• No results found

I. NATTE ECOLOGISCHE VERBINDINGSZONES LANGS DE BARNEVELDSE BEEK

3.2. De Overeenkomst Uitvoeringsprogramma

Aangezien de wensen en doelstellingen van de provincie Utrecht en Gelderland met betrekking tot de uitvoering van de Overeenkomst Waterthema’s en de relevante bepalingen van het Reconstructieplan fundamenteel uiteen begonnen te lopen, heeft het waterschap ervoor gekozen afzonderlijke nieuwe overeenkomsten met beide provincies te sluiten. Deze overeenkomsten treden in plaats van de Overeenkomst Waterthema’s. Het waterschap heeft met de provincie Gelderland de Overeenkomst Uitvoeringsprogramma gesloten.83 Deze overeenkomst strekt direct ter uitvoering van het provinciaal Meerjarenprogramma

81 Onder het Meerjarenprogramma vielen ook de natte evz-projecten die zijn vastgelegd in het Reconstructieplan, voor zover zij zijn gepland op het Gelderse grondgebied. Een belangrijk doel in het Meerjarenprogramma is de realisatie van de EHS, onder meer met betrekking tot de robuuste verbinding tussen de Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug door de Gelderse Vallei.Zie het Provinciaal Meerjarenprogramma 2007-2013 Gelderland, Vitaal Gelderland, 6 december 2006, te raadplegen op

http://www.gelderland.nl/Documenten/Themas/Landelijk_Gebied/Landbouw/Vitaal_Geld_Prov_Meerj_progr_200 7_2013_Deel_1_Het_beleidskader.pdf.

82 Deze overeenkomst was tijdens het opstellen van dit rapport nog niet formeel van kracht, maar het van kracht worden daarvan werd op korte termijn voorzien. Bij het schrijven van onderstaande is uitgegaan van een

eindconceptversie van de overeenkomst en van een conceptversie van de daarop gebaseerde beschikking. Daarmee moet bij het lezen van onderstaande terdege rekening worden gehouden.

83 Zie Overeenkomst behorende bij het uitvoeringsprogramma Provinciaal Meerjarenprogramma Landelijk Gebied 2007 tot en met 2013, eindconcept d.d. 6 mei 2009.

2013.84 Gesteld zou kunnen worden dat de Overeenkomst Uitvoeringsprogramma tevens strekt tot de uitvoering van de projecten op grond van het interprovinciale Reconstructieplan, voor zover die projecten zijn voorzien op het Gelderse gedeelte van het beheersgebied van het waterschap.85

Zoals gezegd, hebben het Rijk en de provincie Gelderland op 18 december 2006 een bestuursovereenkomst gesloten over de gezamenlijke inzet van het ILG voor de periode 2007-2013. Deze overeenkomst verplicht de provincie om de doelen te realiseren, die zijn uitgewerkt en vastgelegd in het Provinciaal Meerjarenprogramma 2007-2013. De provincie Gelderland is dus de eerstverantwoordelijke voor de regie en de uitvoering van het Provinciaal Meerjarenprogramma 2007-2013. Met de herbegrenzing van de EHS in het Structuurvisie Gelderland 2008 is tevens de definitieve begrenzing van de EHS in het Provinciaal Meerjarenprogramma 2007-2013 vastgelegd. Dit betekent dat het Meerjarenprogramma, wat betreft de aanleg van natte ecologische verbindingszones, conform het herziene streekplan uitgaat van de realisering van (ongeveer) 32 ha. verbindingszone.

Een deel van de feitelijke uitvoering van het Meerjarenprogramma – het realiseren van natte ecologische verbindingszones – zal geschieden door het waterschap. Daarom is voor de periode 2009 tot en met 2013 de onderhavige overeenkomst tussen de provincie Gelderland en het waterschap gesloten, waarin afspraken worden vastgelegd over de gecoördineerde uitvoering van het Provinciaal Meerjarenprogramma 2007-2013, alsmede over de daaruit voortvloeiende prestaties (i.c. de aanleg van 26 ha. ecologische verbindingszone). Deze overeenkomst strekt ter uitvoering van het Uitvoeringsprogramma dat het waterschap voor de periode 2009-2013 heeft vastgesteld ter uitvoering van het Provinciaal Meerjarenprogramma 2007-2013. De provincie heeft daarvoor bij beschikking subsidie heeft verleend.86 De Overeenkomst Uitvoeringsprogramma heeft een looptijd tot en met 31 december 2013, en komt in de plaats van de Overeenkomst Waterthema’s (art. 1 lid 1 Overeenkomst). De partijen hebben overigens de intentie deze overeenkomst voort te zetten na het beëindigen van de termijn, ter uitvoering van de op dat moment nog niet gerealiseerde onderdelen van de gezamenlijke ambitie.87 Het waterschap heeft ter realisering van het uitvoeringsprogramma in beginsel de vrijheid om middelen naar eigen inzicht te besteden.

