• No results found

Ontwikkelingen op het vlak van het toezicht

4.4 Het vooraf invullen van gegevens

De volgende ontwikkeling die ik behandel, betreft het vooraf invullen van gegevens in de aangiften inkomstenbelasting van particulieren. Dit is zijdelings al aan bod gekomen in de paragrafen 3.3.4 en 3.4. Al in 1988 publiceerde Bartel een idee voor het vooraf invullen van aangiften. Hij stelt daarin dat vanwege het feit dat de belastingplicht voortvloeit uit de wet, het irrelevant is hoe de Belastingdienst de beschikking krijgt over de voor de aanslag relevante gegevens. Als deze van derden afkomen, kan het verstrekken van gegevens door de belastingplichtigen zelf (door Bartel aangeduid: “die als niet-deskundige de zwakste

63 Niessen, 2013.

64 Krukkert ziet de actieve informatieplicht als een soort wettelijke grondslag wordt gecreëerd voor het instituut van de vrijwillige verbetering of inkeer. Krukkert, 2018, p. 88.

schakel in de keten is en blijft”)65 zoveel mogelijk worden beperkt.66 Bartel concludeert dat de Belastingdienst niet enkel gegevens moet verzamelen om aangiften van belastingplichtigen te beoordelen, maar dat hij die gegevens ook aan hen ter beschikking zou kunnen stellen. Dit

duidt hij aan als een zogenoemde voorbewerkte opgave.67 Uiteindelijk, bijna vijfentwintig

jaar later, kondigde de staatssecretaris van Financiën in 2005 aan dat de Belastingdienst over zou gaan tot de invoering van de zogenoemde vooringevulde aangifte. In deze brief is te lezen dat het feit dat de Belastingdienst beschikt over derdengegevens, maar die enkel gebruikt voor de beoordeling van aangiften (contra-informatie), door belastingplichtigen wordt ervaren als een administratieve last. Daarnaast maakten technische ontwikkelingen op het gebied van informatie- en communicatietechnologie het mogelijk om deze gegevens

in het vervolg vooraf in te vullen.68

Inmiddels zijn er bijna vijftien jaar verstreken en wordt het vooraf invullen van gegevens als min of meer vanzelfsprekend beschouwd. In de Handhavingsbrief 2018 is te lezen dat de vooringevulde aangifte leidt tot een betere naleving. Voor belastingplichtigen wordt

het gemakkelijker om tijdig aangifte te doen en ze maken minder fouten.69, 70 Voor de

Belastingdienst betekent dit dat hij minder mensen en middelen hoeft in te zetten om het niet-naleven van hun fiscale verplichtingen tegen te gaan. Dit betekent lagere uitvoeringslas-ten voor de Belastingdienst. Uit diezelfde handhavingsbrief blijkt namelijk dat het achteraf

corrigeren van fouten duurder is dan het voorkomen daarvan.71 Voor belastingplichtigen

betekent het een verlaging van hun administratieve lasten. Zij blijven echter wel zelf verantwoordelijk voor het indienen van een juiste aangifte inkomstenbelasting. Dit betekent dat belastingplichtigen de vooraf in de aangifte vermelde (inkomens)gegevens dienen te controleren en, indien nodig, te wijzigen of aan te vullen. Het is vervolgens de taak van de inspecteur om een juiste aanslag vast te stellen, waarbij hij in principe niet is gehouden

om uit te gaan van een eventuele onjuiste rubricering in de vooringevulde aangifte.72

De digitale ondersteuning bij het doen van aangifte is tegenwoordig in het gros van de gevallen (uitzonderingen zijn onder andere verliesverrekeningen) zodanig goed dat belastingplichtigen vrijwel direct weten welk bedrag ze moeten betalen of terugkrijgen. 65 Bartel, 1988, p 7 en Bartel, 1999, p. 34.

66 Grapperhaus had in 1984 in zijn ‘Blauwdruk voor een nieuwe inkomstenbelasting’ al een voor-stel gedaan om ondernemingen en invoor-stellingen te laten fungeren als inhoudingsplichtige. De door hun wederpartij, de belastingplichtige, verschuldigde belasting zouden zij in dat voorstel moeten inhouden en aan de Belastingdienst afdragen. Ook zouden zij de gegevens die voor de belastingheffing benodigd zijn aan de Belastingdienst moeten doorgeven. De aangifte zou volgens Grapperhaus daardoor voor de meerderheid van de belastingplichtigen kunnen komen te vervallen. Grapperhaus, 1984. Zie ook Bourgondien, 1984.

67 Bartel, 1988, p. 8-35.

68 Kamerstukken II 2004/05, 29 643, nr. 4, p. 3. 69 Kamerstukken II 2017/18, 31 066 nr. 390, bijlage, p. 17.

70 Hierbij valt te denken aan fouten bij het invullen van looninkomsten (is sprake van tegenwoordige of vroegere arbeid) en hypotheekgegevens (is sprake van eigenwoningrente of behoort een schuld tot box 3).

