosten wil voorzien in de aanleg van meer hectaren natte ecologische verbindingszone, dan kunnen zij dit ook in het maatregelenprogramma aangeven. Het is daarbij verstandig om onderscheid te maken tussen verbindingszones die worden aangelegd met een provinciale subsidie en verbindingszones die met enkel waterschapsmiddelen worden aangelegd.