Deze middelen moeten wel worden besteed aan onderdelen van het overeengekomen programma (art. 1 lid 3 Overeenkomst).

De Overeenkomst stelt enerzijds verplichtingen voor de provincie (GS) en anderzijds voor het waterschap (college van D&H). Zo stelt de provincie de capaciteit van de Dienst Landelijk Gebied (DLG) in voor het uitvoeringsprogramma (art. 2 lid 1 Overeenkomst).

Tevens is de provincie verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen van de benodigde grond (tot een bepaald maximumbedrag), zoals gespecificeerd in het uitvoeringsprogramma (art. 2 lid 2 Overeenkomst). Ten slotte bepaalt de Overeenkomst dat de provincie uiterlijk eind 2009 duidelijkheid verschaft over de financiering van de nog uit te werken projecten die wel in het

84 Op grond van de Overeenkomst Waterthema’s was deze relatie slechts indirect, want die overeenkomst strekte tot de uitvoering van het Reconstructieplan.

85 Deze projecten komen immers overeen met de projecten in het Provinciaal Meerjarenprogramma 2007-2013.

86 Zie de conceptbeschikking Subsidieverlening in het kader van de Subsidieregeling Meerjarenprogramma’s Gelderland, versie d.d. 11 mei 2009.

87 Een onderdeel dat in elk geval niet binnen de termijn van de overeenkomst valt is de aanleg van ecologische verbindingszones langs het Valleikanaal in het gebied Binnenveld.

uitvoeringsprogramma zijn opgenomen, maar waarvoor nog geen middelen in de onderhavige beschikking zijn opgenomen, noch door GS zijn gereserveerd (art. 2 lid 3 Overeenkomst). Hieronder vallen de (ongeveer) 6 ha. ecologische verbindingszone, die door het waterschap zijn voorzien, maar waarvoor (nu nog) geen subsidie is of kan worden verleend.

Voor het waterschap geldt de verplichting gedeeltelijk bij te dragen in de kosten van het uitvoeringsprogramma (E 9.899.920,--), en de prestaties die daarin zijn opgenomen uiterlijk op 31 december 2013 te hebben gerealiseerd (art. 3 Overeenkomst). Voorts dient het waterschap jaarlijks aan de provincie te rapporteren over de realisering van de overeengekomen prestaties, en wordt jaarlijks tussen de partijen bestuurlijk overleg gevoerd over de stand van zaken van de uitvoering van de Overeenkomst (art. 4 Overeenkomst).

Naast deze verplichtingen wordt in de Overeenkomst bepaald dat de financiering van de feitelijke uitvoering van het uitvoeringsprogramma door het waterschap plaatsvindt op grond van de Subsidieregeling Meerjarenprogramma’s Gelderland.88 Deze subsidieregeling opent in art. 1.3 lid 2 sub a de mogelijkheid om subsidie te verstrekken voor de uitvoering van het Provinciaal Meerjarenprogramma 2007-2013. De subsidie wordt verleend voor een periode van een aantal jaar (i.c. 2009-2013) ten behoeve van de uitvoering van het gehele programma voor die periode.89 De Subsidieregeling Meerjarenprogramma’s Gelderland voorziet in de procedurele bepalingen met betrekking tot subsidieaanvragen en –verlening. Het inhoudelijke toetsingskader volgt uit het subsidiekader dat onderdeel uitmaakt van het Provinciaal Meerjarenprogramma 2007-2013. Hieruit volgt dat een subsidie voor de aanleg van natte ecologische verbindingszones ten hoogste 75% van de subsidiabele kosten kan bedragen.