71 Kamerstukken II 2017/18, 31 066 nr. 390, bijlage, p. 35.

72 HR 26 januari 2018, ECLI:NL:HR:2018:93, V-N Vandaag 2018/215 (in cassatie op: Gerechtshof Den Haag 19 juli 2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:2165, V-N Vandaag 2017/1823). Zie in dit verband ook rechtbank Den Haag 4 juni 2015, ECLI:NL:RBDHA:2015:6652, V-N 2015/48.3.1.

Het vooraf invullen van gegevens 4.4

Dit in combinatie met het voorinvullen van gegevens leidt ertoe dat belastingplichtigen na het doen van aangifte meestal weten hoe hun formele belastingschuld zal worden vastgesteld. Dit draagt bij aan hun behoefte aan rechtszekerheid.

De Bont is van mening dat door het vooraf invullen van aangiften, de overstap naar een aangiftebelasting voor de hand ligt. Het voorinvullen maakt het voor belastingplichtigen namelijk een stuk eenvoudiger om te voldoen aan de verplichting tot het doen van aangifte

en daarmee het vaststellen van de formele belastingschuld.73 Hoewel ik de gedachte van

De Bont begrijp, staat voor mij niet vast dat een aangiftebelasting een logische volgende stap is. De hoeveelheid derdengegevens die de Belastingdienst verzamelt en invult, zou uiteindelijk namelijk zodanig groot kunnen worden dat het de vraag is of een aangifte nog wel nodig is. Bij hen zou de Belastingdienst, enigszins vergelijkbaar met de situatie

destijds bij de beschreven (directe) middelen aan het begin van de 19e eeuw, ook direct

een aanslag kunnen opleggen aan de hand van de bij hem bekende gegevens.74 In dat

geval zou de inkomstenbelasting een aanslagbelasting kunnen blijven. Op vragen van de Vaste Commissie voor Financiën daarover heeft de Staatssecretaris inmiddels geantwoord dat het voorinvullen een stap op weg is naar een aangifte die zoveel mogelijk zonder tussenkomst van de belastingplichtige kan worden afgedaan. Hij noemt dit de "no touch

aangifte".75 Overigens wil ik hier opmerken dat bij een ‘no touch aangifte’ de kans bestaat

dat de belastingplichtige weinig of geen betrokkenheid meer ervaart bij het formaliseren van de belastingschuld, met als gevolg dat er een soort vervreemding optreedt.

Een tweede ontwikkeling die ik in dit verband behandel, betreft de twee jaar durende proef waarmee de Belastingdienst begin 2018 is gestart om ZZP’ers aangifte omzetbelasting te laten doen met behulp van een online boekhoudpakketten. Zo’n aangifte wordt automatisch samengesteld aan de hand van de gegevens in het pakket waarmee een ZZP’er tevens zijn boekhouding voert. Later wordt de proef uitgebreid met de mogelijkheid om ook de

winstaangifte (inkomstenbelasting) in te laten vullen met behulp van deze pakketten.76

Naar mijn verwachting zal dit uiteindelijk leiden tot een verlaging van de administratieve lasten van de ZZP’ers, omdat hij kan besparen op de kosten van een boekhouder die tot nu

toe de boekhouding en aangifte(n) voor hem verzorgt.77 Als de kwaliteit van de daarmee

gegenereerde aangiften hoog is, zal de Belastingdienst bij massaal gebruik van deze pakketten minder fouten achteraf hoeven te corrigeren waardoor de uitvoeringslasten worden verlaagd.

Uit het vorenstaande leid ik af dat er een drietal factoren van invloed is op de ontwik-kelingen rondom het vooraf invullen van gegevens. Dat zijn: administratieve lasten

73 De Bont, 2018, paragraaf 5.

74 De OECD duidt dit aan als een ‘no-return’ of een ‘no tax return’-approach; OECD, 2017, p. 189 e.v. 75 Brief Staatssecretaris van Financiën van 10 mei 2016, nr. AFP/2016/371 U, V-N 2016/27.12. 76 https://www.zeker-online.nl/2017/samenwerking-keurmerkhouders-en-de-belastingdienst/. 77 Een belangrijke oorzaak van door belastingplichtigen gemaakte fouten zijn namelijk onwetendheid

en onzorgvuldigheid (zie: Kamerstukken II 2017/18, 31 066 nr. 390, bijlage, p. 16). Op dit vlak kunnen de online boekhoudpakketten naar verwachting de nodige ondersteuning bieden aan ZZP’ers.

voor de belastingplichtigen, de behoefte aan rechtszekerheid van belastingplichtigen en uitvoeringslasten voor de Belastingdienst.