De Overeenkomst bepaalt dat indien het waterschap het Uitvoeringsprogramma wenst aan te passen, het zich kan richten tot de provincie met een verzoek tot aanpassing van de subsidiebeschikking (art. 5 lid 1 Overeenkomst). Die aanpassingen kunnen er bijvoorbeeld toe strekken dat het aantal hectaren aan te leggen natte ecologische verbindingszone wordt vergroot. Ook indien blijkt dat het realiseren van de maatregelen uit het uitvoeringsprogramma aantoonbaar goedkoper, dan wel duurder is dan voorzien, kan het uitvoeringsprogramma naar evenredigheid worden aangepast.90 De provincie moet als medefinancier uiteraard wel instemmen met de door het waterschap gewenste aanpassingen van het Uitvoeringsprogramma 2009-2013.

Indien resultaten van een evaluatie van de bestuursovereenkomst ILG (gepland medio 2010) daartoe aanleiding geven, zal de provincie het initiatief nemen om met het waterschap in overleg te treden voor een mogelijke aanvullende beschikking (art. 5 lid 2 Overeenkomst).

De huidige beschikking voorziet in een subsidie ter realisering van ongeveer 26 ha. natte ecologische verbindingszone. Het Uitvoeringsprogramma (althans, de subsidieaanvraag) voorziet in de aanleg van 26 ha tot 2013 en 6 ha in de periode daarna (totaal 32 ha). Indien er dus meer middelen beschikbaar blijken te zijn voor de financiering van de aanleg van verbindingszones, dan dient de provincie het initiatief te nemen om met het waterschap in overleg te treden, met het oog op de vaststelling van een nieuwe of aanvullende subsidiebeschikking. Het kan daarbij met nadruk gaan om natte ecologische verbindingszones

88 Zie Overweging 1 van de Overeenkomst Uitvoeringsprogramma.

89 Het gaat hier om programmafinanciering. Daartegenover staat projectfinanciering, zoals op grond van de Overeenkomst Waterthema’s mogelijk was.

90 Zie ook de Subsidiebeschikking bij het uitvoeringsprogramma, onder ‘Prestaties’.

die wel reeds in het Uitvoeringsprogramma zijn voorzien, maar waarvoor nog geen middelen in de onderhavige beschikking zijn opgenomen, noch door GS zijn gereserveerd. Het is dus niet raadzaam voor het waterschap om de in het Uitvoeringsprogramma geplande aantal hectaren verbindingszone gelijk te trekken met het aantal waarvoor op grond van de huidige subsidiebeschikking financiering wordt verstrekt.

Geschillen voortvloeiende uit de overeenkomst worden zoveel als mogelijk in onderling overleg opgelost. Mocht dat overleg niet tot een oplossing leiden, dan worden de geschillen voortvloeiende uit de overeenkomst beslecht door de bevoegde rechter in Arnhem (art. 6 lid 1 en 2 Overeenkomst). De provincie behoudt het recht om een besluit te nemen tot wijziging of intrekking van de subsidiebeschikking. In dat geval is de partijen een termijn van zes weken geboden om in overleg tot een voor beide aanvaardbare oplossing te komen (art. 6 lid 3 Overeenkomst).

Het waterschap heeft, zoals gezegd, onlangs het Uitvoeringsprogramma Waterschap Vallei en Eem 2009-2013 vastgesteld91 en voor de uitvoering daarvan een subsidie op grond van de Subsidieregeling Meerjarenprogramma’s Gelderland aangevraagd. Het Uitvoeringsprogramma gaat uit van de realisering van 26 ha. natte ecologische verbindingszones tot en met 2013 en 6 ha in de periode daarna. De subsidieaanvraag stemt daarmee overeen. Het concept van de beschikking op de subsidieaanvraag gaat eveneens uit van de realisering van 26 ha. natte ecologische verbindingszone.92

Op grond van deze beschikking stelt de provincie voor de periode 2009 tot 2013 (onder voorwaarden) E 9.679.516,-- als programmafinanciering ter beschikking aan het waterschap.

Van dat bedrag is E 3.255.960,-- bestemd voor de aanleg van 20,3 ha. natte ecologische verbindingszone ten behoeve van het synergieproject Gelderse Vallei in het Gelderse gedeelte van het beheersgebied van het waterschap. Daarnaast wordt E 698.500,-- gesubsidieerd ten behoeve van het project Daatselaar/Rulerweg. Het gaat in dat gebied om 4,2 respectievelijk 1,5 ha. ecologische verbindingszone.

De totale begrote kosten van de aanleg van ongeveer 20 ha. ecologische verbindingszones in de Gelderse Vallei bedragen E 4.550.000,--. Het waterschap dient zelf E 1.294.040,-- bij te dragen. De totale kosten van het project Daatselaar/Rulerweg bedragen E 919.000,--. Het waterschap dient daar E 220.500,-- zelf aan bij te dragen. Deze kosten vormen nagenoeg 25% van het totaalbedrag. Dat de kosten voor het waterschap niet precies 25% van het totaalbedrag vormen, maar enkele procenten meer, is vermoedelijk te verklaren doordat de genoemde projecten tevens voorzien in maatregelen die niet voor subsidiëring in aanmerking komen. Mocht dat niet zo blijken te zijn, dan zou het waterschap ervoor kunnen pleiten dat er in casu iets te weinig subsidie wordt toegekend.93 Dat heeft overigens

91 Dit uitvoeringsprogramma geeft uitvoering aan de doelstellingen die zijn opgenomen in de

Bestuursovereenkomst ILG 2007-2013 tussen de provincie en het Rijk, het daaraan gekoppelde Provinciaal Meerjarenprogramma 2007-2013 en het waterhuishoudingsplan van de provincie in relatie tot de ambities van het Waterbeheersplan van het waterschap.

92 Zie Concept beschikking Vallei en Eem, versie 21 april 2009, in de tabel onder ‘Prestaties’. Het waterschap dient er op grond van deze beschikking zorg voor te dragen dat deze 26 ha. natte ecologische verbindingszone uiterlijk 31 december 2013, overeenkomstig het uitvoeringsprogramma en de daaraan verbonden

kwaliteitsvereisten is gerealiseerd.

93 Op grond van de Subsidieregeling Meerjarenprogramma’s Gelderland en het Subsidiekader bij het Provinciaal Meerjarenprogramma Gelderland 2007-2013 voorziet de provincie namelijk voor maximaal 75% in de kosten van het aanleggen van natte ecologische verbindingszones.

vermoedelijk niet veel kans van slagen, aangezien de provincie zelf kan vaststellen hoeveel subsidie wordt toegekend; er geldt een maximum van 75%.

Mochten de kosten van het realiseren van de in de beschikking genoemde prestaties hoger dan wel lager zijn dan geraamd, dan kan tijdens het jaarlijks bestuurlijk overleg worden bepaald dat ook de prestaties naar evenredigheid worden verlaagd respectievelijk verhoogd.

Mocht het aanleggen van ecologische verbindingszones dus goedkoper uitvallen dan geraamd, dan kunnen er op grond van deze bepaling bijvoorbeeld afspraken worden gemaakt over het aanleggen van meer hectaren ecologische verbindingszone.

Aan de subsidiebeschikking zijn, naast de verplichtingen uit de Subsidieregeling Meerjarenprogramma’s Gelderland en de Algemene Subsidieverordening Gelderland 199894 en verplichtingen met betrekking tot rapportage en verantwoording, nog andere verplichtingen verbonden. Een hier relevante verplichting is dat de kosten die betrekking hebben op de uitvoering van activiteiten niet (meer) voor subsidie in aanmerking komen, indien daarvoor op grond van een andere provinciale of ministeriële regeling reeds een subsidie is verstrekt. Met name worden genoemd de Subsidieregeling Europese programma’s Gelderland, de Subsidieverordening Vernieuwing Landelijk Gebied 1998, de Subsidieregeling Vitaal Gelderland, en de Subsidieregeling Vitaal Gelderland 2007.95 Het is dus niet op voorhand uitgesloten dat (op projectbasis) ook op grond van andere subsidieregelingen een subsidie kan worden aangevraagd en verleend. In casu zijn er overigens geen subsidies op grond van een van deze subsidieregelingen verstrekt. Daarnaast behoudt de provincie zich het recht om de beschikking (met in achtneming van art. 4:48 t/m 4:50 Awb) te wijzigen of in te trekken, indien het resultaat van een controle of de tussentijdse verantwoording daartoe aanleiding geeft.

94 Ten overvloede: deze regeling en verordening stellen vooral procedurele vereisten voor de aanvraag en verlening van subsidies.

95 De Subsidieregeling Vitaal Gelderland 2008 ontbreekt vooralsnog in deze opsomming in de beschikking.